Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen (Gr)

Verordening Kunstopdrachten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen (Gr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Kunstopdrachten
CiteertitelVerordening Kunstopdrachten
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpVerordening Kunstopdrachten

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Woningwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2002Onbekend

08-11-2001

Gemeenteblad, 2001, 70

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING KUNSTOPDRACHTEN

Verordening inzake een percentageregeling voor beeldende kunstopdrachten bij bouw en verbouw van gemeentelijke projecten.

Artikel 1

De hoogte van de percentages van de stichtingskosten van bouwprojecten voor welke bedragen opdrachten worden verleend, wordt als volgt vastgesteld:

  • a.

    gemeentelijke gebouwen:

    nieuwbouw:

    • -

      2% van de werkelijke kosten bij bedragen tot EUR 45.378,00;

    • -

      1½% van de werkelijke kosten bij bedragen van EUR 45.378,00 tot EUR 453.780,00 met een minimum van EUR 908,00;

    • -

      1% bij bedragen van EUR 453.780,00 of meer met een minimum van EUR 6.807,00.

      verbouwing en modernisering:

    • -

      1½% wanneer de werkelijke kosten een bedrag van EUR 45.378,00 tot EUR 453.780,00 belopen;

    • -

      1% wanneer de werkelijke kosten een bedrag van EUR 453.780,00 of meer belopen met een minimum van EUR 6.807,00;

  • b.

    niet gemeentelijke gebouwen in welker stichtingkosten de gemeente participeert, al dan niet in het kader van subsidiëring;

    • -

      1½% van het gemeentelijk aandeel in de werkelijke kosten bij bedragen van EUR 45.378,00 tot EUR 453.780,00;

    • -

      1% van het gemeentelijk aandeel in de werkelijke kosten bij bedragen van EUR 453.780,00 of meer, met een minimum van EUR 6.807,00;

  • c.

    bruggen:

    • -

      2% van de werkelijke kosten;

  • d.

    stratenplannen:

    • -

      1¼% van de werkelijke kosten;

  • e.

    nieuwe verkeerswegen met uitzondering van verkeersinstallaties, niet opgenomen in stratenplannen:

    • -

      1¼% van de werkelijke kosten die meer bedragen dan EUR 453.780,00;

  • f.

    groenvoorzieningen:

    • -

      1¼% van de werkelijke kosten indien deze meer bedragen dan EUR 226.890,00 en minder dan EUR 453.780,00;

    • -

      1% van de werkelijke kosten indien deze meer bedragen dan EUR 453.780,00 met een minimum van EUR 5.673,00;

  • g.

    woningwetwoningen:

    • -

      1¼% van de werkelijke kosten.

Artikel 2

De opdracht kan al naar gelang de aard van het project de vorm hebben van:

  • -

    een monumentale opdracht;

  • -

    inschakeling bij de vorm de vormgeving;

  • -

    een adviserende functie voor de kunstenaar.

Artikel 3

Voor het uitvoeren van de regeling laten burgemeester en wethouders zich adviseren door een Adviescommissie Beeldende Kunst. In ieder geval brengt de adviescommissie per opdracht advies uit over:

  • -

    de vorm van de opdracht;

  • -

    de relatie naar het bouwproject;

  • -

    de artistieke kwaliteit.

Artikel 4

Burgemeester en wethouders nemen een inspanningsverplichting op zich om de percentageregeling zoveel mogelijk ook te realiseren op die bouwactiviteiten waarbij de gemeente op enigerlei andere wijze betrokken is.

Artikel 5

Deze regeling is niet van toepassing in het geval dat de regeling ‘Richtlijnen aangaande de decoratieve aankleding van schoolgebouwen’ van toepassing is.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering en de naleving van de bepalingen van de verordening. Gedurende de eerste drie jaren, in het licht van een flexibele overgangsperiode, kunnen burgemeester en wethouders een lager percentage toepassen.