Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling allianties inclusiviteit en antidiscriminatie 2024-2025 |
Citeertitel | Subsidieregeling allianties inclusiviteit en antidiscriminatie 2024-2025 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 1 juli 2026.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2023 | nieuwe regeling | 27-06-2023 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Bestuurlijke prioriteiten: de bestuurlijke doelen van het college zoals vastgelegd in het visiedocument inclusie en antidiscriminatie “Amsterdam, een stad uit duizenden”. Deze bestuurlijke doelen zijn gericht op het tegengaan van discriminatie en het bevorderen van inclusie en emancipatie in Amsterdam;
Samenwerkingsovereenkomst: een beschrijving van de wijze waarop elk van de aan de alliantie deelnemende maatschappelijke organisatie bijdraagt aan de werkzaamheden van de alliantie en van de wijze waarop de besluitvorming, de verdeling van taken en rollen en de financiering binnen de alliantie geregeld is, zoals bedoeld in artikel 8, lid 5;
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3 Doel subsidieregeling
Deze subsidieregeling heeft als doel het zo doeltreffend en doelmatig mogelijk organiseren van activiteiten die bijdragen aan het realiseren en uitvoeren van de bestuurlijke prioriteiten in Amsterdam: bevorderen van gendergelijkheid in werk, bevorderen van de emancipatie van (kwetsbare en bi-culturele) lhbtiq+ personen, bevorderen van zichtbaarheid en representatie van alle Amsterdammers, bevorderen van de kennis over (de effecten) van discriminatie, bevorderen van inlevingsvermogen en empathie, vergroten van een gedeeld eigenaarschap van het Amsterdamse (koloniale) verleden en de doorwerking ervan.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Het college kan voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 per bestuurlijke prioriteit aan één alliantie een periodieke subsidie verlenen, voor activiteiten in de stad Amsterdam die een bijdrage leveren aan de betreffende bestuurlijke prioriteit. De aanvragen bevatten meerdere van onderstaande subsidiabele activiteiten;
Het college stelt per bestuurlijke prioriteit genoemd in artikel 4 een subsidieplafond vast voor de subsidieperiode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025.
De subsidieplafonds per bestuurlijke prioriteit voor de duur van de subsidieperiode bedragen:
Artikel 6 Beoordeling aanvragen
De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
Activiteitenplan (maximaal 70 punten): de mate waarin uit dit document blijkt dat er sprake is van:
een realistische en onderbouwde weergave (planning) van de activiteiten van de alliantie voor de gehele periode van de subsidieverlening, 1 januari 2024-31 december 2025. Deze planning is onderverdeeld per kalenderjaar, in verband met de tussenrapportage over de uitvoering in subsidiejaar 1 (15 punten);
Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door de penvoerder van een alliantie. De penvoerder vertegenwoordigt de alliantie op basis van een samenwerkingsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 8, lid 5. Een aanvrager kan penvoerder zijn van maximaal één alliantie. Een alliantie bestaat uit minimaal 3 en maximaal 8 maatschappelijke organisaties.
Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overlegd:
Een activiteitenplan voor de periode 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 dat aansluit bij de probleemanalyse en bestuurlijke prioriteit. Deze dient te bestaan uit:
een realistische planning van de activiteiten in de periode van de duur van de subsidie. Houd hierbij rekening met een tussentijdse rapportage na subsidiejaar 1, die ingediend moet zijn op 1 december 2024. Idealiter is de planning ingedeeld per kalenderjaar. Geef hierbij aan welke alliantiepartner verantwoordelijk is voor welke activiteit.
Een overkoepelende begroting, die aansluit bij het activiteitenplan. Deze dient te bestaan uit:
een weergave van de kosten van alle onderdelen uit de aanvraag. Hieronder vallen in ieder geval de uit te voeren activiteiten, overheadkosten, penvoerderskosten, kosten voor monitoring en verslaglegging, eventuele professionaliserings-activiteiten, en communicatie. Deze kosten zijn realistisch, redelijk en juist. De begroting is inclusief een opgave van eventuele aanvragen die bij derden zijn ingediend voor een subsidie, sponsoring of een vergoeding voor diezelfde activiteiten.
