Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gorinchem

Verordening Alcoholwet gemeente Gorinchem 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGorinchem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Alcoholwet gemeente Gorinchem 2023
CiteertitelAlcoholwetverordening Gorinchem 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Drank- en Horecaverordening gemeente Gorinchem 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108, tweede lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 147 van de Gemeentewet
  3. artikel 4 van de Drank- en Horecawet
  4. artikel 25a van de Alcoholwet
  5. artikel 25d van de Alcoholwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-07-2023nieuwe regeling

29-06-2023

gmb-2023-300402

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Alcoholwet gemeente Gorinchem 2023

De raad van de gemeente Gorinchem;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 mei 2023, kenmerknummer D-847519;

 

gelet op de artikelen 108, tweede lid en 147 van de Gemeentewet en de artikelen 4, 25a, en 25d van de Alcoholwet;

 

besluit de volgende verordening vast te stellen:

 

Verordening Alcoholwet gemeente Gorinchem 2023

 

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    - bijeenkomsten van persoonlijke aard:

    een bijeenkomst, waarbij alcoholhoudende drank pleegt te worden genuttigd, die geen direct verband houdt met de activiteiten van de paracommerciële rechtspersoon en die qua aard thuishoren binnen de reguliere horeca, zoals bruiloften, recepties, verjaardagsfeesten, bedrijfsfeesten, condoleancebijeenkomsten en dergelijke;

    - bevoegd gezag:

    het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester;

    - kalenderjaar:

    de periode van 1 januari tot en met 31 december;

    - ontmoetingscentra:

    een dorpshuis, buurthuis, wijkgebouw en vergelijkbare functies, waarbij de intentie ligt op het samenbrengen en ontmoeten van elkaar;

    - terras:

    een terras als bedoeld in artikel 2:27, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Gorinchem;

    - vergunning:

    een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet;

    - wet:

    Alcoholwet.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt onder de overige begrippen in deze verordening verstaan hetgeen de wet daaronder verstaat.

 

Hoofdstuk 2: Algemene bepalingen voor horecabedrijven

Artikel 2 Voorschriften en beperkingen vergunning horecabedrijf

  • 1.

    De burgemeester kan aan een vergunning voor het uitoefenen van het horecabedrijf voorschriften verbinden. Deze voorschriften kunnen alleen worden gesteld:

    • a.

      ter bescherming van de volksgezondheid; en/of

    • b.

      in het belang van de openbare orde.

  • 2.

    De burgemeester kan, gelet op de belangen genoemd in het eerste lid, de vergunning beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank.

Artikel 3 Prijsacties horeca

Ter bescherming van de volksgezondheid en in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.

 

Hoofdstuk 3: Algemene bepalingen voor slijtersbedrijven

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen vergunning slijtersbedrijf

  • 1.

    De burgemeester kan aan een vergunning voor het uitoefenen van het slijtersbedrijf voorschriften verbinden. Deze voorschriften kunnen alleen worden gesteld:

    • a.

      ter bescherming van de volksgezondheid; en/of

    • b.

      in het belang van de openbare orde.

  • 2.

    De burgemeester kan, gelet op de belangen genoemd in het eerste lid, de vergunning beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank.

 

Hoofdstuk 4: Paracommerciële rechtspersonen

Artikel 5 Schenktijden paracommerciële rechtspersonen

  • 1.

    Het is paracommerciële rechtspersonen verboden alcoholhoudende drank te verstrekken eerder dan één uur voor aanvang en later dan drie uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen diens statutaire doelomschrijving, met dien verstande dat voor 12:00 uur geen alcoholhoudende drank wordt verstrekt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, is het sportverenigingen verboden alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens jeugdactiviteiten.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid, is het ontmoetingscentra verboden alcoholhoudende drank te verstrekken voor 12:00 uur en na 01:00 uur.

Artikel 6 Bijeenkomsten paracommerciële rechtspersonen

  • 1.

    Het is paracommerciële rechtspersonen toegestaan om per kalenderjaar 8 bijeenkomsten te organiseren van persoonlijke aard dan wel bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon zijn betrokken.

  • 2.

    De paracommerciële rechtspersoon meldt een bijeenkomst als bedoeld in het eerste lid tenminste twee weken voor aanvang aan de burgemeester.

  • 3.

