Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Etten-Leur

Beleidsregels standplaatsen Etten-Leur 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEtten-Leur
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels standplaatsen Etten-Leur 2023
CiteertitelBeleidsregels standplaatsen gemeente Etten-Leur 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-07-2023nieuwe regeling

04-07-2023

gmb-2023-303083

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels standplaatsen Etten-Leur 2023

Inleiding

In de gemeente Etten-Leur kennen we standplaatsen. Bedoeld voor vaste, periodieke of incidentele standplaatsen.

 

Standplaatsen zijn een vorm van ambulante handel en een aanvulling op het gevestigde winkel- en horeca-aanbod. Standplaatsen bevinden zich in of grenzen aan de openbare ruimte, waardoor een vergunning nodig is. Om de standplaatsen beter te reguleren, uit het oogpunt van verkeersveiligheid en het voorkomen en beperken van overlast en duidelijkheid te bieden in het kader van de schaarse vergunningen stellen we de Beleidsregel standplaatsen Etten-Leur 2023 op. Deze beleidsregel biedt tevens een kader voor het in goede banen leiden van de vergunningverlening.

 

Dit beleid beperkt zich tot de standplaatsen, zoals bedoeld in Afdeling 4 van Hoofdstuk 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening. Standplaatsen bij evenementen, week – en jaarmarkten vallen daarom buiten dit beleid.

 

Waarom in een beleidsregel?

De basis voor vergunningverlening van losse standplaatsen (niet vallend onder weekmarkten en evenementen) is gelegen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en bestemmingsplannen. Het kader in de APV is ruim geformuleerd en roept regelmatig vragen op bij ondernemers, bij vergunningverleners en handhavers. Het college heeft de bevoegdheid nadere regels vast te leggen in een beleidsregel, waarin duidelijkheid en transparantie wordt gegeven over locaties, processen en voorwaarden voor vergunningen.

 

Leeswijzer

Op de eerste bladzijden is een algemene toelichting te lezen waarin wordt ingegaan op de diverse soorten standplaatsen, de juridische kaders en hoe we om gaan met de schaarse standplaatsvergunningen. Ook wordt al vooruitgekeken naar een verdere doorontwikkeling van het aantal standplaatsen. De artikelen die het standplaatsenbeleid verder vormgeven sluiten de nieuwe beleidsregel af.

 

1. Soorten standplaatsen

Er is een onderscheid tussen 5 soorten standplaatsen in Etten-Leur

1.1.1 Vaste standplaats:

  • standplaatsen met een vaste locatie;

  • met vergunningsmogelijkheid voor maximaal één dag in de week;

  • maximaal 1 dag in de week aan dezelfde vergunninghouder per locatie worden vergund.

  • gedurende het hele jaar toegestaan;

  • voor maximaal 7 kalenderjaar toegestaan;

1.1.2 Seizoenstandplaatsen:

  • standplaatsen voor het aanbieden van seizoensgebonden producten of diensten, zoals kerstbomen, aardbeien, oliebollen en asperges;

  • gedurende maximaal twee aaneengesloten maanden per jaar toegestaan;

  • voor maximaal 7 kalenderjaren toegestaan, tenzij geen sprake is van gebruik van een professionele bak- en verkoopwagen, dan maximaal 2 kalenderjaren toegestaan.

1.1.3 Promotiestandplaatsen:

  • standplaatsen ter promotie van een activiteit of een product voor commerciële doeleinden, zoals (fris)dranken, verzorgingsproducten of auto’s;

  • voor maximaal 9 al dan niet aaneengesloten dagen per jaar aan één en dezelfde vergunninghouder worden vergund.

1.1.4 Incidentele standplaatsen:

  • standplaatsen voor niet-commerciële, sociaal, culturele, sportieve, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige activiteiten;

  • éénmalig voor één bepaalde dag of voor maximaal 9 dagen per jaar worden ingenomen.

