Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Uithoorn

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Uithoorn 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUithoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels schuldhulpverlening gemeente Uithoorn 2023
CiteertitelBeleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Uithoorn 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Schuldhulpverlening Samenwerkingsverband Aalsmeer-Uithoorn (G2) 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
  2. artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
  3. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-07-202301-07-2023nieuwe regeling

18-07-2023

gmb-2023-327053

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Uithoorn 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uithoorn,

  • gelet op de bepalingen in artikel 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs);

  • Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (co);

besluit vast te stellen de Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Uithoorn 2023.

 

overwegende dat:

  • 1.

    Het gewenst is regels te stellen voor de uitvoering van de Wgs en het gemeentelijk armoedebeleid, die in lijn zijn met de gedragscode van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK);

  • 2.

    De Eerste Kamer op 7 februari 2023 met de wijziging van de Faillisementswet ter verbetering van de doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen heeft ingestemd;

  • 3.

    Het van belang is dat de buitengerechtelijke schuldregeling (Msnp) en de wettelijke schuldregeling (Wsnp) op elkaar aansluiten en elkaar niet verdringen;

  • 4.

    Door het verkorten van de aflosperiode van de Msnp meer inwoners met problematische schulden zicht krijgen op een schuldenvrije toekomst.

Artikel 1. Begripsbepaling

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de gedragscode NVVK;

  • 2.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      Cliënt: iedere burger die een beroep doet op schuldhulpverlening behorende tot de doelgroep als bedoeld in artikel 2;

    • b.

      Beschermingsbewind: de regeling zoals bedoeld in het Burgerlijk Wetboek;

    • c.

      WSNP: Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, zoals bedoeld in de Faillisementswet;

    • d.

      Schuld: elke aantoonbare vordering van een natuurlijk persoon of rechtspersoon op de cliënt;

    • e.

      Privé-schuld: schuld die de cliënt heeft bij een privépersoon;

    • f.

      Stabilisatiefase: de fase waarin inkomsten en uitgaven van de cliënt in evenwicht worden gebracht en gehouden;

    • g.

      Integrale schuldhulpverlening: er is niet alleen aandacht voor het oplossen van de financiële problemen van een cliënt, maar ook voor psychosociale problemen, of problemen rond de woonsituatie, gezondheid, verslaving of de gezinssituatie;

    • h.

      VTLB: Vrij Te Laten Bedrag. Het bedrag dat minimaal nodig is om van te leven;

    • i.

      Afloscapaciteit: het maximale bedrag dat per maand van het inkomen van de cliënt gereserveerd kan worden voor de schuldeisers. De afloscapaciteit wordt berekend door het netto inkomen te verminderen met het VTLB;

    • j.

      Betalingsregeling: regeling waarbij de aanvrager 100% van de schulden aflost;

    • k.

      Saneringskrediet: de kredietbank verstrekt een lening aan de cliënt voor het aflossen van een bedrag ter hoogte van de maximale afloscapaciteit. De cliënt lost de lening af aan de (krediet)bank;

    • l.

      Borgstelling: als de cliënt de maandelijkse aflossing van het saneringskrediet niet meer betaald, dan wordt het resterende bedrag verhaald op de gemeente.

    • m.

      Crisissituatie: gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektriciteit, water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering;

    • n.

      Schuldhulpverlener: degene die schuldhulpverlening verricht als bedoeld in de Wgs;

    • o.

      Gemeente: gemeente Uithoorn.

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Tot de doelgroep van schuldhulpverlening behoren:

  • a.

    Alle natuurlijke personen ouder dan 18 jaar, hieronder vallen ook zelfstandig ondernemers;

  • b.

    Personen ingeschreven in de basisregistratie van de gemeente Uithoorn. Ook dak- en thuislozen kunnen zich aanmelden voor schuldhulpverlening. Noodzakelijk is wel dat zij een officieel briefadres hebben bij de gemeente Uithoorn;

  • c.

    In geval van verhuizing buiten de gemeente Uithoorn wordt in overleg het dossier al dan niet overgedragen aan de andere gemeente.

