Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dijk en Waard

Subsidieregeling Buurthuizen Dijk en Waard 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDijk en Waard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Buurthuizen Dijk en Waard 2024
CiteertitelSubsidieregeling Buurthuizen Dijk en Waard 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Dijk en Waard 2022

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-07-2023nieuwe regeling

20-06-2023

gmb-2023-296837

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Buurthuizen Dijk en Waard 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dijk en Waard;

 

Overwegende,

 

de visie sociaal domein, het integraal beleidskader en het subsidiebeleid Dijk en Waard 2023,

 

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Dijk en Waard 2022,

 

b e s l u i t:

 

  • de subsidieregeling Buurthuizen Dijk en Waard 2024 vast te stellen;

  • voor 2024 de volgende subsidieplafonds vast te stellen op basis van het vastgestelde besluit van de raad betreffende het subsidiebeleid d.d. 23 mei 2023:

    • subsidieregeling Buurthuizen 2024: € 245.000

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening: Algemene subsidieverordening Dijk en Waard 2022

  • b.

    buurthuis: een fysieke plek in de wijk waar wijkbewoners op een laagdrempelige manier terecht kunnen om elkaar te ontmoeten. De kerntaak van het buurthuis is een bijdrage leveren aan maatschappelijke activiteiten en het oplossen van vraagstukken in de buurt of wijk. Het buurthuis is een platform voor activiteiten en initiatieven van en voor alle bevolkingsgroepen uit de wijk: jong, oud, vrouw, man en alle culturen en achtergronden. Het sluit aan en stemt af met andere maatschappelijke organisaties. Het buurthuis kent een balans tussen maatschappelijke activiteiten (het primaire doel) en activiteiten die tot inkomsten leiden om zelfstandig te kunnen zijn of worden.

  • c.

    kwetsbare inwoners: inwoners die niet in staat zijn op eigen kracht volledig deel te nemen aan de samenleving. Inwoners die vaak als kwetsbaar worden beschouwd, zijn mensen:

    • met een lichamelijke beperking,

    • met chronische ziekten of aandoeningen,

    • met een verstandelijke beperking,

    • met psychische of psychosociale (inclusief financiële en materiële) problemen,

    • met lichte opvoed- en opgroeiproblemen,

    • die betrokken zijn bij huiselijk geweld,

    • die uitgesloten (dreigen te) worden wegens hun seksuele oriëntatie, identiteit of gender,

    • met meervoudige problematiek (waaronder verslaafden);

  • d.

    sociale basis: het geheel van organisaties, diensten, voorzieningen en betrekkingen die het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid in sociale verbanden (buurten, groepen, netwerken, gezinnen) samen kunnen leven en kunnen participeren in de samenleving;

  • e.

    sociale cohesie: de mate waarin de inwoners van de gemeente verbondenheid ervaren en zich medeverantwoordelijk voelen voor het algemeen welzijn;

  • f.

    samenredzaamheid: de wijze waarop de inwoner zelf (met zijn/haar probleem of zorgvraag) samenwerkt met zijn of haar netwerk en maatschappelijke organisaties om tot een oplossing te komen.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten die bijdragen aan de versterking van de sociale basis:

  • 1.

    Het bestrijden van eenzaamheid:

    Open inloop en laagdrempelige activiteiten die bijdragen aan de ontmoeting van kwetsbare bewoners uit de wijk en aan het bestrijden van eenzaamheid;

  • 2.

    Sociale cohesie en samenredzaamheid:

    Activiteiten die bijdragen aan verbindende activiteiten voor wijkbewoners ten gunste van de sociale cohesie en samenredzaamheid in de wijk. Hierdoor leren mensen elkaar kennen en zien mensen (weer) om naar elkaar;

  • 3.

