Organisatie | Albrandswaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling tegemoetkoming kosten kinderopvang 2023 gemeente Albrandswaard |
Citeertitel | Regeling tegemoetkoming kosten kinderopvang 2023 gemeente Albrandswaard |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz Onderdelen Inkomen, Vermogen, Boeten, Terugvordering&Verhaal en Regeling Kinderopvang Albrandswaard 2017.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-07-2023 | 01-01-2023 | nieuwe regeling | 04-07-2023 |
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Albrandswaard;
gelet op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
het gewenst is om een regeling te treffen om ouders van kleine kinderen tegemoet te komen in de kosten van de kinderopvang;
Regeling tegemoetkoming kosten kinderopvang 2023 gemeente Albrandswaard
Artikel 3: Inhoud van het besluit
Het besluit tot verlening van een compensatie bevat in ieder geval:
Besluiten over de toekenning van compensatie worden in een beschikking vastgelegd. Het besluit is een beschikking in de zin van titel 4.1 van de Awb. Dit betekent dat tegen het besluit bezwaar kan worden gemaakt en beroep kan worden ingesteld.
In het besluit tot het vaststellen van de compensatie wordt bepaald wat precies het bedrag is waar de ouder die de compensatie heeft aangevraagd recht op heeft. De berekeningswijze die is opgenomen in de beschikking tot verlening van de compensatie geldt als het uitgangspunt voor het vaststellen van de compensatie. Dit betekent dat de compensatie wordt vastgesteld op basis van het aantal uren kinderopvang dat in de beschikking tot verlening van de compensatie is vastgelegd. Dat is een maximumaantal uren. In de beschikking tot vaststelling van de compensatie kan wel worden uitgegaan van een lager aantal uren, maar niet van een hoger aantal.
Artikel 4: Ingangsdatum verlening van de compensatie
De compensatie wordt verleend met ingang van de datum waarop recht is op de Toeslag Kinderopvang in combinatie met de start van het re-integratietraject.
Indien er geen recht bestaat op kinderopvangtoeslag bestaat er ook geen recht op compensatie. Indien niet kan worden aangetoond, of indien redelijkerwijs niet mag worden verwacht, dat de ouder kinderopvangtoeslag ontvangt of zal gaan ontvangen, wordt de aanvraag afgewezen.
Er is geen recht op compensatie over een voorgaande periode, de startdatum van het traject is hierbij bepalend.
Er is geen recht op compensatie over een periode van vóór de vaststelling van deze Regeling.
Artikel 5: Hoogte van de compensatie
Bij de bepaling van de hoogte van de compensatie wordt uitgegaan van de feitelijke uren, die voor de kinderopvang noodzakelijk worden geacht binnen de deelname aan het re-integratie traject. Dit is gekoppeld aan de in de wet gehanteerd berekening van de Belastingdienst. Met grondslag wordt bedoeld: een vast percentage als tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang, geldend voor de laagste inkomenscategorie. Bij de bepaling van de hoogte van de compensatie moet ten hoogste de wettelijke maximale uurprijs van de kinderopvang worden gehanteerd. Indien deze wel wordt overschreden geldt het wettelijk maximum als uitgangspunt voor de berekening. Dit betekent dat de meerkosten in dat geval voor rekening van de ouder komen.
Er wordt geen eigen bijdrage gehanteerd omdat dit zou leiden tot een achteruitgang in het besteedbaar inkomen van een ouder als gevolg van re-integratieactiviteiten. Omdat vanwege belastingmaatregelen de inkomenspositie van een alleenstaande ouder iets achteruit is gegaan, en van een alleenstaande werkende ouder sterk is verbeterd, is er geen sprake van een armoedeval in deze specifieke situatie.
Per 1 januari 2023 gelden de volgende maximale uurprijzen:
De uurprijzen worden jaarlijks geïndexeerd (zie info Rijksoverheid).
Artikel 6: De uitbetaling van de compensatie
Zo kan het College bepalen dat er alleen een voorschot wordt betaald op basis van een factuur van het kindercentrum of gastouderbureau. Het College zou zo'n voorschrift kunnen stellen wanneer er twijfels bestaan of een ouder daadwerkelijk gebruik zal maken van kinderopvang.
Artikel 7: Intrekken van het besluit en terugvorderen van de compensatie
Dit artikel regelt de uitbetaling van het nog te betalen deel van de compensatie na de vaststelling van de compensatie. Als het College bij de bevoorschotting op basis van de beschikking een hoger bedrag heeft uitgekeerd dan waarop de ouder recht heeft, kan het College het te veel betaalde bedrag terugvorderen.
Op grond van artikel 4:56 Awb kan het College de verplichting tot betaling van een voorschot opschorten met ingang van de dag waarop het College aan de ouder schriftelijk kennis geeft van het ernstige vermoeden dat er grond bestaat om de beschikking tot verlening van de compensatie in te trekken of te wijzigen. Deze opschorting duurt tot en met de dag waarop de beschikking over de intrekking of wijziging is bekendgemaakt of de dag waarop de kennisgeving van het ernstige vermoeden dertien weken zijn verstreken.
Terugvordering (artikel 4.57 Awb)
Indien de beschikking tot het verlenen of het vaststellen van de compensatie is ingetrokken of ten nadele van de ouder is gewijzigd, vordert het College het reeds betaalde bedrag van de ouder terug. Dit betekent bijvoorbeeld dat het bedrag dat wordt teruggevorderd kan worden verrekend met de compensatie die aan de ouder wordt verstrekt. In het besluit tot terugvordering moet de wijze waarop zal worden teruggevorderd, worden vermeld.
Artikel 9: Verplichtingen van de ouder
Het niet nakomen van bovenstaande verplichtingen kan leiden tot intrekking en/of terugvordering van de compensatie.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien de toepassing van de regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.