Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schagen

Mandaatregeling Gemeente Schagen juli 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchagen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatregeling Gemeente Schagen juli 2023
CiteertitelMandaatregeling gemeente Schagen juli 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester, de gemeentesecretaris/algemeen directeur, de directeur, de teamleiders, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar.

Deze regeling vervangt de Mandaatregeling van de gemeente Schagen 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-07-2023nieuwe regeling

04-07-2023

gmb-2023-312016

23.091764

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatregeling Gemeente Schagen juli 2023

gelet op de Gemeentewet en op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t e n:

 

vast te stellen de Mandaatregeling Gemeente Schagen juli 2023

Artikel 1 Definities

  • a.

    Algemeen mandaat: algemeen mandaat als bedoeld in artikel 10:5 lid 1 van de wet

  • b.

    Bestuursorgaan: college en de burgemeester

  • c.

    College: college van burgemeester en wethouders

  • d.

    Instructies: instructies als bedoeld in artikel 10:6 van de wet

  • e.

    Leidinggevende: de gemeentesecretaris/algemeen directeur, directeur en teamleider onder wiens verantwoordelijkheid de gemandateerde werkzaam is

  • f.

    Directiestaf: de concerncontroller, de Functionaris Gegevensbescherming (FG), de Chief Information Security Officer (CISO), de bestuursadviseurs en de directiesecretaris

  • g.

    Machtiging: de bevoegdheid tot het verrichten van feitelijke handelingen, niet zijnde een bestuursrechtelijk besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling

  • h.

    Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen

  • i.

    Ondermandaat: een door een gemandateerde verleend mandaat

  • j.

    Ondertekeningsmandaat: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan een door dat orgaan genomen besluit te ondertekenen als bedoeld in artikel 10:11 lid 1 van de wet

  • k.

    Volmacht: de bevoegdheid om namens de volmachtgever privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten

  • l.

    Wet: Algemene wet bestuursrecht

Artikel 2 Algemeen mandaat

  • 1.

    Aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur wordt, met inachtneming van het bepaalde in deze regeling en de wet, algemeen mandaat verleend om alle bevoegdheden van het college en de burgemeester uit te oefenen, met uitzondering van de in bijlage 1 vermelde bevoegdheden.

  • 2.

    De gemeentesecretaris/algemeen directeur verleent voor de aan hem gemandateerde bevoegdheden algemeen ondermandaat aan de directeur, de directiestaf, de teamleiders van domein Bedrijfsvoering en de medewerkers van team OOV, met uitzondering van de in bijlage 2 vermelde bevoegdheden.

  • 3.

    De directeur verleent voor de aan hem gemandateerde bevoegdheden algemeen ondermandaat aan de teamleiders van domein Inwoners en Samenleving, de teamleiders van domein Ruimte, de programmamanagers en de gebiedsontwikkelaars.

  • 4.

    De teamleiders verlenen voor de aan hen gemandateerde bevoegdheden algemeen ondermandaat aan de medewerkers die binnen hun team werkzaam zijn.

  • 5.

    Het in lid 2, 3 en 4 bedoelde ondermandaat heeft slechts betrekking op taken die passend zijn binnen de betreffende functie.

  • 6.

    Ten aanzien van financiële besluiten kan het in lid 2, 3 en 4 bedoelde ondermandaat slechts uitgeoefend worden met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.

Artikel 3 Mandaat aan derden

In bijlage 3 zijn gevallen opgenomen waarin met deze regeling mandaat wordt verleend aan derden, die niet onder verantwoordelijkheid van het college werkzaam zijn.

Artikel 4 Financiële besluiten

  • 1.

    Bij besluiten met financiële uitgaven wordt aan het mandaat als bedoeld in artikel 2 lid 2, 3 en 4 de voorwaarde verbonden dat de budgethouder als bedoeld in de budgethoudersregeling instemming verleent aan de betreffende financiële uitgaven.

  • 2.

    Weigering van de in lid 1 genoemde instemming dient te worden gemotiveerd.

  • 3.

    Indien de gemandateerde en de budgethouder niet tot overeenstemming komen ten aanzien van de in lid 2 genoemde weigering, beslist de leidinggevende. Als de leidinggevende tevens budgethouder is, beslist zijn/haar leidinggevende.

  • 4.

