Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regel subsidie onderwijs gemeente Utrecht |
Citeertitel | Nadere regel subsidie Onderwijs gemeente Utrecht - Goed onderwijs voor de Utrechtse Jeugd |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 156, derde lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-07-2023 | Nadere regel onderwijs vernieuwd | 04-07-2023 |
Goed onderwijs voor de Utrechtse jeugd
Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;
• Artikel 3 lid 2 Algemene subsidieverordening Gemeente Utrecht (ASV);
• Artikel 156 lid 3 Gemeentewet.
besluiten vast te stellen de nadere regel subsidie onderwijs gemeente Utrecht, goed onderwijs voor de Utrechtse Jeugd.
Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1.2. Beleidsdoelstelling Goed onderwijs voor de Utrechtse jeugd
Artikel 2.1.3. Eisen aan de subsidieaanvrager
Artikel 2.1.4. Vaststelling subsidieplafond
Artikel 2.1.5. Eisen aan de subsidieaanvraag
Artikel 2.1.6. Indieningstermijn subsidieaanvraag
Artikel 2.1.7. Beoordeling subsidieaanvraag
Hoofdstuk 3 Aanvullende bepalingen
Paragraaf 3.1. Taal- en talentontwikkeling
Artikel 3.1.1. Versterken van taal
Artikel 3.1.2. Transformatie Brede School Academie/U-GO! & HTU 1
Artikel 3.1.3. Taal en onderwijs voor nieuwkomers Primair Onderwijs
Artikel 3.1.4. Taal en onderwijs voor nieuwkomers Voortgezet Onderwijs
Artikel 3.1.5. NT2-onderwijs voor volwassenen HBO+ zonder inburgeringsplicht
Artikel 3.1.6. Talentonwikkeling Primair Onderwijs
Artikel 3.1.7. Coördinator Brede School
Artikel 3.1.8. Brede ontwikkeling Voortgezet Onderwijs
Artikel 3.1.9. Cultuureducatie, cultuur voor ieder kind
Artikel 3.1.10 Gezond Leren op School
Paragraaf 3.2. Een passende plek
Artikel 3.2.1. Ondersteuning peuter bij overgang naar (speciaal) Primair Onderwijs
Artikel 3.2.2. Orthopedagogisch Didactisch Centrum (OPDC) Utrecht
Artikel 3.2.3. Psychosociale pedagogische interventies in het primair en voortgezet Onderwijs
Artikel 3.2.4. Regionale aanpak voorkomen voortijdig schoolverlaten, SchoolWerkt-agenda
Artikel 3.2.5. Financiële ondersteuning voor leerlingen Primair Onderwijs
Paragraaf 3.3. Soepele overgangen
Artikel 3.3.1. Verbindingsgroep ten behoeve van de overgang voorschool (VE) naar primair onderwijs (PO)
Artikel 3.3.2. Overgang primair onderwijs (PO) naar voortgezet onderwijs (VO)
Artikel 3.3.3. Loopbaanoriëntatie in een doorgaande leerlijn in PO en VO
Artikel 3.3.4. Stedelijke coördinatie loopbaanoriëntatie Voortgezet Onderwijs (VO) naar Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)
Paragraaf 4.1 Besluitvorming, monitoring en evaluatie
Artikel 4.1.2. Monitoring & evaluatie
Paragraaf 4.2. Inwerkingtreding en citeertitel
Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
In deze nadere regel wordt verstaan onder:
HTU: Honours Trajectum Utrecht is een programma dat leerlingen uit de 2e en 3e klas havo en vwo van aangesloten scholen uit Utrecht aanvullend onderwijs biedt, om hun Nederlandse taalvaardigheid en kennis van de wereld extra te ontwikkelen, om kennis te maken met de wetenschap en om studievaardigheden te verbeteren;
Ouderbetrokkenheid: Alle vormen van belangstellende betrokkenheid van de ouders bij de begeleiding van hun eigen kind, bij de groep waarin hun kind zit en bij de peuterspeelzaal of school als geheel en alle vormen van belangstellende betrokkenheid van de voorschoolse instelling of school bij de thuissituatie van het kind;
Schoolweging: De schoolweging wordt door het CBS berekend op basis van de volgende indicatoren: opleidingsniveau van de ouders, het gemiddeld opleidingsniveau van alle moeders op school, het land van herkomst van de ouders, de verblijfsduur van de moeder in Nederland, of ouders in de schuldsanering zitten.
Artikel 2.1.2. Beleidsdoelstelling Goed onderwijs voor de Utrechtse jeugd
In Utrecht willen we dat alle kinderen en jongeren gezond en veilig kunnen opgroeien en de ruimte krijgen om hun talenten te ontdekken en ontwikkelen. Voor de meeste kinderen en jongeren verloopt dit zonder grote problemen, maar voor sommigen is hier ondersteuning bij nodig. De partners in de Utrechtse Onderwijs Agenda werken met elkaar samen aan goed onderwijs voor de Utrechtse jeugd. ‘Gezond stedelijk leven voor iedereen’ is de ambitie van de stad Utrecht. Bij de activiteiten die (mede) door deze subsidie worden uitgevoerd, vragen we om gezondheid te beschermen en gezonde leefgewoonten te bevorderen, in het bijzonder voor jeugd, ouderen en/of kwetsbare inwoners, zodat dit bijdraagt aan het verkleinen van gezondheidsverschillen.