Voor incidentele standplaatsen worden geen locaties aangewezen, maar zal per aanvraag maatwerk worden geleverd. De locatie mag echter niet in strijd zijn met de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 1.8 jo. artikel 5:18, tweede lid, van de APV.

1.1.5 Ideële standplaatsen:

  • standplaatsen met een maatschappelijk belang die niet commercieel van aard zijn.

  • deze standplaatsen kunnen worden ingenomen naar gelang de duur van het onderzoek of project. Bijvoorbeeld voor instellingen die voorlichting geven en preventiewerk verrichten op het gebied van de volksgezondheid, zoals het bevolkingsonderzoek.

Ook voor ideële standplaatsen worden geen locaties aangewezen, maar zal per aanvraag maatwerk worden geleverd. De locatie mag ook niet in strijd zijn met de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 1:8 jo. artikel 5:18, tweede lid, van de APV.

2. Relevante kaders

Algemene Plaatselijke Verordening

De inrichting van een standplaats is vastgelegd in de van toepassing zijnde Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV). Op dit moment de APV 2021 van de gemeente Etten-Leur. Op grond van artikel 5:18 APV is het verboden om zonder vergunning een standplaats in te nemen of te hebben. In de APV staan de basisvoorwaarden beschreven op grond waarvan een standplaatsvergunning wordt afgegeven.

 

Overige wetten

Naast de APV zijn ook bepaalde wetten van toepassing op standplaatsen, bijvoorbeeld de Warenwet, de Winkeltijdenwet en de wet Milieubeheer van toepassing. Op het moment van vaststelling van dit beleid is de Wet op de Ruimtelijke ordening van toepassing. Vanaf 2024 wordt deze vervangen door het Omgevingswet. De gemeente Etten-Leur mag beleid ontwikkelen om in delen van de stad waar dat van belang is, plaatsen aan te wijzen voor standplaatsen en om het aantal te maximeren. Een standplaats kan namelijk impact hebben op de leef- en woonomgeving, waarbij sturing op het aantal en de locatiekeuze nodig is.

 

Europese wet- en regelgeving

Door de ontwikkelingen van de Europese regelgeving, zoals de Dienstenwet en Europese Dienstenrichtlijn, de nationale rechtsnormen en jurisprudentie, worden standplaatsvergunningen gezien als schaarse vergunningen. Dit zijn vergunningen waarbij het aantal gegadigden groter is of kan zijn dan het aantal vergunningen dat wordt uitgegeven. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) erkent in de uitspraak van 2 november 2016 het bestaan van een nationale rechtsnorm die gevolgen heeft voor de besluitvorming over schaarse vergunningen (ECLI:NL:RVS:2016:2927). Het gevolg hiervan is dat standplaatsvergunningen niet meer voor onbepaalde duur mogen worden verleend. De huidige standplaatsvergunningen voldoen hier al aan.

 

Daarnaast is het verplicht om voor schaarse vergunningen een verdelingsbeleid te voeren dat verzekert dat alle gegadigden gelijke kansen hebben. Voor de gemeente houdt het bieden van gelijke kansen in ieder geval drie concrete verplichtingen in tegenover (potentiële) standplaatshouders, die in aanmerking willen komen voor een standplaats:

  • 1)

    Ruimte bieden om naar een beschikbare vergunning mee te dingen;

  • 2)

    Vooraf kenbaar maken door een passende mate van openheid dat één of meerdere schaarse vergunningen beschikbaar zijn, in welk tijdvak aanvragen ingediend kunnen worden, hoe deze over de (potentieel) gegadigden verdeeld worden en welke eisen daarbij worden gehanteerd, zodat de (potentieel) gegadigden hun aanvraag daarop kunnen afstemmen en;

  • 3)

    de vergunningsduur mag niet onbepaald en buitensporig lang zijn, zodat de vergunninghouder niet onevenredig wordt bevoordeeld ten opzichte van andere gegadigden.

