Organisatie | Technology Base |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut van de Gemeenschappelijke Regeling Technology Base 2018 |
Citeertitel | Treasurystatuut van de Gemeenschappelijke Regeling Technology Base 2018 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-06-2018 | nieuwe regeling | 08-06-2018 |
Conform artikel 10, lid 3 van de ‘financiële verordening’ stelt het Dagelijks Bestuur regels op voor de uitvoering van de financieringsfunctie door het opstellen van een Treasurystatuut. Conform artikel 10, lid 3 van dezelfde verordening wordt het door het Dagelijks Bestuur opgestelde Treasurystatuut ter besluitvorming voorgelegd aan het Algemeen Bestuur.
Voor de definities van de in dit statuut genoemde organen wordt verwezen naar artikel 1 Definities van de financiële beheerverordening. In dit statuut worden vervolgens veel vaktermen vermeld.
Daarom is in bijlage 1 van dit statuut een verklarende woordenlijst opgenomen.
Artikel 2: Taken en verantwoordelijkheden
Het Algemeen Bestuur machtigt, op basis van artikel 8 lid 1 van de Gemeenschappelijke Regeling, hierbij het Dagelijks Bestuur om kredieten (w.o. rekening-courant en kasgeld) op te nemen tot een bepaald maximum, tijdelijk overtollige liquide middelen uit te zetten tot een vastgesteld maximum en langlopende geldleningen aan te gaan tot een vastgesteld maximum.
Het Treasurycomité bestaat uit de controller en de treasurers van de gemeente Enschede en de provincie Overijssel. De treasurer van Enschede is secretaris van het Treasurycomité. In het Treasurycomité worden adviezen vastgesteld over voorgenomen transacties op basis van transactievoorstellen van de treasurer van Enschede.
De directeur en controller van de gemeenschappelijke regeling zijn voor een adequate uitvoering van het treasurybeheer verantwoordelijk voor de tijdige beschikbaarheid van betrouwbare informatie over verwachte inkomende als uitgaande geldstromen aan de treasuryfunctie van de gemeente Enschede en het treasurycomité, zodat deze deugdelijke financierings- en uitzettingsadviezen kunnen opstellen.
De taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de uitvoering van de treasuryfunctie van de Gemeenschappelijke Regeling zijn op grond van bovenstaande als volgt verdeeld:
Directeur Gemeenschappelijke Regeling
Controller Gemeenschappelijke Regeling
Artikel 3 Richtlijnen en limieten financiering
In een lange financieringsbehoefte wordt pas voorzien als de netto-vlottende schuld een omvang bereikt die gelijk is aan de kasgeldlimiet van de Wet Fido. Hiervan kan worden afgeweken als:
Uit de liquiditeitsprognose blijkt dat binnen afzienbare tijd geconsolideerd zal moeten worden en de rentevisie stijgend is. Het nu aantrekken van de lange financiering, en eventueel weer (gedeeltelijk) kort uitzetten, is voordeliger dan het wachten tot later met het risico dat de rente dan is gestegen.
Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Gebiedsontwikkeling Technology Base in zijn vergadering van 8 juni 2018.
Bijlage 1: Verklarende woordenlijst
Daggeld (callgeld) Lening of deposito voor één dag tegen een vast rentepercentage.
Deposito Niet-verhandelbare belegging bij een financiële instelling, waarbij een bedrag voor een vaste periode tegen een vast rentepercentage wordt weggezet.
Drempelbedrag Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar, dat niet belegd hoeft te worden bij ’s Rijks schatkist.
Externe financiering Het aantrekken van middelen uit bronnen die buiten de organisatie liggen.
Financieringsbehoefte De behoefte om uit interne of externe bronnen vermogen aan te trekken voor de dekking van de vermogensbehoefte.
Geldmarkt Financiële markt voor het aantrekken of uitzetten van gelden met een looptijd van minder dan 1 jaar.
Kapitaalmarkt Financiële markt voor het aantrekken of uitzetten van gelden met een looptijd van langer of gelijk aan 1 jaar.