    De paracommerciële rechtspersoon vermeldt bij een melding als bedoeld in het tweede lid tenminste de volgende gegevens:

    • a.

      de naam van de paracommerciële rechtspersoon die de bijeenkomst houdt;

    • b.

      de dag en tijden waarop de bijeenkomst plaatsvindt;

    • c.

      het aantal te verwachten bezoekers;

    • d.

      de reden of aard van de bijeenkomst;

    • e.

      eventuele genomen maatregelen zodat de bijeenkomst op een veilige en ordelijke wijze plaatsvindt.

  • 4.

    De burgemeester:

    • a.

      verbiedt een bijeenkomst, als in de afgelopen 12 maanden sprake is geweest van overtreding van artikel 20, eerste lid van de wet; of

    • b.

      kan binnen een week na ontvangst van de melding de bijeenkomst verbieden of (aanvullende) voorschriften verbinden als naar zijn oordeel dit in het belang van de openbare orde, veiligheid of het woon- en leefklimaat gewenst is.

Artikel 7: Verbod verstrekken van sterke drank

Het is paracommerciële rechtspersonen verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank te verstrekken in hun inrichting, als die deel uitmaakt van een gebouw dat uitsluitend of in hoofdzaak:

  • a.

    wordt gebruikt voor het geven van onderwijs aan personen jonger dan 18 jaar;

  • b.

    in gebruik is bij één of meer jeugdorganisaties of- instellingen.

Hoofdstuk 5: Slotbepalingen

Artikel 8 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het bevoegd gezag aangewezen personen.

Artikel 9 Intrekking oude verordening

De Drank- en Horecaverordening gemeente Gorinchem 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 10 Overgangsbepaling

Nog van kracht zijnde besluiten, genomen op grond van de verordening bedoeld in artikel 9, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening, mits deze verordening daarvoor overeenkomstige besluiten kent.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking één dag nadat zij is bekendgemaakt.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Alcoholwetverordening Gorinchem 2023.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 juni 2023.

de voorzitter

de griffier

Bijlage: Artikelsgewijze toelichting Verordening Alcoholwet gemeente Gorinchem 2023

 

Algemeen

 

Op 1 juli 2021 is de Alcoholwet in werking getreden en heeft daarmee de Drank- en Horecawet, een wet die sinds 1964 bestond, vervangen. Gelet op de memorie van toelichting diende het wetsvoorstel daartoe bij te dragen aan het verminderen van problematisch alcoholgebruik in Nederland en ter modernisering en verbetering van de wet. Ook de Alcoholwet gaat primair over regels rondom de verstrekking en het gebruik van alcoholhoudende drank in relatie tot de volksgezondheid en gaat op een enkel secundair onderwerp over openbare orde en veiligheid. Voor de feitelijke inhoud van de wet als diens memorie van toelichting, wordt verwezen naar de betreffende wet en diens memorie van toelichting. In de nu voorliggende toelichting wordt uitsluitend ingegaan op de gemeentelijke verordening.

 

In dat verlengde geeft de Alcoholwet, net als diens voorganger de Drank- en Horecawet, de gemeenteraad (hierna: de raad) ook enkele bevoegdheden om de verstrekking en het gebruik van alcoholhoudende drank in haar gemeente te reguleren.

 

Enkele van die bevoegdheden is de raad verplicht uit te oefenen (zoals regels voor paracommerciële rechtspersonen), waar andere bevoegdheden gebruikt kunnen worden als daartoe in de betreffende gemeente aanleiding of noodzaak toe bestaat (zoals prijsverboden, tijdelijke verboden om alcohol te verstrekken, het instellen van leeftijdsgrenzen van bezoekers, regels rondom proeverijen e.d.).

 

Met de Verordening Alcoholwet gemeente Gorinchem 2023 wordt uitvoering gegeven aan die verplichting en invulling gegeven aan de verordenende bevoegdheid van de raad.

 

De totstandkoming van de verordening is geïnitieerd als gevolg van dat de raad in haar vergadering van 23 juni 2022 aandacht heeft gevraagd of aan paracommerciële rechtspersonen

meer ruimte kan worden geboden voor het houden van bijeenkomsten (lees: feesten en partijen) die geen direct verband houden met diens statutaire activiteiten (lees: doelen) of diens leden/betrokkenen. Dit verzoek is onderzocht, gevolgd door een ambtelijke evaluatie van de Drank- en horecaverordening gemeente Gorinchem 2014, een vergelijkingsonderzoek met de regio, een voorstel tot het komen van een nieuwe Verordening Alcoholwet gemeente Gorinchem 2023 en met inspraak van de Koninklijke Horeca Nederland en de paracommerciële rechtspersonen.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen zijn nodig om de betreffende begrippen hun specifieke betekenisinhoud te geven in de verordening. Ze maken daarmee duidelijk wat onder het begrip wordt verstaan en dragen bij aan een eenduidig gebruik van die begrippen bij de toepassing van deze verordening.

