Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoetermeer

Beleidsregel coffeeshopbeleid Zoetermeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoetermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel coffeeshopbeleid Zoetermeer
CiteertitelBeleidsregel coffeeshopbeleid Zoetermeer
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-07-2017nieuwe regeling

05-07-2017

gmb-2017-120673

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel coffeeshopbeleid Zoetermeer

DE BURGEMEESTER VAN ZOETERMEER

OVERWEGENDE DAT

 

het in verband met de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is beleid voor coffeeshops op te stellen,

 

BESLUIT

De beleidsregel Coffeeshopbeleid Zoetermeer vast te stellen,

 

1. Aanleiding

Op dit moment kent Zoetermeer geen specifiek (vestigings)beleid voor coffeeshops. Op zichzelf gaat het met de enige toegestane coffeeshop, de Casa, goed. De gemeente ontvangt geen klachten en/of meldingen ten aanzien van deze coffeeshop. De Casa houdt zich aan de landelijk vastgestelde criteria.

De raad heeft het college per motie opgeroepen gedurende de raadsperiode 2014-2018 niet meer dan één coffeeshop te gedogen. Het college heeft hier gehoor aan gegeven1. De reden om ondanks het feit dat er maar één coffeeshop is toch beleid op te stellen is tweeledig:

  • ruimtelijke ontwikkelingen: Zoetermeer ontwikkelt zich nog steeds en dat kan gevolgen hebben voor de locatie van de coffeeshop;

  • Zoetermeer inmiddels beleid kent dat specifiek is gericht op horecabedrijven (de Horecasanctiestrategie Openbare Orde). Dat beleid is ook van toepassing op coffeeshops. Omdat coffeeshops tot een specifieke branche behoren is het noodzakelijk aanvullend beleid op te stellen.

Het beleid is verdeeld in twee onderdelen:

  • de landelijke criteria

    Dit zijn de criteria die het Openbaar Ministerie (verder: het OM) heeft opgesteld en waaraan alle gedoogde coffeeshops in Nederland zich sowieso dienen te houden. Er is in deze geen beleidsvrijheid voor het lokale bestuur.

  • de Zoetermeerse criteria

    Dit spreekt voor zichzelf. Hier heeft de burgemeester wel beleidsvrijheid. Ter bepaling van deze criteria is gekeken naar het beleid dat andere gemeenten hebben opgesteld.

1. Landelijke criteria: AHOJGI

Op basis van het landelijke gedoogbeleid is een aantal criteria vastgesteld waaraan een coffeeshop dient te voldoen. Het gaat om de volgende criteria:

  • niet Afficheren: geen reclame voor de coffeeshop en hasj en/of wiet maken;

  • geen Harddrugs verhandelen en/of voorhanden hebben;

  • geen Overlast (bijvoorbeeld parkeeroverlast, geluidshinder) veroorzaken;

  • geen Jeugdigen onder de 18 jaar toelaten. Geen verkoop aan jeugdigen onder de 18;

  • geen Grote hoeveelheden verkopen (meer dan vijf gram per keer) en/of op voorraad hebben (meer dan 500 gram);

  • het Ingezetenencriterium: geen toegang voor en geen verkoop aan niet-ingezetenen van Nederland.

Daarnaast mag in de coffeeshop geen alcohol worden geschonken en gedronken.

 

Op 7 maart 2014 heeft de burgemeester na consultatie in de lokale driehoek bepaald het I-criterium niet concreet te handhaven. Dat is conform de lijn die regionaal met het OM is afgesproken.

 

2. Zoetermeerse criteria

Uitgangspunt van het lokale beleid is dat het aanvullend op het landelijke beleid dient te zijn. Op Zoetermeers grondgebied gelden daarom de volgende criteria.

2.1 Het aantal

Er is maar één coffeeshop toegestaan.

 

2.2 De rechtsvorm

De coffeeshop is een eenmanszaak of een vennootschap onder firma. De coffeeshop mag een BV of NV zijn mits transparant is wie de uiteindelijke aandeelhouders zijn (onmiddellijke aandeelhouders) en mits duidelijk is hoe de financieringsstromen lopen. Bewijzen hiervan worden aan de burgemeester overhandigd.

2.3 De locatie

  • De vestiging van coffeeshops is alleen daar toegestaan waar wonen niet het primaire gebruik van de ruimte is. Voorbeelden zijn: industrieterreinen, buurtcentra, Stadshart, Dorpsstraat, (wijk)winkelcentra en buitengebieden.