    Het bieden van een fysieke ruimte:

    Het bieden van een fysieke ruimte aan maatschappelijke organisaties en individuele ingezetenen ten behoeve van laagdrempelige activiteiten gericht op ontspanning, vermaak, fysieke en mentale gezondheid, beweging en zelfontplooiing;

  • 4.

    Het faciliteren van vrijwilligersbeleid:

    Het uitvoeren van een door het buurthuis bestuur vastgesteld vrijwilligersbeleid ten aanzien van werving, training, waardering en behoud van vrijwilligers voor uw buurthuis. Een onkostenvergoeding of een jaarfeest zijn voorbeelden van de waardering. Daarnaast kunnen kosten die te maken hebben met de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt subsidiabel zijn;

  • 5.

    Signalering en verwijzing:

    Het maken van samenwerkingsafspraken met welzijnsorganisaties ten aanzien van signalering en doorverwijzing van sociale vraagstukken vanuit de wijk of van individuele inwoners.

Om voor de subsidie in aanmerking te komen dienen de buurthuizen activiteiten te ontplooien op alle 5 thema’s.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de Algemene subsidieverordening kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden geweigerd indien:

  • 1.

    niet aannemelijk is gemaakt dat er behoefte is aan de geplande activiteit;

  • 2.

    niet aannemelijk is gemaakt dat de activiteit meerwaarde oplevert bovenop het reeds bestaande aanbod in Dijk en Waard;

  • 3.

    de activiteit is gericht op het promoten van een religieuze, levensbeschouwelijk of politieke overtuiging, hetgeen onder andere kan blijken uit de doelstelling, inhoud, doelgroep of toegankelijkheid;

  • 4.

    de activiteit in strijd is met gemeentelijk beleid;

  • 5.

    als de activiteit via een andere subsidieregeling van de gemeente Dijk en Waard moet worden aangevraagd of als via een andere voorliggende voorziening in de activiteit of haar doel wordt voorzien.

Artikel 4: Doelgroepen

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.

Artikel 5: Procedurebepalingen

  • 1.

    Op grond van artikel 7 lid 4 Algemene subsidieverordening dient een aanvraag voor subsidie bij voorkeur van 1 juli tot 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de activiteiten gaan plaats vinden, te worden ingediend.

  • 2.

    Aanvragen die zijn ingediend vóór de indieningstermijn worden gedateerd op 1 juli.

  • 3.

    Aanvragen kunnen jaarlijks voor maximaal 1 kalenderjaar worden ingediend.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1.

    Op grond van artikel 6 lid 4 Algemene subsidieverordening en als aanvulling op de vereisten van artikel 6 van de Algemene subsidieverordening gaat de subsidieaanvraag vergezeld van een uitleg over de wijze waarop de aanvrager gaat voldoen aan één of meer van de 5 activiteiten uit artikel 2 van deze regeling. De aanvrager moet dus puntsgewijs en concreet aangeven welke activiteiten gaan leiden tot de in artikel 2 genoemde bijdrage aan de sociale basis.

  • 2.

    Als aanvulling op artikel 6 van de Algemene subsidieverordening gaat de aanvraag ook vergezeld van informatie over de met partners gemaakte afspraken.

Artikel 7 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Subsidie heeft betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden zoals inkomsten uit (ver)huur, horeca en eigen bijdragen. Fondsen en legaten zijn hierbij uitgezonderd en hebben geen gevolgen voor de te verlenen subsidie.

  • 2.

    Subsidie kan enkel worden verstrekt voor door het college noodzakelijk te achten kosten ten behoeve van de activiteiten, inclusief kosten voor huisvesting (waaronder gas, water, elektriciteit en internet) om die activiteiten uit te voeren.

Artikel 8 Reserveringen en voorzieningen

  • 1.

    Bestemmingsreserveringen en voorzieningen zijn alleen toegestaan indien zij onderdeel uitmaken van de subsidieaanvraag en in de beschikking tot toekenning zijn vermeld.

  • 2.

