Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregel sociale basis 2023 |
Citeertitel | Subsidieregel sociale basis 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | sociale basis |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-07-2023 | nieuwe regeling | 18-07-2023 | 44942 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;
gezien het voorstel van 18 juli 2023;
gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening 2020 van de gemeente Venlo, zoals vastgesteld tijdens de vergadering van de gemeenteraad van 19 februari 2020;
besluiten: Tot vaststellen van de subsidieregel Sociale Basis 2023
De subsidieregel vindt zijn grondslag in artikel 3, van de Algemene subsidieverordening Venlo 2020 (hierna AsV Venlo 2020);
Een actualisering mede gezien de vaststelling van een nieuwe subsidieverordening, aanpassingen van beleid en/of financiële kaders;
Met subsidieregels wordt beoogd maatschappelijke doelstellingen op de diverse beleidsterreinen na te streven en bij te dragen aan de realisering ervan.
3. Beleidskader en doelstellingen
We verstaan onder de sociale basis het geheel van organisaties, diensten, voorzieningen en betrekkingen die het mogelijk maken dat mensen in sociale verbanden (buurten, groepen, netwerken, gezinnen) samen kunnen leven en kunnen participeren in de samenleving. Essentieel voor de sociale basis is de aanwezigheid van informele netwerken, burgeractiviteiten en betekenisvolle relaties tussen inwoners onderling en tussen inwoners, professionals en overheid. Met de sociale basis willen wij het volgende bereiken:
Inwoners dragen verantwoordelijkheid voor elkaar en ondersteunen elkaar. Iedereen levert een bijdrage aan onze samenleving naar vermogen. Met elkaar wordt een vitale gemeenschap gecreëerd, waar alle inwoners in een veilige omgeving kunnen deelnemen aan de samenleving;
Er komt meer samenhang in het aanbod van diverse organisaties, zodat de kwaliteit van de dienstverlening wordt verbeterd en er sneller kan worden op- of afgeschaald in de mate van ondersteuning aan een kwetsbare inwoner. Organisaties stellen niet het organisatiebelang voorop, maar de vraag van inwoners dient centraal te staan. Passende ondersteuning wordt zo dicht mogelijk bij huis georganiseerd.
Het is de nadrukkelijke wens van de gemeente Venlo om ook substitutie te laten plaatsvinden: afbouw van maatwerkvoorzieningen naar algemene voorzieningen en van algemene voorzieningen naar het informele veld, het sociale netwerk en de eigen kracht van de inwoners zelf. Met de subsidieregel Sociale Basis wil de gemeente Venlo het beroep op formele vormen van zorg en ondersteuning afbouwen.
Zelfredzaamheid: het vermogen van iemand om voor zichzelf te zorgen. Men kan eigen problemen oplossen en gaat zelfstandig door het leven, ofwel weet zichzelf te redden.
Verordening: de Algemene subsidieverordening Venlo 2020.
Geoormerkte middelen: middelen die de gemeente van het rijk ontvangt en die voor een specifiek doel zijn bestemd.
WEB-middelen: middelen die de gemeente ontvangt op basis van de Wet Educatie Beroepsonderwijs.
Netwerkpartners: partners in het netwerk van de organisatie die een bijdrage leveren in het realiseren van de doelstelling van de organisatie.
Professionele ondersteuning: het inzetten van professionele ondersteuning van vrijwilligers die aantoonbaar noodzakelijk is voor de organisatie om de gesubsidieerde activiteiten uit te voeren.
Tegenprestatie: een geleverde bijdrage in de vorm van vrijwilligerswerk door de deelnemer van een activiteit.
Rechtspersonen zonder winstoogmerk, die werken met vrijwilligers en zich richten op activiteiten ter versterking van de zelfredzaamheid van kwetsbare inwoners van de gemeente Venlo. Oftewel op inwoners van de gemeente Venlo, die belemmeringen ervaren om mee te doen in onze samenleving als gevolg van een gezondheidsachterstand, beperking of ziekte, geaardheid, huidskleur of (niet-Westerse) afkomst, een afstand tot de arbeidsmarkt, financiële problemen, eenzaamheid of het ontbreken van een sociaal netwerk in Venlo.
Er zijn twee soorten structurele subsidies, namelijk:
Aanvragen tot € 35.000. Organisaties die een subsidie aanvragen tot een bedrag van € 35.000 kunnen een structurele subsidie aanvragen voor de duur van maximaal 4 jaar, mits de organisatie kan aantonen, dat de activiteiten meerjarig op dezelfde wijze dienen te worden uitgevoerd. Hiervoor dient de organisatie onder andere een meerjarenplan en meerjarenbegroting in te dienen.
Aanvragen voor € 35.000 en meer. Gelet op de omvang van het subsidiebedrag en de impact op de gemeenschap vindt jaarlijks verlening plaats aan de hand van relevante voorwaarden en verplichtingen. Een verplichting kan zijn een tweejaarlijks accountgesprek zoals toegelicht wordt in artikel 8. Per organisatie kan er maximaal één subsidieaanvraag worden ingediend voor eventueel meerdere activiteiten.
