Organisatie | Lopik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Aansluitverordening riolering gemeente Lopik |
Citeertitel | Aansluitverordening riolering gemeente Lopik |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van een rioolaansluitrecht 2003.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-07-2023 | nieuwe regeling | 04-07-2023 |
Hoofdstuk I. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Openbaar riool: het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is. Onder het openbaar riool vallen alle objecten die gericht zijn op de gemeentelijke watertaken en door de gemeente aangebracht zijn op openbaar terrein. Objecten die gericht zijn op de gemeentelijke watertaken op privaat terrein, waar een zakelijk recht op gevestigd is, vallen ook onder het openbaar riool;
Het college verleent alleen een aansluitvergunning voor het tot stand brengen of wijzigen van een aansluiting tussen het particuliere riool en het openbaar riool voor de afvoer van:
Afvalwater en hemelwater indien ter plaatse een gemengd stelsel aanwezig is. Hierbij geldt dat hemelwater alleen op het gemengd stelsel geloosd mag worden indien het niet mogelijk blijkt om hemelwater rechtstreeks vanaf het particulier perceel naar het nabijgelegen oppervlaktewater af te voeren, dit ter beoordeling door de gemeente;
Hemelwater naar het HWA-riool, indien ter plaatse een (verbeterd) gescheiden stelsel aanwezig is. Hierbij geldt dat hemelwater alleen op het HWA-riool geloosd mag worden indien het niet mogelijk blijkt om hemelwater rechtstreeks vanaf het particulier perceel naar het nabijgelegen oppervlaktewater af te voeren, dit ter beoordeling door de gemeente;
Grondwater (al dan niet als gevolg van drainage of bronnering) mag alleen op het openbaar riool worden afgevoerd als daar expliciet door de gemeente toestemming voor wordt gegeven. In dat geval zal een aparte perceelaansluitleiding voor het grondwater naar het openbaar riool moeten worden uitgevoerd;
Artikel 3. Aanvraag van de aansluitvergunning
Bij de aanvraag van een aansluitvergunning wordt een ondertekend aanvraagformulier verstrekt met daarbij de onder andere volgende gegevens:
voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij dient te worden aangegeven of niet-verontreinigd water, zoals regen- of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd en welke extra voorzieningen in de binnenriolering en de terreinriolering zijn aangebracht;
De aanvraag van een aansluitvergunning wordt slechts in behandeling genomen nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij het ontbreken van de gegevens wordt de aanvrager daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld de gegevens binnen vier weken na kennisgeving alsnog aan te vullen;
Artikel 11. Kosten van de perceelaansluiting
Indien de kosten voor de aanleg van de perceelaansluitleiding reeds zijn voldaan uit hoofde van een eerder door de rechthebbende met de gemeente gesloten overeenkomst, dient de rechthebbende dit bij de aanvraag van de aansluitvergunning te vermelden. De kosten voor de aanleg van de perceelaansluitleiding worden niet in rekening gebracht indien deze reeds op andere wijze op de rechthebbende zijn verhaald.