De door de aan de alliantie deelnemende partijen afgesloten samenwerkingsovereenkomst met daarin onder andere opgenomen:
een bepaling waaruit blijkt dat alle deelnemers instemmen met de penvoering, de inhoudelijke en financiële verantwoording door de penvoerder, en waarin de penvoerder wordt gemachtigd om namens de deelnemers betalingen in ontvangst te nemen en eventuele (terug)betalingen te verrichten in het kader van eventuele terugvordering van subsidie(voorschotten).
Het college deelt het opnieuw openstellen van de regeling mee in het gemeenteblad via https://officielebekendmakingen.nl.
Hoofdstuk 5 Verlening van de subsidie
Artikel 13 Tussentijdse verantwoording
De tussentijdse verantwoording is ingediend op uiterlijk 1 december 2024. In de tussentijdse verantwoording wordt verslag gedaan van de realisatie van de in de subsidie aanvraag genoemde uit te voeren activiteiten met de bijbehorende budgetuitputting van dat jaar. Ook bevat het verslag de tussentijdse resultaten van de voortgang zoals de aanvrager deze heeft beschreven bij de aanvraag.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 27 juni 2023.
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
Toelichting bij de subsidieregeling
Deze toelichting maakt integraal onderdeel uit van de subsidieregeling allianties inclusiviteit en antidiscriminatie 2024-2025 (verder de Subsidieregeling). Deze toelichting valt uiteen in twee delen:
In het Algemene deel van de toelichting wordt ingegaan op:
In het tweede deel ervan wordt een toelichting gegeven op de diverse artikelen van deze regeling en
hoe deze geïnterpreteerd moeten worden. Daarbij zal specifiek aandacht worden besteed aan de vraag waarom er in een bepaald artikel sprake is van aanvulling op of afwijking van een bepaling in de ASA.
Het subsidierecht is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De gemeente Amsterdam heeft dit nader geregeld in de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA) waarin onder andere staat dat het college binnen de kaders van de gemeentebegroting nadere subsidieregelingen kan vaststellen.
De grondslag voor deze Subsidieregeling is derhalve gelegen in de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013. In deze subsidieregeling worden bepalingen uit de ASA niet herhaald. Er wordt alleen aangegeven waar van de ASA wordt afgeweken of waar wordt aangevuld op hetgeen in de ASA is bepaald.
Beoogde doel van de subsidieregeling
De gemeente Amsterdam heeft zich een grote opgave gesteld op het gebied van inclusiviteit en antidiscriminatie. Om die opgave beter het hoofd te bieden, is gekozen voor een subsidie instrumentarium waarvan deze subsidieregeling de kern vormt. Met behulp van deze regeling wil de gemeente stimuleren dat op een strategischer manier wordt samengewerkt door de Amsterdamse maatschappelijke organisaties om discriminatie te bestrijden en inclusiviteit te bevorderen.
Naast deze subsidieregeling bestaan andere manieren en activiteiten waarmee de gemeente Amsterdam zich inzet om discriminatie te bestrijden en inclusie te bevorderen. De visie met betrekking tot deze opgave en hoe de gemeente Amsterdam zich inzet om inclusie te bevorderen en discriminatie te bestrijden staat beschreven in het visiedocument “Amsterdam, een stad uit duizenden” van 28 maart 2023.
De doelen van deze subsidieregeling zijn:
2. Artikelsgewijze toelichting
In het artikelsgewijze deel wordt per bepaling aandacht besteed aan de vraag of bij die specifieke bepaling sprake is van een aanvulling op of een afwijking van de ASA. Uiteraard wordt dan ook de (reden voor de) aanvulling of afwijking toegelicht.
