Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Beleidsregels met betrekking tot aanvaardbaarheid verlenen ontheffing art. 5:2 lid 4 van de APVG (parkeren meer dan 2 bedrijfsvoertuigen in openbaar gebied)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels met betrekking tot aanvaardbaarheid verlenen ontheffing art. 5:2 lid 4 van de APVG (parkeren meer dan 2 bedrijfsvoertuigen in openbaar gebied)
CiteertitelBeleidsregels met betrekking tot aanvaardbaarheid verlenen ontheffing art. 5:2 lid 4 van de APVG (parkeren meer dan 2 bedrijfsvoertuigen in openbaar gebied)
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2021

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-07-2023nieuwe regeling

11-07-2023

gmb-2023-321066

214761

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels met betrekking tot aanvaardbaarheid verlenen ontheffing art. 5:2 lid 4 van de APVG (parkeren meer dan 2 bedrijfsvoertuigen in openbaar gebied)

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

 

besluit vast te stellen:

 

Beleidsregels met betrekking tot aanvaardbaarheid verlenen ontheffing art. 5:2 lid 4 van de APVG (parkeren meer dan 2 bedrijfsvoertuigen in openbaar gebied).

Inleiding

 

De gemeenteraad heeft in de vergadering van 6 juli 2022 een wijziging van de APVG vastgesteld. Deze wijziging betrof de aanpassing van artikel 5.2 van de APVG. De achtergrond hiervan was om de overlast van het aantal bedrijfsvoertuigen (o.a. bedrijfsfietsen) terug te kunnen dringen. Dit besluit is niet alleen gepubliceerd maar ook de uitwerking hiervan heeft inmiddels plaatsgevonden. In het kader van de campagne “Stoep vrij, iedereen blij” zijn alle ondernemers in kennis gesteld van de maatregelen om de openbare ruimte te herwinnen. De aanpassing van de regel m.b.t. de bedrijfsvoertuigen is hierin meegenomen.

 

Uitvoering van dit beleid kan betekenen dat bepaalde economische activiteiten niet meer ruimtelijk passend zijn in bepaalde gebieden in de gemeente (met name kernwinkelzones, waar de openbare ruimte schaars is). Het kan dan bijvoorbeeld betekenen dat bezorgrestaurants niet in voetgangersgebied worden gehuisvest c.q. hun bedrijfsvoering moeten aanpassen.

 

Achtergrond

 

Deze aanpassing van de APVG komt mede voort uit het uitvoeringsprogramma Ruimte voor Retail. Hierin is het volgende opgenomen:

 

“We zien een toenemende druk op de openbare ruimte in onze binnenstad als gevolg van de groei van de bezorgeconomie (bezorgrestaurants en -supermarkten, flitsbezorging). Hierdoor kunnen straten minder leefbaar en aantrekkelijk worden voor bewoners, bezoekers en andere ondernemers. We zetten in op handhaving bij overtreding van bijvoorbeeld de APVG of welstandsregels. We onderzoeken welke maatregelen we aanvullend kunnen nemen om de negatieve effecten op de openbare ruimte en andere gebruikers van de binnenstad te beperken. Bijvoorbeeld door aanvullende regels te stellen waaraan deze bedrijven moeten voldoen.”

 

Artikel 5.2 van de APVG

 

Artikel 5.2 lid 3 luidt als volgt:

 

  • 3.

    Het is degene die er zijn bedrijf, nevenbedrijf dan wel een gewoonte van maakt voertuigen te stallen, te herstellen, te slopen, te verhuren of te verhandelen, verboden:

    • a.

      drie of meer voertuigen die hem toebehoren of zijn toevertrouwd of die in de reguliere bedrijfsvoering plegen te worden ingezet, op de weg te parkeren binnen een cirkel met een straal van 10 meter met als middelpunt een van deze voertuigen;

    • b.

      de weg als werkplaats voor voertuigen te gebruiken.

De regel stelt dat maximaal 2 bedrijfsvoertuigen in het openbaar gebied mogen worden geparkeerd. De stoep valt onder het begrip weg.

 

De huidige praktijk is dat een aantal ondernemers een veelvoud aan bedrijfsvoertuigen voor of nabij hun pand in de openbare ruimte tegelijkertijd parkeren. Dit is een directe aantasting van het algemeen belang, in casu het beschermen en bevorderen van de leefbaarheid. Dit huidige praktijk (ongebreideld plaatsen bedrijfsfietsen in de openbare ruimte) leidt tot een aantasting van het aanzien van de stad, het aantasten van de verkeersveiligheid en de toegankelijkheid van o.a. de binnenstad (zie raadsvoorstel).

 

Ontheffingsmogelijkheid

 

Lid 4 van art. 5.2 APVG biedt de mogelijkheid ontheffing te verlenen van voornoemd verbod. In deze notitie zal kort worden ingegaan op de vraag in welke gevallen deze ontheffing kan worden verleend.

 

Uitgangspunt is en blijft het behartigen van het algemeen belang, in casu het herwinnen van de openbare ruimte. Gelet op de in het raadsvoorstel nader omschreven invulling van het begrip algemeen belang in dit verband zal het uitgangspunt zijn dat voldaan moet worden aan de regel in artikel 5.2 lid 3 en dat een ontheffing slechts bij wijze van uitzondering zal worden verleend. Het bereiken van het doel (herwinnen openbare ruimte en het bereiken van een aantrekkelijker binnenstad en overige winkelcentra in de gemeente) is dermate belangrijk dat dit niet door het verlenen van ontheffingen dient te worden gefrustreerd. Er zal derhalve steeds een op de situatie toegesneden beoordeling en afweging van belangen dienen plaats te vinden.