Hoofdstuk IV. Beheer en onderhoud
Artikel 13. Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging
Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij de betreffende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen;
Bij een verstopping of een andere storing in de aansluitleiding onderzoekt de rechthebbende/gebruiker of de oorzaak in het particuliere deel of in de perceelaansluitleiding zit. Als het aansluitpunt/ontstoppingsput vol staat met water, zit de verstopping in het openbaar riool. als het aansluitpunt/ontstoppingsput droog staat, zit de verstopping in het particuliere deel;
Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat sprake is van een verstopping of andere storing vanuit het openbaar riool, neemt de rechthebbende/gebruiker contact op met de gemeente voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden. In dit geval mag de rechthebbende de onderzoekskosten van het installatie- of rioolreinigingsbedrijf declareren bij de gemeente o.b.v. ingediende factuur met een maximum van EUR 250,00 exclusief BTW;
Indien bij of na het verrichten van de in lid 2 bedoelde werkzaamheden door de gemeente blijkt dat de verstopping of andere storing veroorzaakt is door een gebruikersprobleem, zoals verkeerd gebruik van riolering, dan worden de door de gemeente gemaakte kosten bij de rechthebbende in rekening gebracht;
Hoofdstuk VI. Overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het krachtens deze verordening bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lopik, gehouden op 4 juli 2023
de griffier,
MW. MR. G.M.G. DOLDERS
de voorzitter,
DR. L.J. DE GRAAF
Uitgangspunt van deze verordening is dat voor een nieuwe aansluiting op het rioolstelsel of een wijziging van de bestaande aansluiting, goedkeuring van het college is vereist. In de goedkeuring worden voorwaarden gesteld waaraan de aansluiting moet voldoen. Deze voorwaarden betreffen allereerst de technische eisen waaraan de aansluiting moet voldoen. De technische eisen betreffen het leidingverloop en de dimensionering, de hoogteligging van het particulier riool en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt.
Het gemeentelijk rioolstelsel wordt op een tweetal plaatsen begrensd:
Deze verordening heeft alleen betrekking op de plaats waar het particulier riool is aangesloten op de perceelaansluitleiding. Dit wordt het aansluitpunt genoemd. Het aansluitpunt wordt in de verordening gesitueerd op de kadastrale grens of op de aansluiting met het hoofdriool, indien het openbaar riool in particuliere grond ligt. In geval van drukriolering is dit het punt waar het particulier riool is aangesloten op de pompput. De pompput is onderdeel van het openbaar rioolstelsel. In geval van vacuümriolering is dit het punt waar het particulier riool is aangesloten op de bufferput. De bufferput is onderdeel van het openbaar rioolstelsel. In het geval van een IBA is dit het punt waar het particulier riool is aangesloten op de gemeentelijke IBA.
De aansluitleiding bestaat vanaf het hoofdriool achtereenvolgens uit de perceelaansluitleiding, het aansluitpunt en het particuliere riool. Het deel van de leiding vanaf het aansluitpunt (gewoonlijk het ontstoppingsput) naar het hoofdriool van het gemeentelijk rioolstelsel (de perceelaansluitleiding) wordt beheerd door de gemeente. Dit deel van de aansluiting ligt meestal onder de openbare weg. Als er een verstopping is ontstaan in het particuliere riool, dan moet de rechthebbende zelf en voor eigen rekening zorgdragen voor het verhelpen van het probleem. Dit kan bijvoorbeeld door het inschakelen van een erkend installatie- of rioolreinigingsbedrijf. Is er een verstopping ontstaan in de perceelaansluitleiding (op openbaar terrein), bijvoorbeeld door ingroeiende boomwortels (van een boom op openbaar terrein) of door verzakking, dan draagt de gemeente zorg voor de reparatie. Blijkt na onderzoek dat de verstopping zich niet in het particuliere riool maar in het openbare riool bevindt, dan mag de rechthebbende de onderzoekskosten van het installatie- of rioolreinigingsbedrijf declareren bij de gemeente o.b.v. ingediende factuur met een maximum van EUR 250,00 exclusief BTW.
De kosten van onderhoud, renovatie en vervanging van de perceelaansluitleiding zijn voor de gemeente. Hierop is echter wel een uitzondering gemaakt. Als het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- of herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd als gevolg van een onjuist gebruik van het riool, dan zijn de kosten voor rekening van de rechthebbende of de veroorzaker van de schade.
De aanleg van de perceelaansluitleiding geschiedt door de gemeente of door een namens de gemeente in te schakelen aannemer. Deze legt de perceelaansluitleiding aan voor rekening van de eigenaar. De kosten die de eigenaar moet betalen zijn in beginsel de daadwerkelijke kosten van de aanleg.
