Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Best

Subsidieregeling compensatie (energie-)kosten lokale maatschappelijke organisaties Best 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling compensatie (energie-)kosten lokale maatschappelijke organisaties Best 2023
CiteertitelSubsidieregeling compensatie (energie-)kosten lokale maatschappelijke organisaties Best 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt op 1 januari 2024.

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Subsidieverordening gemeente Best 2020
  2. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-07-2023nieuwe regeling

26-06-2023

gmb-2023-306014

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling compensatie (energie-)kosten lokale maatschappelijke organisaties Best 2023

De raad van de gemeente Best

 

gelet op het bepaalde in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Best 2020, en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t

 

vast te stellen Subsidieregeling compensatie (energie-)kosten lokale maatschappelijke organisaties Best 2023

 

Overwegende dat:

 

  • In 2023 de energiekosten en andere kosten een grote stijging laten zien;

  • Deze gestegen kosten grote gevolgen hebben voor diverse maatschappelijke organisaties die actief en gevestigd zijn in de gemeente Best;

  • Maatschappelijke organisaties daarnaast te maken kunnen hebben met post-Corona gevolgen die van invloed zijn op de financiële situatie van de organisatie.

  • De toegankelijkheid van de activiteiten van maatschappelijke organisaties hierdoor onder druk kan komen en in enkele gevallen zelfs het voortbestaan van sommige maatschappelijke organisaties wordt bedreigd;

  • De gemeente Best belang hecht aan een breed netwerk van maatschappelijke organisaties voor haar inwoners;

  • De gemeente Best wenst daarom steun te verlenen aan lokale maatschappelijke organisaties die aan de voorwaarden van deze regeling voldoen, tot behoud van deze organisaties voor maatschappelijke activiteiten, in de vorm van een financiële tegemoetkoming om deze organisaties (gedeeltelijk) te compenseren voor de stijging van de (energie-)kosten.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    De definities uit artikel 1 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Best 2020 zijn op deze nadere regels van toepassing.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid wordt in deze regeling verstaan onder:

    Aanvragers: maatschappelijke organisaties (zie verder lid 3 van dit artikel).

  • 3.

    Maatschappelijke organisaties: vrijwilligersorganisaties, dit zijn organisaties zonder winstoogmerk (non-profit) met een maatschappelijke doelstelling (maatschappelijke of culturele waarde creëren voor de lokale omgeving of een bepaalde lokale doelgroep) gericht op sport, recreatie en cultuur, en zijn gevestigd binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Best.

  • 4.

    ASV: de Algemene Subsidieverordening gemeente Best 2020.

  • 5.

    Energiekosten: de leveringskosten voor gas- en elektriciteitsverbruik exclusief btw.

  • 6.

    Huur: vergoeding die betaald moet worden aan een verhuurder voor het gebruik van een accommodatie.

  • 7.

    Energiekosten-component: het deel van de huur dat betrekking heeft op de energiekosten.

  • 8.

    Operationele kosten: (extra) kosten waarmee maatschappelijke organisaties in 2023 mogelijk te maken hebben, dit zijn kosten welke leiden tot financiële problemen die een risico vormen op het voortbestaan van de desbetreffende organisatie.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze nadere regels is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidie door het college voor de in artikel 3 benoemde doelstelling.

Artikel 3 Doel

Met deze subsidieregeling wil het college de maatschappelijke organisaties in Best financieel ondersteunen vanwege gestegen energiekosten en operationele kosten gedurende het kalenderjaar 2023 waardoor de activiteiten voor de inwoners aangeboden kunnen blijven worden.

Artikel 4 Varianten

Deze subsidieregeling valt uiteen in drie varianten.

  • I.

    Bestemd voor maatschappelijke organisaties die een eigen energieaansluiting hebben en de energiekosten rechtstreeks aan een energiemaatschappij betalen.

  • II.

    Bestemd voor maatschappelijke organisaties die huur betalen aan een verhuurder om gebruik te maken van een accommodatie, waarbij In de huur een component is opgenomen die betrekking heeft op de energiekosten.

  • III.

    Bestemd voor maatschappelijke organisaties die te maken hebben met het (moeten) betalen van operationele kosten in het jaar 2023 die noodzakelijk zijn om het voortbestaan van de organisatie mogelijk te maken.

Variant I. Maatschappelijke organisaties met eigen energieaansluiting

Artikel 5 Subsidiabele kosten variant I.

  • 1.