Onder punt 4 is de procedure die we in Etten-Leur gaan hanteren nader uitgewerkt.

3. Geldigheidsduur vergunning

De geldigheidsduur van de vergunning moet zodanig worden vastgesteld dat de vrije mededinging niet in grotere mate wordt belemmerd of beperkt dan nodig is, met het oog op de afschrijving van de investeringen en een billijke vergoeding van het geïnvesteerde kapitaal. Bij het bepalen van een passende beperkte duur van beleidsmatig schaarse vergunning moet de terugverdientijd van noodzakelijke investeringen als factor worden meegewogen. Een specifieke geldigheidsduur wordt niet gegeven.

 

In 2019 is in opdracht van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel het rapport “Schaarse vergunningen op de markt, een onderzoek naar de gevolgen” opgesteld. Uit dit rapport blijkt dat bedrijven in de ambulante handel die zich met voedsel bezighouden, een gemiddelde afschrijftermijn zeven à acht jaar hebben. Om de vergunninghouders de mogelijkheid te bieden om hun investeringen terug te verdienen worden de vaste standplaatsvergunningen voor maximaal 7 jaar verleend.

 

Seizoensgebonden standplaatsenvergunningen gelden voor zover het een oliebollenkraam betreft met professionele verkoopwagen ook voor 7 kalenderjaren. Seizoensgebonden standplaatsen voor verkoop anders dan vanuit een professionele verkoopwagen worden voor de duur van twee jaar afgegeven maar dan voor de maand(en) waaraan het product gebonden is. De vergunningen voor overige tijdelijke standplaatsen gelden slechts eenmalig voor bepaalde dag(en)/ periode(n) en hebben geen looptijd voor een bepaald aantal jaren.

4. Verdelingsbeleid

Voor standplaatsen die zijn vrijgekomen zonder opvolging via overschrijving (artikel 11) wordt een lotingsysteem gebruikt als er meerdere gegadigden zijn. Wanneer een standplaats vrijkomt wordt dit bekendgemaakt zodat alle partijen die een plek willen de mogelijkheid hebben om te reageren. Uit de gegadigden wordt vervolgens geloot voor de vrijgekomen standplaats. Op deze manier wordt aan alle gegadigden een eerlijke kans geboden op een schaarse vrijgekomen standplaats binnen onze gemeente. De verdelingsprocedure is omschreven in artikel 5.

5. Maximumstelsel

De gemeente Etten-Leur hanteert een maximumstelsel voor vaste en seizoenstandplaatsen, zodat het evenwicht tussen de standplaatshouders en detailhandel niet wordt verstoord. Het maximumstelsel geeft verder aan op welke locaties een standplaats beschikbaar wordt gesteld. In de bijlage behorende bij dit standplaatsenbeleid staat aangegeven waar standplaatsen zijn toegestaan. Dit geeft voor zowel de bestaande en potentiële standplaatshouders een duidelijk kader waarbinnen zij hun bedrijfsactiviteiten kunnen uitoefenen. Voor seizoensgebonden standplaatsen kan het college aanvullend op de aangeduide plaatsen bedoeld in artikel 3, maximaal 2 seizoen standplaatsen in het buitengebied aanwijzen.

6. Privéterrein

Een aantal (aangewezen) locaties bevinden zich op privéterrein. Het is verplicht om schriftelijke toestemming te krijgen van de grondeigenaar om op de grond een standplaats in te nemen. De schriftelijke toestemming dient bij de aanvraag voor de standplaatsvergunning toegevoegd te worden. Wordt dit stuk niet overlegd bij de aanvraag dan laat het college de aanvraag buiten behandeling.

Het is mogelijk een standplaats aan te vragen voor een niet aangewezen locatie op privéterrein. Een dergelijke nieuwe locatie moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • 1.

    In de nabijheid van de standplaats is voldoende parkeergelegenheid.