We willen voortdurend leren, mét onze partners, omdat we beseffen dat we elkaar nodig hebben, om contact te maken met de mensen in onze stad en voor ervaring, kennis en expertise. De gemeente werkt daarbij vanuit een eigen rol en taak in het overstijgend algemeen belang van inwoners van Utrecht, en van kwetsbare inwoners in het bijzonder. Daarom werkt de gemeente voor het onderwijsbeleid aan de volgende opgaven:
Een van de manieren waarop de gemeente werkt aan deze opgaven is het beschikbaar stellen van subsidie. De manier en de mate waarin we subsidie verstrekken is voor elke opgave verschillend. We sluiten aan bij wat voor elke opgave de optimale werkwijze is.
We werken samen met de onderwijspartners volgens een aanpak die bestaat uit de vier pijlers: waarden, kaders, dialoog, en monitorinformatie.
De gemeente Utrecht werkt aan het onderwijsbeleid vanuit de volgende waarden:
-De ontwikkeling van kinderen en jongeren (Ontwikkeling)
We gaan uit van de mogelijkheden en talenten van kinderen en jongeren. We willen iedere jongere de kans bieden zich te ontplooien tot zelfstandig burger om mee te kunnen doen aan de maatschappij. Dat kinderen lekker in hun vel zitten en tot leren kunnen komen. Goede leraren die zichzelf blijven ontwikkelen zijn cruciaal voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren.
-De omgeving van kinderen en jongeren (Ontmoeting)
Onderwijskansen willen we vergroten door een sterkere verbinding tussen thuis, school en de omgeving van kinderen en jongeren. We investeren in samenwerking tussen school, ouders en gezonde leefomgeving. We vinden het belangrijk dat ouders en kinderen met verschillende achtergronden elkaar ontmoeten en leren samenwerken.
-Gelijkheid betekent niet hetzelfde (Maatwerk)
We investeren in een stevige gezonde basis, goed onderwijs voor alle kinderen. Sommige leerlingen hebben iets extra’s nodig. Door een tijdige en gerichte inzet krijgen alle leerlingen de kans om hun talenten te ontdekken en ontwikkelen. We laten ons leiden door wat leerlingen nodig hebben, daarbij leveren we maatwerk, zoeken we naar creatieve oplossingen en treden we soms buiten de kaders. Voor gelijke kansen kunnen we ongelijk investeren.
-Samen kom je verder (Partnerschap)
Met de partners wordt de ondersteuning geboden om jongeren hun schoolloopbaan zo goed mogelijk te laten doorlopen. Er is aandacht voor ieders rol en verantwoordelijkheid. Er is sprake van transparantie in de inzet en de effecten die worden nagestreefd. Als duidelijk is dat een interventie niet werkt wordt ermee gestopt. De gemeente Utrecht is ambitieus en realistisch.
De kaders voor subsidie worden gesteld door het budgetplafond en deze nadere regel.
Bij de dialoog met onze onderwijspartners gaat het gesprek naast waarden en kaders ook over het samen ontwikkelen en delen van kennis en ervaring, en over effectiviteit.
De monitorinformatie die samen met de onderwijspartners wordt ontwikkeld is van belang om de effectiviteit van verschillende vormen van inzet te evalueren en daarvan te leren voor het vervolg.
Artikel 2.1.3. Eisen aan de subsidieaanvrager
De subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid. De aanvrager is een bestuur van een onderwijsinstelling, een samenwerkingsverband van onderwijsinstellingen, kinderopvangorganisatie of een stichting die aantoonbaar samenwerkt met het Utrechtse onderwijs- of taalnetwerk.
In de paragrafen 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4 staat aangegeven welke rechtspersonen kunnen aanvragen en welke aanvullende eisen er worden gesteld.
Het is toegestaan dat één schoolbestuur als penvoerder mede namens een andere organisatie(s) subsidie aanvraagt voor een activiteit waarin de betreffende organisaties samenwerken.
Artikel 2.1.4. Vaststelling subsidieplafond
Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks de subsidieplafonds per doelstelling vast door middel van de subsidiestaat. Deze is te vinden op www.utrecht.nl/subsidie.
Artikel 2.1.5. Eisen aan de subsidieaanvraag
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een aanvrager in ieder geval een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van de Programmabegroting van de gemeente Utrecht en het behalen van de doelstellingen zoals beschreven in deze nadere regel.
De aanvrager dient een integrale aanvraag in voor alle activiteiten met een jaarsubsidie, uitgezonderd de activiteiten waarin meerdere schoolbesturen samenwerken. Voor eenmalige activiteiten en voor activiteiten waarin meerdere organisaties met elkaar samenwerken, kunnen afzonderlijke aanvragen worden ingediend.
De aanvraag wordt ter attentie van burgemeester en wethouders ingediend en bevat in elk geval:
De periode waarvoor de aanvrager subsidie aanvraagt. Het beschikbare budget voor jaarsubsidies kan eventueel voor meerdere jaren worden verleend. Als de aanvrager voor meerjarige subsidie in aanmerking wil komen, moet dat duidelijk in de subsidieaanvraag worden aangeven. Dit kan voor maximaal 3 jaar.
Aantal leerlingen en achterstandsscore
Bij sommige subsidiabele activiteiten wordt de hoogte van de subsidie per kalenderjaar bepaald door middel van een verdeelsleutel. De werking van de verdeelsleutel wordt nader toegelicht bij de subsidies waarin deze van kracht is.
Artikel 2.1.6. Indieningstermijn subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen dienen uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd te worden ingediend door middel van e-herkenning.
Voor Utrecht Leert! (artikel 3.4.1) kunnen aanvragen gedurende het hele jaar worden ingediend.