    De aanvrager kan een subsidie aanvragen als tegemoetkoming voor de stijging van de energiekosten, in de vorm van stroom- en gasverbruik.

  • 2.

    De stijging van de energiekosten is het gevolg van tariefverhoging(en) en niet van toegenomen verbruik.

  • 3.

    De stijging van bovengenoemde kosten dient betrekking te hebben op de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.

Artikel 6 Subsidieaanvrager variant I.

Subsidie kan worden aangevraagd door maatschappelijke organisaties die een eigen energieaansluiting hebben en de energiekosten rechtstreeks aan een energiemaatschappij betalen.

 

Variant II. Maatschappelijke organisaties met een component energiekosten in de huur

Artikel 7 Subsidiabele kosten variant II.

  • 1.

    De aanvrager kan een subsidie aanvragen als tegemoetkoming voor de stijging van de energiekosten besloten in de huur van de accommodatie.

  • 2.

    De stijging van bovengenoemde kosten dient betrekking te hebben op de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.

Artikel 8 Subsidieaanvrager variant II.

Subsidie kan worden aangevraagd door maatschappelijke organisaties die huur betalen aan een verhuurder om gebruik te maken van een accommodatie met in de huur besloten een component energiekosten.

 

Variant III. Maatschappelijke organisaties met operationele kosten, maatwerkvariant

Artikel 9 Subsidiabele kosten variant III.

  • 1.

    De aanvrager kan een subsidie aanvragen als tegemoetkoming wanneer door de operationele kosten de toegankelijkheid van de activiteiten van de maatschappelijke organisatie onder druk komt te staan, omdat het voortbestaan van de organisatie in het gedrang komt.

  • 2.

    Bovengenoemde kosten dienen betrekking te hebben op de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.

Artikel 10 Subsidieaanvrager variant III.

Subsidie kan worden aangevraagd door maatschappelijke organisaties die operationele kosten moeten betalen in 2023 en die leiden tot financiële problemen die een risico vormen op het voortbestaan van de desbetreffende organisatie; de levensvatbaarheid van de organisatie komt hierdoor in het gedrang.

 

Voor variant I. , II. en III. geldt het navolgende:

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de te verlenen subsidie bedraagt 75% van de aantoonbare stijging van de energiekosten voor variant I.

  • 2.

    De hoogte van de te verlenen subsidie bedraagt 75% van de aantoonbare stijging van het component energiekosten in de huur voor variant II.

  • 3.

    De hoogte van de te verlenen subsidie bedraagt maximaal 75% van de operationele kosten, voor variant III.

  • 4.

    De hoogte van de te verlenen subsidie bedraagt maximaal € 15.000,- per aanvrager; wanneer een aanvraag wordt gedaan voor meer dan één variant van deze regeling, dan geldt nog steeds de maximale hoogte van deze subsidie van € 15.000,- voor deze varianten tezamen.

  • 5.

    De hoogte van de te verlenen subsidie wordt berekend conform de methode opgenomen in artikel 13 of artikel 14 van deze regeling voor respectievelijk variant I. en variant II.

  • 6.

    De te verlenen subsidie voor variant III wordt bepaald op basis van maatwerk.

  • 7.

    Maatregelen van de (Rijks-)overheid zijn voorliggend aan deze regeling. De organisatie is verplicht een aanvraag hiertoe in te dienen indien zij hiervoor in aanmerking komt.

  • 8.

    Kosten die de organisatie reeds opgevoerd heeft en die al gecompenseerd zijn onder een andere regeling of tegemoetkoming verstrekt door of namens bijvoorbeeld de (Rijks )overheid of de gemeente Best kunnen niet nogmaals opgevoerd worden.

Artikel 12 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en de ASV, weigert het college de subsidie in ieder geval indien één van volgende punten van toepassing is:

  • Eerder subsidie voor de in artikel 5 of in artikel 7 of in artikel 9 genoemde kosten op basis van deze of een andere subsidieregeling is verstrekt aan de aanvrager.

  • Aanvrager aanspraak kan maken op een subsidie voor de in artikel 5 of in artikel 7 of in artikel 9 genoemde kosten op basis van een andere subsidieregeling opgesteld door de Provincie, het Rijk dan wel de Europese Unie.

