Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent subsidieregeling meerjarige projecten professionele kunst en cultuur 2025-2028 |
Citeertitel | Subsidieregeling meerjarige projecten professionele kunst en cultuur 2025-2028 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Meerjarige projectsubsidies kunst en cultuur 2021-2024.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-08-2023 | artikel 7, toelichting | 22-08-2023 | |||
13-07-2023 | 26-08-2023 | nieuwe regeling | 04-07-2023 |
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort;
gelezen de nota Cultuurvisie Amersfoort 2030 d.d.10 oktober 2017 kenmerk 5598483 en de Uitvoeringsagenda Kunst en Cultuur 2023-2026,
gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Amersfoort;
overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan de cultuurbeleving van de inwoners van Amersfoort. Met deze subsidie dragen wij bij aan organisaties die meerjarig een breed, divers en professioneel aanbod aan culturele activiteiten in de verschillende toepassingsgebieden binnen de gemeentegrenzen van Amersfoort organiseren die toegankelijk zijn voor een zo breed mogelijke doelgroep.
Artikel 2. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor een periode van vier jaar voor de realisatie van jaarlijks terugkerende culturele projecten die binnen één van de vier toepassingsgebieden vallen en bijdragen aan de cultuurbeleving van de inwoners van Amersfoort.
Artikel 3. Indieningstermijn aanvraag
In afwijking van artikel 8, eerste lid, van de Asv, dient een aanvrager de subsidieaanvraag in tussen 12 juli en 5 oktober 2023.
Artikel 5. Eisen aan de aanvraag
In afwijking van artikel 9, derde lid, van de Asv verstrekt het college slechts subsidie als uit de aanvraag blijkt dat:
de aanvraag is ingediend via het digitale aanmeldformulier op www.amersfoort.nl/subsidies;
Als in een toepassingsgebied het subsidieplafond na beoordeling niet blijkt uitgeput, kan op advies van de BACK én voordat het college besluit, het overschot uit dit toepassingsgebied overgeheveld worden naar een ander toepassingsgebied, als het subsidieplafond in dat toepassingsgebied ontoereikend is voor de positief beoordeelde aanvragen.
Overeenkomstig artikel 12, eerste lid, onderdeel f, van de Asv beslist het college afwijzend op de aanvraag als:
Artikel 10. Wijze van verdeling
De criteria onder lid 3 zijn onderverdeeld in enkele subcriteria. Deze subcriteria worden middels toekenning van een cijfer op de schaal van 10 beoordeeld, waarbij geldt dat een 1 ‘zeer slecht’ en een 10 ‘uitmuntend’ is. De gemiddelde score per criterium wordt bepaald door de middeling van de toegekende punten van de desbetreffende subcriteria.
Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten behaalt in een toepassingsgebied en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, dan vindt rangschikking van deze aanvragen plaats op de volgende wijze:
Deze regeling betreft een subsidieregeling waarop de Asv van toepassing is. In de subsidieregeling zijn bepalingen opgenomen die afwijken van de Asv, in die gevallen is de regeling leidend. Onder deze subsidieregeling verstrekt het college uitsluitend subsidie voor een periode van vier jaar. Gedurende deze vier jaar dient de subsidieontvanger jaarlijks een terugkerende professioneel cultureel project binnen het aangevraagde toepassingsgebied uit te voeren. Enkel projecten die bijdragen aan de cultuurbeleving van de inwoners van Amersfoort komen voor subsidie in aanmerking.
De geldende Asv is van toepassing op de subsidieaanvraag en subsidieverlening. Op het moment van publicatie van deze subsidieregeling is de geldende Asv de Algemene subsidieverordening gemeente Amersfoort 2019. De gemeente Amersfoort is deze Asv aan het actualiseren. De verwachting is dat de geactualiseerde Asv in werking treedt voor de sluitingstermijn van het indienen van subsidieaanvragen onder deze subsidieregeling.
Er zijn vier verschillende toepassingsgebieden waarvoor een aanvraag gedaan kan worden.