Voor de aanvragen voor Onderwijsimpuls (artikel 3.4.3) is er een tweede indieningstermijn, uiterlijk de eerste vrijdag na de meivakantie, zoals vastgesteld door het Rijk, van het lopende kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Hoofdstuk 3 Aanvullende bepalingen
Paragraaf 3.1. Taal- en talentontwikkeling
In deze paragraaf staan de subsidies die tot doel hebben het verminderen van taal- en onderwijsachterstanden. Daar vallen ook onder brede talentontwikkeling en cultuureducatie, en de inzet van personeel dat hierbij kan ondersteunen.
Artikel 3.1.1. Versterken van taal
Versterken van taal maakt in Utrecht deel uit van het onderwijsachterstandenbeleid. De aanvrager kan deze subsidie inzetten op de manier die past bij de taalachterstandenproblematiek van elke afzonderlijke school. De middelen voor taalachterstandenbestrijding dienen te worden ingezet in die groepen en voor die leerlingen die deze intensievere/extra inzet het hardst nodig hebben. Vanwege de doorgaande lijn met de voorschoolse educatie, wordt er verwacht dat een deel van deze middelen in ieder geval worden ingezet in de kleutergroepen (vroegschool).
Leerlingen met (een risico op) een taalachterstand optimaal toerusten om hun schoolloopbaan goed te kunnen vervolgen.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door Utrechtse schoolbesturen primair onderwijs met een of meer scholen die volgens het CBS een achterstandsscore van minimaal 1,25 hebben.
Activiteiten ter verbetering van de taalprestaties van leerlingen met (een risico op) een taalachterstand.
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
In de aanvraag geeft de aanvrager zijn algemene visie op het bestrijden van taal/onderwijs-achterstanden en welke scholen voor welke activiteiten subsidie ontvangen en hoeveel leerlingen met (een risico op) een taalachterstand met deze activiteiten worden bereikt. Er wordt een beschrijving op hoofdlijnen verwacht.
5. Verdeelsleutel subsidiebedrag
Het voor deze activiteiten beschikbare subsidiebedrag wordt naar rato verdeeld onder de aanvragers op basis van de optelsom van alle achterstandsscores van alle scholen per bestuur die volgens het CBS een minimale gemiddelde achterstandsscore van 1,25 hebben.
De gemiddelde achterstandsscore wordt berekend door de achterstandsscore [zonder drempel] te delen door het aantal leerlingen.
Artikel 3.1.2. Transformatie Brede School Academie/U-GO! & HTU 1
De subsidie heeft als doel het borgen van activiteiten voor hogere taalprestaties en bredere maatschappelijke ontwikkeling in het onderwijsaanbod voor leerlingen met een taalachterstand en talentvolle leerlingen die onderpresteren op taal in het primair onderwijs en in de overgang naar het voortgezet onderwijs (brugklas).
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door een schoolbestuur primair en voortgezet onderwijs met één of meer scholen in Utrecht die volgens het CBS achterstandsscore van minimaal 1,25 hebben. Het aanvragende schoolbestuur mag mede namens ander(e) schoolbestuur/schoolbesturen aanvragen.
Het uitvoeren van activiteiten en de algemene coördinatie van UGO in primair onderwijs en HTU 1 in de overgang naar het voortgezet onderwijs.
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
Artikel 3.1.3. Taal en onderwijs voor nieuwkomers Primair Onderwijs
Nieuwkomers (leerlingen in het primair onderwijs) leren de Nederlandse taal bij voorkeur via de Taalschool zodat zij na ca. 1½ jaar Taalschool, bij uitstroom naar het reguliere onderwijs, Nederlands spreken, lezen en schrijven – passend bij het vastgestelde uitstroomniveau. Na deze periode krijgen nieuwkomers - met eventueel doorlopende ondersteuning vanuit de taalschool aan leerkrachten - nog enige jaren verdere begeleiding om zo succesvol aan hun vervolgonderwijs te kunnen deelnemen.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door één schoolbestuur Primair Onderwijs dat namens de andere schoolbesturen de voorziening Taalschool in Utrecht (plus aanvullende ambulante inzet in het reguliere basisonderwijs) in stand houdt.
Het aanbieden van (taal)onderwijs en adequate begeleiding aan nieuwkomers gericht op het leren van de Nederlandse taal, met als doel Nederlands te kunnen spreken, lezen en schrijven – passend bij het vastgestelde uitstroomniveau - en het aanbieden van doorlopende ondersteuning en ambulante begeleiding vanuit de Taalschool aan leerkrachten en leerlingen op een reguliere school of het speciaal onderwijs waar nieuwkomers naar doorgeplaatst worden.
Artikel 3.1.4. Taal en onderwijs voor nieuwkomers Voortgezet Onderwijs
Nieuwkomers (leerlingen in het VO) leren de Nederlandse taal zodat zij na ca. 1½ jaar, bij uitstroom naar vervolgonderwijs Nederlands spreken, lezen en schrijven – passend bij het vastgestelde uitstroomniveau.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Eén schoolbestuur Voortgezet Onderwijs, dat namens de ander schoolbesturen de Internationale schakelklassen in Utrecht verzorgt.
Het aanbieden van (taal)onderwijs) en adequate begeleiding) aan nieuwkomers gericht op het leren van de Nederlandse taal, met als doel Nederlands kunnen spreken, lezen en schrijven. Leerlingen stromen succesvol door naar voortgezet onderwijs of vervolgonderwijs dat past bij het vastgestelde uitstroomniveau.