    Bij besluiten als bedoeld in lid 1 wordt een maximum gehanteerd van € 100.000,-.

  • 5.

    Bij besluiten als bedoeld in lid 1, met een bedrag hoger dan € 100.000,-, is instemming vereist van de leidinggevende. Als de leidinggevende tevens budgethouder is, is instemming van zijn/haar leidinggevende vereist.

  • 6.

    Bij besluiten als bedoeld in lid 5, kan de leidinggevende volstaan met een eenmalige instemming wanneer het repeterende uitgaven betreft, waarvoor reeds een budget is vastgesteld. Indien de leidinggevende tevens budgethouder is, is dit een bevoegdheid van zijn/haar leidinggevende.

Artikel 5 Vervanging

Bij afwezigheid of verhindering van de gemeentesecretaris/algemeen directeur, de directeur, een medewerker van de directiestaf, een teamleider, een medewerker van een team, een programmamanager, een gebiedsontwikkelaar, de heffingsambtenaar of de invorderingsambtenaar worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, diens bevoegdheden uitgeoefend door diens plaatsvervanger, behoudens de bevoegdheid tot het verlenen, wijzigen of intrekken van een ondermandaat.

Artikel 6 Schakelbepalingen

  • 1.

    Waar in dit besluit wordt gesproken over mandaat, dient – tenzij anders is bepaald – tevens te worden begrepen machtiging en volmacht.

  • 2.

    Deze regeling is van overeenkomstige toepassing op het verlenen van mandaat door de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar, als bedoeld in artikel 231, tweede lid, aanhef en de onderdelen b en c Gemeentewet.

Artikel 7 Ondertekeningsmandaat

Ondertekeningsmandaat wordt verleend aan de individuele leden van het college, voor zover het hun portefeuille betreft.

Artikel 8 Bekendmaking en evaluatie

  • 1.

    Bekendmaking van deze regeling gebeurt op de wijze als bedoeld in artikel 3:42 van de wet.

  • 2.

    De gemeentesecretaris/algemeen directeur draagt zorg voor een periodieke evaluatie van deze regeling.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling is vastgesteld door het college, de burgemeester, de gemeentesecretaris/algemeen directeur, de directeur, de teamleiders, de heffingsambtenaar en de invorderingsambtenaar, voor zover het hun of zijn/haar bevoegdheden betreft, op 4 juli 2023, onder gelijktijdige intrekking van de ‘Mandaatregeling van de gemeente Schagen 2023’.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als ‘Mandaatregeling gemeente Schagen juli 2023’ en treedt een dag na bekendmaking in werking.

Vastgesteld op 4 juli 2023

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen,

M. van Kampen

Burgemeester

E.C. van der Bruggen

gemeentesecretaris/algemeen directeur

de burgemeester van de gemeente Schagen

de gemeentesecretaris/algemeen directeur van de gemeente Schagen

de directeur

Teamleider Bestuurlijke en Juridische Zaken

Teamleider HR & Communicatie

Teamleider Financiën

Teamleider Informatisering & Automatisering

Teamleider Publieke Dienstverlening

Teamleider Sociale Ontwikkeling

Teamleider Wijkteams Noord & Oost

Teamleider Wijkteams Zuid & West

Teamleider Kwaliteit & Ondersteuning wijkteams

Teamleider Ruimtelijke ontwikkeling

Teamleider Fysieke leefomgeving

Teamleider Ruimtelijk beheer

Teamleider Serviceteam, Toezicht & Handhaving

Teamleider Projectbureau

de heffingsambtenaar van de gemeente Schagen

de invorderingsambtenaar van de gemeente Schagen

BIJLAGE 1  

Bevoegdheden die ingevolge artikel 2 lid 1 van deze regeling niet voor mandaat in aanmerking komen.

 

PUBLIEKRECHTEIJKE BEVOEGDHEDEN

 

  • 1.

    Het vaststellen van regels en beleid, met uitzondering van intern werkende regels.

  • 2.

    Het nemen van besluiten tot benoeming van personen in adviescommissies en dergelijke als bedoeld in artikel 84 Gemeentewet.

BIJZONDERE PUBLIEKRECHTELIJKE BEVOEGDHEDEN VAN DE BURGEMEESTER OP GROND VAN DE GEMEENTEWET

 

  • 1.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet tijdelijk huisverbod.

