Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Avres

Verordening financieel beleid, beheer en organisatie (artikel 212 Gemeentewet) Avres 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAvres
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingVerordening financieel beleid, beheer en organisatie (artikel 212 Gemeentewet) Avres 2023
Citeertitel
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 212, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023Verordening financieel beleid, beheer en organisatie (artikel 212 Gemeentewet) Avres 2023

06-07-2023

bgr-2023-721

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening financieel beleid, beheer en organisatie (artikel 212 Gemeentewet) Avres 2023

Besluit van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Avres tot vaststelling van de Verordening financieel beleid, beheer en organisatie (artikel 212 Gemeentewet) Avres 2023

 

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Avres;

 

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 22 juni 2023;

 

gelet op artikel 212, eerste lid, van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening financieel beleid, beheer en organisatie (artikel 212 Gemeentewet) Avres 2023

 

 

 

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

- administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de gemeentelijke organisatie en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

- overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.

- rechtmatigheidsverantwoording: de rapportage van het dagelijks bestuur waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving.

 

 

Paragraaf 2. Begroting en verantwoording

 

Artikel 2. Vaststelling programma-indeling en paragrafen

De programma-indeling en de paragrafen van de begroting wordt bij aanvang van iedere bestuursperiode door het algemeen bestuur vastgesteld.

De rubricering van de financiële begroting en jaarrekening geschiedt op basis van taakvelden.

Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe en lopende investeringen het benodigde investeringskrediet weergegeven.

Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 19 en artikel 20 van het BBV inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie, EMU saldo als gevolg van de begroting.

In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van deze investeringen gedaan.

Het algemeen bestuur stelt bij aanvang van iedere bestuursperiode vast over welke onderwerpen hij in extra paragrafen naast de verplichte paragrafen van de begroting en de jaarstukken kaders wil stellen en wil worden geïnformeerd.

 

Artikel 3. Autorisatie ramingen (inclusief investeringen)

Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting, de baten en de lasten per wettelijk taakveld, de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves en de investeringskredieten per categorie.

Het algemeen bestuur geeft bij de begrotingsbehandeling aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringsbudget wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling geautoriseerd.

Niet-bestede delen van exploitatiebudgetten lopende het begrotingsjaar worden zonder instemming van het algemeen bestuur niet overgeheveld naar het volgende begrotingsjaar.

Lopende investeringsbudgetten kunnen maximaal twee jaar administratief naar het volgende jaar worden doorgeschoven. Als het dagelijks bestuur dit investeringsbudget langer wil doorschuiven dan vraagt het dagelijks bestuur de algemeen bestuur hiertoe te besluiten bij het vaststellen van de jaarstukken.

Van investeringsbudgetten vanaf € 500.000 wordt binnen 6 maanden na oplevering een (financiële) eindrapportage door het dagelijks bestuur vastgesteld.

Het dagelijks bestuur kan tijdens een begrotingsjaar een of meerdere voorstellen met technische wijzigingen van de begroting ter besluitvorming aan het algemeen bestuur voorleggen. Deze technische begrotingswijzigingen hebben betrekking op:

a. administratieve wijzigingen tussen taakvelden in verband met het verdelen van stel posten voor CAO-stijging, ziekteverzuim en onvoorzien;

b. wijzigingen naar aanleiding van aanpassingen van de Rijksvergoedingen voor inkomensverstrekking (Buig) en de integratie-uitkering Participatiewet;

c. wijzigingen in verband met het overhevelen van nog te besteden subsidies en uitkeringen die van derden zijn ontvangen.

7 In het overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten per taakveld worden posten vanaf € 50.000 afzonderlijk gespecificeerd.

8. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur als zij verwachten, dat de lasten van een taakveld of een prioriteit de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringskrediet het geautoriseerde investeringskrediet dreigen te overschrijden, of de baten van een taakveld of een prioriteit de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden. Het algemeen bestuur geeft aan of hij een voorstel wil voor het wijzigen van de geautoriseerde lasten van het taakveld of de prioriteit, voor het wijzigen van het geautoriseerde investeringskrediet, of voor het bijstellen van het beleid.

9. Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages in het algemeen bestuur bedoeld in artikel 6, eerste lid, doen het dagelijks bestuur voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter doen het dagelijks bestuur indien nodig ook bij iedere begroting op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.

