Organisatie | Heerde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financieel Besluit Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2023 |
Citeertitel | Financieel Besluit Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Besluit Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2020.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2023 | nieuwe regeling | 11-07-2023 |
Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Gemeentewet of de Verordening Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerde 2022 (hierna: de verordening).
Artikel 2. Hoogte persoonsgebonden budget (pgb)
De hoogte van een persoonsgebonden budget (hierna: pgb) voor jeugdhulp of maatschappelijke ondersteuning is voor formele hulp gelijk aan 100% van de geldende inkooptarieven in natura.
Voor tarieven van formele zorgproducten verwijzen naar de website van de Zorgregio Midden IJssel oost Veluwe voor de actuele bedragen. |
Artikel 3. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen Wmo
Er geldt een vast tarief per bijdrage periode voor inwoners zolang zij gebruik maken van Wmo-maatwerkvoorzieningen of een pgb ontvangen voor een maatwerkvoorziening. De hoogte van de eigen bijdrage bedraagt € 19,- per maand, voor één of meerdere voorzieningen in het kader van de Wmo 2015.
In een aantal gevallen geldt, in afwijking van het eerste lid, geen bijdrage van €19,-1 per maand. Deze zijn opgenomen in de verordening Jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning 2023.
De bijdrage voor een materiële maatwerkvoorziening wordt gedurende de volledige economische gebruiksperiode in rekening gebracht. Voor het bepalen van de bijdrage wordt uitgegaan van de gebruikswaarde, zijnde de kosten van de voorziening per jaar (uitgaande van nieuwwaarde van de voorziening en de economische levensduur), eventueel verhoogd met reparatie- en onderhoudskosten per jaar. Bij hulpmiddelen en roerende woonvoorzieningen wordt uitgegaan van een economische levensduur van 108 periodes, bij bouwkundig nagelvaste woonvoorzieningen wordt uitgegaan van een economische levensduur van 120 periodes en bij trapliften wordt uitgegaan van een economische levensduur van 144 periodes.
Artikel 5. Terugbetaling kosten nagelvaste woonvoorzieningen
De terugbetaling wordt bepaald door de formule:
90% van de kosten bij verkoop na 1 jaar;
80% van de kosten bij verkoop na 2 jaar;
70% van de kosten bij verkoop na 3 jaar;
60% van de kosten bij verkoop na 4 jaar;
50% van de kosten bij verkoop na 5 jaar;
40% van de kosten bij verkoop na 6 jaar;
30% van de kosten bij verkoop na 7 jaar;
20% van de kosten bij verkoop na 8 jaar;
10% van de kosten bij verkoop na 9 jaar.
Bij verkoop na 10 jaar wordt geen terugbetaling meer gevraagd.
Aantal m² waarvoor een vergoeding kan worden gegeven ingevolge artikel 2 derde lid sub a. onder viii (het verwerven van grond)2.
Het is mogelijk een woonvoorziening te krijgen voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk zou zijn. Het aantal m² dat voor een woonvoorziening in aanmerking komt, is per vertrek (zie onderstaande tabel) gemaximaliseerd.