  • Aanvrager voldoende eigen middelen bezit om de stijging van de energiekosten zelf op te vangen. Hiervan is sprake als de aanvrager beschikt over een algemene reserve, bestemmingsreserve, voorziening of liquiditeiten van meer dan € 50.000,-. Wanneer het vermogen hoger is dan € 50.000,- en in 2022 aantoonbaar als bestemmingsreserve is geoormerkt met het doel om in 2023 of 2024 een grote uitgave te doen, dan kan hiervan worden afgeweken. Dit zal in een gesprek besproken en beoordeeld worden.

  • Niet voldaan wordt aan de voorwaarden als genoemd in deze nadere regels.

  • De aanvraag te laat is ingediend, dat is vanaf 1 maart 2024.

Artikel 13 Berekening tegemoetkoming variant I.

De subsidie wordt gebaseerd op een berekening. Uitgangspunt daarbij is dat er gebruik gemaakt wordt van de door CBS gepubliceerde cijfers inzake de gemiddelde maandprijzen inzake de variabele kosten van elektriciteit en gas.

 

De onderdelen van de berekening zijn als volgt samengesteld:

  • A.

    Grondslag gemiddelde maandprijs van de energiekosten van vóór de energiecrisis:

    Gemiddelde maandprijs van gas en van elektriciteit wordt berekend op basis van de maanden januari tot en met december 2021.

  • B.

    Grondslag gemiddelde maandprijs van de energiekosten voor het jaar 2023:

    Gemiddelde maandprijs van gas en van elektriciteit wordt berekend op basis van de maanden januari tot en met december 2022.

  • C.

    Grondslag gemiddeld jaarverbruik gas en elektriciteit:

    Het verbruik inzake gas en elektriciteit van de aanvrager wordt berekend op grond van twee jaarafrekeningen, namelijk de jaarafrekening van 2021 en de jaarafrekening van 2022.

De bovengenoemde maandprijs onder A. en B. is per eenheid gas (m3) en per eenheid elektriciteit (kWh) gebaseerd op de openbare cijfers van het CBS en zijn exclusief belastingen en BTW.

 

Subsidiebedrag = 0,75 * gemiddeld prijsverschil * gemiddeld jaarverbruik energie

Artikel 14 Berekening tegemoetkoming variant II.

In deze berekening wordt gebruik gemaakt van de huurspecificaties van de afgelopen 3 jaar, van 2020, 2021 en 2022, plus van de huurspecificatie van het huidige jaar, van 2023. Er moet worden aangetoond hoe groot de component energiekosten is in de totale huur over deze kalenderjaren.

Het doel is om uit te rekenen hoeveel het component energiekosten in 2023 méér is gestegen dan in de voorgaande twee jaren.

De onderdelen van de berekening zijn als volgt samengesteld:

  • A.

    Grondslag gemiddelde energiekosten-component stijging van vóór de energiecrisis:

    Het gemiddelde wordt berekend op basis van de stijging van het component energiekosten in de huur van 2021 ten opzichte van het voorgaande jaar 2020, en de stijging van het component energiekosten in de huur van 2022 ten opzichte van het voorgaande jaar 2021.

  • B.

    Grondslag gemiddelde energiekosten-component stijging van het jaar 2023:

    Stijging component energiekosten in de huur van 2023 ten opzichte van het voorgaande jaar 2022.

  • C.

    Meer dan gemiddelde stijging van energiekosten-component:

    De grondslag berekend onder A. wordt afgetrokken van de grondslag berekend onder B.

Subsidiebedrag = 0,75 * meer dan gemiddelde stijging van energiekosten-component

Artikel 15 Tegemoetkoming variant III.

Deze tegemoetkoming is een maatwerkvariant.

De maatschappelijke organisatie geeft inzicht in het volgende:

  • 1.

    De operationele kosten van het kalenderjaar 2023 welke ervoor zorgen dat de voortzetting van de activiteiten in gevaar komt, oftewel het voortbestaan van de organisatie komt hierdoor in het gedrang.

  • 2.

    In verband met bovenstaande is inzicht in de gehele financiële vermogenspositie van de maatschappelijke organisatie noodzakelijk.

  • 3.

    In een gesprek moet worden duidelijk gemaakt waarom deze kosten(post) het voortbestaan van de organisatie bedreigt.

Om deze aanvraag te beoordelen zal altijd een (maatwerk-)gesprek plaats vinden.

Artikel 16 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt bij het college digitaal ingediend met het voorgeschreven aanvraagformulier.

  • 2.

    Aanvragen voor subsidie over 2023 kunnen worden ingediend tot 1 maart 2024.

  • 3.