Er is sprake van staatssteun als aan de vijf cumulatieve criteria van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is voldaan. Voor wat betreft de subsidies op grond van deze regeling kan niet worden uitgesloten dat aan al deze vijf criteria wordt voldaan. Op grond van de de-minimisverordening is geen sprake van ongeoorloofde staatssteun, wanneer subsidieontvanger niet meer dan maximaal € 200.000,- in een periode van drie jaar aan steun ontvangt van Nederlandse publiekrechtelijke instellingen. De gemeente heeft hiervoor een de-minimisverklaring op haar website gepubliceerd die aanvragers dienen in te vullen en ondertekend bij hun aanvraag dienen te voegen: De-minimisverklaring | Gemeente Amersfoort.
Het betreft hier projecten van professionele organisaties die personen vanaf 12 jaar begeleiden in hun talentontwikkeling gericht op het zijn van kunstenaarschap binnen een artistieke disciplines als muziek, musical, dans, toneel, kleinkunst, vormgeving, beeldhouwkunst, film- en fotokunst, literatuur en grafische kunst.
De BACK is een door de gemeente Amersfoort ingestelde externe en onafhankelijke adviesgroep, bestaande uit deskundigen op het gebied van de artistieke en culturele stand van zaken binnen de verschillende toepassingsgebieden.
Indien uit de overgelegde de-minimisverklaring blijkt dat de subsidieontvanger niet in aanmerking komt voor de-minimissteun zal de gemeente een beroep doen op artikel 53 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening. Het besluit om de subsidie te verlenen dient door de gemeente binnen 20 kalenderdagen middels SANI aan de Europese Commissie te worden kennis gegeven. De benodigde kennisgeving omvat onder meer gegevens van de aanvraag en aanvrager. Eveneens wordt de beschikking gepubliceerd op de website van de gemeente Amersfoort (Kennisgevingen staatssteun | Gemeente Amersfoort) en de kennisgeving in het Europese Publicatieblad (EU-recht - EUR-Lex (europa.eu)).
Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
De activiteiten die binnen de toepassingsgebieden vallen, komen voor subsidiëring in aanmerking.
De vier toepassingsgebieden zijn:
Aanvragen die op andere activiteiten zien komen onder deze regeling niet in aanmerking voor subsidie en worden afgewezen. Activiteiten die in ieder geval niet in aanmerking komen: reisbeurzen, artist in residency-programma’s (tenzij dit een kleiner onderdeel van een groter project betreft), kosten voor verblijf in het buitenland en projecten die geen duidelijke begin- en einddatum hebben, zoals boeken, geluidsdragers en permanente kunstwerken in de openbare ruimte. Ook activiteiten of culturele evenementen die voornamelijk amateurkunst, cultuureducatie of een meer traditionele vermaakswaarde vertegenwoordigen, zoals Oranjefestiviteiten, dorpsfeesten, kermis, Sinterklaasactiviteiten of soortgelijke activiteiten (volksfeesten), komen niet in aanmerking voor subsidie onder deze regeling.
Uit de aanvraag moet blijken dat de activiteit jaarlijks plaatsvindt. Dit hoeft niet exact dezelfde activiteit te zijn. Voorwaarde is wel dat dit in hetzelfde toepassingsgebied plaatsvindt en dat het aangevraagde subsidiebedrag jaarlijks hetzelfde is.
De activiteit vindt plaats in de gemeente Amersfoort voor inwoners en bezoekers van Amersfoort.
Artikel 3 Indieningstermijn aanvraag
Indienen van de subsidieaanvraag kan vanaf 12 juli tot 5 oktober 2023. Dit betekent dat de aanvragen voor 5 oktober volledig ingediend moeten zijn.
Artikel 4 Eisen aan de aanvrager
Een stichting of vereniging die activiteiten uitvoert en een ideële doelstelling nastreeft en géén winstoogmerk heeft.
De stichting of vereniging bestaat minimaal 2 jaar en heeft in die 2 jaar activiteiten in een van de vier toepassingsgebieden uitgevoerd. De activiteiten moeten gericht zijn op de inwoners van Amersfoort.
Artikel 5 Eisen aan de aanvraag
Het ingediende vierjarenprojectplan mag uit maximaal 10 A4 bestaan waarin per jaar wordt toegelicht op welke wijze de activiteit wordt uitgevoerd. Hierbij worden afbeeldingen/foto’s niet meegerekend.
