Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oudewater

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOudewater
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2002
CiteertitelVerordening reinigingsheffingen Oudewater2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpIngetrokken

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen is niet compleet, alleen de gegevens van de wijzigingen vanaf 29-12-2010 zijn daarin opgenomen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 229, lid 1 aanhef en onderdelen a en b
  2. Wet milieubeheer, art. 15.33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-201001-01-2012Ingetrokken

15-12-2011

IJsselbode, 20-12-2011

D5-37
29-12-2010tarieventabel

16-12-2010

IJsselbode, 22-12-2010

Raad 201000096 Decos 132

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2002

De raad van de gemeente Oudewater;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

gezien het advies van de commissie financiën en sociale zaken;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2002.

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

a een afvalstoffenheffing;

b reinigingsrechten.

 

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

b. grof afval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van huishoudens die niet door middel van huisvuilzakken en containers kunnen worden aangeboden.

 

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

  • 2

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    a degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    b ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

     

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in zes gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 16 Termijnen van betaling

De reinigingsrechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 14, tweede lid:

1. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

2. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    De ‘Verordening reinigingsheffingen Oudewater 1997’ van 28 november 1996, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 14 december 2000, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2002.

  • 4

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening reinigingsheffingen Oudewater2002’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2001.

 

secretaris, mevrouw L.A.M. Bakker

voorzitter, mevrouw M.C.A.A. Ruigrok-Verreijt

 

Tarieventabel, behorende bij de ‘Verordening reinigingsheffingen Oudewater 2002’ 1  

Algemeen

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 139,40.

1.1.2 De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een:

1.1.2.1 container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen,

per container van 240 liter met € 92,60.

Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

1.2 het recht bedraagt voor:

1.2.1 het op verzoek verwijderen van grof afval, aan te merken als huishoudelijk afval, wanneer de laadtijd minder dan 15 minuten bedraagt € 23,--

wanneer de laadtijd 15 minuten of meer bedraagt per 10 minuten € 11,50

1.2.2 het achterlaten van koelkasten en diepvriezers op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per stuk € 11,50

1.2.3 het achterlaten van asbest, aan te merken als huishoudelijk afval, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per m2 € 2,30

1.2.4. het achterlaten van bouw- en sloopafval, aan te merken als huishoudelijk afval, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per ¼ m3 afval € 11,50

1.2.4 het achterlaten van autobanden van personenauto’s op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per stuk € 4,60

Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten

2.1 Het recht bedraagt voor:

2.1.1 het op verzoek verwijderen van grof afval, aan te merken als niet huishoudelijk afval, wanneer de laadtijd minder dan 15 minuten bedraagt € 23,-- wanneer de laadtijd 15 minuten of meer bedraagt per 10 minuten € 11,50

2.1.2 het achterlaten van asbest, aan te merken als niet huishoudelijk afval, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per m2 € 2,30

2.1.3 het achterlaten van bouw- en sloopafval, aan te merken als niet huishoudelijk afval, op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per ¼ m3 afval € 11,50

2.1.4 het achterlaten van autobanden anders dan van personenauto’s op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per stuk € 11,50

Behoort bij raadsbesluit van 13 december 2001.

De secretaris van Oudewater,

 

mevrouw L.A.M. Bakker