  • 2.

    De standplaats is veilig bereikbaar voor het publiek.

  • 3.

    De standplaats veroorzaakt geen onevenredige overlast voor omwonenden en gebruikers van omliggende gebouwen.

  • 4.

    Een standplaats in de woonkern moet de centrumfunctie versterken.

  • 5.

    De standplaats past binnen het bestemmingsplan/omgevingsplan of hiervoor is een omgevingsvergunning verleend om af te wijken van het bestemmingsplan/omgevingsplan.

7. Overgangssituatie

Het college hanteert voor de overgangsregeling voor standplaatsen de volgende richtlijnen:

  • Voor een standplaatshouder die een vergunning heeft, geldt dat de afgegeven vergunning voor beperkte tijd ongewijzigd in stand blijft tot einde looptijd.

  • Voor elke nieuwe aanvraag is het nieuwe (verdelings)beleid van toepassing.

Dit staat beschreven in artikel 19

8. Toekomst

Binnen de gemeente zijn de vaste standplaatsen beperkt. Ook het gebruik van de vaste standplaatsen is tot op heden beperkt. De gemeente is voornemens om zowel naar het aantal vaste standplaatsen als naar de mate van gebruik van de standplaatsen te kijken in de komende periode. Dit kan mogelijk leiden tot een wijziging c.q. verruiming van het aantal en het gebruik van de standplaatsen.

 

Artikelen bij beleidsregels standplaatsen:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een vergunning aanvraagt;

  • b.

    APV: Algemene Plaatselijke Verordening Etten-Leur 2021;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    dag(en): de dag(en) waarop de standplaats wordt ingenomen;

  • e.

    standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel, als bedoeld in artikel 5:17, eerste lid, van de APV;

  • f.

    aangewezen standplaats: een standplaats die voorkomt op het door het college vastgestelde standplaatslocatieplan als bedoeld in artikel 2.

  • g.

    vaste standplaats: een standplaats met een vaste locatie;

  • h.

    seizoenstandplaats: een standplaats voor het aanbieden van seizoensgebonden producten of diensten, zoals ter plekke vers bereide oliebollen, kerstbomen, aardbeien en asperges;

  • i.

    promotiestandplaats: een standplaats ter promotie van een activiteit of een product voor commerciële doeleinden, zoals (fris)dranken, verzorgingsproducten of auto’s;

  • j.

    incidentele standplaats: een standplaats voor commerciële, sociaal, culturele, sportieve, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige activiteiten;

  • k.

    ideële standplaats: een standplaats voor niet-commerciële activiteiten met een maatschappelijk belang;

  • l.

    vergunninghouder: degene aan wie ingevolge artikel 5:18, van de APV een vergunning is verleend om een standplaats in te nemen;

  • m.

    toezichthouder: de met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de APV en deze beleidsregels aangewezen personen;

  • n.

    verpachten: het al dan niet door de vergunninghouder tegen betaling afstaan of in gebruik geven van zijn standplaats, die hierop voor eigen rekening en risico de ambulante handel uitoefent.

Artikel 2. Uitzonderingen

Deze beleidsregels gelden niet voor standplaatsen, als bedoeld in artikel 5:17, tweede lid, van de APV, te weten:

  • a.

    standplaatsen met betrekking tot de warenmarkt;

  • b.

    standplaatsen op een evenement.

Artikel 3. Locaties en maximum aantal vaste, seizoensgebonden en promotiestandplaatsen

  • 1.

    Een vergunning voor een vaste, seizoensgebonden of promotiestandplaats wordt uitsluitend verleend voor een locatie zoals vermeld in het tweede lid;

  • 2.

