Organisatie | Utrechtse Heuvelrug |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsplan aanpak Mensenhandel Gemeente Utrechtse Heuvelrug |
Citeertitel | Beleidsplan aanpak Mensenhandel Gemeente Utrechtse Heuvelrug |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-07-2023 | nieuwe regeling | 04-07-2023 |
Mensenhandel is een vorm van moderne slavernij waarbij slachtoffers worden uitgebuit en in aanraking komen met verschillende vormen en gradaties van geweld. Mensenhandel komt overal voor en in verschillende vormen: of het nu om seksuele uitbuiting, arbeidsuiting, criminele uitbuiting of gedwongen orgaanverwijdering gaat. De psychologische impact op slachtoffers is groot. Het is overal aanwezig en ondermijnt bovendien de rechtstaat. Teveel slachtoffers ontvangen nog geen hulp en daders kunnen nog te veel hun gang gaan.
Gemeenten zijn een belangrijke samenwerkingspartner bij de aanpak van mensenhandel. Niet alleen in de samenwerking, maar vooral ook in het op de agenda houden van dit thema en het signaleren van mensenhandel binnen de eigen gemeente. Vervolgens deze signalen serieus nemen en daarmee aan de slag gaan. Zorg bieden voor de slachtoffers en zorgdragen voor breed bewustzijn van mensenhandel. Van wegkijken op mensenhandel (mag) geen sprake meer zijn.
Vanuit de landelijke overheid is er een landelijk programma Samen tegen Mensenhandel opgesteld en vanuit het Interbestuurlijke Programma (IBP1) is bepaald dat elke gemeente beleid moet hebben om mensenhandel tegen te gaan. Om dit te ondersteunen heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het Kompas Mensenhandel ontwikkeld. Dit kompas is een digitaal instrument dat gemeente handvatten biedt om beleid te maken. Dit beleidsplan is mede tot stand gekomen aan de hand van dit instrument.
Om de gemeentelijke aanpak van mensenhandel te versterken is iedere gemeente verantwoordelijk voor:
Gemeenten, maar ook hulpverleners en handhavers, kunnen veel meer de ogen en oren zijn in het signaleren van mensenhandel. In het Integraal Veiligheidsplan 2023-2026 is in samenwerking met het basisteam Heuvelrug, bestaande uit de gemeenten Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal en Wijk bij Duurste de aanpak van mensenhandel geprioriteerd als onderdeel van de brede aanpak op ondermijnende criminaliteit en is daarmee leidend waar het gaat om prioritering en inzet op het gebied van veiligheid.
Het bureau Nationaal Rapporteur mensenhandel omschrijft mensenhandel als volgt: ‘het werven, vervoeren, overbrengen, opnemen of huisvesten van een persoon, met gebruik van dwang (in brede zin) en met het doel die persoon uit te buiten’. De beoogde uitbuiting is de kern van mensenhandel. Wanneer seksuele uitbuiting of gedwongen orgaanverwijdering gebeurt bij een minderjarig slachtoffer, is er altijd sprake van mensenhandel.
Mensenhandel wordt in artikel 273f van het Wetboek van strafrecht strafbaar gesteld. Dit artikel is het langste artikel uit het Wetboek van Strafrecht, wat ook de veelzijdigheid en complexiteit van het misdrijf aangeeft. Het Openbaar Ministerie beschrijft mensenhandel als volgt: ‘Mensenhandel vormt een grove inbreuk op de menselijke waardigheid en de lichamelijke en geestelijke integriteit van slachtoffers en wordt gezien als schending van fundamentele mensenrechten’ (Aanwijzing mensenhandel2). De straffen die worden opgelegd aan daders van mensenhandel zijn fors. Zo zijn de maximale straffen voor mensenhandel 12 jaar gevangenisstraf. Als een slachtoffer van mensenhandel daardoor overlijdt, kan een levenslange gevangenisstraf of een gevangenisstraf van ten hoogste dertig jaar worden opgelegd. Daarmee staat de strafmaat gelijk aan die voor moord.
Mensenhandel komt in verschillende vormen voor:
Ook een combinatie van vormen van mensenhandel komt voor. Zo kunnen mensen slachtoffer zijn van zowel seksuele uitbuiting als criminele uitbuiting.
