Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordoostpolder

Beleidsregels hinderlijke en gevaarlijke honden Noordoostpolder

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordoostpolder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels hinderlijke en gevaarlijke honden Noordoostpolder
CiteertitelBeleidsregels hinderlijke en gevaarlijke honden Noordoostpolder
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  4. artikel 125, derde lid, van de Gemeentewet
  5. artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet
  6. Algemene plaatselijke verordening gemeente Noordoostpolder
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-07-2023nieuwe regeling

13-07-2023

gmb-2023-322922

2022111777590

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels hinderlijke en gevaarlijke honden Noordoostpolder

Kenmerk 2022111777590

 

De burgemeester van de gemeente Noordoostpolder,

 

overwegende dat:

  • er in de gemeente meerdere bijtincidenten met honden hebben plaatsgevonden;

  • het gewenst is om beleid vast te stellen over de bevoegdheid die in artikel 2:59 (gevaarlijke honden) van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) gemeente Noordoostpolder aan de burgemeester is toebedeeld;

gelet op:

  • de artikelen 1:3, vierde lid, titel 4.3 en titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • de artikelen 125, derde lid, en 172, derde lid van de Gemeentewet; en

  • artikel 2:59 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Noordoostpolder;

b e s l u i t

 

de ‘Beleidsregels hinderlijke en gevaarlijke honden Noordoostpolder ‘ vast te stellen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Hinderlijke hond:

    • a.

      De burgemeester acht een hond hinderlijk in de zin van artikel 2:59 APV, indien deze hond een licht bijtincident heeft veroorzaakt.

  • 2.

    Gevaarlijke hond:

    De burgemeester acht een hond gevaarlijk in de zin van artikel 2:59 APV, indien deze:

    • a.

      een ernstig of zeer ernstig bijtincident heeft veroorzaakt;

    • b.

      meer dan één keer binnen een periode van twee jaar een licht bijtincident heeft veroorzaakt.

  • 3.

    Licht bijtincident

    Onder een licht bijtincident wordt verstaan:

    • a.

      wanneer een hond een persoon, ander dier of een voorwerp bijt, maar waarbij geen sprake is van letsel dat medische behandeling behoeft, er geen noemenswaardige schade is veroorzaakt of waarbij geen ernstige gevolgen optreden.

  • 4.

    Ernstig bijtincident

    Onder een ernstig bijtincident wordt verstaan:

    • a.

      wanneer een hond letsel toebrengt aan een persoon of ander dier en medische behandeling noodzakelijk is;

    • b.

      wanneer een ander dier overlijdt als direct gevolg van het bijtincident.

  • 5.

    Zeer ernstig bijtincident

    Onder een zeer ernstig bijtincident wordt verstaan:

    • a.

      wanneer een persoon overlijdt als direct gevolg van het bijtincident;

    • b.

      wanneer een persoon als gevolg van het bijtincident lichamelijk en/of geestelijk letsel heeft en daardoor naar verwachting aantoonbare ernstige, langdurige of blijvende medische gevolgen ervaart;

    • c.

      in ieder ander geval dat door de burgemeester op grond van objectieve informatie van de politie dan wel gemeentelijke handhavers als een zeer ernstig bijtincident wordt aangemerkt.

Artikel 2. Handhaving

  • 1.

    Indien de burgemeester een hond als hinderlijk of gevaarlijk acht, zendt de burgemeester de eigenaar of houder van de hond een vooraankondiging en kan de burgemeester aan de eigenaar of houder van deze hond een maatregel opleggen volgens de volgende handhavingstabel.

