Organisatie | Terschelling |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Overschrijving grafrecht |
Citeertitel | Beleidsregels Overschrijving grafrecht |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-07-2023 | nieuwe regeling | 11-07-2023 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling;
Overwegende dat het wenselijk is om, voor de begraafplaatsen beleidsregels vast te stellen over de wijze waarop het college uitvoering geeft aan artikel 17, lid 4 van de Verordening begraafplaatsen gemeente Terschelling 2023:
Vast te stellen de beleidsregels “Overschrijving grafrecht”.
Artikel 1 Wanneer overschrijven mogelijk is
Een grafrecht kan uitsluitend worden overgeschreven wanneer het grafrecht niet reeds:
Artikel 3 Termijn waarbinnen een aanvraag tot overschrijving moet worden gedaan
De aanvraag tot overschrijving van het grafrecht op naam van de aanvrager moet worden ingediend binnen 1 jaar na de datum waarop de gemeente kenbaar heeft gemaakt de grafruimte opnieuw in gebruik te willen nemen voor het doen van begravingen.
Artikel 4 Wanneer overschrijven mogelijk is
Een grafrecht kan uitsluitend worden overgeschreven wanneer het grafrecht niet reeds bij besluit vervallen is verklaard.
Terschelling,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling,
H.M. de Jong,
secretaris/directeur
C.M. van de Pol,
burgemeester
De gemeente Terschelling is eigenaar/beheerder van een tweetal begraafplaatsen op West-Terschelling, de oude begraafplaats aan de Schoolstraat en de begraafplaats aan de Longway, beiden te West-Terschelling.
Op de gemeentelijke begraafplaatsen is de Verordening begraafplaatsen gemeente Terschelling 2023 van toepassing.
Een natuurlijk persoon of rechtspersoon kan een aanvraag indienen om een recht op een graf te laten vestigen op de gemeentelijke begraafplaats. Daarover neemt het college dan een besluit. Dat besluit is gebaseerd op de regels uit de Verordening begraafplaatsen gemeente Terschelling 2023.
Vanaf 2012 heeft de Gemeente Terschelling beleid vastgesteld om bestaande grafruimte, met in achtneming van de wettelijke regels over grafrust, en respectering van grafrechten, opnieuw uit te geven voor het doen van begravingen. Het beleid is vastgesteld om ook voor de toekomst te kunnen voorzien in voldoende grafruimte op de begraafplaats aan de Longway te West-Terschelling.
Ons standpunt is dat het scheppen van nieuwe grafruimte door hergebruik zich in eerste instantie richt op de nieuwe begraafplaats aan de Longway. Daarbij hebben wij gesteld dat de mogelijkheden op de oude begraafplaats aan de Schoolstraat eveneens moeten worden onderzocht. Het historische karakter van deze begraafplaats maakt echter dat er op die plek ook andere afwegingsfacetten meespelen die meer tijd vragen terwijl er nu de noodzaak is om binnen afzienbare termijn de capaciteit aan grafruimte te borgen.
In het licht van de aanvragen tot overschrijving van grafrechten was het, onder de oude ‘Verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Terschelling 2004’, wenselijk beleidsregels te maken over de wijze waarop wij toepassing geven aan de bevoegdheid om op aanvraag het grafrecht wel of niet over te schrijven op naam van de aanvrager. Deze beleidsregels richtten zich in navolging op de beleidsnotitie uit 2012, uitsluitend op de overschrijving van grafrechten op de begraafplaats aan de Longway.
Met de inwerkingtreding van het beleid om bestaande grafruimte opnieuw uit te geven voor het doen van begravingen zijn er diverse aanvragen ingediend om een grafrecht dat niet/niet tijdig is overgeschreven alsnog op naam te stellen van een nabestaande. De voorheen geldende ‘Verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Terschelling 2004’ kende regels met betrekking tot het overschrijven van grafrechten. Deze regels zijn opnieuw in de nu geldende Verordening begraafplaatsen gemeente Terschelling 2023 opgenomen.
Door de groep van nabestaanden nader te duiden tot bloed- en aanverwanten tot en met de eerste graad ontstaat er een mogelijkheid voor degene die een directe familieband met de rechthebbende heeft gehad om, ook na ommekomst van de termijn waarin het grafrecht kan worden overgeschreven, alsnog het grafrecht op naam te stellen. De groep van nabestaanden waarvoor overschrijving kan plaatsvinden is daarmee helder ingekaderd.
Voor het beheer van de begraafplaats is het van belang dat bij overschrijving van het recht de mogelijkheid ontstaat om in de toekomst bestaande grafruimte kan worden aangewend voor het doen van een nieuwe begraving . Daarmee wordt recht gedaan aan het beleid dat in 2012 is ingezet en dat ten doel heeft om de capaciteit van de begraafplaats aan de Longway voor nu en in de toekomst te borgen. Het college ziet het echter niet als een vanzelfsprekend recht om in die situatie waarbij de reguliere termijn waarbinnen een grafrecht kan worden overgeschreven is verstreken alsnog het grafrecht over te schrijven. Dat zal immers
betekenen dat aan de termijn waarin een overschrijving plaats kan vinden (artikel 17 lid 3) en ook aan het eigen initiatief, om er voor te zorgen dat een grafrecht tijdig wordt geborgd, geen betekenis meer toekomt. Tevens zal in die situatie aan de beheerder van de begraafplaats nauwelijks nog ruimte toekomen om een verantwoord beheer over de begraafplaats te voeren. Artikel 17 lid 4 van de beheerverordening is dan ook niet bedoeld als een mogelijkheid om een grafrecht altijd op naam van een nabestaande te stellen ook wanneer daar lange tijd na het verstrijken van de termijn waarin overschrijving plaats kan vinden om wordt verzocht.