  • 2.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.

  • 3.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 151b met betrekking tot het aanwijzen van een veiligheidsrisicogebied.

  • 4.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 151c met betrekking tot het installeren van vaste camera’s.

  • 5.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 154a met betrekking tot de tijdelijke ophouding van groepen van personen.

  • 6.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 172 over het toezicht en de handhaving van de openbare orde.

  • 7.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 172a en 172b over het geven van een bevel aan een persoon die de openbare orde heeft verstoord.

  • 8.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 174 over het toezicht op samenkomsten.

  • 9.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 174a over sluiten van een woning, lokaal of erf.

  • 10.

    Het nemen van besluiten op grond van artikel 174b over het aanwijzen van een gebied als veiligheidsrisicogebied.

  • 11.

    Het geven van noodbevelen op grond van artikel 175.

  • 12.

    Het vaststellen van noodverordeningen op grond artikel 176.

  • 13.

    Het nemen van besluiten op grond van 176a met betrekking tot het tijdelijk ophouden van en overbrengen van personen naar een bepaalde plaats.

PRIVAATRECHTELIJKE BEVOEGDHEDEN

 

  • 1.

    Het sluiten of opzeggen van een overeenkomst tot het aangaan van een Publiek Privaatrechtelijke Samenwerking, convenanten en bestuursovereenkomsten, inclusief intentieverklaringen hierover.

  • 2.

    Het sluiten of het opzeggen van overeenkomsten waarvan de financiële waarde de toegekende budgetten overstijgt.

  • 3.

    Het oprichten van en deelnemen aan rechtspersonen (stichtingen, vennootschappen, verenigingen en dergelijke).

  • 4.

    Het aanvaarden of afwijzen van erfstellingen, legaten, schenkingen.

  • 5.

    Het aanvaarden of afwijzen van een aanbod tot sponsoring.

  • 6.

    Het aanvragen van surseance van betalingen en faillissement.

  • 7.

    Het besluiten op verzoeken om schadevergoedingen hoger dan € 10.000,-, alleen wanneer de gemeente hier niet voor is verzekerd.

ARBEIDSRECHTELIJKE AANGELEGENHEDEN

 

  • 1.

    Het (besluiten tot het) aangaan, wijzigen en beëindigen van de arbeidsovereenkomst met en de arbeidsvoorwaarden van de gemeentesecretaris/algemeen directeur, daaronder begrepen de uitvoering van de procedure tot ontbinding en opzegging van de arbeidsovereenkomst.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over op grond van de wet tegen de gemeentesecretaris/algemeen directeur ingediende klachten.

OVERIG

 

Mandaat wordt niet verleend indien het besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, vastgestelde richtlijnen en/of voorschriften, tenzij uit de regeling anders voortvloeit.

BIJLAGE 2  

Bevoegdheden die ingevolge artikel 2 lid 2 van deze regeling niet voor ondermandaat in aanmerking komen.

 

  • 1.

    Het nemen van besluiten over de ambtelijke organisatie.

  • 2.

    Het nemen van (besluiten over) disciplinaire maatregelen, daaronder begrepen ontslag op staande voet.

  • 3.

    Het aangaan van vaststellingsovereenkomsten ten aanzien van arbeidsrechtelijke aangelegenheden.

BIJLAGE 3  

Bevoegdheden die ingevolge artikel 3 van deze regeling door het bestuursorgaan zijn gemandateerd aan derden, die niet onder verantwoordelijkheid van het college werkzaam zijn.

 

I BESTUUR EN/OF DIRECTEUR VAN DE OMGEVINGSDIENST NOORD-HOLLAND NOORD

Op grond van afspraken, gemaakt tussen gemeente Schagen en de Omgevingsdienst NHN, en vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst, worden door de Omgevingsdienst NHN taken uitgevoerd ten behoeve van gemeente Schagen.

 

In de Dienstverleningsovereenkomst Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland-Noord (DVO RUD NHN) d.d. 15 mei 2014 en in de daaropvolgende overeenkomsten die deze DVO vervangen zijn de taken en bevoegdheden opgenomen, die worden uitgevoerd overeenkomstig het verleende mandaat.

 

II HULPOFFICIER VAN JUSTITIE MET BETREKKING TOT DE BEVOEGDHEDEN VAN DE BURGEMEESTER OP GROND VAN ARTIKEL 3 I.V.M. DE ARTIKELEN 2 EN 9 VAN DE WET TIJDELIJK HUISVERBOD

 

  • 1.