Seksuele uitbuiting gebeurt wanneer iemand onder dwang seksuele diensten moet verrichten. De gedwongen seksuele handelingen moeten worden verricht tegen betaling van geld of andere vergoedingen zoals onderdak of eten, of de belofte daarvan. De uitbuiter wordt er financieel beter van en krijgt de opbrengsten of een deel ervan. Bij deze uitbuiting wordt gebruik gemaakt van de kwetsbaarheid van het slachtoffer en/of zijn of haar ondergeschikte positie of het vertrouwen dat diegene heeft in de ‘dader’.
Seksuele uitbuiting is onder andere prostitutie en pornografie onder dwang en gedwongen seksuele dienstverlening. Dat kan bij iemand thuis zijn, in een hotel of club, in een massagesalon of in de entertainmentindustrie. De gedwongen seksuele diensten moeten worden geleverd aan onbekenden of juist aan bekenden. Ook uitbuiting door loverboys is mensenhandel. Hoewel de naam loverboy anders doet vermoeden, is hier niets ‘lieflijks’ aan. Veelal jonge meisjes of vrouwen worden door hun uitbuiter verliefd gemaakt, om vervolgens ofwel te worden misleid om te gaan werken als prostituee ofwel hiertoe te worden gedwongen. Stoppen met het werk wordt niet geaccepteerd. Seksuele uitbuiting kan ook voorkomen zonder fysiek contact met anderen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer iemand gedwongen wordt om seksuele diensten via de webcam te verrichten.
Arbeidsuitbuiting is het gedwongen tewerkstellen van mensen, waarbij bovendien sprake is van een ernstige inbreuk op de lichamelijke of geestelijke integriteit en/of de persoonlijke vrijheid. Vaak zijn de omstandigheden waarin mensen worden gedwongen te werken zeer slecht: ingeperkte vrijheid, slechte huisvesting, onderbetaling, lange werkdagen, weinig rust en slechte arbeidsomstandigheden. Arbeidsuitbuiting wordt ook wel moderne slavernij genoemd. Door de dwang die wordt uitgeoefend hebben mensen geen vrije keuze, waardoor een eventuele instemming van het slachtoffer met de werkzaamheden niet meer ter zake doet.
Arbeidsuitbuiting komt in verschillende sectoren voor. De Nederlandse Arbeidsinspectie3 heeft sectoren genoemd die extra gevoelig zijn voor uitbuiting: de horeca, de bouw, de schoonmaakbranche, de uitzendbranche, slachterijen en de land- en tuinbouw. Uit de praktijk blijkt dat migranten, vluchtelingen en mensen met een Licht Verstandelijke Beperking (LVB) extra kwetsbaar zijn.
Criminele uitbuiting vindt plaats wanneer iemand gedwongen wordt om criminele handelingen te verrichten. Deze handelingen (arbeid of diensten) zijn strafbaar. Voorbeelden zijn het gedwongen knippen van hennep, smokkelen van drugs, gedwongen zakkenrollen en het plegen van diefstallen. Het verkregen voordeel gaat niet naar degene die de criminele handeling heeft verricht, maar naar de uitbuiter. Bij criminele uitbuiting is het slachtoffer tegelijkertijd dader, terwijl ze veelal alleen als dader worden gezien.
Bij deze vorm van mensenhandel is het non-punishment beginsel van belang: slachtoffers van deze vorm van mensenhandel worden niet vervolgd of bestraft vanwege hun gedwongen betrokkenheid bij de criminele handelingen die zij hebben begaan vanuit hun slachtofferpositie.
2.3.4 Gedwongen orgaanverwijdering
Gedwongen orgaanverwijdering is elke handeling waardoor iemand onder dwang zijn of haar organen af moet staan. Van de in 2020 bij CoMensha4 bekende slachtoffers van mensenhandel (984 personen) was 1 persoon (0,01%) slachtoffer van gedwongen orgaan verwijdering (bron: Slachtoffermonitor mensenhandel 2016–2020 van de Nationaal Rapporteur mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen). Vanwege het geringe voorkomen ervan wordt deze vorm nu niet meegenomen in dit beleid.
Het Coördinatiecentrum Mensenhandel (CoMensha) brengt in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid de aard en omvang van slachtoffers van mensenhandel in Nederland in beeld. Dit doet CoMensha door aanmeldingen van slachtoffers van mensenhandel te registreren. De registratie door CoMensha onder andere ten behoeve van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.