    Constatering

    1e incident

    2e incident

    (binnen 5 jaar)

    3e incident

    (binnen 5 jaar)

    4e incident

    (binnen 5 jaar)

    Licht bijtincident

    Hond wordt hinderlijk geacht: waarschuwingsbrief

    Aanwijzing tot gevaarlijke hond: kort-aanlijn- en/ of muilkorfgebod & Last onder dwangsom van 450 euro

    Verbeuren dwangsom

    Vrijwillige afstand / inbeslagname (artikel 4, lid 2)

    Ernstig bijtincident

    Aanwijzing tot gevaarlijke hond: kort-aanlijn- en/ of muilkorfgebod & last onder dwangsom van 450 euro

    Vrijwillige afstand / inbeslagname (artikel 4) & Verbeuren dwangsom

    Zeer ernstig bijtincident

    Maatwerk naar oordeel van de burgemeester. Dit kan leiden tot bevel geven om direct over te gaan tot onvrijwillige inbeslagname van een hond (vanaf artikel 4, lid 2) of de eigenaar wordt gevraagd vrijwillig afstand te doen van de hond.

Artikel 3. Duur opgelegde maatregel en gedragstest

  • 1.

    De opgelegde maatregel geldt in beginsel voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    Op schriftelijk verzoek van de eigenaar of houder van de hond kan de opgelegde maatregel worden opgeheven, wanneer de eigenaar of houder van de hond door middel van een gedragstest als bedoeld in lid 3 aannemelijk heeft gemaakt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.

  • 3.

    In opdracht van de eigenaar of houder van de hond kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. De burgemeester gaat alleen tot heroverweging van zijn (voornemen tot het opleggen van een) maatregel over, indien deze gedragstest is afgenomen door een door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied benoemde gedragskeurmeester dan wel een andere erkende en door de burgemeester goedgekeurde onderzoeker of faculteit.

  • 4.

    De burgemeester neemt in beginsel het advies van de onderzoeker over. Dit kan resulteren in het wijzigen of intrekken van de opgelegde maatregel of in het opleggen van andere maatregelen, zoals bijvoorbeeld het volgen van een cursus gehoorzaamheid.

  • 5.

    De kosten voor het laten uitvoeren van een gedragstest komen voor rekening van de eigenaar of houder van de hond.

  • 6.

    Indien de eigenaar of houder bij het afnemen van een gedragstest in gebreke blijft, onderneemt de burgemeester de acties in zijn plaats.

Artikel 4. Afstand doen van de hond of inbeslagname

  • 1.

    Als de eigenaar of houder van een hond, die op grond van artikel 2 van deze beleidsregels door de burgemeester is aangemerkt als gevaarlijk, in strijd met het kort-aanlijn en/ of muilkorfgebod handelt en de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt, wordt de houder of eigenaar gevraagd om vrijwillig afstand te doen van zijn hond.

  • 2.

    De burgemeester kan besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van een hond op grond van artikel 125 lid 3 Gemeentewet, artikel 5:21 Awb en of 5:31, tweede lid, van de Awb, of artikel 172 Gemeentewet:

    • a.

      als de in het eerste lid genoemde situatie zich heeft voorgedaan en de eigenaar of houder hierop niet vrijwillig afstand doet van de hond, of;

    • b.

      bij een zeer ernstig bijtincident of zeer ernstige vrees voor het ontstaan daarvan.

  • 3.

    Bij het in het tweede lid, onder a en b, omschreven onvrijwillig in beslag nemen van de hond geeft de burgemeester opdracht de hond te laten onderwerpen aan een gedragstest uitgevoerd door een partij zoals vermeld in artikel 4, lid 3 van deze beleidsregels.

  • 4.

    Wanneer uit deze gedragstest blijkt dat de hond niet kan worden teruggeplaatst, niet resocialiseerbaar is, elders niet herplaatsbaar is, of anderszins het risico op bijtincidenten niet kan worden voorkomen, wordt door de burgemeester besloten deze hond te laten euthanaseren. Euthanaseren wordt uitsluitend gedaan door een dierenarts.

  • 5.

    De kosten van vervoer, opvang / verblijf, (medische) verzorging, gedragstest, overige noodzakelijke kosten na inbeslagname en eventueel de kosten voor het laten uitvoeren van euthanasie komen volledig voor rekening van de eigenaar of houder van de hond en worden hierop verhaald.

Artikel 5. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels hinderlijke en gevaarlijke honden Noordoostpolder’.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld te Emmeloord op 13 juli 2023,

De burgemeester van Noordoostpolder,

R.T. de Groot