    De locaties waar een vaste, seizoensgebonden of promotiestandplaats kan worden ingenomen zijn:

    Branche

    Type

    Aantal

    Locatie

    Dagdeel

    Opmerking

    Oliebollen, vers ter plekke bereid (seizoen, winter)

    seizoen

    1

    Van Bergenplein

    Tweede week november t/m 1ste week januari ( dagelijks)

    Oliebollen, vers ter plekke bereid (seizoen, winter)

    seizoen

    1

    Burchtplein

    Tweede week november t/m 1ste week januari ( dagelijks)

    Oliebollen, vers ter plekke bereid ( seizoen winter)

    seizoen

    1

    Parkeerplaats Praxis

    Tweede week november t/m 1ste week januari ( dagelijks)

    Oliebollen, vers bereid ter plekke (seizoen, winter)

    seizoen

    1

    Parkeerplaats Life & Garden

    Tweede week november t/m 1ste week januari ( dagelijks)

    Vis

    vast

    1

    Kerkwerve

    Zaterdag heel de dag

    Vis

    vast

    1

    Van Bergenplein

    Vrijdag heel de dag

    ½ onderdeel weekmarkt

    Promotie activiteit

    promotie

    1

    1

    Winkelgebied Etten (Hof van Houte, Markthof, Burchtplein, Raadhuisplein, Marktplein)

    Winkelgebied Leur (Van Bergenplein, Havenkom)

    Nader te bepalen i.v.m. weekmarkt en evenementen

  • 3.

    De exacte locatie van een aangewezen standplaats wordt door het college opgenomen in een situatietekening behorende bij de verleende standplaatsvergunning;

  • 4.

    Het college kan bij besluit, indien zij dit wenselijk en noodzakelijk acht, locaties aan het vorige lid toevoegen, wijzigen of verwijderen. In de afweging om een standplaats toe te voegen of te verwijderen worden de volgende criteria meegewogen:

    • a.

      Het belang van de openbare orde en veiligheid, in bijzondere gevallen dat:

      • i.

        De doorgang voor hulpdiensten als politie, brandweer en ambulance wordt belemmerd. De vrije doorgang moet tenminste 4,5 meter zijn;

      • ii.

        Het toevoegen van de standplaats het uitzicht belemmert op kruisingen, oversteekplaatsen of in- en uitritten e.d.;

      • iii.

        De ter plaatse benodigde vrije toegang voor het verkeer, inclusief alle verkeersdeelnemers, wordt belemmerd.

    • b.

      Of de toegang tot etalages, terrassen, woningen, kantoren of gebouwen wordt belemmerd;

    • c.

      Of het aanzien van monumentale gebouwen of stedenkundige ensembles wordt aangetast;

    • d.

      Of het uitzicht op monumenten of kunstobjecten wordt aangetast;

    • e.

      Of het open karakter van pleinen wordt aangetast;

Artikel 4. Aanvraag

  • 1.

    Een vergunning voor een standplaats kan zowel door een natuurlijk persoon als een rechtspersoon worden aangevraagd. In dat geval moet de naam van de bestuurder op het uittreksel van de Kamer van Koophandel staan en is de bestuurder de vergunninghouder;

  • 2.

    Een standplaatsvergunning wordt aangevraagd door middel van het volledig ingevuld digitaal aanvraagformulier standplaatsvergunning. Dit formulier is beschikbaar op de website van de gemeente Etten-Leur;

  • 3.

    Een aanvraag welke niet is voorzien van de benodigde gegevens, wordt niet in behandeling genomen. De aanvrager krijgt eenmaal de gelegenheid om de ontbrekende gegevens aan te vullen of te wijzigen.

Artikel 5. Verdelingsprocedure

Voor vaste en seizoensgebonden standplaatsen geldt:

  • 1.

    We maken openbaar bekend als er één of meer vergunningen voor standplaatsen kunnen worden verleend, bijv. als er een standplaats vrijkomt door het aflopen van een vergunning.

  • 2.

    De bekendmaking doen we op de gemeentelijke website en in het gemeentelijke huis-aan-huisblad de Bode. In de bekendmaking staat:

    • a.