    Het ondertekenen van besluiten genomen op grond van artikel 2, lid 1 en artikel 9, lid 1, van de Wet tijdelijk huisverbod met betrekking tot het opleggen en verlengen van een huisverbod.

  • 2.

    Het opnemen van contact met het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, als bedoeld in artikel 2, lid 3 van de Wet tijdelijk huisverbod.

  • 3.

    Het mondeling aanzeggen van een huisverbod, als bedoeld in artikel 2, lid 7 van de Wet tijdelijk huisverbod.

  • 4.

    Het meedelen van de inhoud van het huisverbod en de gevolgen van niet-naleving daarvan aan de uithuisgeplaatste en aan de instantie voor advies- en hulpverlening / advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, als bedoeld in artikel 2, lid 8 van de Wet tijdelijk huisverbod.

III GECERTIFICEERDE INSTELLING DE JEUGD- EN GEZINSBESCHERMERS TE HAARLEM

Op grond van hoofdstuk 6 van de Jeugdwet in rechte verzoeken tot machtiging (met spoed) tot uithuisplaatsing van een jeugdige in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp in vrijwillig kader aan de rechtbank, dan wel een verzoek tot voorwaardelijke machtiging of verlenging van de machtiging.

 

IV DIRECTEUR GGD HOLLANDS NOORDEN

In spoedeisende gevallen een passende tijdelijke voorziening te treffen voor crisishulp en opvang van de jeugdige en volwassene ter uitvoering van het Meldpunt Veilig thuis (AMHK) onder de voorwaarde dat gebruik wordt gemaakt van de door de gemeente gecontracteerde organisaties (Besluit College van B&W d.d. 25 november 2014).

 

V DIRECTEUR GGD HOLLANDS NOORDEN

Het nemen van besluiten op grond van de artikelen 1.46, lid 1, 1.47, lid 2 en 3, 1.47a, lid 1, 1,61, lid 1, 1,65, lid en 1.66, lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen of de bij of krachtens deze wet vastgestelde (nadere) regels. (Besluit College van B&W d.d. 20 april 2015).

 

VI COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE DEN HELDER

 

  • 1.

    Het nemen van besluiten in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (artikel 2.3.1 en verder) of de bij of krachtens deze wet vastgestelde uitvoeringsregelingen, voor zover sprake is van een behoefte aan opvang of beschermd wonen.

  • 2.

    Het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures die betrekking hebben op de onder 1 genoemde besluiten. Rechtsgedingen omvat ook het instellen van een kort geding, de voeging in strafzaken, de instelling van beroep, het verzoek tot schorsing van een aangevochten beslissing of het aanvragen van een voorlopige voorziening.

VII DIRECTEUR VAN DE OMGEVINGSDIENST NOORD-HOLLAND NOORD

Aan de directeur van de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord is met ingang van

1 januari 2014 mandaat verleend voor het archiefbeheer conform het bepaalde in artikel 3 van

de Archiefwet 1995 voor de uitvoering van de overeenkomst tussen de gemeente Schagen en de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord inzake het beheer van de archiefbescheiden die betrekking hebben op de taken die voortkomen uit het aan het directeur van de RUD verleende mandaat en daaraan verbonden dienstverleningsovereenkomst. Per 1 maart 2019 is de naam gewijzigd in Omgevingsdienst Noord-Holland Noord.

 

VIII DE ALGEMEEN COMMANDANT BEVOLKINGSZORG

In geval van een crisissituatie als bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de Wet veiligheidsregio’s heeft de Algemeen Commandant Bevolkingszorg mandaat:

 

  • 1.

    om rechtshandelingen naar burgerlijk recht te verrichten, zoals het sluiten van overeenkomsten tot (ver)koop, (ver)huur, bruikleen van (on)roerende goederen, alsmede het sluiten van overeenkomsten van opdracht of van aanneming van werk tot een bedrag van maximaal € 25.000, -, exclusief BTW, per incident;

  • 2.

    om informatie te verschaffen en de informatievoorziening af te stemmen als bedoeld in artikel 7, de leden 1 tot en met 3, van de Wet veiligheidsregio's, met uitzondering van informatie over Slachtoffers, Identiteit, Oorzaak en Scenario's (SIOS); per crisissituatie ter grootte van een Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijding Procedure (GRIP) 0 en hoger.