 

In welke gevallen kan de ontheffing worden verleend?

 

Het verlenen van een ontheffing zal in principe niet kunnen worden verleend tenzij er sprake is van zwaarwegende en bijzondere omstandigheden. Dit vergt steeds een op de situatie gerichte individuele toets.

 

Welke criteria kunnen worden gehanteerd om te beoordelen of er aanleiding bestaat van het verbod af te wijken en een ontheffing te verlenen?

 

Het algemene uitgangspunt hiervoor is dat er sprake moet zijn van een zwaarwegend en bijzonder argument. Argumenten als:

 

  • 1.

    er bestaan geen bezwaren tegen het plaatsen van voertuigen op de betreffende plek;

  • 2.

    de voertuigen zijn nodig voor de bedrijfsvoering;

  • 3.

    niemand heeft last van de voertuigen;

zijn niet zodanig zwaarwegend dat deze alleen kunnen leiden tot het verlenen van de ontheffing. Ze kunnen als een extra argument worden meegenomen bij de motivatie om toch een ontheffing te verlenen.

 

Welke criteria zullen worden gebruikt voor de beoordeling of een verzoek om een ontheffing verleend moet worden? Dit zijn o.a.:

 

  • 1.

    is er op een bepaalde plek/locatie dermate veel ruimte beschikbaar dat geen afbreuk wordt gedaan aan het nagestreefde doel en dat handhaving van het verbod een ondernemer onevenredig zwaar treft?;

    Toelichting: Hierbij dient niet alleen te worden beoordeeld of er voldoende ruimte voor het verkeer (met name voetgangers) overblijft, maar ook of het plaatsen van de voertuigen opweegt tegen het belang van het streven naar een aantrekkelijk verblijfsgebied; aangetoond zal moeten worden waarom het verbod de ondernemer onevenredig zwaar treft; uitgangspunt hierbij is nee, tenzij … ;

  • 2.

    is er een maatschappelijk belang aanwezig dat wordt gediend met het stallen van voertuigen in de openbare ruimte?;

    Toelichting: Hierbij kan worden gedacht aan b.v. het verhuren/verkopen van fietsen; het verhuren/verkopen van fietsen past in het gemeentelijk beleid om fietsbewegingen in de stad te stimuleren (ook voor toeristen etc.); wel zal ook in deze gevallen altijd een afweging moeten worden gemaakt van het aantal fietsen en de locatie (beschikbare overblijvende ruimte) tot het te bereiken doel (bereiken van een aantrekkelijk verblijfsgebied, het bevorderen van de verkeersveiligheid en het garanderen van de toegankelijkheid);

  • 3.

    bij de beoordeling van een individueel verzoek om ontheffing dient de ontheffing te worden beperkt tot datgene dat wordt gevraagd en aantoonbaar noodzakelijk is;

    Toelichting: Indien b.v. een ontheffing wordt gevraagd voor 5 bedrijfsvoertuigen maar er is op korte afstand een alternatief (b.v. stallingsruimte voor fietsen) aanwezig dan is het verlenen van een ontheffing ter plekke van het pand niet noodzakelijk;

    indien ontheffing wordt gevraagd voor b.v. 7 bedrijfsvoertuigen maar er is elders op het eigen perceel of in het pand ruimte aanwezig voor het stallen van de voertuigen zal moeten worden beoordeeld in hoeverre niet kan worden volstaan met een ontheffing voor een geringer aantal fietsen;

  • 4.

    is er sprake van een tijdelijke situatie?

    Toelichting: Er kan sprake zijn van een tijdelijke situatie die het noodzakelijk maakt om meer dan de 2 toegestane bedrijfsvoertuigen tijdelijk in de openbare ruimte (weg) te parkeren. Hierbij kan b.v. worden gedacht aan een verbouwing van het bedrijfspand. Indien de noodzaak (het ontbreken van alternatieve mogelijkheden om de bedrijfsvoertuigen te kunnen parkeren) is aangetoond kan een tijdelijke ontheffing van het verbod worden verleend;

  • 5.

    overige bijzondere argumenten;

    Toelichting: Is er sprake van een zwaarwegend argument waarom in een bijzonder individueel geval ontheffing moet worden verleend? Zwaarwegend is dat het individuele belang moet opwegen tegen het behartigen van het algemeen belang. Waarom dient in het betreffende geval het verzoek voorrang te verkrijgen boven het algemeen belang, in casu het handhaven van het verbod?

De ontheffingen zullen vooraleerst voor 3 jaar worden verleend. Dit met het oog op het kunnen evalueren van de situatie ter plekke in relatie tot het doel.

 

Deze notitie (beleidsregels) is niet in beton gegoten. Deze criteria zullen steeds worden getoetst aan de praktijk en indien nodig worden aangepast of aangevuld. Uitgangspunt blijft de nee, tenzij benadering.

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 11 juli 2023,

De burgemeester,

Koen Schuiling

De secretaris,

Christien Bronda