Kasgeldlening Lening met een looptijd van maximaal 1 jaar tegen een vast rentepercentage en een aflossing ineens aan het einde van de looptijd.
Kasgeldlimiet Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar.
Koersrisico Het risico dat voortvloeit uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.
Kredietrisico Het risico dat voortvloeit uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie.
Limiet Een type richtlijn die de (uiterste) grens aangeeft van een bepaalde handeling, verantwoordelijkheid en/of bevoegdheid.
Liquide middelen De direct opvraagbare financiële middelen van de organisatie.
Liquiditeitsrisico Het risico dat verbonden is aan het onvoorzien ontstaan van tekorten op kortlopende geldmiddelen.
Mandaat Het opdragen van taken en bevoegdheden. Degene die de taak overdraagt, blijft zelf verantwoordelijk. Mandaatverlening aan ondergeschikte ambtenaren is altijd mogelijk. Mandaatbesluiten hebben betrekking op de verdeling van interne bevoegdheden en behoeven niet openbaar gemaakt te worden.
Medium Term Note(MTN) Verhandelbare schuldtitels aan toonder, met een minimum looptijd van twee jaar en een omvang van minimaal € 500.000. Maakt onderdeel uit van een medium term note programma.
Netto-vlottendeschuld Het gezamenlijk bedrag van:
verminderd met het bedrag van:
Obligatie Verhandelbare schuldtitels als onderdeel van een obligatielening.
Onderhandsegeldlening Schuldpapier op (middel)lange termijn dat niet genoteerd staat aan een beurs maar dat volledig op maat wordt afgesproken tussen geldgever en geldnemer. Vaak komen transacties tot stand met behulp van bemiddelaars.
Projectfinanciering Vorm van financiering waarbij voor een enkel project de financiering wordt geregeld, in tegenstelling tot integrale financiering waarbij de gehele gemeentelijke financieringsbehoefte is betrokken.
Rekening-courant Lopende rekening tussen twee partijen waarop de onderlinge vorderingen of schulden staan vermeld.
Renterisico Het risico dat voortvloeit uit de mogelijkheid dat in de toekomst de rentelasten van het vreemd vermogen hoger respectievelijk dat de renteopbrengsten van activa lager zullen zijn dan een bestuurlijk wenselijk geacht niveau, c.q. het in de meerjarenraming en begroting geraamde niveau.
Renterisiconorm Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de vaste schuld van het openbare lichaam bij aanvang van het jaar.
Rentetypischelooptijd De looptijd tussen twee momenten waarop een tussentijdse aanpassing van de contractuele rente plaatsvindt.
Rentevisie Toekomstverwachting over de ontwikkeling van de rente op basis waarvan een financierings- en uitzettingenbeleid wordt gevoerd.
Richtlijn Een bindend voorschrift c.q. aanwijzing van een te volgen handelswijze.
Roll-over lening Een financieringsvorm op middellange termijn met een variabele rente die gekoppeld is aan de geldmarktrente. De rente heeft een looptijd van 1, 2, 3, 6 of 12 maanden.
Treasurybeleid Bestaat uit de uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie ter uitvoering van de treasuryfunctie.
Treasurycomité Het centrale orgaan binnen de Gemeenschappelijke Regeling inzake het rente- en treasurymanagement.
Treasuryfunctie Omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheren van de financiële stromen en voorraad financiën van een organisatie, alsmede de daaruit voortvloeiende risico’s.
Uitzetting Belegging in een vastrentende waarde.
Valutarisico Het risico dat voortvloeit uit de mogelijkheid dat op een bepaald moment de waarde van de vreemde valutastromen, uitgedrukt in eigen valuta, afwijkt van hetgeen verwacht werd op het beslissingsmoment.
Vaste schuld Schuldtitels met een looptijd van minimaal één jaar en één dag.
Vastrentendewaarde Vermogenstitels met een vaste renteopbrengst.
Vlottende schuld Schuldtitels met een looptijd van maximaal één jaar.