Het mandaat wordt verleend met de instructies dat de Algemeen Commandant Bevolkingszorg:

 

  • a.

    de burgemeester zo mogelijk in kennis stelt van het voornemen om van het mandaat gebruik te maken of deze zo spoedig mogelijk na het gebruik van het mandaat in kennis stelt;

  • b.

    de bevoegdheid als bedoeld in onder 1 mag ondermandateren aan de Officier van Dienst Bevolkingszorg;

  • c.

    de bevoegdheid als bedoeld onder 2 mag ondermandateren aan: het Hoofd Communicatie (v/h Kwartiermaker Crisiscommunicatie) en de Voorlichter van Dienst Commando Plaats Incident dan wel de communicatieadviseurs van de Regionale Pool Communicatie of de medewerkers van het team Ontwikkeling en Ondersteuning, taakveld Communicatie;

  • d.

    aan het onder c. bedoelde ondermandaat de bijzondere instructie verbindt dat de betreffende medewerkers uitsluitend informatie verschaffen over Procedures, Processen en Feiten (PPF).

IX DE ALGEMEEN COMMANDANT GENEESKUNDIGE HULPVERLENING IN DE REGIO

De Algemeen Commandant Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio heeft mandaat om aanwijzingen te geven als bedoeld in artikel 6 van de Wet veiligheidsregio's, indien dit naar zijn oordeel noodzakelijk is uit een oogpunt van openbare orde.

 

Het mandaat wordt verleend met de instructie dat:

  • a.

    de burgemeester zo mogelijk in kennis wordt gesteld van het voornemen om van het mandaat gebruik te maken of zo spoedig mogelijk na het gebruik van het mandaat;

  • b.

    de Algemeen Commandant Bevolkingszorg deze bevoegdheid mag ondermandateren aan de Officier van Dienst Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio.

TOELICHTING

 

Algemene toelichting

 

Inleiding

De onderhavige mandaatregeling vervangt de Mandaatregeling van de gemeente Schagen 2021. Aanleiding voor de wijziging is mede ingegeven door de wijziging van de grof- en fijnstructuur in de organisatie. Tevens zijn er enkele technische en redactionele aanpassingen doorgevoerd.

 

Mandaat

Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid namens een bestuursorgaan een besluit te nemen.

Mandaat moet worden onderscheiden van delegatie en attributie. Bij mandaat gaat het om het opdragen van een bevoegdheid en niet om het overdragen daarvan. zoals bij delegatie. De mandaatgever kan er dan ook voor kiezen om in een voorkomend geval zelf het besluit nemen. Dit kan met name het geval zijn bij ‘politiek gevoelige’ besluiten van het college. Bij dit soort besluiten is afstemming gewenst. Het vereist van de gemandateerde een zodanige politieke sensitiviteit, dat er in voorkomende gevallen voor zal worden gekozen het voorgenomen besluit voor te leggen aan het bestuursorgaan. Daartoe kan de kwestie worden besproken in het stafoverleg met de portefeuillehouder. De portefeuillehouder kan dan beslissen of er in mandaat kan worden besloten of dat het moet worden geagendeerd voor het college. Het is aan te bevelen om hierover werkafspraken te maken.

 

In overeenstemming met vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is er in 2019 gekozen voor een systematiek waarbij de omvang van het mandaat ondubbelzinnig vaststaat. Deze systematiek wijzigt niet in de onderhavige mandaatregeling. Het algemeen ondermandaat blijft eveneens gehandhaafd.

 

Het algemeen ondermandaat van de directeur, de teamleiders, de directiestaf, de programmamanagers, de gebiedsontwikkelaars en de medewerkers van de teams is gebaseerd op en vindt haar grens in de functie(beschrijving) en het takenpakket, zoals afgesproken bij aanstelling en eventueel aangevuld door nadere afspraken.

 

Indien een medewerker tijdelijk of structureel taken buiten het bereik van diens eigen functie verricht moet bijzonder mandaat worden verleend als bedoeld in artikel 10:5 lid 1 van de wet. Bijvoorbeeld als de medewerker wordt gedetacheerd naar een ander team en daardoor wordt aangestuurd door de teamleider van dat andere team.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Definities

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.