De goedkeuring kan door de gemeente worden geweigerd indien aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische, milieuhygiënische,capaciteits of economische redenen bezwaarlijk blijkt te zijn. In de verordening is geen uitputtende regeling opgenomen met betrekking tot weigeringsgronden voor het verlenen van de goedkeuring. Wel zijn situaties opgenomen die in ieder geval worden aangemerkt als bezwaarlijk voor het verlenen van een goedkeuring voor de aansluiting. Als een aanvraag wordt geweigerd moet deze weigering voorzien zijn van een goede motivering.
2. Aansluiting op de riolering
De aansluitverordening is slechts een sluitstuk in de regelgeving over aansluiten en lozen op de riolering. De bouwregelgeving en de milieuregelgeving, die op nationaal niveau zijn vastgesteld, stellen primair de kaders voor het aansluiten en lozen op de riolering.
De bouwregelgeving omvat de Woningwet, het Bouwbesluit 2012 en de gemeentelijke bouwverordening. Het doel van de bouwregelgeving is het bevorderen van de veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid van gebouwen en percelen. Met betrekking tot afvalwater en hemelwater stelt de bouwregelgeving eisen aan de afvoervoorzieningen voor dat water (kort gezegd: de buizen) op particulier terrein.
De milieuregelgeving omvat de Wet milieubeheer, de Waterwet, de Wet bodembescherming, diverse algemene maatregelen van bestuur (waaronder het Activiteitenbesluit en het Besluit lozing afvalwater huishoudens) en de gemeentelijke hemelwaterverordening. De milieuregelgeving heeft tot doel de kwaliteit van het milieu te beschermen en te verbeteren. In de milieuregelgeving worden – voor zover hier van belang – eisen gesteld aan het lozen van afvalwater, hemelwater en grondwater op de riolering.
De aansluitverordening heeft alleen betrekking op het aansluiten van de particuliere riolering op het openbare riool. Deze aansluiting is in principe toelaatbaar (en gewenst) als voldaan is aan de bouwregelgeving en de milieuregelgeving. Het doel van de aansluitverordening is om een mogelijkheid te hebben om aansluiting op de riolering te weigeren, als niet aan de bouwregelgeving of milieuregelgeving is voldaan. Zonder aansluitverordening kan de gemeente niet voorkomen dat “foutieve” aansluitingen op de riolering tot stand worden gebracht. Natuurlijk kan de gemeente handhavend optreden tegen overtredingen van de bouwregelgeving en milieuregelgeving, maar dat kan pas als een overtreding heeft plaatsgevonden en door de gemeente is geconstateerd. De vergunningplicht in de aansluitverordening zorgt er voor dat de gemeente een middel heeft om foutieve aansluitingen op de riolering te voorkomen, in plaats van achteraf te verhelpen.
De aansluitvergunning wordt verleend als aan de vigerende bouw- en milieuregelgeving wordt voldaan, maar wordt geweigerd als de aangevraagde aansluiting niet voldoet aan de bouwregelgeving of de milieuregelgeving. Bij de bouwregelgeving gaat het dan bijvoorbeeld om de eis dat hemelwaterleidingen en afvalwaterleidingen gescheiden worden uitgevoerd. Met betrekking tot de milieuregelgeving is van belang dat de lozer aan de lozingseisen voor afvalwater, hemelwater en grondwater voldoet. Zo mag schoon hemelwater en grondwater niet zomaar op een vuilwaterstelsel worden geloosd.
In dit artikel worden de begripsbepaling gegeven. Om te voorkomen dat onnodige discussie ontstaat over de betekenis van bepaalde begrippen, zijn veel begrippen opgenomen in de lijst.
De aansluitleiding bestaat vanaf het hoofdriool achtereenvolgens uit de perceelaansluitleiding, het aansluitpunt en het particuliere riool. Het aansluitpunt wordt in de verordening gesitueerd gelegen op of binnen 0,5 m¹ van de kadastrale grens. In geval van mechanische riolering is dit het punt waar het particulier riool is aangesloten op de pompput respectievelijk de bufferput. In het geval van een IBA is dit het punt waar het particulier riool is aangesloten op de gemeentelijke IBA. Het deel van de aansluitleiding vanaf het aansluitpunt naar het hoofdriool van het openbare rioolstelsel (de perceelaansluitleiding) wordt beheerd door de gemeente. Dit deel van de aansluiting ligt gewoonlijk in openbaar terrein. Het particuliere riool wordt beheerd door de perceeleigenaar.