In 2021 waren er bij CoMensha 791 geregistreerde slachtoffers. Het merendeel was vrouw (510 slachtoffers, 64%) en meerderjarig (702 slachtoffers, 89%). De Nederlandse nationaliteit komt het vaakst voor onder de slachtoffers (237 slachtoffers, 30%), gevolgd door de Roemeense (95 slachtoffers, 12%) en de Nigeriaanse nationaliteit (68 slachtoffers, 9%). Van het totaal aantal slachtoffers hebben 392 slachtoffers (46%) te maken gehad met uitbuiting in de seksuele dienstverlening en 326 slachtoffers (39%) met uitbuiting in de gereguleerde arbeid en dienstverlening.
Het aantal geregistreerde slachtoffers is, naar grote waarschijnlijkheid, echter maar een klein deel van het daadwerkelijke aantal slachtoffers. Het grootste deel van de zaken van mensenhandel wordt niet bekend en daarmee ook niet geregistreerd. Veel slachtoffers zijn namelijk bang om aangifte of een melding te doen. Sommige slachtoffers hebben, door eerdere ervaringen in hun land van herkomst, weinig vertrouwen in de politie. Ook hebben deze slachtoffers vaak geen verblijfsvergunning en zijn ze bang het land uit te moeten. Angst voor wraak, schuldgevoelens en schaamte spelen tevens een rol. Mensenhandel wordt ook wel een zogeheten ‘haaldelict’ genoemd: omdat slachtoffers weinig melding of aangifte (durven te) doen, moet er proactief naar worden gezocht.
3.2 Situatie Utrechtse Heuvelrug
Op dit moment zijn er weinig tot geen meldingen en signalen van mensenhandel bekend bij de gemeente. Er zijn enkele casussen geweest waarbij er mogelijk vermoedens waren van een vorm van mensenhandel wat uiteindelijk niet met zekerheid vastgesteld kon worden. Er zijn bijvoorbeeld in de afgelopen jaren door de gemeente enkele hennepkwekerijen gesloten waar mensen bij betrokken waren die nergens ingeschreven stonden. Dit leidde tot vermoedens van mensenhandel. Bij BRP5 controles zijn vrouwen aangetroffen die zich prostitueerden, waarbij de vraag was of dit vrijwillig was of niet. De politie en de gemeente hebben de voorkomende gevallen onderzocht en waar nodig slachtoffers richting de juiste hulp toe geleid. Het kan zijn dat bijvoorbeeld ook jongeren uit de gemeente worden gedwongen tot criminele activiteiten zoals drugshandel, en zijn daarmee slachtoffer van criminele uitbuiting. Op dit moment is niet bekend of dit in de gemeente plaatsvindt maar met de vaststelling van dit beleid en het vergroten van de bewustwording wordt mogelijk ook deze vorm van uitbuiting zichtbaar.
Gemeenten spelen een belangrijke rol in de signalering en aanpak van mensenhandel. Daarbij hebben zij in de aanpak van mensenhandel op basis van vier rollen een verantwoordelijkheid voor preventie, signalering, handhaving, veiligheid en zorg:
De gemeente wilt mensenhandel actief bestrijden en om dit bereiken wordt er ingezet op de volgende vier ambities:
Het vergroten van de bewustwording over mensenhandel bij 1) de interne professionals zoals bijvoorbeeld collega’s van de gemeente binnen de verschillende thema’s, jongerenwerkers en de Sociale Dorpsteams en 2) externe professionals tevens ketenpartners zoals bijvoorbeeld politie en andere hulpverleners, maar ook ondernemers en inwoners door middel van gerichte communicatie per doelgroep.
Een goede signaleringsfunctie is essentieel voor een effectieve gemeentelijke aanpak van mensenhandel. Wanneer is iemand slachtoffer van mensenhandel: seksuele uitbuiting, criminele uitbuiting of arbeidsuitbuiting? Welke signalen kun je herkennen? Verschillende doelgroepen kunnen verschillende signalen herkennen. Zo komen toezichthouders van de gemeente veel op straat in contact met inwoners en zijn zij bevoegd controles uit te voeren. Het kan zijn dat zij tijdens een controle sekswerkers aantreffen die (al dan niet vrijwillig) seksuele diensten aanbieden. Baliemedewerkers zien veel mensen die zich willen inschrijven bij de gemeente, maar ook inwoners met vragen. Zij zien bijvoorbeeld een signaal wanneer iemand zich komt inschrijven en wordt ‘begeleid’ door iemand die het woord voor haar voert en haar paspoort bij zich houdt. Medewerkers van de Sociale Dorpsteams komen veel bij inwoners thuis en ook de leerplichtambtenaren zijn veel in contact met scholieren uit de gemeente.