10. Bij de behandeling van de zomer- en eindejaarsnota rapportages in het algemeen bestuur doen het dagelijks bestuur voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter doen het dagelijks bestuur indien nodig ook bij iedere begroting op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.

11. Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, leggen het dagelijks bestuur voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan het algemeen bestuur voor. Bij investeringen groter dan € 200.000 informeert het dagelijks bestuur het algemeen bestuur in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeenschappelijke regeling.

12 Voor dienstverleningsovereenkomsten met gemeenten en derden wordt de begroting zonder traject van zienswijzen door het algemeen bestuur gewijzigd.

 

Artikel 4. Begroting en meerjarenraming

1. Het dagelijks bestuur presenteert voor 1 april aan het algemeen bestuur een voorstel met het beleid, de financiële kaders en de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. Het algemeen bestuur stelt deze nota voor 1 mei vast.

2. De begroting sluit met een voordelig begrotingsresultaat van minimaal € 100.000 dan wel met een post onvoorzien van minimaal € 100.000.

Artikel 5. Zomernota

Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur naar de stand en inzichten per 1 juni over de financiële afwijkingen van ieder taakveld, de ontwikkeling van het totale saldo van de baten en de lasten, de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves en het daarmee samenhangend begrotingsresultaat.

Het dagelijks bestuur informeert over de stand van de lopende investeringskredieten per 1 juni.

In de Zomernota worden afwijkingen ten opzichte van de bestaande ramingen van de baten en de lasten vanaf € 50.000 en nadelige afwijkingen vanaf € 50.000 op investeringsbudgetten toegelicht.

Het algemeen bestuur stelt de Zomernota (inclusief samenhangende begrotingswijziging) vast.

 

Artikel 6. Eindejaarsnota

Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur naar de stand en inzichten per 15 oktober over de financiële afwijkingen ten opzichte van de Zomernota betreffende uitkeringen, loonkostensubsidies, loonkosten en daarmee samenhangende vergoedingen zoals BUIG- en Participatiewet. En voorts over extra toevoegingen en/of onttrekkingen aan de reserves ten opzichte van de Zomernota.

Het algemeen bestuur stelt de Eindejaarsnota (inclusief samenhangende begrotingswijziging).

 

Artikel 7. Jaarstukken

1. Gelijktijdig met het aanbieden van de jaarstukken bieden het dagelijks bestuur het algemeen bestuur het voorstel aan over de bestemming van het jaarrekeningresultaat.

2. Vooruitlopend op het bestemmingsvoorstel over het jaarrekeningresultaat kunnen het dagelijks bestuur het algemeen bestuur voorstellen om restantmiddelen op onderdelen van het rekeningresultaat over te hevelen naar het volgende begrotingsjaar.

3. Het dagelijks bestuur biedt dit voorstel uiterlijk in december van het betreffende jaar aan het algemeen bestuur.

4. Het dagelijks bestuur rapporteert bij “Niet uit de balans blijkende verplichtingen” uitsluitend over de lopende (meestal lease- en huur) verplichtingen verband houdende met in gebruik zijnde materiele vaste activa.

 

Artikel 8. EMU-saldo

Als het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het dagelijks bestuur het algemeen bestuur of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het dagelijks bestuur een aanpassing nodig acht, doet het dagelijks bestuur een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

 

Paragraaf 3. Rechtmatigheidsverantwoording

 

Artikel 9. Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording

Het algemeen bestuur stelt vast op welke wijze hij door middel van de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken, naast de verplichte onderdelen van deze paragraaf, wil worden geïnformeerd over rechtmatigheid.

In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening rapporteert het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur over afwijkingen met een verantwoordingsgrens van 2,5% van de totale lasten van de gemeenschappelijke regeling, inclusief de dotaties aan de reserves.

Voor wat betreft de rechtmatigheidsverantwoording krachtens de regelingen en wetten die op basis van Single Audit Single Information worden verantwoording geldt een verantwoordings- en rapportagegrens van 1%.

Voor de rechtmatigheidsverantwoording krachtens de regelingen die in opdracht van gemeenten in mandaat worden uitgevoerd geldt een verantwoordings- en rapportagegrens van 1%.

Voor wat betreft de rechtmatigheidsverantwoording krachtens de Wet Normering Topinkomens geldt verantwoording geldt een verantwoordings- en rapportagegrens van 0%. De WNT verantwoording dient foutloos te zijn.