Er kan sprake zijn van een Innovatiesubsidie (eenmalige subsidie). Deze is bedoeld voor nieuwe en innovatieve concepten. Deze concepten kunnen volledig nieuw zijn of een sterke verbetering zijn van het reeds bestaande aanbod van de gemeente Venlo. De concepten dienen tegemoet te komen aan een vraag c.q. behoefte die bij de doelgroep leeft.
De aanvrager kan naast één structurele aanvraag ook één innovatiesubsidie aanvragen.
In artikel 7c lid 2 van de Verordening wordt onder meer gevraagd een begroting en jaarrekening te overleggen. Dit geldt voor aanvragen vanaf € 5.000. Hiermee wordt bedoeld dat een jaarrekening van het laatst afgesloten boekjaar dient te worden verstrekt.
De aanvraagprocedure voor meerjarige subsidies is dezelfde als hierboven vermeld voor het eerste jaar. Wanneer eenmaal de aanvraag is beschikt voor maximaal vier jaren, dan hoeft de aanvrager voor het tweede, derde en vierde jaren geen nieuwe aanvraag te doen. Uiteraard blijft de verplichting voor de verantwoording gelden na afloop van de meerjarige subsidieperiode.
8. Voorwaarden en verplichtingen
Naast de voorwaarden die van toepassing zijn op grond van de verordening, gelden de volgende voorwaarden:
Per subsidie van meer dan € 125.000 dient de subsidieontvanger een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijke accountant, bij de aanvraag tot vaststelling te voegen. De accountant onderzoekt of het activiteitenverslag met het financieel verslag verenigbaar is en onderzoekt tevens de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen (Conform AsV Venlo 2020 artikel 14 lid 3).
Het eigen vermogen van de organisatie mag in het jaar voorafgaande aan de aanvraag, maximaal 100%van de eigen begroting inclusief het aangevraagde subsidiebedrag, zijn. Het meerdere wordt op de subsidie ingehouden/ gecorrigeerd. Een uitzondering hierop zijn subsidieaanvragen lager dan € 5.000,- en vermogensbestanddelen waarvoor expliciet bij bestuursbesluit van voor 31 december van het jaar voorafgaande aan de aanvraag, een duidelijk vastgestelde bestemming is aangegeven inclusief vastgesteld plan van aanpak en tijdsplanning. Het bestuursbesluit dient gedateerd te zijn en te blijken uit een verslag van een bestuursvergadering. De reserves dienen tevens te blijken uit de jaarrekening van het jaar voorafgaande aan de aanvraag. De bestemmingsreserves dienen in verband te staan met de doelstellingen/activiteiten van de organisatie en noodzakelijk en reëel te zijn.
11. Wijze van uitbetaling/ bevoorschotting
Subsidies tot € 35.000 worden na toekenning in één keer bevoorschot. Subsidies voor € 35.000 en meer worden evenredig in maandelijkse termijnen bevoorschot.
12. Subsidieplafonds en verdeling subsidie in geval van overschrijding
Voor de subsidieregel Sociale Basis wordt jaarlijks een subsidieplafond vastgesteld. Dit is een samengesteld budget, waarin tevens zijn opgenomen middelen uit geoormerkte budgetten zoals WEB-middelen en maatschappelijke opvang.
Voor de subsidiecategorie tot € 35.000 en voor de categorie € 35.000 en meer, worden jaarlijks twee aparte subsidieplafonds vastgesteld. 10% van elk van deze budgetten die tevens hebben te gelden als subsidieplafonds, is bedoeld voor innovatiesubsidies.
Als het subsidieplafond wordt overschreden binnen een categorie, dan wordt het beschikbare bedrag naar rato van het subsidiabele bedrag verdeeld over de organisaties in die categorie. Indien het innovatiebudget niet dan wel maar ten dele wordt aangesproken, wordt het restant eerst toegevoegd aan het budget van de subsidiecategorie tot € 35.000. Is er dan nog een restant over, dan wordt dat toegevoegd aan het budget van de subsidiecategorie € 35.000 en meer.
Als het budget binnen een subsidiecategorie niet dan wel ten dele wordt aangesproken kan het restant worden toegevoegd aan de andere subsidiecategorie.
Wanneer een subsidie meerjarig is beschikt, dan wordt per jaar vastgesteld wat het exacte subsidiebedrag is, afhankelijk van het vastgestelde subsidieplafond en eventuele overschrijding ervan.
In afwijking van het bepaalde in artikel 10.b geldt voor aanvragen dat bestemmingsreserves expliciet bij bestuursbesluit vóór 1 oktober van het jaar voorgaande het jaar waarvoor de subsidie geldt te zijn vastgesteld inclusief vastgesteld plan van aanpak en tijdsplanning. Het bestuursbesluit is gedateerd en dient te blijken uit een verslag van een bestuursvergadering.
Het college kan in individuele gevallen een of meer bepalingen van deze regeling gemotiveerd buitentoepassing laten of daarvan gemotiveerd afwijken. Dit kan alleen gemotiveerd en in die gevallen dat de toepassing van die bepaling(en) een onwenselijk gevolg heeft, dat strijdig is met de doelstelling van deze subsidieregel. In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.