Artikel 3.1.5. NT2-onderwijs voor volwassenen HBO+ zonder inburgeringsplicht
Voor nieuwkomers zonder inburgeringsplicht en een opleiding op tenminste hbo-niveau bestaat geen landelijk beleid dat hen in staat stelt de Nederlandse taal te leren. Zij krijgen met deze subsidie de mogelijkheid om de Nederlandse taal te leren en waar mogelijk een Staatsexamen NT2 Programma I (B1) te behalen. Zo wordt hen de mogelijkheid geboden om hun talenten te ontwikkelen, zodat zij zelfstandig kunnen deelnemen aan de Utrechtse samenleving, op de arbeidsmarkt, in de buurt en in hun rol als ouder van hun kinderen op en rond de school.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie wordt verleend aan één aanvrager, met aantoonbare ervaring in de organisatie van NT2 cursussen voor volwassenen. Bij meerdere aanvragers, zullen de aanvragen worden beoordeeld volgens de criteria in paragraaf 2.7.
De organisatie voldoet aan de kwaliteitseisen die door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn gesteld aan het non-formeel onderwijs gefinancierd uit de WEB, het keurmerk Blik op Werk of een vergelijkbaar keurmerk dat is goedgekeurd door het ministerie van SZW. De organisatie rapporteert ieder kwartaal over in-, uit- en doorstroom van deelnemers, redenen van uitval, behaalde resultaten en eigen bijdragen van deelnemers. Op grond van nieuwe eisen van het ministerie van SZW kunnen nieuwe eisen worden gesteld aan aard en inhoud van de rapportage. De organisatie is in staat en bereid om actief deel uit te maken van het Utrechtse taalnetwerk voor volwassenen.
De uitvoering van taalmodules, als stappen die gericht zijn op het niveau van het Staatsexamen NT2 Programma I (B1). Het gaat om kosten die noodzakelijk zijn voor werving en intake van deelnemers, organisatie, materialen, deskundige docenten en noodzakelijke registratie en administratie. De aanvrager geeft tevens aan welke eigen bijdrage deelnemers betalen.
Artikel 3.1.6. Talentonwikkeling Primair Onderwijs
Alle Utrechtse kinderen ontdekken en ontwikkelen hun talenten en cognitieve en sociaal/emotionele vaardigheden. De focus ligt op de Utrechtse kinderen die deze kansen van huis uit minder meekrijgen.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door één of meerdere schoolbesturen Primair Onderwijs, die één of meerdere scholen hebben met een achterstandsscore van 1,25 of hoger binnen aangewezen aandachtswijken.
3.Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
Het activiteitenbudget is alleen in te zetten ten behoeve van activiteiten die plaatsvinden binnen het netwerk van de Brede School. De Brede School stimuleert actief de deelname van leerlingen die dat nodig hebben om gelijke kansen te stimuleren. De Brede Scholen werken hierin samen met externe partners vanuit een gedeelde pedagogische werkwijze.
Het activiteitenbudget is alleen in te zetten ten behoeve van activiteiten die openstaan voor alle leerlingen van de betreffende scholen.
Een activiteitenplan per jaar waarin de activiteiten, beoogde doelen, verwachte resultaten en bereik zijn opgenomen voor alle Brede Scholen.
4.Verdeelsleutel subsidiebedrag
Het beschikbare subsidiebedrag wordt verdeeld onder de aanvragers op basis van de leerlingenaantallen op de scholen die volgens het CBS een gemiddelde achterstandsscore van 1,25 of hoger hebben. Schoolbesturen zijn vrij het bedrag naar eigen inzicht over de scholen binnen het bestuur te verdelen, zolang ze de scholen die een achterstandsscore van meer dan1,25 hebben hierbij betrekken.
In de aanvraag wordt een voorstel opgenomen over de verdeling van de middelen over de diverse scholen/aandachtsgebieden. De inzet van overige middelen, zoals bijvoorbeeld de Rijksmiddelen School en Omgeving, kunnen hierbij betrokken worden.
Artikel 3.1.7. Coördinator Brede School
Er is een subsidie beschikbaar voor combinatiefuncties om de coördinatie van activiteiten op het gebied van de verrijking van de context binnen en rondom de scholen vorm te geven. Dit wordt uitgevoerd door Brede School coördinatoren. Deze coördinatoren doen hun werk binnen de wijken waar de brede scholen actief zijn. Er is tevens ruimte om vanuit dit bedrag stedelijke coördinatie in te zetten.
De coördinator Brede School zorgt voor samenhang van het activiteitenaanbod en afstemming met de scholen, voor deskundigheidsbevordering van de medewerkers en een gezamenlijke pedagogische aanpak van de samenwerkende partners. Ook zorgt de coördinator Brede School voor samenhang binnen het netwerk in de wijk. Dit is vastgelegd in een functiebeschrijving coördinatie Brede School, die onderdeel is van de subsidieaanvraag.
2.Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door de gezamenlijke schoolbesturen Primair Onderwijs die fungeren als penvoerders voor de Brede school.
3.Verdeelsleutel subsidiebedrag
Het beschikbare subsidiebedrag wordt verdeeld onder de aanvragers op basis van het aantal fte combinatiefunctionarissen dat bij het betreffende bestuur in dienst is. De hoogte van de subsidie voor de salariskosten van de combinatiefunctionaris per fte bedraagt maximaal een 11,8ste deel van het beschikbare subsidiebedrag. Inzet voor FTE-combinatiefuncties kan niet worden ingezet voor activiteiten.
De coördinatoren Brede School zijn inzetbaar op meerdere Brede Scholen. De samenwerkende schoolbesturen kunnen de inzet flexibel verdelen naar eigen inzicht en in overleg met de andere betrokken schoolbesturen.