Een uitzondering wordt gevormd door pompputten, drukleidingen, bufferputten en vacuümleidingen in het buitengebied. Deze zijn op veel plaatsen op particulier terrein geplaatst. In dat geval is eigendom, onderhoud en beheer van de pompputten, drukleidingen, bufferputten en vacuümleidingen voor en door de gemeente.
Verder zijn in dit artikel verschillende definities uit de Wet milieubeheer overgenomen, die betrekking hebben op afvalwater.
In artikel 2. wordt bepaald dat aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool of wijziging van een dergelijke aansluiting, verboden is zonder vergunning. Deze vergunningsplicht voor het verkrijgen van een aansluiting op de riolering is een belangrijk uitgangspunt van de aansluitverordening. In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen over de aanleg van de aansluiting, het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de perceelaansluitleiding en de duur van de vergunning. Onder wijziging van de aansluiting verstaan wij in dit geval een wijziging in de ligging van de aansluitleiding, met werkzaamheden in de openbare ruimte tot gevolg.
Volgens het tweede lid kan het college alleen aansluitvergunningen verlenen voor aansluitingen die overeenstemmen met de functie van het openbaar riool ter plaatse. Ook kan geen vergunning worden verkregen voor de aansluiting van hemelwaterleidingen op mechanische riolering of op een openbaar stelsel dat uitsluitend is bedoeld voor de afvoer van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater (DWA-stelsel).
Artikel 3. Aanvraag van de aansluitvergunning
De aanvraag wordt gedaan met een daartoe bestemd formulier, dat op de website van de gemeente ter beschikking wordt gesteld. In het tweede lid is vastgelegd waaraan de aanvraag moet voldoen.
Artikel 4. Weigering van de aansluitvergunning
Zoals vermeld in het algemene deel van deze toelichting, wordt de aansluitvergunning geweigerd als de gevraagde aansluiting niet voldoet aan de bouw- of milieuregelgeving. Het tweede lid, kan in dat verband worden gezien als verbijzondering van de zorgplicht die op de perceeleigenaar rust om zorgvuldig om te gaan met afvalwater en de nodige zorg te betrachten voor het goed functioneren van de riolering.
Onderdeel a. van het tweede lid bepaalt de hoogte waarop een particulier riool moet liggen t.o.v. de openbaar riool waarop aangesloten moet worden. In principe is het hoogteverschil ten minste 30 cm tussen onderkant particulier riool ter plaatse van het aansluitpunt en bovenkant openbaar riool, met een minimale diepte van 90 cm ten opzicht van maaiveld.
Onderdeel d bepaalt dat hemelwater uitsluitend mag worden geloosd op de gemengde- of afvalwaterriolering als overloop vanuit een op het terrein aangelegde hemelwaterberging. Conform de ‘Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Lopik’ geldt dit alleen voor nieuwe bouwwerken. De hemelwaterberging moet ten minste voldoen aan de eisen zoals opgenomen in de betreffende verordening. Als deze voorzieningen niet zijn aangelegd mag niet geloosd worden.
Onderdeel k van het tweede lid bevat daarnaast een bijzondere weigeringsgrond indien aansluiting niet op openbaar terrein kan plaatsvinden. Het college is niet gehouden een aansluitvergunning te verlenen indien de perceeleigenaar niet meewerkt aan de vereiste privaatrechtelijke regeling van de aansluiting op particuliere grond.
Artikel 5. Verlening van de aansluitvergunning
In artikel 5 is vastgelegd dat pas gestart kan en mag worden met het daadwerkelijk aansluiten van de riolering op het moment dat aan alle eisen voor vergunningen (omgevingsvergunning e.d.) is voldaan.