Om de bewustwording onder professionals, zowel intern als externe professionals en tevens ketenpartners, te vergroten wordt jaarlijks een training georganiseerd via onder andere Moviera6 en CoMensha.
Via social media, de lokale krant en de gemeentelijke website, maar ook het eigen intranet van de gemeente komt informatie beschikbaar over wat mensenhandel inhoudt. Hoe mensen het kunnen signaleren en waar zij terecht kunnen met hun melding of vraag. Twee keer per jaar wordt er zowel intern als extern gecommuniceerd over mensenhandel;
Een volgende stap is dat het signaal gemeld wordt bij personen en instanties die vervolgens de juiste interventies toepassen. In de bijlage is de route waarop gemeld kan worden opgenomen, de zogenoemde meldroute. Ook is in de bijlage een overzicht te vinden van de veiligheids- en zorgpartners, met hun taken en interventiemogelijkheden;
De gemeente benoemt een centraal contactpersoon, de aandachtsfunctionaris mensenhandel, en zijn/haar werkzaamheden zijn belegd bij het taakveld Openbare Orde en Veiligheid. Deze functionaris creëert bewustwording en zorgt voor actieve signalering door blijvende aandacht voor het onderwerp. De functionaris is hét aanspreekpunt voor zowel interne als externe partners. De aandachtsfunctionaris denkt mee over signalen en borgt c.q. richt de (interne) processen in, waarbij terugkoppeling naar de melder wordt ingeregeld als dat mogelijk is. Indien nodig, pakt de aandachtsfunctionaris signalen op, verrijkt deze binnen de eigen organisatie (alle informatie verzamelen die aanwezig is over een persoon of locatie om een zo goed als mogelijk informatiebeeld te maken) en belegt deze bij externe partners.
Elke gemeente in Nederland dient in 2022-2023 beleid op mensenhandel te hebben:
In het Integraal Veiligheidsplan 2023-2026 is in samenwerking met het basisteam Heuvelrug: Rhenen, Renswoude, Veenendaal, Wijk bij Duurstede en de Utrechtse Heuvelrug de aanpak van mensenhandel geprioriteerd als onderdeel van de brede aanpak op ondermijnende criminaliteit. Dit beleidsplan is opgesteld;
Elke zes weken vindt er een lokaal ondermijningsoverleg plaats onder regie van het taakveld Openbare Orde en Veiligheid. Samen met partners als de politie wordt bepaald welke middelen (bestuursrechtelijke, strafrechtelijke en/of fiscaal-rechtelijke) worden ingezet om ondermijning, waaronder mensenhandel, tegen te gaan. Indien nodig, wordt het signaal of de casus ingebracht bij het samenwerkingsverband Regionaal Expertise- en Informatie Centrum (RIEC) Midden Nederland7 om de slagkracht te bevorderen;
De gemeente, taakveld Openbare Orde en Veiligheid, heeft de regie in de lokale aanpak van mensenhandel en brengt professionals en ketenpartners bij elkaar voor integrale samenwerking in een aanpak die in de keten en per casus nodig is.
Binnen het RIEC MN is een ketenregisseur mensenhandel aangesteld. Deze regisseur werkt voor de politieregio Midden-Nederland. Samen met zorg- en veiligheidspartners brengt de regisseur de keten samen en ondersteunt de landelijke afspraken. De ketenregisseur ondersteunt gemeenten in de uitvoering van de bestuurlijke aanpak mensenhandel en levert een bijdrage aan de lokale samenwerking. De gemeente draagt jaarlijks financieel bij aan het RIEC MN.