 

Met name algemene begrippen als ‘vergunning’ of ‘wet’ moeten verduidelijk worden om te concretiseren om welke specifieke vergunning en wet het gaat.

 

  • -

    bijeenkomsten van persoonlijke aard

    Artikel 4, eerste lid van de Alcoholwet bepaalt dat de raad bij verordening regels moet stellen waaraan paracommerciële rechtspersonen zich moeten houden bij de verstrekking van alcoholhoudende drank. Dit ter voorkoming van oneerlijke mededinging jegens de commerciële horeca.

     

    In artikel 4, derde lid van de Alcoholwet is bepaald, dat die regels onder andere betrekking moeten hebben op bijeenkomsten van persoonlijke aard.

     

    De Vereniging van Nederlandse gemeenten (hierna: de VNG) heeft reeds een voorzet gedaan een definitie van bijeenkomsten van persoonlijke aard te geven.

     

    Allereerst is daarbij van belang of bij de bijeenkomst sprake is van het verstrekken dan wel nuttigen van alcoholhoudende drank. Immers, de verordening is gebaseerd op de Alcoholwet en richt zich op de verstrekking en het gebruik van alcoholhoudende drank. De aanwezigheid van alcohol is dus een cruciaal vereiste om van het begrip (bijeenkomst van persoonlijke aard) te kunnen spreken. Is sprake van een alcoholvrije bijeenkomst, dan wordt die bijeenkomst niet aangemerkt als een bijeenkomst in de zin van deze verordening en is de verordening op die bijeenkomst ook niet van toepassing.

     

    Ten tweede moet het gaan om een bijeenkomst die geen direct verband houdt met de activiteiten van de betreffende paracommerciële rechtspersoon. Met andere woorden, het doel van de bijeenkomst staat volledig los van en staat noch in enig verband met het doel van de paracommerciële rechtspersoon. Een voorbeeld daarvan is een sportvereniging, die als doel het aanbieden van sport heeft, maar een huwelijksfeest voor een lid of derde wenst te houden. Of een museum dat, als doel het beleven van bijvoorbeeld kunst heeft, gelegenheid wil bieden voor een condoleancebijeenkomst.

     

    En ten derde gaat het om bijeenkomsten, waarvan het gebruikelijk is dat die bij de reguliere horeca worden gehouden. Zoals verjaardagen, bruiloften, (school)examenfeest enz.

 

  • -

    Kalenderjaar

    Een kalenderjaar is de periode van 1 januari tot en met 31 december.

  • -

    Ontmoetingscentra

    Onder een ontmoetingscentrum worden centra bedoeld, die gericht zijn op het samen brengen en ontmoeten van elkaar. Het in onderling contract brengen van mensen. Voorbeelden hiervan zijn een dorpshuis, buurthuis, wijkgebouw en vergelijkbare functies/benamingen.

  • -

    Terras

    Een horeca-inrichting is opgebouwd uit de lokaliteiten (lees: besloten ruimtes) waarin een horecabedrijf wordt uitgeoefend, en met de daarbij behorende terrassen. Hierbij geldt, dat die terrassen in ieder geval bestemd moeten zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse.

     

    De Alcoholwet geeft echter geen definitie van wat onder een terras wordt verstaan. Er is voor een definitie van een terras daarom aansluiting gezocht bij artikel 2:27, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Gorinchem.

     

    Horecabedrijven hebben veelal naast een Alcoholwetvergunning, wat de vergunning is om alcoholhoudende drank te mogen verstrekken, ook een vergunning nodig voor het exploiteren van een horecabedrijf. Dat is een vergunning om het horecabedrijf daadwerkelijk voor publiek geopend te mogen hebben. Die vergunningsplicht is vastgelegd in artikel 2:28 van de APV. Omdat bij de exploitatie van een horecabedrijf het veelvoorkomend is dat een terras wordt geëxploiteerd, voorziet de APV reeds in een definitie van een terras. De voorliggende verordening sluit bij die definitie van een terras aan.