In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) groter dan € 50.000 nader toegelicht.

Artikel 10. Voorwaardencriterium

1. Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

2. Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur jaarlijks uiterlijk op 1 februari ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien. Het dagelijks bestuur operationaliseren dit normenkader in een toetsingskader ten behoeve van de interne beheersing.

Artikel 11. Begrotingscriterium

1. Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door het algemeen bestuur geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;

2. De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door het algemeen bestuur is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 3 lid 1.

3. Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag per categorie.

4. Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd. Afwijkingen worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:

Er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren.

Er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling.

De overschrijding is geautoriseerd door middel van de vaststelling van zomer en/of eindejaarnota of een andere tussentijdse rapportage .

5. Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van het algemeen bestuur, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.

 

Artikel 12. Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium

1. Het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen.

2. Het dagelijks bestuur zorgen voor en leggen vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

 

 

Paragraaf 4. Financieel beleid

 

Artikel 13. Afschrijvingsbeleid

De waardering van activa en de daarop van toepassing zijnde afschrijvingstermijnen e.d. blijken uit bijlage 1 van deze verordening.

De economische levensduur van een activum wordt als basis voor de afschrijvingstermijn van het betreffende activum gehanteerd.

Investeringen in materieel en immaterieel actief worden lineair op basis van de verwachte (resterende) levensduur afgeschreven.

De afschrijving start volgend op het jaar van investeren.

Voor nieuwbouw en renovatie wordt één termijn van lineair afschrijven gehanteerd.

Op grond wordt niet afgeschreven.

Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

Bijdragen in juridische en economische eigendom van derden worden geactiveerd en overeenkomstig de verwachte termijn van gebruik afgeschreven.

Activa worden afgeschreven volgens de methodiek en de termijnen zoals vermeld in de bijlage afschrijvingstermijnen bij deze verordening.

Het dagelijks bestuur heeft de bevoegdheid om binnen de gestelde interval zoals vermeld in de bijlage “afschrijvingstermijnen” en de financiële kaders van de begroting de afschrijvingstermijn en/of restwaarden te bepalen.

Artikel 14. Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor de vorderingen in verband met terugvordering en verhaal krachtens de Participatiewet wordt een voorziening wegens oninbaarheid getroffen voor de openstaande bedragen waarvan het risico volledig bij Avres ligt. Het % oninbaarheid wordt jaarlijks op basis van de ratio’s op basis van de ontvangen vorderingen in relatie tot de wetgeving bepaald.

Voor de vorderingen uit hoofde van terugvordering en verhaal krachtens het minimabeleid wordt geen voorziening wegens oninbaarheid getroffen.

Voor de overige vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een individuele beoordeling op oninbaarheid van de openstaande vorderingen.

 

Artikel 15. Kostprijsberekening

Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van te leveren goederen en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd.

Bij de kostentoerekening in situaties van subsidies, SROI gelden, aanvullende (gemeentelijke) bijdragen geldt een opslag van maximaal 25% voor overhead over de directe kosten.

3. Rentetoerekening over eigen reserves en voorzieningen vindt niet plaats en maakt geen deel uit van de kostprijs zoals onder lid 1 begrepen.

4. Artikel 16 is van toepassing op de Stichting Avres Nieuw Beschut en Avres Sw Bv.

Artikel 16. Methodiek totstandkoming gemeentelijke bijdragen

De gemeenten betalen een bijdrage per taakveld.

(Verwachte) baten uit hoofde van dienstverleningen komen in mindering op de uitgaven van het betreffende taakveld.

Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves worden aan desbetreffende taakveld gerelateerd.

De uitkeringen die gemeenten (zullen) ontvangen krachtens BUIG en integratie-uitkering krachtens de Participatiewet worden één op één aan Avres doorgezet; zodoende komen deze bijdragen in mindering op de bijdrage volgens artikel 16 lid 1.

De netto uitgaven voor de taakvelden 4 overhead worden doorbelast naar de taakvelden 61, 63, 64 en 65 pro rato de aan deze taakvelden verbonden formatie.

Indien het geraamde resultaat van taakveld 61 (inburgering) overeenkomstig artikel 16 lid 5 met de deelnemende gemeenten wordt afgerekend, vindt geen toerekening van overhead plaats.

