Organisatie | Stein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet Inburgering Gemeente Stein |
Citeertitel | Verordening Wet inburgering Gemeente Stein |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-05-2007 | 10-05-2017 | Nieuwe regeling | 05-04-2007 Schakel, 02-05-2007 | Gem. blad. Afd. A 2007, no. 28 |
Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening
Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen
Het college wijst de groepen inburgeringsplichtigen aan waaraan hij bij voorrang een inburgeringsvoorziening kan aanbieden op basis van criteria die hij in beleidsregels vastlegt.
Artikel 6 Opleggen van verplichtingen
Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen: a. het deelnemen aan de aangeboden inburgeringscursus;b. het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;c. het deelnemen aan voortgangsgesprekken;d. voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;e. het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan.
Hoofdstuk 3 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening
Artikel 8 Weigering van een aanbod
Het aanbod wordt bovendien geacht te zijn geweigerd, als de inburgeringsplichtige ook na rappel:a. niet verschijnt op een oproep in verband met het doen van een aanbod of,b. niet binnen de gestelde termijn een exemplaar van de aanbiedingsbrief of een schriftelijke weigering van het aanbod retour heeft gezonden.
Als een inburgeringsplichtige een inburgeringsvoorziening weigert, stuurt het college de inburgeringsplichtige:a. een besluit met de datum waarop het inburgeringsexamen uiterlijk moet zijn behaald en de mogelijke consequenties van het niet-nakomen van deze verplichting:b. informatie over de mogelijkheden die hem daarbij in de voorbereiding ter beschikking staan, inclusief de financiële aspecten.
Artikel 9 De inhoud van de beschikking ingeval van een gemeentelijk aanbod
Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:a. een beschrijving van de inburgeringsvoorziening;b. een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;c. de datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald;d. de termijnen en wijze van betaling en,e. ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.
Artikel 10 De inhoud van de beschikking ingeval van handhaving van een
Het besluit tot handhaving van de inburgeringsverplichting bevat in ieder geval:a. een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;b. de uiterste datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald;c. ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.
Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete
Artikel 11 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250 indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet. De opbouw van de bestuurlijke boete wordt vastgelegd in door het college vast te stellen beleidsregels.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500 indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening. De opbouw van de bestuurlijke boete wordt vastgelegd in door het college vast te stellen beleidsregels.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. De opbouw van de bestuurlijke boete wordt vastgelegd in door het college vast te stellen beleidsregels.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1000 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. De opbouw van de bestuurlijke boete wordt vastgelegd in door het college vast te stellen beleidsregels.