     

    Daarmee ziet een terras op een:

    • a.

      buiten een horeca-inrichting liggend deel;

    • b.

      waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden; en

    • c.

      waar tegen vergoeding alcoholhoudende dranken ter plaatse kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid en verstrekt.

    • Het aspect buiten een horeca-inrichting liggend deel, moet niet geïnterpreteerd worden als uitsluitend een in de openlucht liggend terras. Dat kan, waar in de meeste gevallen een terras ook in de openlucht zal zijn gelegen, maar kan ook een overdekt terras betreffen (bijvoorbeeld in een overdekte winkelstraat). Waar het om gaat, is dat het terras buiten de vergunde horeca-inrichting is gelegen.

  • -

    Vergunning

    De overheid kent vele vergunningen. In het kader van deze verordening, wordt met vergunning de vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet bedoeld.

  • -

    Wet

    Met de wet wordt in het kader van deze verordening de Alcoholwet bedoeld.

Daar de verordening gebaseerd is op de Alcoholwet, wordt bij overeenkomstige begrippen verwezen naar de begripsbepalingen in artikel 1 van de Alcoholwet.

 

Hoofdstuk 2: Algemene bepalingen voor horecabedrijven

 

Artikel 2 Voorschriften en beperkingen vergunning horecabedrijf

 

In hoofdstuk 2 worden enkele algemene bepalingen gesteld ten aanzien van het uitoefenen van een horecabedrijf.

 

Artikel 25a van de Alcoholwet biedt gemeenten de mogelijkheid bij verordening op te nemen dat de burgemeester, volgens bij die verordening te stellen regels, vooraf – dat wil zeggen bij de afgifte van de vergunning – voorschriften aan een vergunning kan verbinden of de vergunning kan beperken tot het uitsluitend verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank. Dit kan worden bepaald ten aanzien van zowel de vergunning voor een horecabedrijf als slijtersbedrijf.

 

In deze verordening wordt de burgemeester voor wat betreft de horecabedrijven in eerste instantie de bevoegdheid gegeven de alcoholverstrekking aan voorschriften te verbinden. Secundair krijgt de burgemeester de bevoegdheid een vergunning te beperken tot het verstrekken van zwak alcoholhoudende drank.

 

De gemeenteraad heeft daarbij verder bepaald dat die bevoegdheden slechts kunnen worden ingezet vanwege twee specifiek genoemde belangen, te weten:

  • -

    ter bescherming van de volksgezondheid; en

  • -

    in het belang van de openbare orde.

Voorbeelden van voorschriften die de burgemeester kan verbinden aan de vergunning voor een horecabedrijf zijn:

 

  • -

    ter bescherming van de volksgezondheid

    • a.

      het verplicht stellen van een gevarieerde drankenkaart, waarbij er naast alcoholhoudende drank voldoende betaalbare alcoholvrije alternatieven worden aangeboden;

    • b.

      het verlangen van een polsbandjes-systeem ter voorkoming dat aan minderjarigen alcohol wordt verstrekt.

  • -

    in het belang van de openbare orde

    • a.

      het stellen van eisen ten aanzien van het maximaal aantal gelijktijdige bezoekers;

    • b.

      het stellen van eisen aan het aantal entrees en portiers.

Ten aanzien van de bevoegdheid een vergunning te beperken tot het verstrekken van zwak alcoholhoudende drank, houdt de burgemeester er rekening mee dat de gemeenteraad in artikel 7 reeds categorieën (paracommerciële) inrichtingen heeft aangewezen waar geen sterke drank mag worden verstrekt.

 

Artikel 3 Prijsacties horeca

 

Sinds enkele jaren heeft de gemeenteraad de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op prijsacties in de horeca. Gebleken is, dat prijs en betaalbaarheid belangrijke factoren zijn voor het consumeren van alcohol. (Meijer, e.a., 2008). De conclusie uit verschillende onderzoeken naar het effect van prijs op consumptie is helder: hoe lager de prijs hoe hoger de consumptie.

 

Met de inzet van artikel 25d van de Alcoholwet heeft de gemeenteraad een effectieve alcoholpreventie-maatregel gekregen. Het biedt de mogelijkheid om prijsacties in horecabedrijven, zoals happy hours, gedeeltelijk te beperken. Prijsacties zijn doorgaans acties met afgebakende tijden waarop alcohol tegen een gereduceerd tarief wordt aangeboden. In veel gemeenten zijn uitgaansgelegenheden waar prijsacties worden georganiseerd.