Artikel 6. Wijziging en intrekking van de aansluitvergunning
Het wijzigen of intrekken van een vergunning is een middel dat toegepast kan worden bij verkeerd gebruik van de riolering. Daaronder begrepen lozingen van hemelwater op afvalwaterleidingen, afvalwater op hemelwaterleidingen, niet toelaatbare stoffen etc.
Om te voorkomen dat vergunningen op de plank blijven liggen is de uitvoeringstermijn vastgelegd op zes maanden.
Om te voorkomen dat bij elke kleine wijziging in het beleid de verordening aangepast moet worden kan het college uitvoeringsregels opstellen.
Artikel 8. Technische eisen afvoerleidingen
In artikel 8. worden nadere technische eisen aan de afvoerleidingen gesteld met als doel dat de afstroming van het afstromende water op het particuliere perceel gewaarborgd blijft, bij aanleg, maar ook in de toekomst.
Artikel 9. Ligging particulier riool op de perceelgrens
In artikel 9. worden nadere eisen gesteld aan de ligging van het particulier riool met als doel zorg te dragen dat de overgang van het particuliere deel op het openbaar riool de afstroming van het aangesloten water niet belemmert.
Artikel 10. Het verzoek tot aanleg of wijziging perceelaansluiting
Het komt regelmatig voor dat een verzoek tot aanleg op het laatste moment wordt ingediend. Omdat voor de daadwerkelijke aansluiting over het algemeen personeel, materieel en materiaal beschikbaar moet zijn is dit niet altijd mogelijk. Daarnaast moet altijd een graafmelding gedaan worden bij het Kabel- en leiding informatie centrum (KLIC). Het is daarom verstandig om ten minste twee maanden voor werkelijke aansluiting het verzoek tot aansluiting in te dienen.
Als een eerder aangevraagde perceelaansluiting gewijzigd moet worden is het noodzakelijk om dit tijdig te melden. Bekeken moet worden of dit consequenties heeft voor de vergunning.
Artikel 11. Kosten van de perceelaansluiting
Het bedrag dat de aanvrager voor de aansluiting dient te betalen, moet worden aangemerkt als een recht dat wordt geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten (artikel 229. lid. 1. sub b. van de Gemeentewet). Dit betekent dat het in rekening gebrachte bedrag niet hoger mag zijn dan de kosten die de gemeente in werkelijkheid moet maken.
Kosten voor aansluitingen bestaan uit de aansluitkosten en leges. De aansluitkosten worden berekend door de aannemer. De kosten worden berekend op basis van materialen, materieel en personeelskosten. Er wordt rekening gehouden met materiaal, ligging en verhardingssoort van de weg. Daarnaast kan het college leges in rekening brengen (lid 2.).
Artikel 12. Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluiting
Af en toe komt het voor dat tijdens de voorbereiding of uitvoering van een bouw problemen ontstaan waardoor op een andere manier aangesloten moet worden op de openbare riolering. Het is niet toegestaan om dit op eigen initiatief te realiseren maar kan alleen door wijziging van de vergunning. Eventuele meer- of minderwerkkosten die voortkomen uit wijzigingen door onvoorziene omstandigheden, zullen met de aanvrager worden verrekend.
Aanleg en aansluiting van de perceelaansluiting kan uitsluitend door of namens de gemeente. Een reden voor niet aansluiten kan zijn als de particuliere leiding bijvoorbeeld te diep ligt of de verkeerde diameter heeft.
In lid 3. is de bepaling vastgelegd dat het college niet is gehouden tot feitelijke uitvoering als de kosten voor de aanleg niet zijn voldaan en als de leges voor het behandelen van de vergunningsaanvraag niet zijn voldaan.
Artikel 13. Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging
Artikel 13. geeft nadere regels over het beheer en onderhoud, de renovatie en vervanging van de perceelaansluitleiding. Deze worden door en voor rekening van de gemeente uitgevoerd tot het aansluitpunt, gerekend vanaf het openbaar riool, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende werkzaamheden moeten worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool. In dat geval komen de kosten voor rekening van de rechthebbende.