Artikel 3 Melding

  • 1

    Een melding schuldhulpverlening kan zowel via het meldingsformulier als telefonisch worden ingediend;

  • 2

    De cliënt dient altijd een volledig ingevuld en ondertekend meldingsformulier in;

  • 3

    Na ontvangst van een melding controleert de schuldhulpverlener of de cliënt in het verleden eerder schuldhulpverlening heeft aangevraagd. Hierdoor kan tijdig bezien worden of de melding een andere aanpak en/of procesbegeleiding vraagt;

  • 4

    Iedere cliënt die zich bij de gemeente Uithoorn meldt, krijgt binnen vier weken een gesprek. Als deze termijn door bijzondere omstandigheden niet haalbaar blijkt, dan krijgt de cliënt hier bericht van;

  • 5

    De cliënt krijgt eenmaal een nieuwe afspraak aangeboden wanneer hij/zij niet op de eerste afspraak is verschenen;

  • 6

    De cliënt ondertekent de voorwaarden van schuldhulpverlening van de gemeente Uithoorn bij de aanvang van de meldingsfase. Hiermee geeft de cliënt ook toestemming voor de uitwisseling van gegevens met derden;

  • 7

    Voorafgaand aan het indienen van de aanvraag, worden indien nodig de inkomsten en uitgaven van de cliënt, eventueel in combinatie met budgetbeheer, in evenwicht gebracht en gehouden (stabilisatiefase). Eventuele belemmeringen voor een schuldregeling worden weggenomen;

  • 8

    Cliënt wordt altijd aangemeld voor een vorm van inkomensbeheer tenzij de schuldhulpverlener dit niet nodig acht;

  • 9

    Cliënt levert alle gevraagde documenten en informatie in die nodig is voor een aanvraag schuldhulpverlening.

Artikel 4 Crisisinterventie

  • 1.

    Bij een crisissituatie vindt binnen drie werkdagen een crisisintake plaats;

  • 2.

    Ten behoeve van de crisisinterventie dient de cliënt het meldingsformulier en de voorwaarden schuldhulpverlening te ondertekenen;

  • 3.

    De schuldhulpverlener neemt contact op met de eisende instelling of deurwaarder om na te gaan wat noodzakelijk is om de crisissituatie af te wenden. Vervolgens zet de schuldhulpverlener in overleg met de cliënt benodigde acties in gang.

Artikel 5 Aanvraag schuldhulpverlening

  • 1.

    De cliënt dient een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier in;

  • 2.

    De cliënt ondertekent de overeenkomst schuldhulpverlening en verklaart hiermee op de hoogte te zijn van de voorwaarden voor integrale schuldhulpverlening;

  • 3.

    Door middel van een beschikking wordt de cliënt op de hoogte gesteld van de beslissing op de aanvraag. Als de cliënt recht op schuldhulpverlening heeft, wordt het vervolgproces vermeld;

  • 4.

    Indien sprake is van onvoldoende medewerking legt het college een hersteltermijn op. Hierin krijgt de cliënt de mogelijkheid alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of de benodigde gegevens in te leveren. Indien de cliënt hier niet aan voldoet, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.

Artikel 6 Uitvoering

De uitvoering van de verschillende vormen van schuldhulpverlening vindt plaats conform de betreffende gedragscodes van de NVVK. De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en betreft maatwerk.

De schuldhulpverlener beoordeelt welke vorm van schuldhulpverlening passend is bij de situatie van de cliënt en gezinsleden op grond van:

  • Zicht op inkomensverbetering

  • Sociale en/of medische gronden

  • Gezinsproblematiek

  • Hoogte afloscapaciteit

  • De aard van de schulden

  • De motivatie van de aanvrager

  • Financiële vaardigheden van de aanvrager

  • Een eventueel eerder gebruik van de schuldhulpverlening/WSN

Artikel 7 Betalingsregeling

  • 1

    Herfinanciering via een kredietverstrekker (niet zijnde een saneringskrediet) is een voorliggende voorziening;

  • 2

    De betalingsregeling komt alleen tot stand als alle schuldeisers akkoord zijn met het betalingsvoorstel;

  • 3

    De looptijd van een betalingsregeling moet haalbaar zijn voor zowel cliënt als schuldeiser. Er zijn geen richtlijnen voor de duur van een betalingsregeling;

  • 4

    Privéschulden kunnen worden meegenomen in de regeling als er bewijs is voor het bestaan van de schuld. De cliënt dient aan te tonen dat het geleende geld ontvangen is en dat er afspraken over de terugbetaling zijn vastgelegd in een overeenkomst;