 

De maatregel kan, zo bepaalt de Alcoholwet, alleen betrekking hebben op het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.

 

Het in artikel 3 van deze verordening opgenomen verbod heeft uitsluitend betrekking op prijsacties in horecalokaliteiten en op terrassen en geldt dus niet voor het goedkoop verstrekken op andere plaatsen, bijvoorbeeld bij evenementen. Het gaat bij dit verbod ook uitdrukkelijk om de korting op de prijs die normaal in die horecalokaliteit of op dat terras wordt gevraagd. Dat is in de horeca na te gaan door de actieprijs te vergelijken met de prijs die wordt vermeld op de (op grond van het Besluit prijsaanduiding producten) verplichte prijslijst.

 

Vooralsnog is er niet gekozen ook andere vormen van prijsacties te verbieden, zoals ‘2 drankjes voor de prijs van 1’ of arrangementen zoals één avond onbeperkt drinken voor € 15,00.

 

De raad zet het artikel in, ter bescherming van de volksgezondheid (voorkomen van schade aan de gezondheid) en in het belang van de openbare orde (voorkomen van overlast).

 

Hoofdstuk 3: Algemene bepalingen voor slijtersbedrijven

 

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen vergunning slijtersbedrijf

 

In hoofdstuk 3 wordt een algemene bepaling gesteld ten aanzien van het uitoefenen van een slijterbedrijf, die inhoudelijk gelijk luidt aan de algemene bepaling die geldt voor horecabedrijven.

 

Artikel 25a van de Alcoholwet biedt gemeenten de mogelijkheid bij verordening op te nemen dat de burgemeester, volgens bij die verordening te stellen regels, vooraf – dat wil zeggen bij de afgifte van de vergunning – voorschriften aan een vergunning kan verbinden of de vergunning kan beperken tot het uitsluitend verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank. Dit kan worden bepaald ten aanzien van zowel de vergunning voor een horecabedrijf als slijtersbedrijf.

 

In artikel 2 is dat bepaald ten aanzien van horecabedrijven. In artikel 4 is dat bepaald ten aanzien van slijtersbedrijven. Voor de motivering daartoe wordt dan ook gemakshalve verwezen naar de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.

 

Voor wat betreft een bepaling inzake prijsacties bij slijtersbedrijven (en overigens ook andere detailhandel), bestaat daar geen noodzaak meer toe. De Alcoholwet voorziet reeds via artikel 2a in een verbod op prijsacties van meer dan 25%.

 

Hoofdstuk 4: Paracommerciële rechtspersonen

 

Artikel 5 Schenktijden paracommerciële rechtspersonen

 

Artikel 4, eerste lid van de Alcoholwet bepaalt dat de raad bij verordening regels moet stellen waaraan paracommerciële rechtspersonen zich moeten houden bij de verstrekking van alcoholhoudende drank. Dit ter voorkoming van oneerlijke mededinging jegens de commerciële horeca.

 

In artikel 4, derde lid van de Alcoholwet is bepaald, dat die regels onder andere betrekking moeten hebben op de tijden waarbinnen een paracommerciële rechtspersoon alcoholhoudende drank mag verstrekken.

 

In artikel 5 van deze verordening wordt uitvoering gegeven aan deze verplichting en invulling gegeven aan de schenktijden binnen Gorinchem. Er is gekozen één schenktijd als uitgangspunt op te nemen. Een algemeen schenktijdenregime lijkt beter handhaafbaar dan een indeling met categorieën en eigen schenktijden. Dat ligt in het feit dat de lijst van mogelijke soorten paracommerciële rechtspersonen groot is en per gemeente en regio ook sterk zal verschillen. Ook zijn er combinaties van paracommerciële functies denkbaar, zoals bijvoorbeeld in multifunctionele accommodaties. Bij wijze van uitzondering kan voor een specifieke functie zelfstandige schenktijden worden bepaald.

 

Als schenktijden zijn gekozen, één uur voor aanvang tot drie uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de (statutaire) doelstelling van de betreffende paracommerciële rechtspersoon, maar niet eerder dan 12:00 uur.

 

De reden dat het verstrekken van alcoholhoudende drank voor 12:00 uur is verboden, ligt in het feit de raad een alcoholontmoedigingsbeleid voert. Zo heeft zij in het Integraal Sociaal Beleid Gorinchem 2019 – 2024 als een van de doelen gesteld dat Gorcumers een gezonde leefstijl nastreven, waarbij jongeren geen alcohol drinken en het aantal 65+-ers die zware en/of overmatige drinker zijn afneemt.