Regionaal is een zorgcoördinator mensenhandel aangesteld. Deze behartigt de belangen van alle groepen slachtoffers van mensenhandel en organiseert hulpverlening, bescherming en opvang. De belangrijkste taken van de zorgcoördinator zijn casemanagement, het opbouwen en onderhouden van een landelijk en regionaal netwerk om ontwikkelingen en trends bij te houden en het geven van voorlichting. De functie van zorgcoördinator mensenhandel is belegd bij Moviera.
Iedere ketenpartner heeft zijn eigen taken en interventiemogelijkheden. In de bijlage is een overzicht opgenomen met alle betrokken partners in de aanpak van mensenhandel.
4.1.4 Zorg en hulpverlenersrol
De gemeente is verantwoordelijk voor de opvang, ondersteuning, hulpverlening en nazorg aan slachtoffers van mensenhandel. En daarmee is de gemeente dus verantwoordelijk voor passende hulp voor slachtoffers die in eerste instantie staan ingeschreven bij de gemeente. Als een slachtoffer wordt aangetroffen die nergens staat ingeschreven, geldt dat de gemeente waar deze persoon wordt aangetroffen verantwoordelijk is voor hulp en opvang. Het is belangrijk dat de slachtoffers van mensenhandel binnen de gemeente zo snel mogelijk naar de juiste hulp en ondersteuning worden toe geleid.
Voor slachtoffers van mensenhandel zijn de gevolgen van mensenhandel groot. Slachtoffers zijn, soms jarenlang, uitgebuit, geïntimideerd en gedwongen tot (seksuele) handelingen, veelal onder mensonterende omstandigheden. Veel slachtoffers ervaren dit als traumatisch. De slachtoffers werken onder onveilige omstandigheden zoals met chemische stoffen en/of zonder beschermende kleding. Daarnaast krijgen zij te maken met intimidatie, geweld, chantage, fraude en misleiding. Ook het werken in een slecht geventileerde hennepplantage of drugslab brengt gezondheidsrisico’s met zich mee. Vaak is de toegang tot gezondheidszorg beperkt. Slachtoffers worden soms afhankelijk gemaakt van drugs, of ontwikkelen een verslaving als gevolg van uitbuiting. Naast deze fysieke en psychische gevolgen, kunnen slachtoffers gevolgen ervaren op sociaaleconomisch vlak. Angst voor wraak van de dader(s) of schulden, alsook depressie en eenzaamheid.
Bij Veilig Thuis Utrecht is het regionale meldpunt binnenlandse mensenhandel ondergebracht.
Als professionals vermoedens hebben van mensenhandel moeten zij contact opnemen met dit meldpunt. Veilig Thuis inventariseert de signalen en zorgt voor de classificatie: geen mensenhandel, geen mensenhandel wel risicofactoren, mogelijk mensenhandel vanwege een ernstige vermoeden en sprake van mensenhandel. Afhankelijk van de situatie kan een onderzoek, crisisinterventie of begeleiding nodig zijn.
Bij een classificatie geen mensenhandel wel risicofactoren en mogelijk mensenhandel vanwege een ernstige vermoeden en sprake van mensenhandel schakelt Veilig Thuis altijd met Moviera. Bij een classificatie geen mensenhandel schakelt Veilig Thuis na onderzoek de Sociale Dorpsteams van de gemeente in. Veilig Thuis is 24/7 te bereiken.
Voor de juiste hulp en opvang sluit de gemeente aan bij de reeds bestaande afspraken met hulpverleningsorganisaties vanuit Thema Samenleving, Thema Koers en regionale afspraken die zijn gemaakt. Concreet houdt dit in dat slachtoffers van mensenhandel worden opgevangen op een veilige en voor hen geschikte plek in één van de regionale opvangcentra. Vanuit deze opvanglocatie worden de slachtoffers geholpen in het verkrijgen van medische en psychische zorg. Naast dergelijke zorg worden slachtoffers gestimuleerd en ondersteund in het doen van aangifte, waarna juridische ondersteuning volgt.
Moviera is het expertisecentrum (huiselijk) geweld binnen afhankelijkheidsrelaties in Utrecht. Moviera biedt zowel opvang als ambulante trajecten aan. Daarnaast verzorgt Moviera de zorgcoördinatie in Utrecht (als in Gelderland). De zorgcoördinatie zoekt naar passende ambulante begeleiding en opvang voor mannelijke en vrouwelijke slachtoffers van mensenhandel.
