Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Culturele activiteiten- en kleinschalige evenementensubsidies |
Citeertitel | Subsidieregeling culturele activiteiten- en kleinschalige evenementensubsidies |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene subsidieverordening Zaanstad 2023
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2023 | Nieuwe regeling | 18-07-2023 | z7723886 / d241 |
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Cultuur: Onder cultuur verstaan we alles wat door mensen gecreëerd is. Cultuur komt tot uiting in alle aspecten van het menselijke leven, zoals tradities, levensstijlen, manieren van samenleven, normen en waarden, kunst. Het cultuurbeleid richt zich specifiek op culturele activiteiten en creatieve uitingen, in alle disciplines en genres. Hieronder vallen bijvoorbeeld maar niet uitsluitend: podiumkunsten, muziek en theater, taal(kunst), design, architectuur, erfgoed, beeldende kunst, fotografie en film, urban arts en games.
Artikel 1.2 Doel en reikwijdte van de regeling
Deze regeling is van toepassing op subsidies die het college beschikbaar stelt voor ad hoc culturele activiteiten en kleinschalige evenementen die zich onderscheiden van het normale activiteitenpatroon van amateurkunstverenigingen en andere (culturele) instellingen en bijdragen aan de culturele ontwikkeling van Zaanstad.
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor culturele activiteiten en kleinschalige evenementen die ten goede komen aan de inwoners van Zaanstad. Culturele activiteiten en kleinschalige evenementen worden geacht ten goede te komen aan de inwoners van Zaanstad indien de culturele activiteiten in Zaanstad plaats vinden.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan instellingen zonder winstoogmerk, die culturele activiteiten uitvoeren binnen Zaanstad.
Artikel 1.6 Subsidieplafond en wijze van verdeling
Het puntensysteem leidt tot een percentage, welke wordt gebruikt om de hoogte van de subsidie te bepalen. Op basis van deze weging wordt subsidie toegekend door het college. Hierbij wordt het subsidieplafond voor de betreffende subsidieperiode in acht genomen. De weging kan er toe leiden dat een lagere subsidie wordt toegekend dan is aangevraagd.
Indien een aanvrager meerdere aanvragen heeft ingediend voor dezelfde subsidieperiode en het subsidieplafond met minimaal 50% overschreden wordt, kan het college besluiten om niet alle aanvragen te honoreren. Tenzij in overleg met de aanvrager tot een andere keuze wordt gekomen, komt de hoogste aanvraag in aanmerking voor subsidie.
Artikel 1.11 Weigeringsgronden
Artikel 1.13 Verantwoording van subsidies tot en met € 5.000
Onverminderd de verplichtingen van de subsidieontvanger als bedoeld in artikel 11 van de ASV, verstrekt de subsidieontvanger op verzoek van het college inlichtingen waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Hoofdstuk 2 Overgangs- en slotbepalingen
Het college kan, in bijzondere gevallen, afwijken van het bepaalde in deze regeling, indien een strikte toepassing daarvan zal leiden tot een onevenredige benadeling van de aanvrager of subsidieontvanger.
Hoofdstuk 3 Toelichting criteria & puntensysteem
a.Artistieke originaliteit (voorheen Inhoudelijke kwaliteit) maximaal 5 punten
Bij de beoordeling van dit criterium krijgt de adviescommissie meer ruimte en vrijheid in haar beoordelingsproces. In plaats van zich specifiek te richten op groei, ontwikkeling of het scoren op diverse onderdelen, kan de commissie nu meer nadruk leggen op relevantie en beoordeling van de inhoud. Hierdoor kunnen zij hun expertise en beoordelingsvermogen volledig benutten, zonder beperkt te worden door specifieke criteria. De commissie heeft nu de vrijheid om bepaalde indicatoren op hun eigen manier te interpreteren en te beoordelen, zonder strikte richtlijnen te volgen.