 

Daarnaast heeft de raad in het Preventie & Handhavingsplan Alcohol 2020 – 2024 drie ambities uitgesproken die zien op dat jongeren tot 18 jaar geen alcohol drinken, er geen alcohol aan jongeren tot 18 jaar wordt verkocht en risicovol alcoholgebruik onder 55+ers afneemt. Hierbij heeft de raad o.a. ook de wens uitgesproken dat de gemeente de schenktijden bij sportverenigingen beperkt en schenktijdenbeleid invoert waarbij geen alcohol wordt geschonken tijdens jeugdwedstrijden. Daarmee wenst de raad de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren tot 18 jaar te beperken en de beeldvorming te doorbreken dat sport en alcohol samen gaan en het normaal is alcohol te drinken bij sportverenigingen.

 

De keuze dat alcoholhoudende drank op zijn vroegst om 12:00 mag worden verstrekt dient bij te dragen aan deze beleidsdoelen en ziet op de bescherming van de volksgezondheid, met name voor jongeren tot 18 jaar. Daarnaast staat vast, dat de commerciële horeca tot 12:00 uur ook geen oneerlijke mededinging hoeft te verwachten.

 

Daarnaast geldt dat geschonken mag worden één uur voor aanvang tot drie uur na beëindiging van een (statutaire) activiteit van de paracommerciële instelling. Hierbij dient de paracommerciële instelling diens eigen statuten na te gaan en diens activiteiten daarop af te stemmen. Het verschil ten opzichte van de commerciële horeca, is dat de paracommercie hoofdzakelijk een maatschappelijk doel vervult en ondergeschikt daaraan een horecabedrijf kan exploiteren. Het maatschappelijke doel staat dus voorop.

 

Om de paracommercie toch enige inkomsten uit de barexploitatie te laten genereren, kan zij van één uur voor tot drie uur na diens (statutaire) activiteiten alcoholhoudende drank verstrekken. Hierbij wordt gehanteerd, dat alle voorbereidende en afsluitende handelingen van bezoekers buiten de feitelijke activiteit vallen en opgevangen kunnen worden binnen dit tijdvak van één uur voor tot drie uur na de activiteit. Hierbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld de binnenkomst van gasten, deelnemers of leden, het ophangen van jassen, bezoeken van het toilet, het afbouwen van sportvelden, het omkleden en douchen bij sportverenigingen of het ‘nazitten’ na afloop van de activiteit. Dit is zodanig geconcretiseerd ter voorkoming van discussie wanneer een activiteit exact eindigt en de schenktijden dus gelden. Als voorbeeld eindigt een sportactiviteit dus bij diens laatste fluitsignaal, waarna deelnemers en bezoeker tot drie uur na afloop gelegenheid hebben een sportveld op te ruimen, te douchen, om te kleden en een drankje in de kantine te drinken.

 

Voor wat betreft de functie van ontmoetingscentra (zoals buurthuizen, dorpshuizen, wijkgebouwen enz.) zijn, als enige, eigen zelfstandige schenktijden vastgelegd. Daarvoor is gekozen, daar bij ontmoetingscentra het doel gericht is op het elkaar ontmoeten. Daarbij erkent de raad het sociaal effect dat alcohol in de Nederlandse maatschappij heeft. Gelet op deze functie heeft de raad die schenktijden dan ook vastgesteld van 12:00 uur tot uiterlijk 01:00 uur.

 

Tot slot wordt opgemerkt dat voor alle paracommerciële instellingen sluitingstijden gelden. Logischerwijs kan alcohol alleen worden verstrekt als de instelling ook daadwerkelijk voor publiek geopend mag zijn. Dat betekent ook, dat als een instelling moet sluiten, ook de verstrekking van alcohol stopt. Ook in het geval het drie uur ‘nazitten’ nog niet volledig verbruikt zou zijn.

 

Artikel 6 Bijeenkomsten paracommerciële rechtspersonen

 

Artikel 6 gaat over bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten voor derden.

 

Met bijeenkomsten van persoonlijke aard wordt gedoeld op bijeenkomsten, waarbij alcoholhoudende drank pleegt te worden genuttigd, die geen direct verband houden met de activiteiten/doelen van de betreffende paracommerciële rechtspersoon en die qua aard in beginsel thuishoren binnen de reguliere horeca. Dit zijn bruiloften, recepties, verjaardagsfeesten, bedrijfsfeesten, condoleancebijeenkomsten en dergelijke.