 

Artikel 2 Algemeen mandaat

Het bestuursorgaan verleent algemeen mandaat aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur met uitzondering van de in bijlage 1 vermelde bevoegdheden (lid 1).

 

De gemeentesecretaris/algemeen directeur verleent algemeen ondermandaat aan de directeur, de directiestaf, de teamleiders van domein Bedrijfsvoering en de medewerkers van team OOV , met uitzondering van de in bijlage 2 vermelde bevoegdheden (lid 2).

 

De directeur verleent algemeen ondermandaat aan de teamleiders van domein Inwoners en Samenleving, de teamleiders van domein Ruimte, de programmamanagers en de gebiedsontwikkelaars (lid 3).

 

De teamleiders verlenen voor de aan hen gemandateerde bevoegdheden algemeen ondermandaat aan de medewerkers die binnen hun team werkzaam zijn (lid 4).

 

De directeur, de directiestaf, de teamleiders, de programmamanagers, de gebiedsontwikkelaars en de medewerkers van de teams kunnen het algemeen ondermandaat slechts uitoefenen voor zover het betrekking heeft op de taken passend binnen hun functie (lid 5). Bij de bepaling van deze taken wordt uitgegaan van de functie(beschrijving) en het takenpakket, zoals afgesproken bij aanstelling en eventueel aangevuld door nadere afspraken.

 

Voor financiële besluiten geldt bovendien dat het algemeen ondermandaat slechts kan worden uitgeoefend met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 (lid 6).

 

Artikel 3 Mandaat aan derden

Naast het algemeen mandaat aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur, kunnen de bestuursorganen, waaronder het college of de burgemeester, mandaat verlenen aan derden, die niet onder verantwoordelijkheid van het college werkzaam zijn. In bijlage 3 is opgenomen welke derden dit betreft.

 

Artikel 4 Financiële besluiten

Financiële besluiten zijn besluiten waarbij uitgaven worden gedaan ten laste van een budget. Met name om financieel-technische redenen is afgezien van integratie van de mandaatregeling met de budgethoudersregeling. Gezien de onderlinge afhankelijkheid is wel gekeken naar de verhouding tussen gemandateerde en budgethouder. De budgethouder beschikt, namens het college, over exploitatie- en investeringsbudgetten. De budgethouder parafeert voor het ten laste of gunste van zijn/haar budgetten brengen van facturen en invorderingsopdrachten.

 

De gemandateerde is verplicht de budgethouder te consulteren. Het is een voorwaarde om in mandaat te mogen besluiten. Als de budgethouder weigert akkoord te gaan met de uitgaven, moet dat gemotiveerd gebeuren. Als de gemandateerde niet instemt met de weigering, wordt het voorstel voorgelegd aan de leidinggevende van de gemandateerde, tenzij de leidinggevende budgethouder is. In dat geval wordt het voorstel voorgelegd aan zijn of haar leidinggevende.

 

Boven € 100.000,- is instemming vereist van de leidinggevende, tenzij hij of zij budgethouder is. In dat geval wordt het voorstel voorgelegd aan zijn of haar leidinggevende.

 

Bij herhalende uitgaven waarvoor reeds een budget is vastgesteld, kan de leidinggevende van de gemandateerde, dan wel zijn of haar leidinggevende als eerstgenoemde budgethouder is, volstaan met een eenmalige instemming met de uitgaven. In dat geval kan de medewerker (veelal de projectleider) binnen dat project besluiten nemen boven € 100.000,-. De leidinggevende, dan wel zijn of haar leidinggevende als eerstgenoemde budgethouder is, beoordeelt of het betreffende project voldoet aan de criteria.

 

In geval van (Europees) aanbesteden gaan beleid en regels die hiervoor zijn vastgesteld vóór op de mandaatregeling.

 

In het inkoopbeleid is bepaald dat er voor aankopen boven € 10.000 een inkoopstrategie wordt opgesteld. Deze strategie bestaat onder andere uit het advies van een inkoopadviseur en het bepalen van de inkoopprocedure. In gevallen waarin wordt afgeweken van het advies van de inkoopadviseur of waarin de richtlijnen uit de Gids Proportionaliteit niet worden gevolgd wordt het besluit daarover genomen door de directie. Dit staat los van het in mandaat nemen van het betreffende financiële besluit, waarvoor de in artikel 4 bepaalde voorwaarden gelden.