De beoordeling van dit criterium wordt gebaseerd op belangrijke kernwaarden. Vakmanschap speelt een rol, waarbij er gekeken wordt naar een duidelijk artistiek-inhoudelijke doelstelling en een concrete uitwerking om dit doel te bereiken. Oorspronkelijkheid en vernieuwing worden ook gewaardeerd, waarbij de aanvraag een bijzonder en niet-regulier project betreft dat een aanvulling vormt op het (amateurkunst)aanbod in de stad. Daarnaast wordt er gekeken naar de zeggingskracht van de activiteit(en) op het publiek, waarbij de aanvrager in staat moet zijn om het beoogde publiek te prikkelen, ontroeren of aan het denken te zetten.
Met deze aanpassingen in de beoordeling wordt de adviescommissie in staat gesteld om hun professionele beoordelingsvermogen en expertise optimaal te benutten. Ze hebben meer vrijheid om de artistieke originaliteit te beoordelen op basis van hun eigen inzicht, wat leidt tot een meer flexibele beoordeling van de aanvragen.
b.Bekwaamheid (voorheen Professionaliteit) maximaal 2 punten
Dit criterium beoordeelt in hoeverre de voorbereiding, activiteiten en programmering van het evenement op een bekwame manier zijn opgezet. Bekwaamheid legt de nadruk op de vaardigheden, deskundigheid en het vermogen om de activiteiten op een goed niveau uit te voeren. Hierbij wordt gekeken naar de mate waarin het programma en/of het thema zijn uitgewerkt en hoe goed ze onderling samenhangen. De beoordeling van dit criterium houdt rekening met andere ingediende aanvragen, waardoor de kwaliteit van bekwaamheid wordt afgewogen in relatie tot het totaalbeeld van de aanvraagronde.
c.Publieksbereik en promotiekwaliteit maximaal 3 punten:
Bij het beoordelen van de subsidieregeling voor culturele activiteiten en kleinschalige evenementen wordt er gekeken naar hoeveel mensen er bereikt worden en hoe de activiteiten gepromoot worden. Het is belangrijk dat niet alleen het aantal bezoekers telt, maar ook wie er bereikt wordt. Het aantal bezoekers dat in het puntensysteem wordt genoemd, geldt per activiteit. Aanvragers kunnen dit criterium onderbouwen door te verwijzen naar eerdere ervaringen. Daarnaast kunnen er punten worden verdiend als er speciaal wordt geprobeerd om een doelgroep te bereiken die normaal gesproken niet vaak naar amateurkunst- of culturele activiteiten gaat. In het plan moeten aanvragers uitleggen hoe ze die doelgroep willen bereiken en betrekken. Er wordt ook gekeken naar hoe de aanvrager de activiteit of evenement aankondigt en/of de vereniging promoot. Het gebruik van social media kan daarbij helpen. Door bijvoorbeeld regelmatig berichten, foto's en video's te plaatsen en interactie met het publiek aan te gaan, kunnen meer mensen bereikt worden. Aanvragers worden aangemoedigd om in hun plan te beschrijven hoe ze social media willen gebruiken om meer mensen te bereiken en de activiteiten bekend te maken. De adviescommissie zal kijken naar de effectieve inzet van social media kanalen om het evenement of de culturele activiteit te promoten en een breder publiek te bereiken. Ook wordt beoordeeld of het aantal verwachte bezoekers op een evenwichtige wijze overeenkomt met de toegepaste PR-strategie. Het gebruik van social media als onderdeel van de PR-strategie kan een positieve invloed hebben op de beoordeling. Dit is ter beoordeling aan de adviescommissie.
d.Betrokkenheid jeugd maximaal 2 punten
Dit criterium evalueert de mate waarin het initiatief de betrokkenheid van jeugd bevordert en stimuleert. Het beoogt activiteiten te ondersteunen die jeugd actief betrekken en hen de mogelijkheid bieden om hun creativiteit, talenten en stem te ontwikkelen en te tonen.
Voor culturele activiteiten houdt dit in dat er aandacht wordt besteed aan het betrekken van jongeren bij de artistieke processen, zoals het creëren, uitvoeren of presenteren van culturele werken. Het kan ook de participatie van jongeren in culturele educatieve programma's omvatten, waarbij ze de kans krijgen om nieuwe kunstvormen te ontdekken, culturele vaardigheden te ontwikkelen en hun culturele identiteit te versterken.