 

Er wordt in beginsel gezegd, omdat er gemeenten zijn die niet beschikken over een commercieel horeca-aanbod om de gehele gemeente te voorzien in commerciële alternatieven. In die gevallen bestaat er geen commercieel alternatief en mag uitgeweken worden naar een para-commercieel alternatief. Gelet op de omvang van Gorinchem en het bestaande horeca-aanbod, wordt deze situatie echter niet snel in Gorinchem verwacht.

 

Benadrukt wordt, dat het dus gaat om activiteiten die geen direct verband hebben met de doelen van de paracommerciële rechtspersoon. Bijeenkomsten, al dan niet met een zakelijk karakter, die wel direct verband houden met de activiteiten van de paracommerciële rechtspersoon vallen dus buiten het bereik van deze (begrips)bepaling. Als voorbeeld van een bijeenkomst van persoonlijke aard die wel verband houdt met de paracommerciële instelling kan hier gedacht worden aan het afscheid van de voorzitter van een vereniging of een feest ter gelegenheid van een tienjarig zittend bestuurslid.

 

Bij bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn (lees: derden) moet worden gedacht aan activiteiten die niet vereniging of stichting gebonden zijn. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als een paracommerciële rechtspersoon een ruimte verhuurt aan derden (dus niet-leden van de vereniging of niet-betrokkenen bij de stichting) om bijvoorbeeld een (commercieel) feest of congres te geven.

 

Onderzocht is of aan paracommerciële rechtspersonen ruimte kan worden geboden voor het organiseren van een aantal van deze bijeenkomsten per kalenderjaar, zodanig dat geen sprake wordt geacht van oneerlijke mededinging.

 

Er is voor gekozen, dat elke paracommerciële rechtspersoon maximaal 8 bijeenkomsten per kalenderjaar mag organiseren. Het wordt hierbij aan de paracommerciële rechtspersoon overgelaten of dat bijeenkomsten van persoonlijke aard of derden zijn. Ter bevordering van duidelijke, eenduidige regels en in het belang van het effectief handhaven, is gekozen elke paracommerciële vorm hetzelfde aantal bijeenkomsten te gunnen.

 

In het tweede tot en met het vierde lid is bepaald dat een bijeenkomst gemeld moet worden, aan welke eisen een melding tenminste moet voldoen en de gronden waarop een melding kan worden geweigerd dan wel de bijeenkomst kan worden verboden. Er is voor een melding gekozen, omdat een melding sneller verwerkt kan worden dan een ontheffing en een korter beslistermijn heeft. Qua termijn is ervoor gekozen deze gelijk te stellen aan de termijn die geldt voor het doen van een melding incidentele festiviteit, te weten twee weken. Bij de melding moet enige basis informatie worden gegeven om een beoordeling van de bijeenkomst te kunnen doen. Die informatie ziet o.a. op data, te verwachten aantal bezoekers, de reden/aard van de bijeenkomst en of er maatregelen genomen zijn wegens een mogelijk effect op de openbare orde, veiligheid of het woon- en leefklimaat.

 

Ter verduidelijking van welke bijeenkomsten wel gehouden mogen worden, zijn in bijlage 1 enkele voorbeelden benoemd. Deze voorbeelden zijn niet uitputtend en andere voorbeelden zijn denkbaar. De paracommerciële rechtspersoon dient allereerst zelf te beoordelen of de gewenste bijeenkomst direct verband houdt met diens (statutaire) activiteiten. Is dat niet het geval, dan kan uitgeweken worden naar de 8 meldingsopties.

 

Artikel 7 Verbod verstrekken van sterke drank

 

Dit artikel verbiedt het verstrekken van sterke drank in bepaalde (paracommerciële) inrichtingen.

 

In deze verordening is er allereerst voor gekozen het verstrekken van sterke drank te beperken in inrichtingen die veel door jongeren worden bezocht. Zij betreffen een kwetsbare groep, waarbij in ogenschouw wordt genomen, dat ‘zien drinken, doet drinken’ opgaat. Met name jongeren moeten bescherm worden tegen de verleiding van alcoholhoudende drank en de overstap van zwak naar sterk alcoholhoudende drank.

 

Vooralsnog is gekozen het verstrekken van sterke alcoholhoudende drank te verbieden in onderwijsgebouwen (als dat onderwijs zich met name richt op minderjarigen) en gebouwen waarin jeugdorganisaties (dus met een minderjarige doelgroep) zijn gevestigd. Het staat de raad vrij in de toekomst functies toe te voegen dan wel te verwijderen.