Subsidiabel zijn coördinerende activiteiten ten behoeve van de brede school. Er is hiervoor een bedrag van minimaal 590.000 beschikbaar. Het minimale bedrag is hierbij gebaseerd op de rijksregeling combinatiefuncties en mag daarom alleen aan coördinatie worden besteed. Het overige bedrag kan flexibel worden ingezet, dus voor zowel activiteiten als coördinatie. Ook zaken als bijscholing en website worden uit het flexibele gedeelte bekostigd.
Artikel 3.1.8. Brede ontwikkeling Voortgezet Onderwijs
Leerlingen maken kennis met een breed palet aan activiteiten met als doel persoonsvorming en sociale ontwikkeling.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door schoolbesturen Voortgezet Onderwijs voor Utrechtse scholen met een VMBO-afdeling.
Minimaal 50% van de leerlingen van het VMBO maakt kennis met activiteiten voor persoonsvorming en sociale ontwikkeling die aanvullend zijn op het verplichte curriculum. Uitbreiding naar andere groepen leerlingen is toegestaan maar mag niet ten koste gaan van het bereik onder vmbo-leerlingen. Het kan gaan om activiteiten op het gebied van talentontwikkeling, maar ook om sociaal-emotionele ontwikkeling. De school stimuleert actief de deelname van leerlingen die daarmee een meer gelijke kans krijgen om zich breed te ontwikkelen.
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
De school werkt hierin samen met externe partners vanuit een gedeelde pedagogische werkwijze.
De school maakt hiervoor per jaar een activiteitenplan waarin de activiteiten, beoogde doelen, verwachte resultaten en bereik zijn opgenomen.
Het beschikbare bedrag per schoolbestuur is gebaseerd op het aantal leerlingen op de deelnemende scholen dat afkomstig is uit een postcode-cumulatiegebied. Het schoolbestuur kan de beschikbare middelen naar eigen inzicht verdelen over de deelnemende scholen.
Tenminste 70% van de middelen wordt door het schoolbestuur ingezet op activiteiten voor leerlingen. Maximaal 30% kan worden ingezet voor brede school coördinatie en de zorg voor samenhang van het activiteitenaanbod.
Artikel 3.1.9. Cultuureducatie, cultuur voor ieder kind
Alle leerlingen in het primair onderwijs en voortgezet (speciaal) onderwijs komen in aanraking met cultuur, zowel actief als receptief en reflectief. Cultuureducatie biedt leerlingen de kans om hun creatief talent te ontdekken en te ontwikkelen. Cultuureducatie kan worden vormgegeven als een apart vak. Het kan ook volledig worden geïntegreerd in het curriculum van de school: dan is er sprake van cultuuronderwijs.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Voor deze subsidie komen uitsluitend in aanmerking:
Deze subsidie kan worden aangevraagd voor activiteiten die bijdragen aan het cultuuronderwijs of aan cultuureducatie op de school, in samenhang met de in het schoolplan vastgestelde visie op cultuureducatie en bondig activiteitenplan per school of een gebundeld samengevat cultuureducatieplan van alle scholen die onder het schoolbestuur vallen. Materialen zijn alleen subsidiabel als cultuureducatie het hoofddoel is. Kosten van ICT komen niet in aanmerking voor subsidie.
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
Uit de aanvraag en de begroting dient te blijken:
Artikel 3.1.10 Gezond Leren op School
Ieder kind heeft recht om gezond op te groeien. Om dit te realiseren bieden we op Utrechtse scholen1 de mogelijkheid om aanspraak te maken op een subsidie om een compleet gezond aanbod van een gezonde lunch, beweegactiviteiten, ouderbetrokkenheid en voedseleducatie te faciliteren. De combinatie van deze vier elementen zijn bewezen effectief om een gezonde leefstijl te bevorderen. Hiermee wordt honger tegengegaan en gezond gewicht en leefstijl bevorderd. Dit programma heet Gezond Gewicht op School (GGOS). Zie voor plan van aanpak deze link.
Met het complete gezonde aanbod GGOS stimuleren we kinderen om een gezonde leefstijl en een gezond gewicht te verkrijgen en behouden. Uit onderzoek blijkt dat bewegend leren zorgt voor betere leerprestaties, meer controle op impulsief gedrag, een betere stemming en conditie. Lekker in je vel zitten, lichamelijk en mentaal je goed voelen, zijn voor kinderen belangrijke voorwaarden om tot leren te kunnen komen. Het betrekken van ouders/verzorgers en voedseleducatie is essentieel om het stimuleren van gezond gedrag ook in de thuissituatie te bevorderen. Hierbij vinden we het van groot belang dat wordt aangesloten op de specifieke context van de ouders/verzorgers.
2.Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door:
De aanvrager moet een jaarplan indienen hoe op school wordt ingezet om een gezonde leefstijl te stimuleren en hoe daar de vier verschillende elementen (lunch, bewegen, ouderbetrokkenheid en voedseleducatie) in terugkomen. Hierin wordt de verbinding gelegd met andere subsidiabele activiteiten zoals schoolmaaltijden.nl, beweegaanbod, gezonde schoolaanpak en School en Omgeving. Het is ook mogelijk om de subsidiabele activiteiten te combineren met bestaande (niet gesubsidieerde) activiteiten en dit samen te beschrijven in het plan. Het doel is om tot een aanbod te komen dat een gezonde leefstijl stimuleert. We geven voorkeur aan scholen die dit complete gezonde aanbod kunnen aanbieden op scholen. Scholen, ouders en kinderen zijn vrij in de invulling hiervan. De bedoeling is dat deze subsidie geen extra werkdruk legt bij leraren.
Een gezonde vegetarische lunch volgens de richtlijnen van het Voedingscentrum, gedurende minimaal drie dagen in de week. Zie deze link voor aanvullende informatie; Wat is een gezonde schoollunch? | Voedingscentrum.
