Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldambt

Beleidsregels vrijlating giften en schadevergoeding Participatiewet gemeente Oldambt 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldambt
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels vrijlating giften en schadevergoeding Participatiewet gemeente Oldambt 2022
CiteertitelBeleidsregels giften, schadevergoedingen en geldleningen gemeente Oldambt 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpsubsidie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. https://wetten.overheid.nl/BWBR0015703/2023-07-01
  2. https://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2023-07-01
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2022nieuw beleid

15-12-2022

gmb-2023-304989

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels vrijlating giften en schadevergoeding Participatiewet gemeente Oldambt 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt,

 

gelet op:

• artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

• titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

• artikel 17, eerste lid, van de Participatiewet;

• artikel 31, tweede lid, onderdeel m, van de Participatiewet

 

overwegende dat het wenselijk is om naar aanleiding van deze artikelen beleidsregels vast te stellen,

 

besluit vast te stellen:

Beleidsregels vrijlating giften en schadevergoeding Participatiewet gemeente Oldambt 2022.

 

 

 

 

Artikel 1 Incidentele en periodieke giften

  • 1.

    Onder een gift wordt verstaan: een herleidbaar geldbedrag, een verstrekking in natura of een andere ontvangst die onverplicht wordt ontvangen.

  • 2.

    Niet herleidbare ontvangsten in de vorm van kasstortingen en bijschrijvingen op de bankrekening worden in beginsel niet als een gift aangemerkt.

  • 3.

    Alle ontvangsten dienen tijdig bij het college gemeld te worden.

  • 4.

    4. Een gift wordt in ieder geval vrijgelaten tot een bedrag van € 1200 voor een alleenstaande en € 1700 voor een gezin, per kalenderjaar.

  • 5.

    Voor zover er meer wordt ontvangen, wordt dit wel als middel aangemerkt.

  • 6.

    Als er sprake is van een incidentele gift die hoger is dan het in het vierde lid genoemde bedrag, wordt het meerdere als vermogen aangemerkt.

  • 7.

    Onder ‘incidenteel’ zoals bedoeld in het zesde lid, wordt verstaan: één gift in een aaneengesloten periode van zes maanden.

  • 8.

    Als er sprake is van periodieke giften die hoger zijn dan het in het vierde lid genoemde bedrag, wordt het meerdere als inkomen aangemerkt.

  • 9.

    Onder ‘periodiek’ zoals bedoeld in het achtste lid, wordt verstaan: meer dan één gift in een aaneengesloten periode van zes maanden.

 

Artikel 2 Ontvangsten in afwachting van de afhandeling van de bijstandsaanvraag

Bedragen die worden ontvangen in afwachting van de afhandeling van de bijstandsaanvraag en die, na toekenning bijstand, niet direct terugbetaald worden, worden aangemerkt als een gift als bedoeld in artikel 1 van deze beleidsregels.

 

Artikel 3 Giften met een specifieke bestemming

  • 1.

    Een gift wordt niet als middel voor de bijstand aangemerkt voor zover deze wordt verstrekt voor kosten waarvoor anders bijzondere bijstand verstrekt had kunnen worden.

  • 2.

    Een gift wordt niet als middel voor de bijstand aangemerkt voor zover deze wordt verstrekt voor noodzakelijke kosten dan wel uit medisch oogpunt wenselijke kosten. Dit voor zover de levensstandaard hierdoor niet wordt verhoogd.

  • 3.

    Een gift van de werkgever ten behoeve van de werknemer wordt niet in aanmerking genomen als middel voor de bijstand, voor zover deze onbelast is.

  • 4.

    De giften als bedoeld in de voorafgaande leden tellen niet mee voor de maximale bedragen als bedoeld artikel 1 van deze beleidsregels.

 

 

Artikel 4 Giften in natura

  • 1.

    Giften in natura van verbruiksgoederen worden niet als middel beschouwd. Als door de ontvangst van deze verbruiksgoederen de levensstandaard wordt verhoogd dient de bijstand te worden afgestemd op grond van artikel 18 lid 1 van de Participatiewet.

  • 2.

    Giften in de vorm van verstrekkingen van de voedselbank, kledingbank, speelgoedbank en dergelijke charitatieve instellingen worden niet als middel beschouwd. Deze giften tellen niet mee voor de maximale bedragen als bedoeld artikel 1 van deze beleidsregels.

 

Artikel 5 Giften in schulden

  • 1.

    Een gift die wordt verstrekt ter aflossing van een problematische schuld, wordt niet in aanmerking genomen als middel voor zover hierdoor het actuele vermogen niet positief wordt.

  • 2.

    Van een problematische schuld is sprake als deze hoger is dan € 5.000 dan wel met de actuele afloscapaciteit niet binnen 36 maanden kan worden voldaan.

 

Artikel 6 Schadevergoeding

  • 1.