Bij de aanvraag dient te worden aangegeven voor welk toepassingsgebied de aanvraag wordt ingediend. Een aanvraag ziet op maximaal één toepassingsgebied. Een aanvrager mag niet meerdere aanvragen binnen hetzelfde toepassingsgebied indienen.
Een aanvrager mag wel meerdere zelfstandige aanvragen indienen op het moment dat hij in verschillende toepassingsgebieden projecten wil uitvoeren. Op het moment dat een aanvrager meerdere aanvragen indient, mag inhoudelijk niet naar de andere aanvragen verwezen worden. Eveneens mogen er geen voorwaarden verbonden zijn aan de aanvraag waaruit volgt dat een aanvraag enkel kan worden uitgevoerd indien een andere aanvraag eveneens wordt toegekend.
De (vierjaren)begroting moet sluitend zijn. In een ‘sluitende begroting’ zijn de totale inkomsten gelijk aan de totale uitgaven. Daarnaast bestaat een begroting van het project uit een raming van de lasten, zonder opname van een post ‘onvoorzien’, en van de baten, zoals publieksinkomsten, subsidies en sponsoring met vermelding van de instanties of organisaties, waar subsidie is aangevraagd of waar een sponsorbijdrage wordt verwacht of is gekregen. De sluitende jaarbegroting moet op maximaal twee A4 staan. Dit is exclusief de onderbouwing van de bedragen in de begroting.
De de-minimisverklaring kan worden gedownload via De-minimisverklaring | Gemeente Amersfoort.
Indien de aanvrager eerder subsidie bij de gemeente Amersfoort heeft aangevraagd en haar statuten zijn bekend bij de gemeente en niet gewijzigd sinds de laatste aanlevering, dan mag de aanvrager verwijzen naar de bij de gemeente beschikbare versie.
Alleen de kosten die in het eerste lid zijn opgesomd, zijn subsidiabel. Kosten die niet in een van deze categorieën vallen, zijn dus niet subsidiabel.
Kosten die in een van de categorieën genoemd in artikel 6 lid 2 vallen, zijn niet subsidiabel. Deze kosten kunnen er wel zijn en moeten in dat geval ook in de begroting worden genoemd, maar moeten op een andere wijze worden gefinancierd.
sub k: in de begroting kan een bedrag worden opgenomen voor ruimte die om niet beschikbaar is gesteld (dit geldt ook voor materiaal). Het bedrag voor het kapitaliseren van huur komt overeen met de huurprijs van een vergelijkbare niet-commerciële culturele ruimte. Daarbij hanteren wij het principe van redelijkheid en billijkheid. In de schriftelijke verantwoording geeft aanvrager een toelichting op de hoogte van het bedrag, met andere woorden: op welke uitgangspunten het bedrag is gebaseerd. Deze kapitalisatie moet worden gedekt uit de andere middelen dan de gemeentelijke subsidie. Dit geldt ook voor bijvoorbeeld legeskosten.
bij een verleende subsidie van meer dan 200.000 euro (meer dan 50.000 euro per jaar), mag de begroting voor maximaal 60% uit subsidie bestaan die is verstrekt door of namens het college van de Gemeente Amersfoort. Hierbij maakt het niet uit welke afdeling bij deze subsidie is betrokken. Een subsidie van organisaties zoals Indebuurt033 of SOAB worden aan het college toegerekend.
De totale gemeentelijke subsidie bedraagt dus maximaal 60% van de totale kosten van het project. De aanvrager moet dus minimaal 40% van de kosten dekken door overige middelen. Als bij de verantwoording blijkt dat de subsidie van de gemeente meer dan 60% bedraagt, dan wordt een evenredig bedrag teruggevorderd.
bij een aanvraag van 200.000 euro of lager (50.000 euro of lager per jaar), mag de begroting voor maximaal 70% uit subsidie bestaan die is verstrekt door of namens het college van de Gemeente Amersfoort. Hierbij maakt het niet uit van welke afdeling bij deze subsidie is betrokken. Een subsidie van organisaties zoals Indebuurt033 of SOAB worden aan het college toegerekend.