    De volgende reserves en voorzieningen worden onderscheiden:

    • Egalisatiereserve: voor het opvangen van schommelingen in de exploitatie

    • Bestemmingsreserve: zijn specifieke reserves, waar aan vooraf een bestemming is gegeven. Voorbeelden van bestemmingsreserves zijn:

      • -

        Reserve ten behoeve van kleine inventaris (vervanging);

      • -

        Reserve ten behoeve van bepaalde omschreven, niet reguliere, activiteiten en/of ten behoeve van een specifiek doel (bijvoorbeeld jubilea).

    • Voorzieningen: Het vormen van voorzieningen is een normaal aspect van de bedrijfsvoering en dient daarom onderdeel uit te maken van de begroting en rekening van de instelling. Voorbeelden van voorzieningen zijn:

      • -

        Niet reguliere personele verplichtingen die sterk fluctueren (ziektevervanging, wachtgeldverplichting, reorganisatiekosten e.d.);

      • -

        Groot onderhoud en renovaties.

  • 3.

    De hoogte van de toegestane reserves en voorzieningen is afhankelijk van de aard van de organisatie en haar activiteiten. Het college van burgemeester en wethouders kunnen hiervoor normen vaststellen.

  • 4.

    Het is instellingen toegestaan het positieve verschil tussen het bedrag van de subsidieverlening en de (lagere) subsidievaststelling toe te voegen aan de egalisatiereserve.

  • 5.

    De egalisatiereserve mag maximaal 10% bedragen van de gemiddelde inkomsten van de instelling over de afgelopen 4 jaar.

Artikel 9 Verdeling van het subsidieplafond

Indien het subsidiebedrag, voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen, het subsidieplafond overtreft, gelden achtereenvolgens de onderstaande verdeelregels:

  • 1.

    Instellingen die in de periode 1 juli tot 1 oktober voorafgaande aan het betreffende subsidiejaar, hun volledige aanvraag hebben ingediend (groep A) gaan voor instellingen die vanaf 1 oktober voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar hun volledige aanvraag hebben ingediend (groep B).

  • 2.

    Indien het subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende volledige aanvragen van groep A het subsidieplafond overtreft, wordt het subsidiebudget naar rato van de in beginsel te verlenen subsidie verdeeld over de volledige subsidieaanvragen van groep A.

  • 3.

    Indien het resterende subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende volledige aanvragen van groep B ontoereikend is om alle volledige aanvragen uit groep B te honoreren, wordt het subsidiebudget in volgorde van ontvangst van de volledige subsidieaanvragen verdeeld.

  • 4.

    Indien bij toepassing van lid 3 blijkt dat het resterende budget dient te worden verdeeld tussen twee of meer instellingen van wie de aanvraag die op dezelfde datum zijn ontvangen, waarbij het budget ontoereikend is om deze volledige aanvragen volledig te honoreren, dan wordt het budget naar rato van de in beginsel te verlenen subsidie verdeeld over de betreffende volledige subsidieaanvragen.

  • 5.

    Wanneer de aanvrager krachtens art 4:5 van de Algemene Wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de onvolledige aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvulling is ontvangen.

Artikel 10 Verplichtingen

Het college van burgemeester en wethouders kan aan de subsidiëring aanvullende voorwaarden verbinden, voor zover deze naar verwachting de kwaliteit verbetert of de resultaten beter zichtbaar en verantwoord kunnen worden.

Artikel 11 Eindverantwoording

Op basis van artikel 15 lid 3 (subsidies tussen € 5.000 en € 50.000) van de Algemene subsidieverordening dient de aanvraag tot vaststelling ook een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening) te bevatten alsmede een inhoudelijk (jaar)verslag en een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    De regeling heeft betrekking op activiteiten met ingang van 2024.

  • 3.

    De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Buurthuizen Dijk en Waard 2024.

Artikel 13 Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan van artikel 8 van deze subsidieregeling afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

  • 2.

    Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.