Organisatie | Best |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling compensatie (energie-)kosten lokale maatschappelijke organisaties Best 2023 |
Citeertitel | Subsidieregeling compensatie (energie-)kosten lokale maatschappelijke organisaties Best 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 1 januari 2024.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-07-2023 | nieuwe regeling | 26-06-2023 |
gelet op het bepaalde in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Best 2020, en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
vast te stellen Subsidieregeling compensatie (energie-)kosten lokale maatschappelijke organisaties Best 2023
De gemeente Best wenst daarom steun te verlenen aan lokale maatschappelijke organisaties die aan de voorwaarden van deze regeling voldoen, tot behoud van deze organisaties voor maatschappelijke activiteiten, in de vorm van een financiële tegemoetkoming om deze organisaties (gedeeltelijk) te compenseren voor de stijging van de (energie-)kosten.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Maatschappelijke organisaties: vrijwilligersorganisaties, dit zijn organisaties zonder winstoogmerk (non-profit) met een maatschappelijke doelstelling (maatschappelijke of culturele waarde creëren voor de lokale omgeving of een bepaalde lokale doelgroep) gericht op sport, recreatie en cultuur, en zijn gevestigd binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Best.
Het bepaalde in deze nadere regels is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidie door het college voor de in artikel 3 benoemde doelstelling.
Met deze subsidieregeling wil het college de maatschappelijke organisaties in Best financieel ondersteunen vanwege gestegen energiekosten en operationele kosten gedurende het kalenderjaar 2023 waardoor de activiteiten voor de inwoners aangeboden kunnen blijven worden.
Deze subsidieregeling valt uiteen in drie varianten.
Variant I. Maatschappelijke organisaties met eigen energieaansluiting
Artikel 6 Subsidieaanvrager variant I.
Subsidie kan worden aangevraagd door maatschappelijke organisaties die een eigen energieaansluiting hebben en de energiekosten rechtstreeks aan een energiemaatschappij betalen.
Variant II. Maatschappelijke organisaties met een component energiekosten in de huur
Artikel 8 Subsidieaanvrager variant II.
Subsidie kan worden aangevraagd door maatschappelijke organisaties die huur betalen aan een verhuurder om gebruik te maken van een accommodatie met in de huur besloten een component energiekosten.
Variant III. Maatschappelijke organisaties met operationele kosten, maatwerkvariant
Artikel 10 Subsidieaanvrager variant III.
Subsidie kan worden aangevraagd door maatschappelijke organisaties die operationele kosten moeten betalen in 2023 en die leiden tot financiële problemen die een risico vormen op het voortbestaan van de desbetreffende organisatie; de levensvatbaarheid van de organisatie komt hierdoor in het gedrang.
Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en de ASV, weigert het college de subsidie in ieder geval indien één van volgende punten van toepassing is:
Aanvrager voldoende eigen middelen bezit om de stijging van de energiekosten zelf op te vangen. Hiervan is sprake als de aanvrager beschikt over een algemene reserve, bestemmingsreserve, voorziening of liquiditeiten van meer dan € 50.000,-. Wanneer het vermogen hoger is dan € 50.000,- en in 2022 aantoonbaar als bestemmingsreserve is geoormerkt met het doel om in 2023 of 2024 een grote uitgave te doen, dan kan hiervan worden afgeweken. Dit zal in een gesprek besproken en beoordeeld worden.
Artikel 13 Berekening tegemoetkoming variant I.
De subsidie wordt gebaseerd op een berekening. Uitgangspunt daarbij is dat er gebruik gemaakt wordt van de door CBS gepubliceerde cijfers inzake de gemiddelde maandprijzen inzake de variabele kosten van elektriciteit en gas.
De onderdelen van de berekening zijn als volgt samengesteld:
De bovengenoemde maandprijs onder A. en B. is per eenheid gas (m3) en per eenheid elektriciteit (kWh) gebaseerd op de openbare cijfers van het CBS en zijn exclusief belastingen en BTW.
Subsidiebedrag = 0,75 * gemiddeld prijsverschil * gemiddeld jaarverbruik energie
Artikel 14 Berekening tegemoetkoming variant II.
In deze berekening wordt gebruik gemaakt van de huurspecificaties van de afgelopen 3 jaar, van 2020, 2021 en 2022, plus van de huurspecificatie van het huidige jaar, van 2023. Er moet worden aangetoond hoe groot de component energiekosten is in de totale huur over deze kalenderjaren.
Het doel is om uit te rekenen hoeveel het component energiekosten in 2023 méér is gestegen dan in de voorgaande twee jaren.
De onderdelen van de berekening zijn als volgt samengesteld:
Grondslag gemiddelde energiekosten-component stijging van vóór de energiecrisis:
Het gemiddelde wordt berekend op basis van de stijging van het component energiekosten in de huur van 2021 ten opzichte van het voorgaande jaar 2020, en de stijging van het component energiekosten in de huur van 2022 ten opzichte van het voorgaande jaar 2021.