      De locatie;

    • b.

      De beschikbare tijden;

    • c.

      De begindatum voor aanvragen, vanaf die datum kan een aanvraag worden ingediend;

    • d.

      De einddatum voor aanvragen, tot die datum kan een aanvraag worden ingediend;

    • e.

      Hoe een aanvraag kan worden ingediend.

  • 3.

    Een aanvraag moet worden gedaan met het daarvoor bestemde aanvraagformulier.

  • 4.

    We behandelen alleen volledige aanvragen, inclusief de op het formulier gevraagde bijlagen.

  • 5.

    Aanvragen die vóór de aanvang en ná de sluiting van de inschrijvingstermijn worden ontvangen worden geweigerd.

  • 6.

    Een aanvrager die een onvolledige aanvraag heeft ingediend, geven we de gelegenheid om zijn aanvraag aan te vullen (artikel 4:5, lid 1, sub c, Awb), mits de aanvraag minimaal één week voor de einddatum is ingediend. De aanvulling moet vóór de einddatum worden ingediend. Als de aanvraag daarna nog niet volledig is, dan laten we deze buiten behandeling.

  • 7.

    We beoordelen of een aanvraag voldoet aan deze beleidsregel.

  • 8.

    Een aanvraag is vergunbaar als deze voldoet aan de voorwaarden genoemd in punt 2 tot en met 7.

  • 9.

    We stellen vast of loten noodzakelijk is. Loten is noodzakelijk als er meerdere vergunbare aanvragen zijn voor dezelfde dag voor dezelfde locatie.

  • 10.

    Als loten niet noodzakelijk is, dan vergunnen we iedere vergunbare aanvraag.

  • 11.

    Als loten noodzakelijk is, dan geldt de volgende procedure:

    • a.

      We loten per locatie per dag(deel).

    • b.

      We loten door de aanvragers van hetzelfde dagdeel voor dezelfde locatie op briefjes te schrijven, deze op te vouwen en in een bak te doen. Vervolgens trekt een vergunningverlener het winnende lot.

    • c.

      De aanvrager van wie het lot wordt getrokken, komt als eerste in aanmerking voor een vergunning.

    • d.

      Van de overige aanvragers wordt één lot getrokken als reserve. Indien de aanvrager aan wie de standplaats is toegewezen zijn aanvraag intrekt, dan krijgt de reserve de standplaats aangeboden.

    • e.

      We verlenen de vergunning aan de winnende aanvrager.

    • f.

      We weigeren de andere aanvragen.

    • g.

      We houden geen wachtlijst bij.

  • 12.

    Nadat een vergunning is verlopen heeft een vergunninghouder geen voorrang ten opzichte van andere aanvragers.

Artikel 6. Weigeringsgronden

  • 1.

    Op grond van de weigeringsgronden, als bedoeld in artikel 5:18, tweede lid, van de APV, wordt een standplaatsvergunning geweigerd;

  • 2.

    Een standplaatsvergunning wordt tevens geweigerd indien en voor zover het een andere locatie betreft dan die is aangewezen op grond van bijlage 1, van deze beleidsregels;

  • 3.

    Een standplaatsvergunning kan worden geweigerd, indien één van de weigeringsgronden zich voordoen, als bedoeld in artikel 1.8 jo. artikel 5:18, derde lid, van de APV.

Artikel 7. Inhoud vergunning en voorschriften

  • 1.

    In de standplaatsvergunning worden tenminste vermeld:

    • a.

      De naam en voornamen van de vergunninghouder;

    • b.

      Een duidelijke omschrijving van de standplaats, alsmede het maximum aantal vierkante meter dat voor de standplaats mag worden gebruikt;

    • c.

      De dag(en) en de tijdstippen waarop de standplaats mag worden ingenomen;

    • d.

      De looptijd van de vergunning;

    • e.

      De artikelen dan wel diensten of de branchegroep van artikelen of diensten, die door de vergunninghouder worden verkocht of geleverd.