 

Overigens wordt opgemerkt dat het voorkomen van verstrekking van alcoholhoudende drank aan minderjarigen en de bescherming van jongeren tegen de gevolgen van vroegtijdig alcoholgebruik niet uitsluitend via regels kan worden bereikt/afgedwongen. De gemeente en de organisaties moeten ook naast elkaar staan in het ondernemen van acties om dat doel te bereiken, bijvoorbeeld via trainingen of informatieve bijeenkomsten.

 

Hoofdstuk 5: Slotbepalingen

 

Artikel 8 Toezicht

 

Toezichthouders zijn personen die bij of krachtens wettelijk voorschrift belast zijn met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift (artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb)). Op grond van artikel 8 van deze verordening kunnen toezichthouders door het bevoegde bestuursorgaan worden aangewezen.

 

Een toezichthouder moet zich kunnen legitimeren (artikel 5:12 van de Awb). Het legitimatiebewijs wordt uitgegeven door het bestuursorgaan onder verantwoordelijkheid waarvan de toezichthouder werkzaam is.

 

Artikel 9 t/m 12

(Intrekking oude vergunning / Overgangsbepaling / Inwerkingtreding / Citeertitel

 

De volgende artikelen betreffen standaard en afsluitende bepalingen in de verordening. Ze zien op de inwerkingtreding van de verordening, het intrekken van de vorige (en dus oude) verordening, de overgangsbepaling en de citeertitel van de verordening. De artikelen worden geacht voor zich te spreken en vragen niet om een verdere toelichting.

 

Bijlage 1: voorbeelden van bijeenkomsten die wel direct verband kunnen houden tot de paracommerciële rechtspersoon en waarbij alcoholhoudende drank wel mag worden verstrekt

 

Omdat er vele paracommerciële vormen mogelijk zijn, met elk verschillende en uiteenlopende activiteiten is het onmogelijk een volledige en complete opsomming aan voorbeelden te geven. De onderstaande voorbeelden zijn daarom ter indicatie. Een paracommerciële rechtspersoon dient allereerst zelf te beoordelen of de activiteit past bij diens statutaire doelstelling en kan, bij twijfel, het ambtelijk apparaat voor advies en beoordeling vragen.

 

Bij onderstaande voorbeelden geldt vooropgesteld, dat alle onderstaande bijeenkomsten gericht zijn op en bezocht worden door alleen of overwegend leden van de vereniging of betrokkenen van de stichting.

 

  • -

    Voorbeelden recreatie en sport

    • o

      openstelling kantine voor spelers, aanhang en supporters tijdens gehouden recreatie- of sportactiviteiten (trainingen, wedstrijden, toernooien);

    • o

      viering (club)kampioenschap;

    • o

      jaarfeest of feest ter afsluiting van het seizoen;

    • o

      open dagen / kijkdagen / clinics in het kader van ledenwerving.

  • -

    Voorbeelden sociaal – cultureel

    • o

      sociaal – culturele evenementen, zoals bijvoorbeeld de Gorcumse Zomerfeesten of het Timmerdorp, maar ook landelijke gevierde activiteiten zoals Koningsdag, Sinterklaas, Kerst en Nieuwjaarsborrel.

       

      Hierbij geldt, dat de inrichting voor het algemeen publiek geopend mag zijn, als de betreffende sociaal-culturele activiteit op landelijk niveau wordt gevierd/gehouden.

  • -

    Voorbeelden educatief

    • o

      lessen en cursussen als alcoholverstrekking daarmee verband houdt;

    • o

      afstudeerbijeenkomsten;

    • o

      diploma-uitreikingen;

    • o

      schoolfeest voor leerlingen;

    • o

      ouderavonden;

    • o

      sportdag voor leerlingen en leraren.

  • -

    Voorbeelden levensbeschouwelijk en godsdienstig

    • o

      alle activiteiten die te maken hebben met en gericht zijn op levensbeschouwelijke of godsdienstige zaken, zoals bijeenkomsten, cursussen, kerstviering, diensten, open dagen.

  • -

    Voorbeelden geldend voor elke paracommerciële instelling

    • o

      jubileum- of afscheidsfeest van het bestuur of een bestuurslid;

    • o

      feestavond voor vrijwilligers;

    • o

      jaarvergaderingen.