De saldi van de betreffende taakveld 63, 64 en 65 en mogelijk taakveld 61 vermeerdert met de reservemutaties volgens artikel 9 lid 3 en worden over de gemeenten verdeeld op basis van de verdeelsleutel gemeentefonds onderdeel cluster participatie;

De verdeelsleutel wordt bepaald op basis van de gegevens van de maatstaven, volumina van de septembercirculaire van het begrotingsjaar T – 2 (voorbeeld: voor de begroting 2024 geldt de septembercirculaire 2022);

De uitgaven (inclusief externe organisatie- en bureaukosten) en terug ontvangsten op grond van het minimabeleid worden per gemeente geregistreerd en als zodanig afgerekend.

 

Artikel 17. Prijzen economische activiteiten

Voor de levering van goederen, diensten of werken door Avres aan overheidsbedrijven en derden waarbij Avres concurrentie met marktpartijen treedt, geschiedt de inzet van SW-, Nieuw Beschut, Opstapbaners en vanuit trajecten tegen minimaal de vastgestelde loonwaarde. De inzet overige medewerkers geschiedt tegen kostendekkende tarieven. Bij afwijking vanwege een publiek belang kan de directeur anders besluiten.

2. Bij het verstrekken van leningen of garanties door Avres aan overheidsbedrijven, stichtingen, coöperaties en bedrijven worden ten minste de kostprijs overeenkomstig artikel 16 in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege de aanwezigheid van een publiek belang verstrekt het dagelijks bestuur aan de algemeen bestuur een voorstel waarin het publiek belang van de lening of de garantie wordt gemotiveerd.

3. Voorstellen als bedoeld in artikel 17 lid 2 blijven in de volgende situaties achterwege:

leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de publieke taak door die andere overheid;

een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden;

een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van het Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is;

leveringen en diensten aan Avres Sw Bv, Avres Diensten Bv en Stichting Avres Nieuw Beschut.

 

Artikel 18. Financieringsfunctie

Het dagelijks bestuur neemt bij het aantrekken en / of het uitzetten van middelen binnen de kaders van de Wet Fido en schatkistbankieren de volgende kaders in acht:

voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan één jaar worden tenminste twee prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd;

er wordt geen gebruik gemaakt van financiële derivaten als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet financiering decentrale overheden;

het aantrekken en / of uitzetten van geldmiddelen gebeurt vanaf 1 januari 2019 uitsluitend bij Nederlandse financiële instellingen met minimaal een AA rating of andere overheden;

lopende transacties per 1 januari 2019 worden ten aanzien van kredietrisico’s beoordeeld en indien wenselijk (af)gekocht.

2. De directeur is tot bevoegd tot het afsluiten van kasgeldleningen binnen de kaders van de Wet Fido, Wet op het schatkistbankieren en het treasurystatuut Avres 2016.

 

Artikel 19. Beleid inzake garantiestelling/ uitgegeven geldleningen niet zijnde leenbijstand/BZ leningen

1. Garantieverlening en uitgegeven geldleningen dienen te passen binnen de kaders van de Wet Fido en schatkistbankieren en moet een publieke taak of het algemeen belang dienen.

2. Het dagelijks bestuur toetst de financiële positie van de aanvrager, vraagt indien mogelijk zakelijke zekerheden en stelt voorwaarden op om de financiële positie van de aanvrager gedurende looptijd te kunnen monitoren.

 

Artikel 20. Reserves

1. In de beleidsbegroting, de financiële begroting, het jaarverslag en de jaarrekening vindt geen toerekening van rente over de reserves aan de taakvelden plaats.

2. Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur eens in de 8 jaar een nota reserves aan. Deze nota wordt door het algemeen bestuur vastgesteld en behandelt de vorming en besteding van reserves;

3. Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve wordt in ieder geval aangegeven:

het specifieke doel van de reserve;

het bestedingsplan van de reserve;

de voeding van de reserve;

de maximale hoogte van de reserve en

de maximale looptijd.

4. Als een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen binnen de aangegeven maximale looptijd niet heeft geleid tot een investering, valt de bestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de algemene reserve toegevoegd.

5. De reserves worden jaarlijks bij zowel de begroting als de jaarrekening overeenkomstig de punten van lid 3 getoetst en de onderliggende bestedingsplannen wordt hierbij geactualiseerd.

6. De jaarlijkse toevoegingen en onttrekkingen aan de bestemmingsreserve ambitiefonds zijn gelijk aan de baten en lasten (exclusief reserve mutaties).