Artikel 8. Geldigheidsduur

  • 1.

    Een vaste standplaatsvergunning wordt verleend voor een periode van maximaal zeven jaar.

  • 2.

    Een vaste standplaatsvergunning geldt voor maximaal één dag per week per locatie, per vergunninghouder in de gemeente Etten-Leur;

  • 3.

    Een seizoensgebonden standplaatsvergunning zonder professionele verkoopwagen wordt voor maximaal twee jaar verleend voor een periode van maximaal twee aaneengesloten maanden;

  • 4.

    Een seizoensgebonden standplaatsvergunning met professionele verkoopwagen wordt voor maximaal zeven jaar verleend voor een periode van maximaal twee aaneengesloten maanden;

  • 5.

    Per aanvrager wordt een promotiestandplaatsvergunning verleend voor maximaal 9 dagen per kalenderjaar;

  • 6.

    Een incidentele standplaatsvergunning wordt éénmalig voor een bepaalde dag of voor maximaal 9 dagen per jaar verleend.

  • 7.

    Een ideële standplaatsvergunning wordt verleend voor de duur van het onderzoek of project.

Artikel 9. Dagen en tijden

Op grond van artikel 2 lid 2 van de Winkeltijdenwet mag een standplaats op werkdagen (maandag tot en met zaterdag) van 06.00 uur tot 22.00 uur worden ingenomen. De Winkeltijdenwet maakt een uitzondering voor het aanbieden van versbereide etenswaren die direct voor consumptie geschikt zijn op zon- en feestdagen.

Artikel 10. Persoonlijk innemen

  • 1.

    Een standplaatsvergunning is persoonsgebonden en niet overdraagbaar als bedoeld in artikel 1:5 van de APV;

  • 2.

    De standplaats moet worden gebruikt door de houder van de standplaatsvergunning en mag niet worden (onder-)verhuurd of op andere wijze aan een derde in gebruik gegeven;

  • 3.

    In geval van ziekte of vakantie mag een vervanger tijdelijk de standplaats gebruiken, met voorafgaande schriftelijke toestemming van het college.

Artikel 11. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Overschrijving van een vaste standplaatsvergunning is mogelijk, in geval van blijvende arbeidsongeschiktheid, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of het overlijden van de vergunninghouder. De vaste standplaatsvergunning kan op verzoek worden overgeschreven op de echtgeno(o)te, de geregistreerde partner of een meerderjarig kind van de vergunninghouder, of een persoon die bij de vergunninghouder minimaal drie jaar in loondienst heeft gewerkt;

  • 2.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder, dan wel nadat de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt, dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder is vastgesteld. Indien dit niet gebeurt wordt de vergunning ingetrokken.

Artikel 12. Mobiele karakter standplaats

  • 1.

    De standplaats mag niet eerder in gebruik worden genomen dan één uur voordat met de verkoop of dienstverlening mag worden begonnen;

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zorg te dragen dat de standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt. Een standplaatshouder die voorziet in producten ten aanzien van (in)directe consumptie, is verplicht tenminste twee afvalbakken te plaatsen;

  • 3.

    Bij het ontruimen dient de vergunninghouder zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving schoon op te leveren;

  • 4.

    De vergunninghouder die in strijd handelt met het bij of krachtens deze beleidsregels bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog schuldig maakt, een toezichthouder in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de openbare orde of veiligheid verstoort of in gevaar brengt, kan door het bestuursorgaan gelast worden zijn standplaats onmiddellijk te ontruimen.

Artikel 13. Uitstalling

  • 1.

    Het is toegestaan om maximaal twee statafels te plaatsen bij een standplaats;

  • 2.

    De statafels moeten binnen een strook van 1 meter vanuit de standplaats blijven;

  • 3.

    Afhankelijk van de beschikbare ruimte, kan aanvullend maatwerk worden geleverd en in de vergunning worden vastgelegd.

