Artikel 1 Doelstelling
Inwoners van de gemeente Sluis met een laag inkomen ondersteunen en stimuleren om energie en energiekosten te besparen, door zowel in te zetten op gedragsverandering als het doorvoeren van energiebesparende maatregelen.
Artikel 2 Begripsbepalingen
De begrippen in artikel 1.1 van de Participatiewet zijn ook van toepassing op deze beleidsregels. Aanvullend hierop is het volgende bepaald:
- a.
aanvrager: de alleenstaande of de alleenstaande ouder die de regeling Energiebesparing aanvraagt of ambtshalve ontvangt zoals bedoeld in artikel 7, dan wel de samenwonenden die deze gezamenlijk aanvragen of ambtshalve ontvangen
- b.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis
- c.
huishouden: een alleenstaande, alleenstaande ouder of een gezin, zoals bedoeld in artikel 4 van de wet, woonachtig in de gemeente Sluis en ingeschreven in de Basis Registratie Personen (BRP)
- d.
inkomen: als inkomen wordt het volgende aangemerkt: in Nederland en/of buitenland verkregen
- •
inkomsten uit of in verband met arbeid (loon, uitkeringen);
- •
- •
pensioen dat via de werkgever is opgebouwd en uitkeringen uit een lijfrenteproduct; (Hiervan mag de aanvrager per maand in 2023 als alleenstaande € 21,50 of als gezamenlijke huishouding € 43 aftrekken);
- •
inkomsten uit een PGB, voor zover dit wordt ingezet ter vergoeding van de zorg die door de aanvrager zelf wordt verricht;
- •
inkomsten uit (onder)verhuur en/of kostgeverschap;
- •
partner- en/of kinderalimentatie;
- •
- •
inkomsten uit vermogen, zoals rente of dividend;
- •
een uitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (Anw);
- •
wachtgeld op basis van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa)
- •
De inkomsten genoemd in artikel 31, tweede lid, van de wet worden buiten beschouwing gelaten.
- e.
peildatum: de eerste dag van de volledige tweede maand voorafgaand aan de aanvraagdatum;
- f.
referteperiode: de volledige maand vanaf de peildatum
- g.
samenwonende: degene die duurzaam een gezamenlijke huishouding voert met een ander inclusief de kostendeler zoals bedoeld in de wet
- h.
Artikel 2 Doelgroep Energiebesparing
- 1.
De regeling Energiebesparing is uitsluitend bedoeld voor huishoudens met een laag inkomen en wordt ambtshalve of op aanvraag als bijzondere bijstand verleend.
- 2.
Een huishouden heeft een laag inkomen als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm.
- 3.
Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:
- a.
in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet;
- b.
jonger is dan 21 jaar en geen aanvullende bijzondere bijstand voor het voeren van een zelfstandig huishouden ontvangt jonger is dan 27 jaar en aanspraak maakt op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000; of
- c.
is ingeschreven in de BRP als ingezetene met enkel een briefadres.
- 4.
Er wordt per huishouden éénmaal een toekenning verstrekt voor de Energiebesparingsregeling.
Artikel 3 Uitsluitingsgronden
- 1.
Voor de regeling Energiebesparing wordt ook een vermogenstoets uitgevoerd.
- 2.
Huishoudens die op de peildatum in totaal over meer dan €15.000 aan beschikbare geldmiddelen op bank-/spaar-/vermogensrekeningen beschikken, komen niet in aanmerking voor de regeling Energiebesparing.
Artikel 4 Ambtshalve toekenning
- 1.
De regeling wordt ambtshalve toegekend aan huishoudens die vanaf de vaststellingsdatum van deze beleidsregels een toekenning hebben voor een PW-uitkering, AIO-uitkering, regeling schuldhulpverlening, minimabeleid en/of bijzondere bijstand.
Artikel 5 De aanvraag
- 1.
Huishoudens die niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning van de regeling, kunnen vanaf 1 september 2023 van deze beleidsregels een aanvraag indienen.
- 2.
De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.
- 3.
De aanvraag voor de regeling Energiebesparing wordt getoetst op inkomen en vermogen, zoals gesteld in artikel 2 en 3 van deze beleidsregels.
- 4.
De aanvrager levert bewijsstukken aan van inkomen en vermogen zoals gesteld in artikel 2 en 3 van deze beleidsregels.
- 5.
Een aanvraag voor de Energiebesparingsregeling kan worden ingediend tot en met 1 november 2024.
Artikel 6 Beslistermijn
Het college beslist binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.
Artikel 7 Aanbod
- 1.
Aan de doelgroep wordt het volgende aangeboden, via de website van het Duurzaam Bouw Loket (DBL):
- a.
Advies over mogelijkheden om energie te besparen en zo de energierekening te verlagen.
- b.
Vouchers voor het aankopen van producten en maatregelen om dit realiseren, in de geselecteerde lokale en online winkels.
- c.
Het aanbrengen of installeren van deze producten en maatregelen en het uitvoeren van kleine energiebesparende klussen, zoals het dichten van kieren.
- d.
Advies over energiebesparend gedrag en begeleiding bij de uitvoering daarvan.
- 2.
Het verstrekken van de verschillende maatregelen en diensten aan inwoners geschiedt door directe verwijzing naar Duurzaam Bouw Loket. De website is toegankelijk met een persoonlijke code.
- 3.
Alle toekenningen op basis van artikel 4 en artikel 5 worden in de eerste week van de nieuwe maand aan Duurzaam Bouwloket bezorgd. Huishoudens ontvangen een besluit met het aanbod en een toelichting op welke wijze ze hier gebruik van kunnen maken.
Artikel 8 Budget
- 1.
Het budget voor deze beleidsregel is €350.000, exclusief projectondersteuning en de werkzaamheden van energiecoaches. Dit budget is als volgt opgebouwd:
- •
€325.000 voor vouchers/waardebonnen, te besteden via geselecteerde lokale en online winkels;
- •
€25.000 voor energieadvies aan woningeigenaren door Energiek Zeeland.
- 2.
De verschillende maatregelen en diensten worden verstrekt tot het moment dat het maximum budget per maatregel is bereikt. Daarna kunnen er geen nieuwe bijdrages worden verstrekt, tenzij door het college besloten wordt om aanvullend budget beschikbaar te stellen.
Artikel 9 Hardheidsclausule
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor de regeling Energiebesparing 2023-2024 kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor de Energiebesparingsregeling, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Artikel 10 Inwerkingtreding en duur beleidsregels
- 1.
Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.
- 2.
Deze beleidsregels vervallen op 31 december 2024.
Artikel 11 Citeertitel
De beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels Energiebesparing 2023-2024 Sluis”.