Artikel 1 Begripsbepalingen
- 1.
aanvrager: rechtspersoon op het gebied van sport, welzijn, cultuur, zorg en opvang, volksgezondheid, onderwijs, energietransitie en woningbouw zonder winstoogmerk en die een maatschappelijk doel nastreeft;
- 2.
borgstelling: het zich voor de verbintenis van een ander (de hoofdschuldenaar) verplichten tot nakoming daarvan, indien deze zijn verplichtingen niet nakomt. Indien de borg wordt gehouden tot nakoming, ontstaat daarmee een vordering van de borg op de hoofdschuldenaar;
- 3.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waadhoeke;
- 4.
exploitatiebegroting: een begroting van de aanvrager van de kosten en opbrengsten van een bedrijfsactiviteit;
- 5.
geldlening: de overeenkomst van geldlening is de kredietovereenkomst waarbij de ene partij, de uitlener, zich verbindt aan de andere partij, de lener, een som geld te verstrekken en de lener zich verbindt aan de uitlener een overeenkomstige som geld terug te betalen. De gemeente is hierin de uitlener. Onder een geldlening wordt tevens het verstrekken van ‘voorfinanciering’ verstaan, gezien het gaat om een verstrekken van een kortlopende lening met een looptijd van minder dan één jaar;
- 6.
kredietverstrekker: rechtspersoon en/of private marktpartij die een geldlening verstrekt;
- 7.
liquiditeitsbegroting: berekening van verwachte ontvangsten en uitgaven die aangeeft of er iedere maand voldoende geld op de bankrekening staat;
- 8.
marktconforme rente: rente die onder invloed staat van schommelingen en ontwikkelingen van de markt. Een kredietverstrekker die leningen aanbiedt met marktconforme rentes bepaalt aan de hand van de gebeurtenissen op de financiële markt welk rentetarief hij hanteert. Conform Handreiking Treasury 2015 dient de marktconforme rente te worden vastgesteld op basis van de rekenmethode die door de Europese Commissie is gepubliceerd;
- 9.
publieke taak: een maatschappelijke taak (of belang) waar de overheid zich de behartiging van aantrekt op grond van de overtuiging dat deze taak anders niet goed tot zijn recht komt. De gemeenteraad geeft door middel van de vaststelling van onder andere de gemeentebegroting, de begrotingswijzigingen en beleidsnota’s het richtinggevende en budgettaire kader;
- 10.
rechtspersoon: vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij, naamloze vennootschap, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en stichting;
- 11.
waarborgfonds: fonds dat is bestemd voor het toekennen van een bijkomende waarborg.
Artikel 2 Algemeen
- 1.
Een aanvrager kan een verzoek indienen tot het verstrekken van een borgstelling en/of geldlening om de financiering van activiteiten mogelijk te maken, die passen in de doelstelling van de gemeentelijke publieke taak en passen binnen het gemeentelijk beleid van de gemeente Waadhoeke.
- 2.
De gemeente is terughoudend met het verstrekken van borgstellingen en geldleningen. Indien de keuze voorligt tussen het verstrekken van enige vorm van borgstelling of geldlening, dan heeft een borgstelling de voorkeur.
- 3.
Door de aanvrager wordt eerst getracht een geldlening op de markt te verkrijgen, zonder borgstelling van de gemeente. Pas nadat aangetoond kan worden dat dit onmogelijk is gebleken, wordt gewezen op de mogelijkheden via de gemeente. In de volgende volgorde van wenselijkheid:
- a.
een borgstelling bij één van de waarborgfondsen;
- b.
een borgstelling bij een waarborgfonds aangevuld met een borgstelling van de gemeente;
- c.
een borgstelling van de gemeente
- d.
in laatste instantie een geldlening.
Artikel 3 Aanvraag
- 1.
Aanvragen moeten vóór het aangaan van verplichtingen met betrekking tot de gevraagde borgstelling en/of geldlening worden ingediend bij de gemeente.
- 2.
Het verzoek om een borgstelling en/of geldlening wordt alleen in behandeling genomen na het indienen van een schriftelijke aanvraag met de daarbij behorende documenten.
- 3.