Artikel 14. Werkzaamheden op en aan de weg dan wel andere activiteiten op de locatie

  • 1.

    Standplaatsen kunnen niet worden ingenomen, wanneer op de betreffende locatie werkzaamheden plaatsvinden dan wel de gemeente de ondergrond van de standplaats of de directe omgeving van de standplaats voor andere doeleinden nodig heeft;

  • 2.

    Indien als gevolg van redenen als in lid 1 genoemd standplaatsen niet kunnen worden ingenomen, is het college bevoegd om voor de duur van de werkzaamheden/activiteiten een vervangende standplaats aan te wijzen.

Artikel 15. Intrekking vergunning

  • 1.

    De vergunning kan worden ingetrokken, wanneer de vergunninghouder:

    • a.

      De standplaats gedurende vier aaneengesloten weken niet inneemt, met uitzondering van gevallen van overmacht;

    • b.

      Het bij of krachtens deze beleidsregels bepaalde overtreedt;

    • c.

      Niet of niet tijdig de rechten, onder welke naam dan ook verschuldigd, voldoet;

    • d.

      Zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

    • e.

      Andere producten verkoopt of diensten aanbiedt dan waarvoor in de vergunning is aangevraagd en verleend.

  • 2.

    Onverminderd de intrekkingsgronden opgenomen in artikel 1:6 van de APV, kan een vergunning worden ingetrokken of gewijzigd als:

    • a.

      De vergunninghouder de vergunning opzegt:

    • b.

      De vergunninghouder in strijd handelt met de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

    • c.

      Zich alsnog een weigeringsgrond voordoet wegens nieuwe feiten of gewijzigde inzichten;

    • d.

      De vergunning niet (langer meer) gebruikt wordt overeenkomstig de gegevens en uitgangspunten die ten grondslag lagen aan de beslissing op de aanvraag, waaronder begrepen een wezenlijke verandering van de aard van de aangeboden producten of diensten of van de kraam, dan wel verkoopinrichting;

    • e.

      Veranderende omstandigheden of gewijzigde inzichten aanleiding geven om deze beleidsregels te herzien en de vergunning niet in overeenstemming is met de herziene beleidsregel;

    • f.

      De vergunninghouder zijn bedrijf beëindigt, failleert of overlijdt (zie ook art. 10 lid 2).

Artikel 16. Kosten en Leges

Van de vergunninghouder of degene die een standplaats aanvraagt of inneemt wordt marktgeld geheven, als bedoeld in de geldende verordening op de heffing en invordering van marktgelden. Daarnaast worden de legeskosten geheven op basis van de geldende legesverordening. Tenslotte wordt precario geheven op basis van de geldende Verordening precariobelasting.

Artikel 17. Nutsvoorzieningen

  • 1.

    Voor zover de vergunninghouder gebruik maakt van gemeentelijke nutsvoorzieningen (zoals stroom, water of elektra), wordt een vergoeding in rekening gebracht;

  • 2.

    Het gebruik van aggregaten is enkel toegestaan na toestemming van de gemeente;

  • 3.

    Het aanbrengen van wijzigingen aan gemeentelijke nutsvoorzieningen is niet toegestaan.

Artikel 18. Hardheidsclausule

Het college handelt overeenkomstig deze beleidsregel, tenzij dit voor één of meer belanghebbenden gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

Artikel 19. Overgangsrecht

Vergunningen verleend vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregel, blijven voortbestaan voor de duur dat deze is verleend zolang deze niet zijn of worden ingetrokken op grond van artikel 15 van deze beleidsregels.

Artikel 20. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de dag waarop zij zijn bekendgemaakt.

Artikel 21. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels standplaatsen gemeente Etten-Leur 2023’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 4 juli 2023

de secretaris,

Dhr. drs. C. Smits

de burgemeester,

Dhr. Drs. M.L. Verheijen