Bij kleinschalige evenementen gaat het erom jongeren actief te betrekken bij de organisatie en uitvoering ervan. Dit kan bijvoorbeeld door jongeren een rol te geven in het planningsproces, hen verantwoordelijkheden te geven tijdens het evenement of door specifieke programmaonderdelen aan te bieden die gericht zijn op jeugd. Het stimuleren van participatie, inclusiviteit en het geven van ruimte aan de stem van jeugd zijn hierbij belangrijke aspecten.
Om aan dit criterium te voldoen, wordt verwacht dat aanvragers specifieke maatregelen treffen om jongeren te betrekken, zoals bijvoorbeeld het organiseren van workshops, speciale jeugdvoorstellingen of het samenwerken met jeugdverenigingen en scholen. Let op, dit dient in de aanvraag te worden toegelicht.
De beoordeling van de betrokkenheid van jeugd zal gebaseerd zijn op de originaliteit en effectiviteit van de geboden mogelijkheden voor jongeren om deel te nemen, zich te uiten en actief bij te dragen aan de culturele activiteiten of kleinschalige evenementen.
e.Samenwerking maximaal 2 punten
Bij dit criterium wordt beoordeeld in hoeverre er sprake is van samenwerking met andere instellingen binnen of buiten de eigen discipline. Dit kan bijvoorbeeld zijn met andere evenementenorganisatoren, winkeliersverenigingen, culturele-, maatschappelijke- of sportinstellingen. Het is belangrijk op te merken dat commerciële inhuur voor bijvoorbeeld uitvoering van een onderdeel van de activiteit of huur van locatie of materialen niet wordt gezien als samenwerking.
Samenwerking binnen de eigen discipline, wat verwijst naar instellingen die vergelijkbare doelen nastreven en soortgelijke activiteiten ontwikkelen. Buiten de eigen discipline kan er ook sprake zijn van samenwerking met niet-culturele instellingen zoals sportverenigingen, scholen of andere niet-commerciële verenigingen. Het blijft echter belangrijk te benadrukken dat commerciële inhuur voor uitvoering van een onderdeel van de activiteit of huur van locatie of materialen niet wordt gezien als samenwerking.
f.Deskundigheidsbevordering/professionalisering maximaal 1 punt
Bij dit criterium kijken we naar hoe de aanvrager ervoor zorgt dat de culturele activiteit of het kleinschalige evenement beter wordt door meer kennis en professionaliteit. Dit kan bijvoorbeeld door het volgen van trainingen, workshops of cursussen, het verbeteren van het bestuur of het inschakelen van experts. Het doel is om de organisatie en het artistieke niveau te versterken, zodat de activiteit succesvoller en duurzamer wordt. Als de aanvraag laat zien hoe er gewerkt wordt aan deskundigheidsbevordering/professionalisering, kan dat positief worden beoordeeld bij dit criterium.
g.Belang voor de stad maximaal 4 punten
Dit criterium richt zich op de mate waarin het project de stad verrijkt, een positieve invloed heeft op de lokale gemeenschap en het culturele klimaat bevordert.
Bij de beoordeling kijken we naar de relevantie van het project voor de stad en de mate waarin het bijdraagt aan de culturele ambities van de gemeente, zoals beschreven in de cultuurvisie. We hechten ook waarde aan de inbedding van de organisatie/vereniging of instelling in de gemeente, met name binnen de culturele sector.
Daarnaast nemen we aspecten als culturele diversiteit, inclusie, en duurzaamheid van de activiteit in overweging. We streven naar een brede betrokkenheid van diverse doelgroepen en een positieve impact op de lokale gemeenschap. Het is belangrijk dat de voorgestelde culturele activiteiten en evenementen aansluiten bij actuele maatschappelijke thema's en verbinding leggen tussen verschillende doelgroepen, wat de sociale cohesie bevordert.