Lid b bestuurlijke prioriteiten
In het visiedocument inclusie en antidiscriminatie “Amsterdam, een stad uit duizenden” van 28 maart 2023 wordt aangegeven wat de belangrijkste doelstellingen en opgaven zijn bij het bestrijden van discriminatie en bevorderen van inclusie. Hierop zijn de volgende bestuurlijke prioriteiten gebaseerd:
Vergroten van een gedeeld eigenaarschap van het Amsterdamse (koloniale) verleden en de doorwerking
emancipatie van biculturele lhbtiq+: hieronder wordt verstaan het vergroten van emancipatie en sociale acceptatie van biculturele lhbtiq+ personen. Het doel is dat biculturele en kwetsbare lhbtiq+’ers zich gesterkt voelen om op hun eigen manier een stap te zetten in hun emancipatieproces. De acceptatie van lhbtiq+ personen in hun directe omgeving en in de bredere samenleving is zoveel mogelijk vergroot;
bevorderen van kennis over (de effecten van) discriminatie: Het vergroten van kennis over discriminatie en de effecten ervan op de medemens en in de samenleving is een werkzame mechanisme bij het bestrijden van discriminatie. En het expliciet bieden van handelingsperspectieven om discriminatie en racisme te bestrijden.;
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
Deze regeling is niet van toepassing inzake aanvragen voor een subsidie ten behoeve van de onderwerpen inclusie en diversiteit op grond van de Subsidieregeling Sociale Basis 2020-2023 en de kadernota “Samen Vooruit”.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
1. Bevorderen van gendergelijkheid in werk
Hieronder wordt verstaan het duurzaam bevorderen van de economische zelfstandigheid van vrouwen, met nadrukkelijke aandacht voor vrouwen in een kwetsbare positie. Iemand wordt als economisch zelfstandig beschouwd als het individuele netto-inkomen uit arbeid en eigen onderneming op of boven de 70 procent van het wettelijke nettominimumloon, oftewel de netto bijstand van een alleenstaande. Vrouwen zijn vaker niet-economisch zelfstandig dan mannen. De alliantie draagt bij aan het vergroten van de economische zelfstandigheid van vrouwen. Mannen spelen ook een cruciale rol in de economische zelfstandigheid van vrouwen, en zullen daarom ook nadrukkelijk meegenomen worden om het doel te bereiken.
2. Emancipatie van (kwetsbare en bi-culturele) lhbtiq+ personen
Hieronder wordt verstaan dat de sociale acceptatie en zelfredzaamheid van lhbtiq+ personen wordt vergroot. Dit wordt gerealiseerd door krachten te bundelen met andere groepen, binnen en buiten de lhbtiq+ gemeenschap. lhbtiq+ personen voelen zich gesterkt in hun emancipatieproces, en kunnen aan dit proces werken op een eigen manier. Er is nadrukkelijk aandacht voor lhbtiq+ personen in een kwetsbare positie of met een bi-culturele achtergrond.
3. Bevorderen van zichtbaarheid en representatie van alle Amsterdammers
Iedere Amsterdammer moet het gevoel hebben eigenaar te zijn van de stad. Door zichzelf of een eigen verhaal of geschiedenis terug te zien in de stad. En door zichzelf te herkennen in zichtbare rolmodellen op allerlei posities. Dit gebeurt door onderbelichte perspectieven aan bod te laten komen, zichtbaar te maken hoe nieuwe groepen Amsterdammers posities van macht bekleden, hoe zij stereotypen en de status quo doorbreken, zodat zij als rolmodellen andere (jonge) Amsterdammers kunnen inspireren.
4. Bevorderen van de kennis over (de effecten) van discriminatie
Hieronder wordt verstaan dat de kennis en bewustwording zijn vergroot onder alleAmsterdammers over de effecten van discriminatie. De gevolgen en de impact van discriminatie te laten zien voor zowel de maatschappij als gemeenschappen en individuen. En het expliciet bieden van handelingsperspectieven om discriminatie en racisme te bestrijden. Aanvullend hierop ook handelingsperspectief bieden aan degenen die ervaringen hebben gehad met discriminatie. Er kunnen safe spaces of andere interventies voor specifieke groepen worden gecreëerd, maar ook interventies gericht op empowerment van Amsterdammers die discriminatie hebben ervaren. Het is belangrijk op te merken dat het bieden van handelingsperspectieven niet betekent dat discriminatie wordt geaccepteerd of genormaliseerd. Integendeel, het doel is om Amsterdammers te empoweren en hen de tools en kennis te geven om discriminatie te herkennen, te bestrijden en bij te dragen aan een inclusievere samenleving.