De rechthebbende moet zorgen dat de door hem gebruikte aansluiting vrij blijft van aanslag, slib en dergelijke, waardoor op den duur de leiding verstopt kan raken. De rechthebbende is zelf verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het particulier riool, tenzij aannemelijk is dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door terugstroming van afvalwater uit het openbaar riool.
Bij verstoppingen (of andere storingen) in de aansluitleiding onderzoekt de rechthebbende/gebruiker op eigen terrein of de verstopping op particulier terrein is gelegen. Als blijkt dat de verstopping op particulier terrein is gelegen, is de eigenaar van het betreffende perceel verantwoordelijk voor het oplossen van de problemen. De kosten daarvan zijn volledig voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker van de problemen.
Als blijkt dat de oorzaak van de problemen niet op particulier terrein is gelegen, kan de gemeente ingeschakeld worden. Daarvoor kan 24/7 een beroep gedaan worden via het storingsnummer van de gemeente. Als duidelijk is dat de oorzaak van de verstopping niet het gevolg is van onjuist gebruik, worden de problemen kosteloos door de gemeente opgelost.
Eventuele kosten voor werkzaamheden op openbaar terrein in opdracht van particulieren worden niet vergoed door de gemeente. Het is niet toegestaan om zonder instemming van de gemeente te werken aan de perceelaansluitleiding op openbaar terrein.
Werkzaamheden aan particulier of openbaar gedeelte van de perceelaansluitleiding of particuliere leiding moeten altijd zo uitgevoerd worden dat geen schade of risico ontstaat. Onder schade en risico wordt verstaan het inlopen van zand, verstoppingen, verzakkingen en dergelijke.
Dit artikel bakent de beheergrens af tussen het openbaar en het particulier riool. Van belang is dat er duidelijkheid bestaat over deze grens omdat dit ook de onderhoudsverplichting bepaald tussen rechthebbende en de gemeente. Wanneer de grens onduidelijk is, beslist het college blijkens lid 2.
Deze bepaling spreekt voor zich.
In deze verordening is een zelfstandige strafbepaling opgenomen, gekoppeld aan de geldboetecategorieën van artikel 23. Wetboek van Strafrecht. Gekozen is voor de geldboete van de tweede categorie als bedoeld in artikel 23. Wetboek van Strafrecht. Voor het handhaven van gemeentelijke verordeningen geldt altijd de mogelijkheid van dwangsom en bestuursdwang. De dwangsom komt voor dit type overtreding het eerst in aanmerking.
Met het toezicht op de naleving van de bepalingen zijn in eerste instantie de toezichthouders namens de gemeente belast.
In artikel 5.11. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt aangegeven dat onder toezichthouder wordt verstaan: een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die aangewezen is als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in hoofdstuk 5.2. van de Awb opgenomen bevoegdheden. Op grond van artikel 5.14. van de Awb kunnen deze bevoegdheden bij verordening of bij besluit van het college worden beperkt.
Het college wijst in de regel een gemeentelijke afdeling of dienst aan waarvan de ambtenaren zijn belast met het toezicht op de naleving van de verordening. Voorts kan het college ambtenaren aanwijzen van andere afdelingen of diensten.
Omdat met het van kracht worden van de aansluitverordening juridisch een nieuwe situatie ontstaat, is in dit artikel een aantal overgangsbepalingen opgenomen. Aanvragen tot aansluiting of wijziging van perceelaansluitleiding die na inwerkingtreding van de verordening nog in behandeling moeten worden genomen, worden behandeld volgens de regeling in deze verordening.
In dit artikel is duidelijk vastgelegd hoe om te gaan met aanvragen voor aansluitvergunningen die al zijn ingediend. Ook voor verleende vergunningen die nog niet in uitvoering genomen geldt het overgangsrecht.