Organisatie | Bergen (L) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bijzondere bijstand inrichtingskosten statushouders Bergen 2023 |
Citeertitel | Beleidsregels bijzondere bijstand inrichtingskosten statushouders Bergen 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2023 | nieuwe regeling | 11-07-2023 |
Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen;
gelet op artikel 35 van de Participatiewet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
gelezen het voorstel aan hen burgemeester en wethouders van 7 juni 2023;
Beleidsregels bijzondere bijstand inrichtingskosten statushouders Bergen 2023
De kosten voor een volledige woninginrichting voor statushouders kunnen, voor zover zij voldoen aan de nadere bepalingen die in deze beleidsregels zijn opgenomen, worden bezien als uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van bestaan die niet kunnen worden voldaan uit het inkomen en vermogen, zoals genoemd in artikel 35 van de wet en het gemeentelijk beleid en komen derhalve in aanmerking voor bijstandsverlening.
Artikel 3. Berekening bedragen
Artikel 5. Terugbetaling lening
De hoogte van de maandelijkse aflossingscapaciteit bij beëindiging of intrekking van de uitkering wordt gedurende zes maanden na de verzenddatum van dit besluit, gesteld op het bedrag dat belanghebbende maandelijks reeds afloste tijdens de bijstandsperiode of periode waarin een uitkering op grond van de IOAW of IOAZ is ontvangen tenzij:
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van juli 2023.
Burgemeester en wethouders van Bergen,
de secretaris
H.H.T. Timmermans
de burgemeester
M.H.E. Pelzer
Chronologisch werkwijze proces bijzondere bijstand woninginrichting (bij statushouders):
De gemeente houdt vervolgens maandelijks 5% van de bijstandsnorm in ter aflossing van de lening. Dat gebeurt 36 termijnen lang. Daar waar er meer inkomen is dan de bijstandsnorm, worden de daarvoor afgesproken normeringen zoals vastgelegd in de beleidsregel bijzondere bijstand inrichtingskosten statushouders 2023 gehanteerd.
De hoogte van de maandelijkse aflossingscapaciteit bij beëindiging of intrekking van de uitkering wordt gedurende zes maanden na de verzenddatum van dit besluit, gesteld op het bedrag dat belanghebbende maandelijks reeds afloste tijdens de bijstandsperiode of periode waarin een uitkering op grond van de IOAW of IOAZ is ontvangen tenzij:
De ingangsdatum van de nieuwe grondslag (het netto verdiende inkomen in plaats van de bijstandsnorm) start na 6 (maand)betalingen. Hierdoor heeft de gemeente de tijd om de situatie te wijzigen. Tevens wordt hiermee de financiële prikkel voor de statushouder om an het werk te gaan tijdelijk behouden.
Leenbijstand bij gezinshereniging
Indien de gezinshereniging pas na lange tijd plaatsvindt is het redelijk om rekening te houden met het stuk voorzienbaarheid en reservering.
Hierbij dient wel rekening gehouden te worden met het feit dat er lange tijd afgelost is (of nog steeds wordt) en hoeveel ruimte er daadwerkelijk was/is om te reserveren. De volledige financiële situatie is van belang voor de beoordeling van het recht op bijzondere bijstand. Bij de vraag of gereserveerd had kunnen worden dient meer gekeken te worden naar de volledige financiële situatie. De maatschappelijke realiteit is anders dan hoe wet- en regelgeving in elkaar steken. Theoretische modellen sluiten niet meer aan op de praktijk. Dit geldt ook bij reguliere aanvragers.
Indien op de eerste lening 36 termijnen zijn afgelost op het moment dat bijzondere bijstand voor gezinshereniging wordt aangevraagd, hanteren we dezelfde systematiek als in de situatie waarin nog geen 36 termijnen zijn afgelost.
Het gaat erom dat er uiteindelijk 36 termijnen worden afgelost ter hoogte van 5% van de gehuwdennorm. Op lening 1 is afgelost op 5% alleenstaandennorm.
Statushouders met draagkracht en gezinshereniging
Op het moment dat er sprake is van draagkracht dient in alle redelijkheid bekeken te worden of er daadwerkelijk voldoende ruimte is of was om te reserveren.
De financiële situatie in de voorliggende periode dient meegenomen te worden. Indien de statushouder aangeeft de kosten niet zelf te kunnen betalen, dient dit getoetst te worden aan de realiteit en niet persé aan de bestaande draagkrachtberekening.
Op het moment dat het inkomen wijzigt, wordt de hoogte van de aflossing aangepast. Ook nu dient gekeken te worden naar de volledige situatie en financiële stabiliteit.
Deze aanvulling op de beleidsregel is van toepassing voor het bepalen van de aflostermijn bij het verstrekken van een tweede lening, terwijl aflossing op de eerste lening nog loopt.
Deze situatie doet zich met name voor bij gezinshereniging statushouders. Maar kan ook in andere vergelijkbare gevallen toegepast worden.
Berekening nog af te lossen bedrag
Het restant van de eerste lening wordt toegevoegd aan de tweede lening. Op deze samengestelde lening dienen in totaal 36 termijnen van 5% gehuwdennorm te worden afgelost. Het gedeelte wat al afgelost is deel je door dit bedrag (5% gehuwdennorm). Je weet dan hoeveel termijnen er al zijn afgelost. Deze termijnen breng je in mindering op het totaal van 36 termijnen. Je weet dan hoeveel termijnen er nog moeten worden afgelost.
Bij de toekenning van deze tweede lening boek je een heronderzoek in de toekomst op. Op het moment dat het restant aan termijnen is afgelost dus.
Indien op de eerste lening 36 termijnen zijn afgelost op het moment dat bijzondere bijstand voor gezinshereniging wordt aangevraagd, hanteren we dezelfde systematiek als in de situatie waarin nog geen 36 termijnen zijn afgelost. Het gaat erom dat er uiteindelijk 36 termijnen worden afgelost ter hoogte van 5% van de gehuwdennorm. Op lening 1 is afgelost op 5% alleenstaandennorm.
M.b.t. de aflossing na werkaanvaarding:
Als iemand wel veel meer dan de bijstandsnorm verdiend wordt, dan wordt natuurlijk wel aangestuurd op het verhogen van de maandelijkse aflossingen. Ook dan vindt dit vaak in eerste instantie gewoon in overleg met de cliënt plaats. Basis is hetgeen is vastgesteld in de beleidsregel. Maatwerk is mogelijk daar waar dit nodig en billijk is.