De totale gemeentelijke subsidie bedraagt maximaal 70% van de totale kosten van het project. De aanvrager moet dus minimaal 30% van de kosten dekken door overige middelen. Als bij de verantwoording blijkt dat de subsidie van de gemeente meer dan 70% bedraagt, dan wordt een evenredig bedrag teruggevorderd.
Het verleende subsidiebedrag wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de indexatie van de gemeentelijke begroting.
het subsidieplafond van 3.900.000 euro is voor de periode van vier jaar. Dit komt neer op een jaarlijks subsidieplafond van 975.000 euro.
de deelplafonds gelden voor eveneens voor een periode van vier jaar. Per jaar bedraagt het deelplafond per toepassingsgebied:
Het college kan een subsidieplafond alleen verlagen als het oorspronkelijke subsidieplafond is vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld en de aanvragen voor de vaststelling van de begroting moesten zijn ingediend, en er bovendien op de mogelijke verlaging wordt gewezen bij de bekendmaking van het plafond. Deze subsidieregeling – en daarmee de opgenomen subsidieplafonds – zijn vastgesteld voordat de gemeenteraad de begroting van de betreffende jaren heeft vastgesteld. Ditzelfde geldt voor de verleningsbeschikking. Wanneer blijkt dat de begroting voor het betreffende jaar leidt tot een verlaging van het subsidieplafond, wordt het plafond door het college naar beneden bijgesteld.
In de subsidiebeschikking met verlening wordt de ontvanger op de hoogte gebracht van deze mogelijkheid en de werkwijze van het college in een dergelijke situatie.
het project moet op ieder criterium een voldoende, dus minimaal een 6, scoren. Dit betekent dat de aanvraag wordt afgewezen als er één onvoldoende, dus 5 of lager, wordt gescoord.
een aanvraag ziet op maximaal één toepassingsgebied. Een aanvrager mag niet meerdere aanvragen binnen hetzelfde toepassingsgebied indienen. Indien dit het geval is, wordt de aanvraag die als eerste bij de gemeente ontvangen is beoordeeld. De overige aanvragen worden geweigerd.
met begrotingssubsidie wordt bedoeld dat een aanvrager jaarlijks subsidie ontvangt via de begroting van de gemeente, zoals bijvoorbeeld het geval is bij een culturele basisinstelling.
Artikel 10 Wijze van verdeling
de tijdig ingediende en volledige aanvragen worden getoetst aan de regeling. Als er documenten (of informatie) missen die wel bij aanvraag hadden moeten worden gevoegd, dan is de aanvraag niet volledig.
Tijdige en volledige aanvragen worden vervolgens getoetst aan:
Aanvragen die op basis van deze toets in aanmerking komen voor verdere beoordeling worden inhoudelijk door de BACK beoordeeld.
De beoordeling door de BACK vindt plaats op basis van expert review: de leden van de BACK zijn deskundig op het gebied van de artistieke en culturele stand van zaken binnen de verschillende toepassingsgebieden. De BACK beoordeelt de criteria op basis van hun kennis en expertise een gezamenlijk oordeel.
a. Artistieke/inhoudelijke kwaliteit (30%)
Onder het criterium artistieke/inhoudelijke kwaliteit beoordeelt de BACK op basis van de indicatoren ‘vakmanschap’, ‘oorspronkelijkheid’ en ‘zeggingskracht’ de artistieke/inhoudelijke kwaliteit van de activiteit van het project.
Vakmanschap (10 punten) blijkt bijvoorbeeld uit de technische beheersing van instrumenten, spel, regie of choreografie; of uit de wijze waarop een curator, conservator of programmeur een tentoonstelling of festival samenstelt.
Oorspronkelijkheid (10 punten) houdt verband met de missie, visie en herkenbare artistieke signatuur van de aanvrager en/of uitvoerders van de activiteit, die onlosmakelijk verbonden is met het project. De oorspronkelijkheid en meerwaarde blijken bijvoorbeeld uit de mate waarin de activiteit zich onderscheidt ten opzichte van soortgelijke activiteiten.