  • 5

    De cliënt ondertekent het door de schuldhulpverlener opgestelde schuldenoverzicht en verklaart hiermee dat het overzicht compleet is en geen andere schulden te hebben;

  • 6

    Als een schuldeiser niet akkoord gaat met het gedane voorstel, kan de schuldhulpverlener een dwangakkoord aanvragen bij de rechtbank. De schuldeiser kan door de rechtbank gedwongen worden alsnog akkoord te gaan met het voorstel;

  • 7

    Een dwangakkoord moet samen met een verzoekschrift WSNP door de schuldhulpverlener bij de rechtbank ingediend worden. Als het dwangakkoord is afgewezen, neemt de rechtbank het verzoekschrift WSNP in behandeling;

  • 8

    Door middel van een brief worden zowel cliënt als schuldeiser(s) op de hoogte gesteld van het al dan niet slagen van de schuldregeling en het vervolgproces.

Artikel 8 Minnelijke schuldregeling

  • 1

    Herfinanciering via een kredietverstrekker (niet zijnde een saneringskrediet) is een voorliggende voorziening;

  • 2

    De minnelijke regeling is gebaseerd op het VTLB en een aflossing gedurende 18 maanden;

  • 3

    De minnelijke schuldregeling komt alleen tot stand als alle schuldeisers akkoord zijn met het betalingsvoorstel;

  • 4

    Privéschulden worden alleen meegenomen in de regeling als er bewijs is voor het bestaan van de schuld;

  • 5

    De cliënt ondertekent het door de schuldhulpverlener opgestelde schuldenoverzicht en verklaart hiermee dat het overzicht compleet is en geen andere schulden te hebben;

  • 6

    Als een schuldeiser niet akkoord gaat met het gedane voorstel, kan de schuldhulpverlener een dwangakkoord aanvragen bij de rechtbank. De schuldeiser kan door de rechtbank gedwongen worden alsnog akkoord te gaan met het voorstel;

  • 7.

    Een dwangakkoord moet samen met een verzoekschrift WSNP door de schuldhulpverlener bij de rechtbank ingediend worden. Als het dwangakkoord is afgewezen, neemt de rechtbank het verzoekschrift WSNP in behandeling;

  • 8

    Door middel van een brief wordt zowel de cliënt als de schuldeiser(s) op de hoogte gesteld van het al dan niet slagen van de schuldregeling en het vervolgproces;

  • 9

    Gedurende de regeling vindt er ieder half jaar een heronderzoek plaats en stuurt de schuldhulpverlener zo nodig bij op wijzigingen in de situatie van cliënt die gevolgen hebben voor de schuldregeling.

Artikel 9 Saneringskrediet

  • 1

    Het verstrekken van een saneringskrediet kan in een aantal gevallen wenselijk zijn;

  • 2

    Herfinanciering via een kredietverstrekker is een voorliggende voorziening;

  • 3

    Het saneringskrediet wordt ingezet als de schuldhulpverlener geen of onvoldoende zicht op verbetering vast stelt in de factoren genoemd in artikel 6;

  • 4

    Het saneringskrediet komt alleen tot stand als alle schuldeisers akkoord zijn met het betalingsvoorstel;

  • 5

    De cliënt ondertekent de aanvraag voor het saneringskrediet;

  • 6

    De gemeente dient de aanvraag in bij de gecontracteerde kredietbank;

  • 7

    De cliënt ondertekent de kredietovereenkomst van de door de gemeente gecontracteerde kredietbank;

  • 8

    Door middel van een beschikking aan de cliënt en een brief aan de schuldeisers worden zij op de hoogte gesteld dat het verzoek is ingediend bij de door de gemeente gecontracteerde kredietbank en de minnelijke schuldhulpverlening wordt beëindigd;

  • 9

    De gemeente geeft een borgstelling af voor het verstrekken van een saneringskrediet. De cliënt ontvangt een beschikking van de borgstelling door de gemeente;

  • 10

    Het openstaande kredietbedrag wordt opgenomen in de debiteurenadministratie.

Artikel 10 Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP)

  • 1.

    Een verzoekschrift WSNP wordt alleen ingediend als geen akkoord is bereikt met alle schuldeisers of als de gemeentelijke schuldregeling mislukt is;

  • 2.

    Op verzoek van de cliënt wordt een verzoekschrift WSNP ingediend bij de rechtbank (artikel 284 van de faillissementswet);

  • 3.