  • Coffeeshops zijn niet in de nabijheid gevestigd van locaties waar voorzieningen zijn gevestigd of activiteiten worden verricht die primair gericht zijn op jongeren. Het doel is te voorkomen dat jongeren geconfronteerd worden met (de zichtbaarheid van) de coffeeshop. En aldus in de verleiding dreigen te komen drugs te kopen. Te denken valt aan sportverenigingen, jongerenclubs en toneelverenigingen.

  • Coffeeshops zijn tenminste 350 meter vanaf scholen voor Voortgezet en Middelbaar beroepsonderwijs gevestigd. (Het afstandscriterium van 350 meter geldt over de kortste loopafstand over de openbare weg gemeten van hoofdingang tot hoofdingang.)

  • Er mogen geen verkeersbeperkende belemmeringen zoals verkeersopstoppingen, parkeerproblemen etc. ontstaan.

2.4 De inrichting

  • Het inrichten van een terras is niet toegestaan.

  • Het plaatsen van kansspelautomaten is niet toegestaan.

  • De burgemeester stuurt de coffeeshophouder een gedoogverklaring. In deze gedoogverklaring kan de burgemeester aanvullende eisen ten aanzien van bijvoorbeeld de inrichting en de opening-tijden opnemen. Omdat één en ander afhangt van de specifieke locatie en/of de aard van de coffeeshop is er sprake van maatwerk in plaats van algemeen beleid. Dat kan betekenen dat soms alleen een afhaalloket wordt toegestaan terwijl in andere gevallen een coffeeshop met mogelijkheid tot gebruik ter plaatse wordt toegestaan.

  • De inrichting van de coffeeshop moet een open en transparant karakter hebben. Dat wil zeggen dat ramen en deuren zodanig zijn dat van buitenaf de situatie in de coffeeshop zichtbaar is. De coffeeshop mag geen besloten karakter krijgen.

  • Het personeel licht bezoekers en gebruikers voor (over onder andere de effecten en risico’s van drugsgebruik) en verstrekt productinformatie.

3. Toezicht en handhaving

Tegen een coffeeshop die zich niet aan de criteria houdt kan zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk worden opgetreden. Dat houdt in dat de politie en Team Handhaving kunnen toezien en handhaven.

De handhaving richt zich met name op:

  • 1.

    bestrijden van overlast, verloedering van het straatbeeld en het verminderen van de druk op het woon- en leefklimaat door de exploitatie van coffeeshops;

  • 2.

    tegengaan van criminele activiteiten en criminele organisaties;

  • 3.

    beschermen van kwetsbare groepen, met name jongeren;

  • 4.

    beschermen van de gebruiker. Deze uitgangspunten kennen zowel een openbare orde als een gezondheidsperspectief.

3.1 Bestuursrechtelijke handhaving

De burgemeester is verantwoordelijk voor de bestuursrechtelijke handhaving. Dat betreft zowel de handhaving van de landelijke als de Zoetermeerse criteria. De door de burgemeester vastgestelde Horecasanctiestrategie Openbare Orde (HSO) is van toepassing op coffeeshops. In de HSO is daarnaast een aparte afdeling met betrekking tot coffeeshops opgenomen. Deze afdeling bevat de sanctionering in geval van overtreding van de criteria2. Ook de andere afdelingen van de HSO zijn van toepassing op coffeeshops3. Zo kan de eigenaar van een coffeeshop waarin een wapen wordt aangetroffen op grond van de HSO worden bestraft.

Team Handhaving ziet onder het gezag van de burgemeester toe op de coffeeshop.

3.2 Strafrechtelijke handhaving

Het OM is verantwoordelijk voor de naleving van de landelijke gedoogcriteria. Het OM heeft landelijke vervolgingsrichtlijnen opgesteld.

De politie ziet onder het gezag van het OM toe op de coffeeshop.

 

4. Overgangsrecht

Voor de huidige coffeeshop geldt een overgangsperiode. De bepalingen uit deze beleidsregel worden uiterlijk drie jaar nadat deze beleidsregel in werking is getreden voor de Casa van kracht.

 

5. Discretionaire bevoegdheid

Met in achtneming van de specifieke omstandigheden van het geval kan de burgemeester afwijken van de bepalingen in deze beleidsregel.

Zoetermeer, 5 juli 2017,

De burgemeester van Zoetermeer,

Ch.B. Aptroot


1

Memo Motie 1406-61 Geen wijziging coffeeshopbeleid, d.d. 8 juli 2016.

2

Zodra het coffeeshopbeleid is vastgesteld zijn ook de lokale criteria in deze afdeling van kracht.

3

Met uitzondering van de bepaling dat er geen softdrugs mogen worden verkocht.