Subsidiebedrag = 0,75 * meer dan gemiddelde stijging van energiekosten-component
Artikel 15 Tegemoetkoming variant III.
Deze tegemoetkoming is een maatwerkvariant.
De maatschappelijke organisatie geeft inzicht in het volgende:
Om deze aanvraag te beoordelen zal altijd een (maatwerk-)gesprek plaats vinden.
Bij de aanvraag voor variant II. dienen de volgende documenten worden meegestuurd als bijlage:
De huurspecificaties van uw verhuurder van het jaar 2020, het jaar 2021 en het jaar 2022. In deze huurspecificaties moet het component energiekosten gespecificeerd staan. Als de aanvrager niet over dergelijke specificaties beschikt, dan dient de aanvrager deze specificaties bij de verhuurder op te vragen;
Bij de aanvraag voor variant III. moeten de volgende documenten als bijlage worden meegestuurd:
Een uitgewerkte (door-)berekening van de operationele kosten van 2023 met daarin de gevolgen op de financiële situatie van de maatschappelijke organisatie. Daaruit moet onder meer blijken wat de gevolgen zijn voor de hoogte van de contributie welke aan de leden of inwoners van Best gevraagd zal worden om deel te nemen aan de activiteiten.
Artikel 17 Bijkomende voorwaarden
De aanvrager geeft inzicht in de al uitgevoerde – en voorgenomen energiebesparende maatregelen oftewel het verduurzamen van de accommodatie waar de maatschappelijke organisatie gevestigd is. Wanneer de maatschappelijke organisatie nog verduurzamingsmaatregelen gaat ondernemen, dan dient een plan van aanpak ingeleverd te worden waarin beschreven wordt welke maatregelen de organisatie voor ogen heeft met de bijhorende tijdsplanning. Het doel van de verduurzamingsmaatregelen is dat de energiekosten die de maatschappelijke organisatie moet betalen, naar beneden gaan, zodat de financiële gezondheid van de organisatie hierdoor verbeterd wordt.
Aldus besloten door de raad van Best
In zijn vergadering van 26 juni 2023,
de griffier
Rian Swinkels
de voorzitter
Hans Ubachs
Bijlage Subsidieregeling compensatie energiekosten en operationele kosten lokale maatschappelijke organisaties Best 2023
Berekening tegemoetkoming / formule (zie artikel 13 en 14)
Subsidiebedrag = 0,75 * gemiddeld prijsverschil * gemiddeld jaarverbruik energie
Subsidiebedrag = 0,75 * (B – A) * C
Voorbeeldberekening Variant I.
Voor A. geldt volgens het CBS voor gas € 0,3430 per m³. Voor elektriciteit geldt € 0,0874 per kWh.
Voor B. geldt volgens het CBS voor gas € 1,5709 per m³. Voor elektriciteit geldt € 0,4034 per kWh.
Uit de jaarafrekening 2021 blijkt het volgende:
Verbruik gas: 4500 m³. Verbruik elektriciteit: 9000 kWh.
Uit de jaarafrekening 2022 blijkt het volgende:
Verbruik gas: 4600 m³. Verbruik elektriciteit: 9500 kWh.
Voor C geldt: 0,5 * (4500 + 4600) = 4550 m³ en 0,5 * (9000 + 9500) = 9250 kWh.
Subsidiebedrag gas = 0,75 * (€ 1,5709 – € 0,3430) * 4550 = € 4.190,21
Subsidiebedrag elektriciteit = 0,75 * (€ 0,4034 – € 0,0874) * 9250 = € 2.192,25
Totaal subsidiebedrag: € 4.190,21 + € 2.192,25 = € 6.382,46
Subsidiebedrag = 0,75 * meer dan gemiddelde stijging van energiekosten-component
Voorbeeldberekening Variant II.
Energiekosten-component in de huur 2020 (bedrag op jaarbasis): € 4.000,-
Energiekosten-component in de huur 2021 (bedrag op jaarbasis): € 5.000,-
Energiekosten-component in de huur 2022 (bedrag op jaarbasis): € 7.000,-
Energiekosten-component in de huur 2023 (bedrag op jaarbasis): € 12.000,-
Stijging 2021 ten opzichte van 2020 = € 5.000,- – € 4.000,- = € 1.000,-.
Stijging 2022 ten opzichte van 2021 = € 7.000,- – € 5.000,- = € 2.000,-.
A = 0.5 * (€ 1.000,- + € 2.000,-) = € 1.500,-.
B = stijging 2023 ten opzichte van 2022 = € 12.000,- – € 7.000,- = € 5.000,-.
C = € 5.000,- – € 1.500,- = € 3.500,-.