    De schadevergoeding die de belanghebbende ontvangt voor materiële schade wordt niet als vermogen aangemerkt, tenzij de schadevergoeding niet wordt gebruikt voor het wegnemen van de schade.

  • 2.

    Schadevergoeding die is bedoeld ter compensatie van het verlies van arbeidsvermogen, wordt aangemerkt als inkomen voor de periode waarop de vergoeding betrekking heeft.

  • 3.

    Indien de schadevergoeding voor immateriële schade meer bedraagt dan € 10.000 wordt 2/3 deel van het meerdere van het bedrag in aanmerking genomen als vermogen.

 

Artikel 7 Citeerartikel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels giften, schadevergoedingen en geldleningen gemeente Oldambt 2022.

 

Artikel 8 Ingangsdatum

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 01-01-2022.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting

 

Algemeen

Deze beleidsregels geven aan hoe giften, schadevergoedingen en geldleningen voor levensonderhoud moeten worden beoordeeld.

 

Giften

Bij de vrijlating van giften wordt geen onderscheid gemaakt tussen giften van instellingen en giften van personen. Door de giften niet volledig in aanmerking te nemen wordt voorkomen dat de Participatiewet een ontmoediging vormt voor de vrijgevigheid van instellingen of personen. Uitgangspunt is dat kerkelijk en particulier initiatief zoveel mogelijk wordt gerespecteerd.

 

Gezien het minimumbehoeftenkarakter van de bijstand kan de vrijlating niet onbeperkt zijn. Wat betreft de hoogte van de gift geldt dat het in de rede ligt om de gift in aanmerking te nemen voor zover cumulatie daarvan met de bijstand leidt tot een bestedingsniveau dat niet verenigbaar is met hetgeen op bijstandsniveau gebruikelijk is.

Bij de beoordeling of een betaling als een gift kan worden beschouwd is doorslaggevend of de betaling een onverplicht karakter draagt. Betalingen die zijn gebaseerd op wederkerige overeenkomsten kunnen om die reden dan ook niet aangemerkt worden als giften. In beginsel is de belanghebbende verplicht giften te melden.

 

De beleidsregels hebben tot doel om helder te maken welke giften niet tot de middelen worden gerekend.

 

Schadevergoedingen

Bij een schadevergoeding wordt onderscheid gemaakt tussen materiele en immateriële schadevergoeding. Een materiele schadevergoeding is een vergoeding voor schade die direct in geld is uit te drukken. Het gaat om een vergoeding voor schade of verlies van iets dat belanghebbende al had. Bijvoorbeeld vervanging van een kapotte auto of brandschade in huis. Het kunnen reeds gemaakte kosten zijn of kosten die nog gemaakt moeten worden.

 

Bij immateriële schadevergoeding, ook wel smartengeld genoemd, gaat het om een vergoeding voor gederfde levensvreugde. Deze vergoeding is bedoeld voor geleden emotionele schade, waarvan de hoogte door een rechter of schadeverzekeraar is bepaald. Binnen de bijstandsuitkering moet worden gekeken naar de hoogte van de immateriële schadevergoeding. Is de vergoeding exorbitant hoog, of heeft deze een loondervend karakter, dan kan dat deel wel als middel in aanmerking worden genomen. Voor het gedeelte van de immateriële schadevergoeding dat door de gemeente wordt vrijgelaten, is het aan de belanghebbende om te bepalen waar de vrijgelaten immateriële schadevergoeding voor wordt gebruikt. Invulling geven aan het hervinden van levensvreugde is immers een persoonlijke kwestie.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1

In dit artikel wordt bepaald dat giften tot een bedrag van € 1.200 voor een alleenstaande en € 1.700 voor een gezin per kalenderjaar door de gemeente niet als middel in aanmerking wordt genomen.

Is er sprake van een incidentele gift waarbij het bedrag van de vrijlating wordt overschreden dan wordt het meerdere aangemerkt als vermogen.

Is er sprake van periodieke giften waarbij het bedrag van de vrijlating wordt overschreden dan wordt het meerdere aangemerkt als inkomen.

 

Artikel 2

Als gevolg van een lange behandelingsduur door de gemeente kan het zijn dat familie bijspringt voor de meest belangrijke uitgaven.

Als over dezelfde periode alsnog bijstand wordt verstrekt en de lening wordt terugbetaald, dan wordt het ontvangen bedrag niet als middel aangemerkt. Wordt het ontvangen bedrag niet direct terugbetaald, dan wordt dit bedrag aangemerkt als een gift waarvoor de vrijlating geldt als bedoeld in artikel 1 van deze beleidsregels.

 

Artikel 3

Giften met een specifieke bestemming waarvoor anders bijzondere bijstand had kunnen worden verstrekt worden niet als middel aangemerkt.