    De gemeente dient het ondertekende verzoekschrift met bijlagen (namens de cliënt) in bij de rechtbank;

  • 4.

    Door middel van een brief aan de cliënt en een brief aan de schuldeisers worden zij op de hoogte gesteld dat het verzoek is ingediend bij de rechtbank en de minnelijke schuldhulpverlening wordt beëindigd.

Artikel 11 Moratorium (artikel 287b Faillissementswet)

Een moratorium is een periode waarin schuldeisers, door de rechtbank, wordt opgelegd hun invorderingsmaatregelen op te schorten zodat de cliënt samen met de schuldhulpverlener naar een structurele oplossing kan zoeken. Voorwaarde hierbij is dat de vaste lasten vanaf dat moment tijdig betaald dienen te worden.

 

De schuldhulpverlener beoordeelt of een moratorium (afkoelingsperiode) moet worden aangevraagd bij de rechtbank. Dit kan alleen als er een dreigende situatie is die leidt tot ontruiming van de woning of afsluiting van gas, water en elektra. Deze aanvraag wordt alleen ingediend als deze periode noodzakelijk is voor een schuldenregeling.

Een moratorium moet samen met een verzoekschrift WSNP door de schuldhulpverlener bij de rechtbank ingediend worden. Als het moratorium is afgewezen, neemt de rechtbank het verzoekschrift WSNP in behandeling.

Artikel 12 Nazorg

Binnen het eerste jaar na het succesvol beëindigen van een minnelijke schuldregeling wordt (telefonisch) contact opgenomen met cliënt. Indien de schuldhulpverlener het niet noodzakelijk acht kan hierop een uitzondering worden gemaakt.

Het doel hiervan (nazorg) is te voorkomen dat cliënten na schuldhulpverlening opnieuw problematische schulden maken. Beoordeeld wordt of de inkomsten en uitgaven van de cliënt nog in evenwicht zijn en er wordt zo nodig aanvullend advies gegeven.

Artikel 13 Budgetcursus

De schuldhulpverlener beoordeelt of een cliënt deel moet nemen aan de door de gemeente aangeboden budgetcursus.

Artikel 14 Budgetbeheer

  • 1

    De schuldhulpverlener beoordeelt of een cliënt moet worden aangemeld voor budgetbeheer;

  • 2

    Er zijn drie vormen van budgetbeheer:

    • a.

      Financieel beheer bij schuldensituatie (licht)

    • b.

      Vaste lastenbeheer (middel)

    • c.

      Volledig budgetbeheer (zwaar)

  • 3

    In het laatste jaar van de minnelijke regeling zijn de werkzaamheden van de budgetbeheerder met name gericht op de zelfredzaamheid van de cliënt. Het budgetbeheer wordt stapsgewijs overgedragen aan de cliënt. Aanvullend wordt cliënt (indien nodig) aangemeld voor een budgetcursus of een andere vorm van budgetbegeleiding

Artikel 15 Beschermingsbewind

Indien nodig adviseert de schuldhulpverlener de cliënt beschermingsbewind aan te vragen. Een bewindvoerder beheert tijdelijk of blijvend het inkomen en vermogen van de cliënt. De bewindvoerder wordt aangesteld door de kantonrechter.

Cliënt kan zich aanmelden voor beschermingsbewind of kan hierbij hulp krijgen van een professionele instantie. Voor het aanvragen van beschermingsbewind is een hulpverleningsverklaring noodzakelijk.

Artikel 16 (Interne) zorg en welzijnsinstanties

Per cliënt beoordeelt of stemt de schuldhulpverlener af of er andere aanvullende ondersteuning nodig is. Hierbij kan gedacht worden aan minimaregelingen, bijzondere bijstand, levensonderhoud of verwijzing naar ondersteuning vanuit bijvoorbeeld de Wmo, algemeen maatschappelijk werk, verslavingszorg, een financieel maatje etc.

Artikel 17 Afspraken met Partnerorganisaties

De gemeente bevordert samenwerking met partnerorganisaties met het streven de cliënt (vroegtijdig) de nodige hulpverlening te bieden.

Artikel 18 Verplichtingen

Cliënt dient te allen tijde medewerking te verlenen en zich te houden aan de verplichtingen vastgelegd in:

  • a.

    de Wet Gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • b.

    de gedragscodes van de NVVK;

  • c.

    getekende voorwaarden schuldhulpverlening van de gemeente.