7 De baten in verband ESF subsidies kunnen in een bestemmingsreserve gestort. Het algemeen bestuur besluit over de feitelijke onttrekkingen ten gunste van het begrotingsresultaat.

8. De middelen van de bestemmingsreserve “financiering en (begeleide) participatie en inkomensverstrekking worden aan de algemene reserve toegevoegd.

9. Voor een bestemming ten laste van de algemene reserve wordt door het algemeen bestuur op basis van besluitvorming een bestemmingsreserve geopend.

 

Paragraaf 5. Paragrafen bij de begroting en jaarstukken

 

Artikel 21. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Het algemeen bestuur stelt een nota weerstandsvermogen en risicobeheersing vast.

De nota handelt over de aard en (gewenste) omvang van de reserves en de methodiek voor het bereken van financiële risico’s.

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het dagelijks bestuur de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op. Daarnaast verschaft de paragraaf inzicht in het dekkingspercentage van het weerstandsvermogen (= weerstandsratio) en de ontwikkeling van de financiële ratio’s zoals solvabiliteit, bruto en netto schuldquote.

De paragraaf meldt overeenkomstig artikel 8 lid 4 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten de financiële risico’s.

 

Artikel 22. Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

1. Bij de begroting en de jaarstukken neemt het dagelijks bestuur in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 12 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op de voortgang van het geplande onderhoud.

2. De paragraaf kapitaalgoederen geeft het weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor gebouwen.

 

Artikel 23. Financiering

Het dagelijks bestuur neemt in de paragraaf financiering van de begroting en de jaarstukken de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.

 

Artikel 24. Bedrijfsvoering

Het dagelijks bestuur nemen in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten;

de kosten van inhuur derden;

de huisvestingskosten;

de automatiseringskosten;

de budgetten voor het algemeen bestuur en de accountant;

een toelichting op alle afwijkingen in rechtmatigheid, die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen, voor zover deze de rapportagegrens, zoals bedoeld in artikel 9 overschrijden, en eventueel welke maatregelen worden genomen om deze afwijkingen in de toekomst te voorkomen;

een overzicht van en toelichting op niet-financiële onrechtmatigheden in verband met het niet naleven van bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden en de bijbehorende ministeriële regelingen, als deze voorkomen;

rapportage van het veelvuldig niet naleven van normen uit de gids proportionaliteit en/of slechte documentatie of naleving hiervan, als deze voorkomen;

geconstateerde fraude door eigen medewerkers, als dit voorkomt.

Artikel 25. Verbonden partijen

Het dagelijks bestuur neemt in de paragraaf verbonden partijen van de begroting en de jaarstukken de onderdelen op grond van artikel 15 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.

 

Paragraaf 6. Financiële organisatie en financieel beheer

 

Artikel 26. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen bij Avres als geheel en in de afdelingen en teams;

b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden, contracten;

c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

d. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het beleid;

e. het afleggen van verantwoording door het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving, en

f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 27. Financiële organisatie

Het dagelijks bestuur draagt in ieder geval zorg voor:

een eenduidige indeling van de organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden;

de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen, en

het beleid en de interne regels voor het voorkomen van fraude van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde prestaties en de maatschappelijke effecten zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur, kunnen worden getoetst.

dat de medewerkers verbijzonderde interne controle op operationeel gebied onafhankelijk kunnen functioneren ten opzichte van het team- en afdelingsmanagement waaronder de medewerkers ressorteren.

 

Artikel 28. Interne controle

1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteert het dagelijks bestuur daarover in de rechtmatigheidsverantwoording, zoals beschreven in artikel 25 onder f. Daarnaast informeert het dagelijks bestuur het algemeen bestuur over genomen maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.

2. Het dagelijks bestuur zorgt voor de systematische controle van de administratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van Avres met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de 5 jaar. Bij afwijkingen in de administratie nemen het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.

 

Paragraaf 7. Slotbepalingen

 

Artikel 29. Intrekking oude regeling

De financiële verordening Avres 2022 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.

Artikel 30. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie in het electronisch blad gemeenschappelijke regelingen en werkt terug tot 1 januari 2023.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening financieel beleid, beheer en organisatie Avres 2023.

 

 

Aldus vastgesteld te Meerkerk in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Avres van 6 juli 2023.

De voorzitter, P. Vat

De secretaris, P. Van Uitert