Zeggingskracht (10 punten) gaat over het prikkelen, ontroeren, of aanzetten tot denken van het publiek door middel van de activiteit. De aanvrager moet datgene wat zij wil uitdrukken of bereiken, kunnen overdragen op het publiek.
b. Zakelijke kwaliteit en ondernemerschap (30%)
Aan de hand van het projectplan en de begroting beoordeelt de BACK in hoeverre de aanvrager vanuit financieel, bedrijfsmatig en organisatorisch perspectief in staat is om de activiteit uit te voeren. Hierbij wordt nagegaan of de kosten en inkomsten op de begroting realistisch, onderbouwd en uitgelegd zijn (10 punten).
Daarnaast wordt op basis van de begroting het beloningsbeleid beoordeeld. Uit het beloningsbeleid moet naar voren komen dat er sprake is van ‘eerlijke beloning’ (fair pay). Er wordt beoordeeld in hoeverre het beloningsbeleid aansluit bij de bestaande afspraken over honorering, zoals de geldende cao, andere collectieve afspraken, collectieve richtlijnen en auteursrecht; waarop de beloningsvormen zijn gegrond; en de verhouding tussen het aantal ingezette uren en het aantal gehonoreerde uren.
Onder een financieringsmix verstaan wij bijdrage van fondsen/bedrijven en commerciële inkomsten (10 punten).
c. Maatschappelijke betekenis (20%)
Onder het criterium maatschappelijke betekenis beoordeelt de BACK welk maatschappelijk effect de artistieke activiteiten genereren binnen het kader van het profiel van de aanvrager. Dit profiel is richtinggevend. Dit betekent dat de maatschappelijke betekenis voor elke aanvrager anders kan zijn, maar past bij de eigen doelstellingen van de aanvrager. De maatschappelijke betekenis van de activiteit van de aanvrager ontstaat wanneer de aanvrager met haar artistieke activiteiten bijdraagt aan maatschappelijke vraagstukken, zoals het tegengaan van sociaal-maatschappelijke ongelijkheid, duurzaamheid en energietransitie. Ook ontstaat maatschappelijke betekenis in de relatie van de aanvrager met bepaalde doelgroepen, zoals jongeren, ouderen, bepaalde culturele gemeenschappen.
Maatschappelijke relevantie (10 punten): leg uit waarom deze activiteiten maatschappelijk relevant zijn en wat het de stad oplevert/wat de stad ervan ziet.
Duurzaamheid van de gekozen samenwerkingen (10 punten): leg uit welke toegevoegde waarde ontstaat door de betreffende samenwerking en op welke wijze deze bijdraagt aan het lokale culturele ecosysteem.
Onder de brede noemer toegankelijkheid beoordeelt de BACK de wijze waarop de aanvrager participatie van publiek en deelnemers mogelijk maakt. De toegankelijkheid is deels afhankelijk van het profiel van de aanvrager. Dit profiel heeft gevolgen voor de samenstelling en diversiteit van het potentiële publiek. Tegelijkertijd geldt dat drempels voor potentieel publiek moeten worden verlaagd en dat potentieel publiek gemakkelijk toegang moet kunnen krijgen tot gesubsidieerd cultureel aanbod.
Publieksbeleid (10 punten) is het geheel van educatie-, participatie- en marketingbeleid. Door middel van marketingactiviteiten en programmering dient de aanvrager zich in te spannen om potentieel publiek daadwerkelijk in staat te stellen bezoeker te worden. Dit kan o.a. door:
Onder inclusie (10 punten) wordt verstaan dat iedere inwoner van Amersfoort zich kan herkennen in het culturele aanbod, erdoor wordt aangesproken of geprikkeld. Iedere Amersfoorter kan deelnemen aan culturele activiteiten in receptieve of participatieve zin. Leg uit op welke wijze er wordt inzet op diversiteit en inclusie in de aspecten Programmering, Publiek, Personeel van culturele organisaties en Partnerschappen met andere organisaties. Inclusie is een onderdeel van het artistieke en inhoudelijke profiel en staat niet op zichzelf.