Ouderbetrokkenheid gericht op het belang van bewegen en goede voeding. Hierbij is het van belang om zo veel mogelijk bij de situatie van de ouders aan te sluiten om de activiteiten ook aan te laten sluiten op de thuis context. Zie ook artikel Wat een schoonmaker je kan vertellen over goed beleid - De Correspondent’.
4.Verdeelsleutel subsidiebedrag
Het beleid is om gedane inspanningen in 2023 op de scholen, die gefinancierd worden vanuit het plan Gezond Gewicht op School, voort te zetten. Dit zijn vooral speciaal onderwijs scholen. Daarom geven we bij toekenning van nieuwe scholen in eerste instantie voorrang aan scholen in het regulier primair onderwijs, totdat dit aantal gelijk is aan het aantal deelnemende speciaal onderwijs scholen. Bij een afweging tussen scholen in het primair onderwijs hebben scholen met een hogere schoolweging voorrang. Scholen die het volledige pakket (met alle vier elementen) aanbieden hebben voorrang.
Indien de subsidieaanvraag bestaat uit aanbod van gezonde lunch, bewegen, ouderbetrokkenheid en voedseleducatie is het maximum aan te vragen bedrag 4 euro per kind per dag gedurende 42 weken per jaar.
Paragraaf 3.2. Een passende plek
In deze paragraaf staan subsidies die tot doel hebben activiteiten ter ondersteuning van leerlingen die iets extra’s nodig hebben om te kunnen aansluiten in het onderwijs, en waarin het samenwerkingsverband of de jeugdhulp geen eigen opdracht heeft.
Artikel 3.2.1. Ondersteuning peuter bij overgang naar (speciaal) Primair Onderwijs
Het betreft hier kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar met specifieke ontwikkelings- en/of gedragsproblemen en/of een verhoogd risico op leerproblemen en/of achterstanden in de schoolvaardigheden.
We willen dat kinderen veilig en gezond opgroeien en de mogelijkheid krijgen zich maximaal te ontwikkelen. Daartoe zetten we in op duurzame verbetering van het welzijn van jonge kinderen, ouders en hun omgeving. Dat doen we door preventie, vroeg signalering, een doorgaande lijn (van voorschoolse voorziening naar het primair (speciaal) onderwijs) en duurzame oplossingen. Hierbij staat de vraag van ouders. Ondersteuning vindt plaats in de leefomgeving van het kind/gezin.
De notitie Kernpartneraanpak Voorschoolse Educatie vormt het kader voor de gezamenlijke opdracht van de kernpartners (Jeugdgezondheidszorg, Buurtteam Jeugd & Gezin, aanbieders Voorschoolse Educatie, Samenwerkingsverband Utrecht PO) om goede en passende ondersteuning te bieden aan jonge kinderen en hun ouders in de stad Utrecht, ieder vanuit zijn eigen expertise en rol.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie is bedoeld voor de uitvoering van de rol van het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs. Voor deze subsidie komen uitsluitend in aanmerking: Samenwerkingsverbanden Primair Onderwijs zoals gesteld in paragraaf 2.3.
Artikel 3.2.2. Orthopedagogisch Didactisch Centrum (OPDC) Utrecht
Ondersteunen en versterken van overbelaste jongeren met meervoudige problematiek die dreigen uit te vallen op school. Zij worden met ondersteuning teruggeleid naar de school van herkomst of doorgeleid naar een andere passende plek.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door het samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs.
De school van inschrijving draagt 95% van de reguliere bekostiging over aan het OPDC bij plaatsing.
Artikel 3.2.3. Psychosociale pedagogische interventies in het primair en voortgezet Onderwijs
• De psychosociale pedagogische interventie richt zich op de groep jongeren die het risico lopen om voortijdig school te verlaten als gevolg van uiteenlopende (relatief lichte) psychosociale problemen, zoals gebrek aan motivatie, weinig zelfvertrouwen, geen vriend(inn)en, moeilijkheden thuis.
• Doel van de hulp en ondersteuning is het duurzaam versterken en verbeteren van het functioneren van de jongere (en zijn omgeving) zodat de schoolloopbaan bij voorkeur ononderbroken kan worden voortgezet.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
De subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door rechtspersonen die samenwerken met Samenwerkingsverbanden Primair en/of Voortgezet Onderwijs zoals gesteld in paragraaf 2.3.
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
In aanvulling op paragraaf 2.5 geeft de aanvrager in de aanvraag een beschrijving van zijn visie op de hulp en ondersteuning aan jongeren met psychosociale problemen in het onderwijs. De aanvrager geeft tevens aan welke rol hij voor zichzelf ziet in het Utrechts zorglandschap en hoe hij samenwerkt met andere Utrechtse partijen rondom de jongeren in het onderwijs.
Artikel 3.2.4. Regionale aanpak voorkomen voortijdig schoolverlaten, SchoolWerkt-agenda
Jongeren in RMC-regio 19 Utrecht die de aansluiting met school en werk dreigen te verliezen worden begeleid op hun unieke pad naar kansrijke deelname aan de samenleving door het voorkomen van (tijdelijke) schooluitval en door in te zetten op het behalen van een startkwalificatie om een goede aansluiting te vinden op de arbeidsmarkt. De aanvrager zet de subsidie in conform de afspraken in de regionale SchoolWerkt-agenda.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Voor deze subsidie komen in aanmerking de deelnemende partners in de regionale aanpak VSV-regio 19:
De subsidiabele activiteiten en subsidiecyclus zijn opgenomen in het regionale programma VSV zoals vastgesteld door de regionale Stuurgroep SchoolWerkt. Voor meer informatie zie de website https://www.schoolwerkt.nl/
De wijze van verdeling van beschikbare Rijksmiddelen voor de regionale aanpak VSV wordt vastgesteld door de regionale Stuurgroep SchoolWerkt en vastgelegd in het Regionaal Programma VSV, de SchoolWerkt-agenda.