Artikel 17 lid 4 is daarom een uitzondering op de algemeen geldende overschrijvingstermijn genoemd in art. 17 lid 3 .
Nu de toepassing van artikel 17 lid 4 een discretionaire bevoegdheid betreft kan het college kaders stellen aan de toepassing van deze bepaling.
Met dit beleid scheppen wij duidelijkheid over de wijze waarop het college toepassing wenst te geven aan de uitzonderingsbepaling van artikel 17 lid 4 van de Verordening en wordt er invulling gegeven aan de zorg van het college om voor nu en op termijn te voorzien in voldoende capaciteit aan grafruimte.
Verder bestaat de mogelijkheid dat de oorspronkelijk rechthebbende geen familie in de eerste graad heeft nagelaten (zie onderstaand schema). Vanuit die situatie is het wenselijk om hier toe te lichten dat naast voor een nabestaande uit de eerste graad het beleid ook van toepassing is op een degene die die rechtens aantoont direct erfgenaam in algemene zin van de rechthebbende te zijn. Daarmee is de kring van personen, zij het in beperkte zin, ruimer dan nabestaanden tot de eerste graad, ook degene aan die zich als erfgenaam kan legitimeren kan om overschrijving verzoeken. Dit laat onverlet dat wanneer een individuele situatie daartoe aanleiding geeft, aan het college de bevoegdheid toekomt, om met een gemotiveerd besluit van het vastgestelde beleid af te wijken.
In het verleden is in sommige gevallen het grafrecht te naam gesteld van de erven van de overledene. Niet in alle gevallen is vervolgens binnen de in de op dat moment geldende termijn waarbinnen een grafrecht kon worden overgeschreven het grafrecht van één persoon gesteld. Door de Rechtbank Noord Nederland is over het overschrijven van grafrechten in januari 2017 uitspraak gedaan. Daaruit blijkt dat wanneer een grafrecht op naam van de erven is gesteld, niet van rechtswege is vervallen. Deze rechterlijke uitspraak hebben wij in de beleidsregels “Overschrijving grafrecht” verwerkt. In deze beleidsregels is de mogelijkheid opgenomen een dergelijke overschrijving te laten plaats vinden op naam van een bloed- of aanverwante van de overledene in familierechtelijke lijn van de overledene. Het verzoek tot overschrijving dient uiterlijk te worden gedaan gedurende de periode van een jaar waarin de gemeente kenbaar heeft gemaakt de grafruimte opnieuw in gebruik te willennemen voor het doen van begravingen. Dit laatste is van belang in de situatie dat er geen nabestaandenmeer zijn of deze niet opteren voor het voortzetten van het grafrecht. In die gevallen kan na ommekomst van een jaar, waarin men kan reageren, het grafrecht vervallen worden verklaard.
Daarnaast bestaat er de mogelijkheid dat de oorspronkelijk rechthebbende geen familie in de eerstegraad heeft nagelaten. Vanuit die situatie is het wenselijk om hier toe te lichten dat naast voor een nabestaande uit de eerste graad het beleid ook van toepassing is op degene die rechtens aantoont direct erfgenaam in algemene zin van de rechthebbende te zijn. Daarmee is de kring van personen, zij het in beperkte zin, ruimer dan nabestaanden tot de eerste graad, ook degene aan die zich als erfgenaam kan legitimeren kan om overschrijving verzoeken. Hiermee is een mogelijkheid geschapen voor personen uit een afgebakende groep van nabestaanden, die de gemeentelijke wetgever in 1947 voor ogen heeft gestaan, om het recht alsnog op naam te laten stellen.
Door beleidsregels op te stellen wordt de mogelijkheid geschapen om ook na ommekomst van de reguliere termijn waarin een grafrecht kan worden over geschreven op naam van een nabestaande te stellen, terwijl anderzijds recht wordt gedaan aan de beleidslijn om bestaande grafruimte in de toekomst opnieuw te kunnen gebruiken.
De situatie kan zich voordoen dat er geen levende rechthebbende meer valt vast te stellen, maar dat er sprake is van een nabestaande, die een aantoonbare familieband heeft met de overledene rechthebbende van dat graf.
De gemeente wil niet betrokken raken of zich mengen in meningsverschillen tussen nabestaanden over de vraag wie een nieuw recht op een graf vestigt. Ook voor een nabestaande geldt dat deze zich gemeld moet hebben in de hiervoor aangegeven periode van een jaar na bekendmaking van de oproeping.