Slachtoffers zonder verblijfsvergunning en daarmee zonder rechtmatig verblijf in Nederland, hebben recht op drie maanden bedenktijd. In deze drie maanden moeten ze beslissen of ze aangifte willen doen of willen meewerken aan een strafrechtelijk onderzoek. Zij worden dan opgevangen binnen de Categorale Opvang Slachtoffers Mensenhandel (COSM). Als er sprake is van een alleenstaande minderjarige vreemdeling als slachtoffer van mensenhandel, is de Beschermde Opvang beschikbaar. Nidos is de organisatie die beslist of een minderjarige vreemdeling hierin wordt opgevangen. Deze opvang wordt al aangeboden bij de kleinste indicatie van mensenhandel.
De gemeente werpt waar nodig barrières op om, naast het vergroten van de bewustwording en het leiden van slachtoffers naar de juiste hulp en ondersteuning, mensenhandel te voorkomen. Rechtsgronden voor deze barrières zijn o.a. te vinden in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob).
In de APV wordt in hoofdstuk 3 nader ingegaan op de regulering van prostitutie, de seksbranche en aanverwante onderwerpen. De prostitutiesector is kwetsbaar voor seksuele uitbuiting. Voor elke seksinrichting dient een vergunning aan te worden gevraagd. In de APV zijn diverse weigeringsgronden opgenomen, zoals een onherroepelijke veroordeling voor mensenhandel of wanneer er aanwijzingen zijn dat de te werk gestelde prostituees slachtoffer zijn van mensenhandel. De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft hiervoor geen vergunning afgegeven, maar kan dus op deze wijze een barrière opwerpen.
Door middel van de wet Bibob voorkomt de gemeente dat de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert door vergunningen te verstrekken. Zo kan de gemeente besluiten om een vergunning niet af te geven of in te trekken wanneer er ernstig gevaar bestaat dat met de vergunning criminele activiteiten worden uitgevoerd.
Daarnaast worden integrale controles uitgevoerd op bijvoorbeeld locaties waar veel arbeidsmigranten verblijven en bij branches die kwetsbaar zijn voor mensenhandel. Waar mogelijk wordt bestuurlijk opgetreden door bijvoorbeeld woningen te sluiten, een last onder dwangsom en andere bestuurlijke maatregelen op te leggen.
Tot slot is de aanpak van mensenhandel onderdeel van de brede aanpak op ondermijnende criminaliteit en maakt deel uit van het IVP 2023-2026. Dit sluit aan bij de gezamenlijke prioriteiten binnen het basisteam Heuvelrug met als doel een sluitende aanpak en het voorkomen van een waterbedeffect.
De aandachtsfunctionaris is contactpersoon/aanspreekpunt als er bij de aandachtsfunctionaris meldingen worden gedaan dan wordt dit via de aandachtsfunctionaris op gepakt, verrijkt binnen organisatie en belegt indien nodig bij externe partners zoals de politie. De aandachtsfunctionaris schakelt altijd met de zorgcoördinator Moviera.
Bij Veilig Thuis Utrecht is het regionale meldpunt binnenlandse mensenhandel ondergebracht.
Als professionals vermoedens hebben van mensenhandel moeten zij contact opnemen met dit meldpunt. Veilig Thuis inventariseert de signalen en zorgt voor de classificatie: geen mensenhandel, geen mensenhandel wel risicofactoren, mogelijk mensenhandel vanwege een ernstige vermoeden en sprake van mensenhandel. Afhankelijk van de situatie kan een onderzoek, crisisinterventie of begeleiding nodig zijn. Bij een classificatie geen mensenhandel wel risicofactoren en mogelijk mensenhandel vanwege een ernstige vermoeden en sprake van mensenhandel schakelt Veilig Thuis altijd met de zorgcoördinator Moviera. Bij een classificatie geen mensenhandel schakelt Veilig Thuis na onderzoek de Sociale Dorpsteams van de gemeente in. Veilig Thuis is 24/7 te bereiken.
De Basisregistratie Personen (BRP) bevat persoonsgegevens van inwoners van Nederland (ingezetenen) en van personen die Nederland hebben verlaten (niet-ingezetenen). Gemeenten houden persoonsgegevens van burgers (ingezetenen) bij in de BRP. Wanneer iemand trouwt, een kind krijgt of verhuist, legt de gemeente dit vast