Per subcriterium zijn er 10 punten te behalen. De som van de behaalde punten op de subcriteria wordt gedeeld door het aantal subcriteria, hetgeen tot een puntenaantal leidt. Deze score telt in de totale score mee voor het percentage zoals voor het criterium geldt. De scores worden afgerond op twee decimalen achter de komma. De aanvraag met de meeste punten wordt hoger gerangschikt.
De punten worden gebaseerd op de volgende rapportcijfers:
wanneer twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten behaalt, vindt rangschikking van de aanvragen plaats op basis van behaalde punten per criterium in de volgende volgorde:
Als het aantal punten op alle criteria gelijk is, vindt er een loting plaats.
Het subsidiebedrag wordt in één keer voor vier jaar verleend. Per jaar wordt in het eerste kwartaal een percentage bevoorschot. De totale bevoorschotting over vier jaar bedraagt 97,5%. De laatste 2,5% wordt na vaststelling van de subsidie betaald.
Als de aanvrager niet voldoet aan de verplichtingen kan dit leiden tot een lagere vaststelling en/of terugvordering.
als de activiteit om welke reden dan ook niet kan worden uitgevoerd, dient de aanvrager de gemeente hier zo snel mogelijk van op de hoogte te stellen. In overleg met de aanvrager wordt gekeken of en eventueel in welke mate en op welke manier de activiteit wel kan plaats vinden om zo aan de verplichting te voldoen. Uitkomst hiervan kan zijn dat de activiteit in een jaar niet wordt uitgevoerd. Dit zal dan leiden tot een lagere vaststelling en aanpassing van de bevoorschotting.
uit de planning bij het plan blijkt dat de activiteit jaarlijks binnen het kalenderjaar is afgerond.
het tonen van het project aan de inwoners van Amersfoort kan op diverse manieren. Denk aan een optreden, een tentoonstelling of een andere publieksactiviteit op een publiek toegankelijke locatie. Dit kan zowel gratis worden aangeboden, als dat toegangsgeld wordt gevraagd.
de aanvrager dient minimaal 30% of 40% (afhankelijk van het verleende subsidiebedrag, zie artikel 7 respectievelijk leden 1 en 2) van de totale kosten te dekken door andere middelen. Als bij de verantwoording blijkt dat deze verplichting niet is gehaald, wordt aan de hand van de verantwoording vastgesteld wat op basis van de totale kosten de hoogte van de subsidie dient te zijn. Het verschil tussen verlening en vaststelling wordt teruggevorderd.
er dient jaarlijks een tussentijdse verantwoording ingediend te worden waaruit blijkt dat de activiteit is uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan. De wijze waarop wordt in de verleningsbeschikking beschreven.
indien uit de tussentijdse verantwoording blijkt dat niet is voldaan aan de verplichtingen, wordt besloten om de bevoorschotting aan te passen. Op deze wijze wordt voorkomen dat de subsidieontvanger bij vaststelling aan het einde van de subsidieperiode van vier jaar een bedrag moet terugbetalen.
Afhankelijk van de exacte situatie kan eveneens besloten worden tot wijziging van de verleningsbeschikking.
Artikel 13 Aanvraag tot vaststelling
de subsidie wordt voor een periode van vier jaar verleend en aan het einde van deze periode vastgesteld. Er is dus geen sprake van een jaarlijkse vaststelling.
Het inhoudelijk jaarverslag is een beknopte beschrijving van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten gedurende de vier jaar. Uit deze beschrijving moet blijken of en in hoeverre jaarlijks aan de subsidieverplichtingen is voldaan. In het financiële jaarverslag staat een jaarlijks overzicht van de inkomsten en uitgaven die aansluiten bij de posten in de begroting, naast de werkelijk gemaakte kosten. En een toelichting indien dit afwijkt.
In de verleningsbeschikking kan de verplichting worden opgenomen dat het financieel jaarverslag voorzien dient te zijn van een accountantsverklaring. Deze verklaring ziet dan op de gehele periode van vier jaar. In voorkomende gevallen kan volstaan worden met vier jaarlijkse verklaringen die gelijktijdig bij de aanvraag tot vaststelling worden gevoegd.