    Bij de aanvraag voor variant I. dienen de volgende documenten worden meegestuurd als bijlage:

    • a.

      Een uittreksel van de Kamer van Koophandel van maximaal 1 jaar oud;

    • b.

      De jaarafrekening van uw energieleverancier (over gas én elektriciteit) van het jaar 2021;

    • c.

      De jaarafrekening van uw energieleverancier (over gas én elektriciteit) van het jaar 2022;

    • d.

      Een kopie van de lopende energieovereenkomst of een kopie van de offerte voor de komende periode waarop de prijs per kWh elektriciteit en de prijs per m³ gas zichtbaar is;

    • e.

      Een recente balans dan wel overzicht van bezittingen en schulden waaruit de vermogenspositie van aanvrager blijkt.

    • f.

      Een afwijzing dan wel toekenning van een andere subsidieregeling over compensatie stijging energiekosten indien aanwezig.

    • g.

      Plan van aanpak verduurzamingsmaatregelen genoemd bij artikel 17 lid 2.

  • 4.

    Bij de aanvraag voor variant II. dienen de volgende documenten worden meegestuurd als bijlage:

    • a.

      Een uittreksel van de Kamer van Koophandel van maximaal 1 jaar oud;

    • b.

      De huurspecificaties van uw verhuurder van het jaar 2020, het jaar 2021 en het jaar 2022. In deze huurspecificaties moet het component energiekosten gespecificeerd staan. Als de aanvrager niet over dergelijke specificaties beschikt, dan dient de aanvrager deze specificaties bij de verhuurder op te vragen;

    • c.

      De huurspecificatie van uw verhuurder van het huidige kalenderjaar 2023. In deze huurspecificatie moet het component energiekosten gespecificeerd staan. Als de aanvrager niet over een dergelijke specificatie beschikt, dan dient de aanvrager deze specificatie bij de verhuurder op te vragen;

    • d.

      Een recente balans dan wel overzicht van bezittingen en schulden waaruit de vermogenspositie van aanvrager blijkt.

    • e.

      Een afwijzing dan wel toekenning van een andere subsidieregeling over compensatie stijging energiekosten indien aanwezig.

    • f.

      Plan van aanpak verduurzamingsmaatregelen genoemd bij artikel 17 lid 2, als het nemen van verduurzamingsmaatregelen mogelijk is voor de maatschappelijke organisatie.

  • 5.

    Bij de aanvraag voor variant III. moeten de volgende documenten als bijlage worden meegestuurd:

    • a.

      Een uittreksel van de Kamer van Koophandel van maximaal 1 jaar oud;

    • b.

      Een recente balans dan wel overzicht van bezittingen en schulden waaruit de vermogenspositie van aanvrager blijkt.

    • c.

      Een uitgewerkte (door-)berekening van de operationele kosten van 2023 met daarin de gevolgen op de financiële situatie van de maatschappelijke organisatie. Daaruit moet onder meer blijken wat de gevolgen zijn voor de hoogte van de contributie welke aan de leden of inwoners van Best gevraagd zal worden om deel te nemen aan de activiteiten.

    • d.

      Een afwijzing dan wel toekenning van een andere subsidieregeling over compensatie stijging energiekosten indien aanwezig.

    • e.

      Plan van aanpak verduurzamingsmaatregelen genoemd bij artikel 17 lid 2, als het nemen van verduurzamingsmaatregelen mogelijk is voor de maatschappelijke organisatie.

  • 6.

    Niet volledige ingediende aanvragen worden niet in behandeling genomen.

Artikel 17 Bijkomende voorwaarden

  • 1.

    Als de aanvrager subsidie ontvangt op basis van deze regeling is het niet toegestaan de in het eerste lid van artikel 5 of artikel 7 of artikel 9 van deze regeling genoemde kosten volledig door te berekenen aan de leden dan wel in de contributie of prijsstelling.

  • 2.

    De aanvrager geeft inzicht in de al uitgevoerde – en voorgenomen energiebesparende maatregelen oftewel het verduurzamen van de accommodatie waar de maatschappelijke organisatie gevestigd is. Wanneer de maatschappelijke organisatie nog verduurzamingsmaatregelen gaat ondernemen, dan dient een plan van aanpak ingeleverd te worden waarin beschreven wordt welke maatregelen de organisatie voor ogen heeft met de bijhorende tijdsplanning. Het doel van de verduurzamingsmaatregelen is dat de energiekosten die de maatschappelijke organisatie moet betalen, naar beneden gaan, zodat de financiële gezondheid van de organisatie hierdoor verbeterd wordt.