 

Artikel 5 Vervanging

De plaatsvervanger heeft hetzelfde (onder)mandaat als degene die hij of zij vervangt, behoudens de bevoegdheid tot het verlenen, wijzigen of intrekken van een ondermandaat. Plaatsvervangers dienen daarvoor wel expliciet als zodanig te worden aangewezen. De aanwijzing is in afzonderlijke regelingen geregeld.

 

Artikel 6 Schakelbepalingen

In deze mandaatregeling wordt naast het bestuursrechtelijk mandaat, ook machtiging en volmacht verleend.

 

Machtiging wordt verleend voor feitelijke handelingen zonder rechtsgevolg. Het betreft meestal handelingen die niet kunnen worden beschouwd als besluiten op grond van de Algemene wet bestuursrecht.

 

De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in en buiten rechte (artikel 171 lid 1 Gemeentewet) en kan derhalve namens de rechtspersoon gemeente privaatrechtelijke rechtshandelingen verrichten, zoals het aangaan van een koop-, huur- of vaststellingsovereenkomst. Deze bevoegdheden kan de burgemeester opdragen aan een door deze aan te wijzen persoon (artikel 171 lid 2 Gemeentewet) door middel van een volmacht. In deze regeling zijn de bevoegdheden in de vorm van volmacht gekoppeld aan het (onder)mandaat. Is er (onder)mandaat voor bestuursrechtelijke besluiten, dan is er automatisch ook volmacht voor de privaatrechtelijke rechtshandelingen die hieruit voorvloeien of hiermee samenhangen. Er hoeft dus niet afzonderlijk nog een volmacht te worden verleend.

 

Ten aanzien van de heffings- en invorderingsambtenaren geldt dat het mandaat van toepassing is, wanneer de betreffende werkzaamheden, bijvoorbeeld legesheffing, onderdeel uitmaken van de functie en het takenpakket van de gemandateerde medewerker.

 

Artikel 7 Ondertekeningsmandaat

Ondertekeningsmandaat wordt verleend aan de portefeuillehouder voor zover het diens portefeuille betreft. In dat geval neemt het college wel zelf het besluit. Dit zal uit het besluit moeten blijken.

 

Artikel 8 Bekendmaking en evaluatie

De regeling wordt bekendgemaakt in het Gemeenteblad.

 

Over nieuwe (onder-)mandaatregelingen en aanpassingen daarvan wordt overlegd met de gemeentesecretaris/algemeen directeur Deze wordt in kennis gesteld van besluiten daaromtrent en draagt zorg voor een periodieke evaluatie van de regeling.

 

Artikel 9 Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.

 

BIJLAGE 1

Het betreft hier bevoegdheden die ingevolge artikel 2 lid 1 van deze regeling niet voor mandaat in aanmerking komen.

 

In het kopje OVERIG is bepaald dat mandaat niet wordt verleend indien het besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, vastgestelde richtlijnen en/of voorschriften, tenzij dit uit de regeling voortvloeit. Uitgangspunt is dat beleidsvorming en afwijken van beleid (hardheidsclausule) bij het college blijven, tenzij dit voortvloeit uit de regeling of de systematiek, dan wel wanneer het college hiertoe in een voorkomende situatie heeft besloten. Hieronder valt (dus) niet een (omgevings-)vergunning in afwijking van het bestemmingsplan, dan wel afwijken van de Welstandsnota. In het algemeen betreft mandaat besluiten betreffende beleidsuitvoering, bedrijfsvoering en beheer.

 

BIJLAGE 2

Het betreft hier bevoegdheden die ingevolge artikel 2 lid 2 van deze regeling niet voor ondermandaat in aanmerking komen.

 

Voor het nemen van besluiten over de ambtelijke organisatie, het opleggen van disciplinaire maatregelen en het aangaan van vaststellingsovereenkomsten ten aanzien van arbeidsrechtelijke aangelegenheden wordt geen ondermandaat verleend. Dat betekent dus dat alleen de gemeentesecretaris/algemeen directeur hiertoe het mandaat heeft.

 

BIJLAGE 3

Het betreft hier bevoegdheden die ingevolge artikel 3 van deze regeling door het bestuursorgaan zijn gemandateerd aan derden, die niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het college.