Bij de aanvraag worden in ieder geval de volgende documenten overgelegd:
- a.
minimaal één afwijzing van een waarborgfonds of erkende bank waaruit blijkt dat een borgstelling en/of geldlening niet bij deze organisaties te verkrijgen is. Op basis van de omvang van de aanvraag kan worden besloten om meer dan één afwijzing van een waarborgfonds of bank te verzoeken;
- b.
een document waaruit het doel, de hoogte en de looptijd van de borgstelling of geldlening blijken;
- c.
een kopie uittreksel van de Kamer van Koophandel;
- d.
de jaarrekeningen van de laatste drie boekjaren van de aanvrager (inclusief eventuele accountantsverklaring);
- e.
een exploitatiebegroting en liquiditeitsbegroting in meerjarig perspectief waarin rente en aflossing zijn verwerkt;
- f.
een kopie van het verslag van het bevoegd orgaan van de aanvrager, zo nodig voorzien van de benodigde toestemming/goedkeuring van het bovenliggende orgaan, waaruit blijkt dat wordt ingestemd met de investering en de daarbij horende financiering;
- g.
risico’s die worden verwacht en hoe die worden afgedicht/geminimaliseerd.
- 4.
De gemeente kan indien zij dit voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk vindt aanvullende gegevens vragen.
Artikel 4 Beoordeling aanvraag
- 1.
De aanvraag voor een borgstelling en/of geldlening wordt beoordeeld door een medewerker van de afdeling Financiën die niet betrokken is bij het voortraject van de aanvraag. De beoordeling dient te worden geautoriseerd door de manager Bedrijfsvoering conform het vastgestelde bevoegdhedenoverzicht in het Treasurystatuut van de gemeente.
- 2.
Het financiële risico dient voor de gemeente zo gering mogelijk te zijn. Daartoe kan de gemeente bijvoorbeeld voorwaarden stellen zoals het vragen van zekerheden waaronder het recht van hypotheek.
- 3.
Voor het aanvragen van borgstelling of geldlening geldt een minimum bedrag van € 100.000. Voor kort lopende geldleningen met een duur van minder dan één jaar (bijvoorbeeld in het geval van ‘voorfinanciering’) geldt een minimum bedrag van € 5.000. Als het een aanvraag voor een borgstelling of geldlening betreft van een bedrag vanaf € 1.000.000 zal de gemeenteraad eerst om een zienswijze worden gevraagd conform artikel 7 van de Financiële verordening Waadhoeke 2018.
- 4.
Geldleningen hebben een looptijd van maximaal 20 jaar.
- 5.
Het bedrag voor een borgstelling en/of geldlening door de gemeente wordt gemaximeerd op € 5.000.000 met inbegrip van reeds lopende borgstellingen en/of geldleningen.
- 6.
Aanvragen van dezelfde aanvrager die binnen een periode van een jaar worden ingediend, zullen als één aanvraag worden behandeld. Als het totaal aan borgstellingen en geldleningen hoger is dan € 1.000.000 dient hiervoor de gemeenteraad vooraf om een zienswijze te worden gevraagd.
- 7.
De activiteit van de aanvrager waarop de borgstelling en/of geldlening betrekking heeft, vindt zoveel mogelijk plaats zonder tussenkomst van de gemeente.
- 8.
De staatssteunregelgeving wordt in achtgenomen. Daarom worden er bij geldleningen marktconforme voorwaarden (rente en overige voorwaarden) gehanteerd ter voorkoming van ongeoorloofde staatssteun. Bij borgstellingen brengt de gemeente een vast bedrag in rekening van € 250. De eventuele overige gemaakte kosten zoals notaris- en taxatiekosten komen ten laste van de aanvrager. De hoofdsom is niet onderhevig aan enige vorm van indexatie conform het Besluit leningsvoorwaarden decentrale overheden.
- 9.
Om in aanmerking te komen voor een borgstelling en/of geldlening door de gemeente moet ook aan de volgende inhoudelijke en financiële voorwaarden worden voldaan:
- a.
inhoudelijke voorwaarden:
- -
de activiteiten die door de aanvrager worden ontplooid, dienen een publieke taak en passen binnen het gemeentelijk beleid van de gemeente Waadhoeke;
- -
de verlening van een borgstelling en/of geldlening dient voor het creëren van nieuwe of het handhaven van maatschappelijke voorzieningen. Nieuwe voorzieningen mogen niet concurrerend zijn met al aanwezige voorzieningen;
- -
als er sprake is van investeringen voor bouw- en inrichtingskosten dienen deze gebaseerd te zijn op een niveau dat in het algemeen maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar kan worden beschouwd;
- -
uit de afwijzing(en) van een waarborgfonds of erkende bank blijkt dat een borgstelling en/of geldlening niet bij deze organisaties te verkrijgen is;
- -
de eisen die de kredietverstrekker aan de borgstelling van de gemeente stelt, mogen bij voorkeur niet verder gaan dan hetgeen wettelijk is bepaald in Titel 14 van Boek 7 Burgerlijk Wetboek;
- -
er mag geen sprake zijn van staatssteun of strijd met andere wettelijke bepalingen.