Met dit criterium willen we het culturele klimaat versterken en de stad op cultureel gebied laten floreren. We geven ruimte aan organisaties en instellingen om hun expertise en beoordelingsvermogen optimaal te benutten, zonder strikte richtlijnen te volgen. Zo kunnen we projecten stimuleren die een nieuwe en bijzondere bijdrage leveren aan het culturele aanbod en die de gemeente op artistiek verrijken.
De adviescommissie zal ook beoordelen of de aanvrager de code fair practice nastreeft of uitdraagt met het projectplan.
a. Artistieke originaliteit maximaal 4 punten
De beoordeling van de artistieke originaliteit wordt uitgevoerd door de adviescommissie op basis van bovenstaande beschrijvingen. De commissie heeft de vrijheid om de criteria naar eigen inzicht te interpreteren en de punten toe te kennen op basis van hun professionele beoordelingsvermogen. Hierbij houden zij rekening met andere aanvragen die binnen dezelfde aanvraagronde worden ingediend. De beoordeling van de artistieke originaliteit wordt dus mede afgewogen ten opzichte van de andere aanvragen, waardoor een evenwichtige beoordeling plaatsvindt binnen de context van de betreffende aanvraagronde.
b. Bekwaamheid (voorheen Professionaliteit) maximaal 2 punten
Opmerking: Het behalen van een bepaalde score hangt af van de beoordeling van de adviescommissie, die het niveau van bekwaamheid van het evenement/activiteit zal evalueren. Het is belangrijk om te streven naar een score van "Voldoende" of "Hoge bekwaamheid" om de kwaliteit en impact van het evenement te verbeteren. Bekwaamheid legt de nadruk op de vaardigheden, deskundigheid en het vermogen om de activiteiten op een goed niveau uit te voeren, zonder de associatie met een strikt professionele context. Het benadrukt de mate waarin de aanvrager in staat is om op een bekwame en deskundige manier zijn culturele activiteit of evenement te organiseren.
c. Publieksbereik en promotiekwaliteit maximaal 5 punten
Deze puntenmatrix hanteert een beoordelingsschaal van 0 tot 2 punten, waarbij de beoordelingscommissie de taak heeft om te bepalen welke punten passend zijn op basis van het publieksbereik, de promotiekwaliteit en de effectieve inzet van social media. Het biedt flexibiliteit voor de beoordelingscommissie om de prestaties van de aanvragers te beoordelen in vergelijking met andere aanvragen binnen de betreffende beoordelingsronde.
Het aantal bezoekers dat in het puntensysteem wordt genoemd, geldt per activiteit. Aanvragers kunnen dit criterium onderbouwen door te verwijzen naar eerdere ervaringen. Hierover oordeelt de adviescommissie niet.
d. Betrokkenheid jeugd: maximaal 2 punten
e. Samenwerking maximaal 2 punten
In deze puntenmatrix worden punten toegekend op basis van het type samenwerking. Geen samenwerking krijgt 0 punten, samenwerking binnen of buiten de eigen discipline krijgt 1 punt, en samenwerking zowel binnen als buiten de eigen discipline krijgt 2 punten.
f. Deskundigheidsbevordering/professionalisering maximaal 1 punt
De puntenmatrix hanteert een eenvoudige beoordelingsschaal met de opties "wel sprake van" en "geen sprake van". Als er sprake is van deskundigheidsbevordering of professionalisering, kan de aanvraag 1 punt verdienen. Indien er geen sprake is van deskundigheidsbevordering of professionalisering, wordt er geen punt toegekend.
g. Belang voor de stad maximaal 4 punten
"Amusementswaarde" om specifiek te focussen op het belang an de activiteit voor entertainment en plezier.
Extra beoordelingspunt voor het nastreven of uitdragen van een kernwaarde uit de code fair practice:
Uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager één van de kernwaarden van de code fair practice nastreeft of uitdraagt. | |
Het extra beoordelingspunt voor het streven naar de kernwaarden uit de code fair practice blijft beperkt tot 1 punt of geen punt.
De kernwaarden van de code fair practice zijn:
Meer informatie over de code fair practice is hier te vinden.