De beoordeling en toetsing van de aanvraag vindt plaats door de centrumgemeente in RMC-regio 19 Utrecht. Uitvoering vindt plaats binnen de kaders die zijn afgesproken met de partners in RMC-regio 19 Utrecht en zijn vastgelegd in het regionale programma VSV.
Artikel 3.2.5. Financiële ondersteuning voor leerlingen Primair Onderwijs
Kinderen in het primair onderwijs die vanwege de financiële thuissituatie in mindere mate mee kunnen doen op school, worden ondersteund om hun participatiemogelijkheden te vergroten.
Om te zorgen dat alle kinderen mee kunnen doen op school, is er een vangnet achter de Utrechtse voorliggende voorzieningen om kinderen te ondersteunen van wie de ouders/verzorgers:
3.Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Voor deze subsidie komen uitsluitend organisatie in aanmerking die aantoonbare ervaring hebben met de doelgroep en wat zij nodig hebben. De organisatie kan aantonen hoe zij samen met de PO-scholen van toegevoegde waarde zijn voor de kinderen die opgroeien in armoede op die scholen.
4.Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
Uit de aanvraag dient te blijken:
Paragraaf 3.3. Soepele overgangen
In deze paragraaf staan de subsidies die tot doel hebben om de oriëntatie en de overgangsmomenten in de schoolloopbaan van leerlingen zo soepel mogelijk te laten verlopen en zo te structureren dat leerlingen zich breed kunnen ontwikkelen, oriënteren en een bewuste keuze kunnen maken voor hun opleiding met het oog op de toekomst.
Artikel 3.3.1. Verbindingsgroep ten behoeve van de overgang voorschool (VE) naar primair onderwijs (PO)
De verbindingsgroep is bedoeld voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben om in de overgang van peuter naar kleuter binnen het reguliere basisonderwijs. Door deel te nemen aan de verbindingsgroep krijgen deze kinderen extra ontwikkelkansen om een goede start te maken in de basisschool. De subsidie is voor de inzet van een leerkracht en pedagogisch medewerker op de verbindingsgroep.
2.Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
De subsidie kan worden aangevraagd door een aanbieder van voorschoolse educatie die vanuit de gemeente Utrecht subsidie krijgt op basis van de nadere regel subsidie passende kinderopvang en door het schoolbestuur van de basisschool waar de verbindingsgroep is gevestigd
Hierbij geldt dat bij deze aanvraag een positief advies moet worden bijgevoegd van het Samenwerkingsverband PO. Het Samenwerkingsverband PO heeft het overzicht en de regie over de uitrol van de verbindingsgroep(en).
Voor deze subsidie komen uitsluitend de aanbieder van voorschoolse educatie in aanmerking die de voorschool uitvoert op de betreffende school waar de verbindingsgroep is gevestigd en het schoolbestuur van de basisschool waar de verbindingsgroep is gevestigd.
Deze subsidie is bedoeld voor het uitvoeren van een verbindingsgroep in een school door het bieden van ruimte en de inzet van een leerkracht en pedagogisch medewerker op de verbindingsgroep.
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
Aanleveren van een overzicht van voorschool- en schoollocaties waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Per verbindingsgroep kan maximaal €55.000,- per jaar worden aangevraagd en maximaal € 50.000 per jaar door het schoolbestuur van de basisschool waar de verbindingsgroep is gevestigd.
Artikel 3.3.2. Overgang primair onderwijs (PO) naar voortgezet onderwijs (VO)
Alle Utrechtse leerlingen vinden een plek op het voortgezet onderwijs die aansluit bij hun niveau. Daarbij wordt loting zoveel als mogelijk voorkomen.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Deze subsidie kan worden aangevraagd door het samenwerkingsverband Sterk VO.
De subsidie Overgang primair onderwijs (PO) naar voortgezet onderwijs (VO) (ook wel POVO) kan worden aangevraagd voor structurele stedelijke coördinatie van de POVO procedure. Er is één stedelijk coördinatiepunt POVO ingericht. Het stedelijk coördinatiepunt POVO heeft als taken:
Artikel 3.3.3. Loopbaanoriëntatie in een doorgaande leerlijn in PO en VO
Het stimuleren van jongeren om díe ervaringen op te doen die helpen een realistisch toekomstbeeld te ontwikkelen leidend tot:
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Voor deze subsidie komen uitsluitend in aanmerking organisaties met minimaal drie jaar aantoonbare ervaring met het organiseren van onder meer snuffelstages, sollicitatietrainingen en loopbaanoriëntatie voor po en vo en met een aantoonbaar relevant netwerk van scholen en werkgevers.
De subsidie kan worden aangevraagd voor:
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
Aanvullend op paragraaf 2.5 geeft de aanvrager in de aanvraag een overzicht van de afspraken per school bestaande uit de geplande activiteiten en het verwachte aantal te bereiken leerlingen.
Artikel 3.3.4. Stedelijke coördinatie loopbaanoriëntatie Voortgezet Onderwijs (VO) naar Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)
Alle scholen voor voortgezet onderwijs bieden leerlingen die de overstap maken van voortgezet onderwijs naar MBO, loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) aan volgens de Utrechtse LOB-standaard van het samenwerkingsverband Sterk VO. Leerlingen weten wat voor hen kansrijke keuzes zijn.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Voor deze subsidie komt/komen uitsluitend in aanmerking: samenwerkingsverbanden Voortgezet Onderwijs, zoals gesteld in paragraaf 2.3.