- b.
financiële voorwaarden:
- -
een rentevoordeel ten opzichte van een erkende bank is geen reden voor de verlening van een borgstelling en/of geldlening door de gemeente;
- -
de aanvrager zal structureel in staat zijn de rente- en aflossingsverplichtingen te voldoen. De prognoses van de bedrijfsvoering zijn gebaseerd op reële verwachtingen;
- -
de aanvrager zal voor de looptijd van de borgstelling en/of geldlening, dan wel vijf jaar, een sluitende begroting hebben;
- -
de overeenkomst van borgstelling en/of geldlening dient te voldoen aan de bepalingen van de Wet financiering decentrale overheden en Besluit Leningvoorwaarden Decentrale Overheden.
Artikel 5 Beslistermijn
- 1.
De gemeente beslist op de aanvraag binnen twaalf weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.
- 2.
Op aanvragen tot en met € 50.000 wordt beslist door de manager Financiën en op aanvragen boven de € 50.000 door het college.
- 3.
Bij het verstrekken van een geldlening wordt een overeenkomst van geldlening gesloten. Bij het verstrekken van een borgstelling wordt een overeenkomst van borgtocht gesloten.
Artikel 6 (Eind)verantwoording ontvangen borgstelling en/of geldlening
- 1.
De ontvanger van de beschikking tot borgstelling en/of geldlening heeft de volgende verplichtingen:
- a.
jaarlijks, binnen een maand na het eind van ieder boekjaar, wordt een saldobevestiging van de geldlening waarop de borgstelling betrekking heeft bij de gemeente ingediend;
- b.
jaarlijks, binnen zes maanden na het eind van ieder boekjaar, wordt een jaarrekening bij de gemeente ingediend;
- c.
in het jaarverslag en de begroting wordt aandacht besteed aan de financiële risico’s die de rechtspersoon kent en/of verwacht;
- d.
gedurende de gehele looptijd van de borgstelling en/of geldlening zal de aanvrager, op een daartoe strekkend verzoek van de gemeente de gevraagde informatie verstrekken;
- e.
gedurende de gehele looptijd van de borgstelling en/of geldlening zal de aanvrager de door de gemeente gegeven aanwijzingen omtrent inhoudelijke en financiële zaken opvolgen. De aanvrager verbindt zich daartoe passende maatregelen te treffen;
- f.
de borgstelling en/of geldlening zal enkel worden gebruikt voor het doel waarvoor deze is aangegaan. Hiervoor wordt na afronding van het betreffende doel éénmalig de geleverde prestatie gecontroleerd;
- g.
wanneer de gemeente wordt aangesproken als borg voor de betaling van (restant) hoofdsom van de geldlening, (wettelijke) rente en/of kosten, blijft te allen tijde deze betaling als schuld op de aanvrager rusten, vermeerderd met eventueel verschuldigde rente en kosten ex artikel 7:866 BW. Artikel 7:868 BW wordt uitgesloten.
- 2.
Wanneer, bij een geldlening, de aanvrager niet aan zijn betalingsverplichting kan voldoen, is de gemeenteraad bevoegd om uitstel van betaling (geen ondergrens van toepassing) dan wel in het uiterste geval kwijtschelding toe te passen.
Artikel 7 Weigeringsgronden
- 1.
De borgstelling en/of geldlening kan worden geweigerd, indien de aanvraag niet voldoet aan de in artikel 4 van deze beleidsregels genoemde voorwaarden.
- 2.
De borgstelling en/of geldlening wordt in ieder geval geweigerd, indien:
- a.
de aanvraag voor borgstelling en/of geldlening niet past in de doelstelling van de gemeentelijke publieke taak;
- b.
op voorhand duidelijk is dat de borgstelling en/of geldlening niet dan wel deels zal worden gebruikt voor het doel waarvoor deze is aangegaan;
- c.
op voorhand duidelijk is dat de aanvrager niet zal (kunnen) voldoen aan de verplichtingen die aan de borgstelling en/of geldlening zijn verbonden;
- d.
de aanvrager onvolledige of onjuiste informatie en gegevens heeft verstrekt;
- e.
het risico dat verbonden is aan de gevraagde borgstelling en/of geldlening niet acceptabel is voor de gemeente, en;
- f.
sprake is van strijd met wet- en regelgeving, waaronder staatsteunregelgeving.
Artikel 8 Hardheidsclausule
In het geval strikte toepassing van deze beleidsregels gevolgen met zich meebrengt die onevenredig zijn in verhouding tot de met de regeling te dienen doelen, kan in afwijking van deze beleidsregels door het college worden beslist.
Artikel 9 Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.
Artikel 10 Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels borgstellingen en geldleningen gemeente Waadhoeke.