Als er geen bijzondere bijstand mogelijk is maar de kosten zijn wel noodzakelijk, kan de gift eveneens vrijgelaten worden als deze de levensstandaard niet verhoogt. Dit is bijvoorbeeld het geval als de belanghebbende een gift ontvangt voor het aanschaffen van noodzakelijke hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een scootmobiel, of als de medische kosten uit bijstandsoogpunt niet noodzakelijk zijn maar wel wenselijk.

Als de gift bestemd is voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan dan wel ter vrije besteding is, geldt dit artikel niet.

Door het onverplicht karakter is er voldoende reden om onverplichte verstrekkingen van werkgevers aan werknemers buiten beschouwing te laten. Te denken valt bijvoorbeeld aan een kerstpakket, tegoedbonnen of een bedrag met de kerst.

Giften als bedoeld in dit artikel tellen daarom niet mee voor de vrij te laten bedragen als bedoeld artikel 1 van deze beleidsregels.

 

Artikel 4

Op grond van jurisprudentie kunnen giften in natura van verbruiksgoederen (bijvoorbeeld boodschappen) niet als middel worden beschouwd. Als er aanleiding bestaat om deze wel in aanmerking te nemen dient de bijstand te worden afgestemd op grond van artikel 18 lid 1 van de Participatiewet.

Verstrekkingen van de voedselbank, speelgoedbank en de kledingbank worden niet als middel aangemerkt.

 

Artikel 5

De Participatiewet biedt maar beperkte mogelijkheden tot bijstandsverlening in schulden. Het hebben van problematische schulden is in algemene zin een belemmering in het sociaal functioneren. Als familie hierin de bijstandsgerechtigde tegemoet wil komen worden deze bedragen in beginsel niet als middel in aanmerking genomen.

 

 

 

 

 

Artikel 6

Het is de verantwoordelijkheid van de belanghebbende om documenten aan te leveren waaruit blijkt op welke grond aan hem een schadevergoeding is toegekend. Dit kan bijvoorbeeld een besluit van een verzekeringsmaatschappij of rechtbank zijn. De bewijslast ligt bij de belanghebbende zelf. Hij zal de schade aannemelijk moeten maken.

 

Eerste lid: wanneer er sprake is van ontvangst van een door belanghebbende ontvangen schadevergoeding voor materiële schade, zal beoordeeld moeten worden of de vergoeding is gebruikt voor het wegnemen van de schade. Indien dit niet (helemaal) het geval is, wordt het deel dat niet is aangewend om de geleden schade weg te nemen als vermogen in aanmerking genomen. Hierbij moet rekening worden gehouden met eventuele kosten die in de toekomst nog gemaakt moeten worden, zoals fysiotherapie. Indien hier sprake van is kan de vergoeding niet als vermogen worden aangemerkt.

 

Tweede lid: door tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid kan iemand zijn baan verliezen. Het gevolg zal in veel gevallen zijn dat het inkomen van iemand voor een bepaalde periode, of zelfs helemaal, weg valt. Een vergoeding voor loonderving is bestemd voor de kosten van levensonderhoud en wordt daarom binnen de bijstand beschouwd als inkomen binnen de bijstand.

Het proces van afhandelen van de schade kan lange tijd duren. De uiteindelijk toegekende schadevergoeding kan dan ook over een periode gaan die in het verleden ligt. Er zal daarom beoordeeld moeten worden op welke periode de vergoeding precies betrekking heeft. Het bedrag van de toegekende schadevergoeding wordt vervolgens gedeeld door het aantal maanden waarop deze vergoeding betrekking heeft en maandelijks gekort als inkomen. In de meeste gevallen gaat het om één bedrag, waarbij het bedrag per maand niet duidelijk is. De belanghebbende zal moeten aantonen om welk verlies van arbeidsvermogen het gaat. Dit kan bijvoorbeeld doormiddel van salarisspecificaties of jaaropgaven, maar ook door een overzicht van de nog te lijden schade opgemaakt door een letstelschadespecialist.

 

Derde lid: wanneer er een schadevergoeding voor immateriële schade wordt toegekend, gaat het meestal om een zeer ernstige situatie. In een dergelijke situatie heeft de belanghebbende het recht om gecompenseerd te worden voor de geleden schade, zonder dat dit direct van invloed is op het recht op bijstand. Schadevergoedingen voor immateriële schade worden daarom niet volledig als vermogen aangemerkt. Aan de andere kant kan deze vrijlating niet onbegrensd zijn. Een bedrag ter hoogte van € 10.000 wordt gezien als verantwoord. Wanneer de immateriële schadevergoeding hoger is, dan wordt 2/3 deel van het bedrag dat deze grens overschrijdt in aanmerking genomen als vermogen. Het niet vrijgelaten deel van de schadevergoeding wordt dan als vermogen in aanmerking genomen op basis van artikel 34 lid 1 onder b van de Participatiewet.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt op

15 december 2022

Berlinda Aukema Cora-Yfke Sikkema

secretaris burgemeester