5. Bevorderen van inlevingsvermogen en empathie
Vooroordelen zijn vaak de basis voor discriminatie. Vooroordelen kunnen worden weggenomen door het vergroten van het inlevingsvermogen en empathie. Wanneer de samenleving verhardt en omgangsvormen tussen groepen verslechteren, kunnen groepen tegenover elkaar komen te staan. Deze verdeeldheid onder Amsterdammers kan worden tegengegaan door het vergroten van het inlevingsvermogen en empathie. Oprechte interesse in de ander en je verplaatsen in en meevoelen met de ander dragen bij aan het tegengaan van vooroordelen, en het tegengaan van discriminatie.
6. Vergroten van gedeeld eigenaarschap van het Amsterdamse koloniale verleden en doorwerking daarvan
Hieronder wordt verstaan dat alle Amsterdammers zich kunnen herkennen in de brede geschiedenis van de stad, en specifiek het koloniale en slavernijverleden. Dit betreft het brede Nederlandse koloniale en slavernij verleden in zowel het westen, oosten, als het zuiden. Bijvoorbeeld, de slavernijgeschiedenis op de Molukken, in Suriname en Zuid-Afrika is van álle Amsterdammers. Door gedeeld eigenaarschap te vergoten, wordt empathie vergroot. Wanneer Amsterdammers zich beter kunnen inleven in en zich verantwoordelijk voelen voor de gedeelde koloniale en slavernij geschiedenis, kunnen ze zich ook beter inleven in de positie van personen die door deze geschiedenis zijn achtergesteld. En zijn zij vervolgens meer gemotiveerd om gezamenlijk de negatieve doorwerking van het koloniale en slavernijverleden te beperken.
Artikel 6 Beoordeling aanvragen
Trackrecord wordt aan de hand van de volgende criteria getoetst, en krijgt een hogere waardering naarmate het trackrecord meer blijk geeft van:
Het strategisch plan wordt aan de hand van de volgende criteria getoetst, en krijgt een hogere waardering naarmate het strategisch plan meer blijk geeft van:
een goed inzicht in de risico’s voor het realiseren van de bestuurlijke prioriteit en de manier waarop de risico’s ondervangen worden. Hierbij denken wij aan de risico’s op het gebied van bijvoorbeeld: uitvoerbaarheid van de werkzaamheden, de individuele organisaties, de samenwerking, financieel, maatschappelijke ontwikkelingen (relevant voor het beleidsterrein)
Het activiteitenplan wordt aan de hand van de volgende criteria getoetst, en krijgt een hogere waardering naarmate het activiteitenplan blijk geeft van:
De begroting is een overkoepelende begroting, die aansluit bij het activiteitenplan. Deze dient te bestaan uit:
Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
Standaard wordt gevraagd bij een aanvraag in te dienen een activiteitenplan met bij behorende begroting. Omwille van de volledigheid zijn de beide documenten alsnog in de regeling opgenomen als bij de aanvraag in te dienen documenten met daarbij vermeld een aanwijzing op de inhoud, die van belang is voor het beoordelen van de aanvraag. Bij deze aanvraag dient te worden ingediend: een samenwerkingsovereenkomst, een trackrecord, een strategisch plan, een activiteitenplan, en een begroting.
Uit de begroting moet duidelijk blijken welke verwachte kosten per activiteit gemaakt gaan worden, maar moeten ook kosten die niet direct aan een activiteit verbonden zijn ook worden opgenomen en gespecificeerd.
Aanvragen in het kader van de subsidieregeling kunnen worden ingediend via https://www.amsterdam.nl/subsidies/subsidies-onderwerp/.