  • 3.

    Per maatschappelijke organisatie kan maximaal één aanvraag worden ingediend voor deze regeling van het jaar 2023.

Artikel 18 Subsidieplafond

  • 1.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van binnenkomst van complete aanvragen.

  • 2.

    Als de aanvrager op basis van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de complete aanvraag is ontvangen.

  • 3.

    Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt maximaal € 300.000,-. Dit is gebaseerd op het bedrag dat de Rijksoverheid naar verwachting ter beschikking stelt voor 2023.

  • 4.

    Subsidies worden verleend in de volgorde genoemd in het eerste lid van dit artikel en zolang het in het derde lid van dit artikel vermelde subsidieplafond niet wordt overschreden.

Artikel 19 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist binnen 6 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 2.

    Het college kan de beslistermijn met ten hoogste 4 weken verdagen.

  • 3.

    De subsidie wordt meteen vastgesteld, waarbij de beschikking tot subsidievaststelling wordt vastgesteld conform artikel 4:43 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op 1 juli 2023 en vervallen op 1 januari 2024.

Artikel 21 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd om daar, waar toepassing van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard, van de hierboven genoemde regels af te wijken.

Aldus besloten door de raad van Best

In zijn vergadering van 26 juni 2023,

de griffier

Rian Swinkels

de voorzitter

Hans Ubachs

Bijlage Subsidieregeling compensatie energiekosten en operationele kosten lokale maatschappelijke organisaties Best 2023

 

Berekening tegemoetkoming / formule (zie artikel 13 en 14)

 

Variant I.

 

Subsidiebedrag = 0,75 * gemiddeld prijsverschil * gemiddeld jaarverbruik energie

of

Subsidiebedrag = 0,75 * (B – A) * C

 

Onderwerp

Aardgas|Variabel leveringstarief

Elektriciteit|Variabel leveringstarief

Exclusief btw

Exclusief btw

Euro/m³

Euro/kWh

Periode

2021

0,3430

0,0874

2022

1,5709

0,4034

Bron: CBS

 

Voorbeeldberekening Variant I.

Voor A. geldt volgens het CBS voor gas € 0,3430 per m³. Voor elektriciteit geldt € 0,0874 per kWh.

Voor B. geldt volgens het CBS voor gas € 1,5709 per m³. Voor elektriciteit geldt € 0,4034 per kWh.

 

Uit de jaarafrekening 2021 blijkt het volgende:

Verbruik gas: 4500 m³. Verbruik elektriciteit: 9000 kWh.

Uit de jaarafrekening 2022 blijkt het volgende:

Verbruik gas: 4600 m³. Verbruik elektriciteit: 9500 kWh.

 

Voor C geldt: 0,5 * (4500 + 4600) = 4550 m³ en 0,5 * (9000 + 9500) = 9250 kWh.

 

Subsidiebedrag gas = 0,75 * (€ 1,5709 – € 0,3430) * 4550 = € 4.190,21

Subsidiebedrag elektriciteit = 0,75 * (€ 0,4034 – € 0,0874) * 9250 = € 2.192,25

Totaal subsidiebedrag: € 4.190,21 + € 2.192,25 = € 6.382,46

 

Variant II.

 

Subsidiebedrag = 0,75 * meer dan gemiddelde stijging van energiekosten-component

of

Subsidiebedrag = 0,75 * C

 

Voorbeeldberekening Variant II.

Energiekosten-component in de huur 2020 (bedrag op jaarbasis): € 4.000,-

Energiekosten-component in de huur 2021 (bedrag op jaarbasis): € 5.000,-

Energiekosten-component in de huur 2022 (bedrag op jaarbasis): € 7.000,-

Energiekosten-component in de huur 2023 (bedrag op jaarbasis): € 12.000,-

 

Om A te berekenen:

Stijging 2021 ten opzichte van 2020 = € 5.000,- – € 4.000,- = € 1.000,-.

Stijging 2022 ten opzichte van 2021 = € 7.000,- – € 5.000,- = € 2.000,-.

A = 0.5 * (€ 1.000,- + € 2.000,-) = € 1.500,-.

B = stijging 2023 ten opzichte van 2022 = € 12.000,- – € 7.000,- = € 5.000,-.

C = € 5.000,- – € 1.500,- = € 3.500,-.

 

Subsidiebedrag = 0.75 * € 3.500,- = € 2.625,-