Artikel 19 Beëindiging schuldhulpverlening

  • 1

    Als de gemeente redelijkerwijs niet de verwachting heeft dat de schuldhulpverlening succesvol afgerond zal worden, dan kan schuldhulpverlening worden beëindigd;

  • 2

    Schuldhulpverlening wordt beëindigd als:

    • a.

      de cliënt een nieuwe schuld maakt;

    • b.

      de cliënt tijdens de schuldregeling in een scheidingsprocedure terecht komt;

    • c.

      het feitelijke verblijfadres niet gelijk is aan het in de gemeentelijke basisadministratie opgenomen adres;

    • d.

      de schuldhulpverlening succesvol is afgerond;

    • e.

      de cliënt schriftelijk verzoekt om beëindiging;

    • f.

      de cliënt is overleden;

    • g.

      de cliënt niet heeft voldaan aan de verplichtingen zoals opgenomen in de Wet, de gedragscodes van de NVVK en in deze beleidsregels of overige opgelegde verplichtingen;

    • h.

      de cliënt zich ten opzichte van de medewerkers, belast met de werkzaamheden die voortkomen uit de schuldhulpverlening, misdraagt;

    • i.

      de cliënt frauduleuze handelingen verricht voor of tijdens het schuldhulpverleningstraject;

    • j.

      er sprake is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid;

    • k.

      er sprake is van een gewijzigde situatie die van invloed is op de schuldhulpverlening waardoor deze niet kan worden voortgezet.

  • 3

    Door middel van een beschikking aan de cliënt en een brief aan de schuldeiser(s) worden zij op de hoogte gesteld van het beëindigen van de regeling en de reden daarvan;

  • 4

    Indien de schuldhulpverlening wordt beëindigd wegens onvoldoende medewerking, dan krijgt de cliënt een herstelmijn opgelegd. Hierin krijgt de cliënt de mogelijkheid alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of de benodigde gegevens in te leveren. Indien de cliënt hier niet aan voldoet, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.

Artikel 20 Uitsluiting van schuldhulpverlening

  • 1

    Als de schuldhulpverlening voortijdig (na aanvraag) is beëindigd door aan de cliënt toe te rekenen omstandigheden, wordt de cliënt een jaar uitgesloten van (nieuwe) schuldhulpverlening;

  • 2

    Als de cliënt binnen de uitsluitingstermijn van een jaar toch aanspraak wil maken op schuldhulpverlening, dan wordt schuldhulpverlening toegekend indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Hieraan kunnen aanvullende voorwaarden/verplichtingen worden verbonden waarmee de cliënt voorafgaand akkoord dient te gaan;

  • 3

    Personen met een verwijtbare schuldenlast zoals niet saneerbare boetes en fraudevorderingen zijn uitgesloten voor schuldhulpverlening.

Artikel 21 Bezwaar en klachten

  • 1.

    De cliënt kan bezwaar aantekenen tegen besluiten die een rechtsgevolg hebben. Bijvoorbeeld tegen besluiten die bepaalde verplichtingen opleggen of het beëindigen van de schuldhulpverlening;

  • 2.

    De cliënt kan te allen tijde een klacht indienen bij de gemeente. Als deze niet naar tevredenheid wordt afgehandeld, kan de klacht ingediend worden bij de NVVK.

Artikel 22 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van deze beleidsregels, voor zover een strikte toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Het college motiveert een dergelijk besluit in de beschikking.

Artikel 23 Intrekking, overgangsrecht en inwerkingtreding

  • 1.

    De beleidsregels Schuldhulpverlening Samenwerkingsverband Aalsmeer-Uithoorn (G2) 2013 worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels ingetrokken;

  • 2.

    De dossiers die vanaf 1 juli 2023 in aanmerking komen voor de aflosperiode zoals genoemd in artikel 8 lid 2, zijn de dossiers waarvan het betalingsvoorstel van de schuldregeling op of na 1 juli 2023 is gedaan;

  • 3.

    Bezwaarschriften tegen een besluit dat is genomen voor de ingangsdatum van de nieuwe beleidsregels, worden afgehandeld op basis van de wetgeving die van toepassing is en gemeentelijke regels zoals die golden voor inwerkingtreding van de nieuwe beleidsregels.

  • 4.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag, volgend op die van haar bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2023.

Artikel 25 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Uithoorn 2023”.