De subsidie kan worden aangevraagd voor:
Paragraaf 3.4. Voldoende (goede) leraren
In deze paragraaf staan subsidies die betrekking hebben op het terugdringen van het lerarentekort en het stimuleren van de ontwikkelmogelijkheden voor scholen en hun onderwijspersoneel, in het belang van onderwijskansen voor de Utrechtse jeugd.
Onderwijsbestuurders kunnen subsidie aanvragen voor activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen van het plan van aanpak voor het terugdringen van het personeelstekort in het onderwijs, Utrecht Leert!.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Subsidie kan worden aangevraagd door onderwijsbestuurders die zijn aangesloten bij Utrecht Leert! ten behoeve van primair onderwijs, voortgezet (speciaal) onderwijs, MBO en onderwijsinstellingen die personeel opleiden voor deze onderwijssectoren.
3. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
De aanvraag kan gedurende het hele jaar worden ingediend. De aanvraag is vooraf getoetst door het bestuurlijk overleg Utrecht Leert! op de bijdrage aan de gezamenlijke doelstellingen van Utrecht Leert!.
De hoogte en looptijd van de subsidie wordt bepaald door het bestuurlijk overleg Utrecht Leert!.
Artikel 3.4.2. Tegemoetkoming loonkosten onderwijsondersteunend personeel in vaste dienst Primair Onderwijs
Leraren en schoolleiders worden op school ondersteund in hun dagelijkse taken.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
De subsidie kan worden aangevraagd door schoolbesturen voor scholen voor Primair Onderwijs in de gemeente Utrecht.
De subsidie is een tegemoetkoming voor de loonkosten van een onderwijsondersteunend medewerker in vaste dienst.
Per PO-locatie kan er voor maximaal 1 medewerker ondersteunend personeel in vaste dienst subsidie worden aangevraagd.
4. Afwijkende eisen aan de aanvraag
In afwijking van paragraaf 2.5 hoeft bij de aanvraag geen begroting te worden ingediend.
5. Verdeelsleutel subsidiebedrag
De verdeelsleutel van de subsidie is als volgt: subsidieplafond per fte 6.468/ aantal aangevraagde fte’s (maximaal 0,8 fte per locatie) = bedrag per locatie op basis van 0,8 fte.
Artikel 3.4.3. Onderwijsimpuls voor toekomstbestendig onderwijs
Scholen en schoolbesturen in het funderend onderwijs kunnen met een incidentele subsidie een professionele lerende cultuur op school stimuleren en onderwijsontwikkeling versnellen.
2. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvrager
Subsidie kan worden aangevraagd door Utrechtse besturen voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs als:
Activiteiten richten zich op tenminste een van de onderstaande thema’s:
Kosten van ruimtes, accommodaties, lesmaterialen, directie en ICT komen niet in aanmerking voor subsidie.
4. Aanvullende eisen aan de subsidieaanvraag
De aanvragen kunnen worden ingediend in twee tijdvakken:
Minimaal 25% van de beschikbare subsidie blijft beschikbaar voor de 2e tranche met indieningsdatum in mei.
De looptijd van de subsidie is maximaal 18 maanden. Het subsidiebedrag onderwijsimpuls is maximaal € 150.000 per aanvraag. Een school mag deelnemen aan meerdere aanvragen. Het subsidiebedrag onderwijsimpuls per school is maximaal € 100.000 per twaalf maanden.
In uitzonderlijke gevallen, als het gaat om initiatieven met een aangetoond overstijgend stedelijk belang voor de ontwikkelkansen van leerlingen en/of onderwijspersoneel, kan het college besluiten van de maximale looptijd en het maximale bedrag van de subsidie af te wijken.
Bij de inhoudelijke beoordeling van de subsidieaanvraag wordt de aanvraag eerst getoetst of voldoende wordt gescoord op de volgende criteria:
De aanvraag draagt bij aan de doelstellingen en actualiteit van de Utrechtse OnderwijsAgenda rond gelijke onderwijskansen en voldoende goede onderwijsprofessionals.
Uitsluitend aanvragen die voldoende scoren op deze criteria, komen in aanmerking voor subsidie.
Als de totale aangevraagde subsidie van aanvragen die voldoende scoren op voorgaande criteria hoger is dan het subsidiebedrag voor de subsidieperiode, wordt aan deze aanvragen een score toegekend op basis van de mate waarin wordt voldaan aan onderstaande aanvullende criteria:
De score op deze criteria bepaalt de onderlinge weging en prioriteit van de aanvragen. Op basis daarvan worden de aanvragen geheel of gedeeltelijk verleend.
Bij de beoordeling van de aanvragen kan het college zich laten adviseren door (externe) deskundigen.
Paragraaf 4.1 Besluitvorming, monitoring en evaluatie
De aanvragen worden door het college op basis van de genoemde criteria beoordeeld.
Het college besluit binnen 13 weken na de indieningstermijn over alle aanvragen die tijdig volledig zijn ontvangen. Bij aanvragen die later pas volledig zijn besluit het college binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvragen.
Artikel 4.1.2. Monitoring en evaluatie
Om de ambities zoals benoemd in paragraaf 2.2 te realiseren wordt de subsidie vanuit de gemeente ingezet voor goed onderwijs en gelijke kansen voor alle Utrechtse leerlingen. De inzet van de subsidie is voornamelijk bedoeld om achterstanden in het onderwijs te voorkomen en te bestrijden.
De monitoring vindt plaats op zowel inspanning als effect.