Subsidieregeling Onderwijskansen Dijk en Waard 2023 -2026

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Doelgroeppeuter: in de gemeente Dijk en Waard woonachtig kind, van 2 jaar tot de leeftijd waarop het kind uitstroomt naar het basisonderwijs, dat op indicatie van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) en op grond van door het college van Dijk en Waard vastgestelde criteria in aanmerking komt voor voorschoolse educatie (VE).

Doelgroepkind: in de gemeente Dijk en Waard woonachtig kind, van 0 jaar tot de leeftijd waarop het kind uitstroomt naar het voortgezet onderwijs, met (het risico op) een taal- en/of onderwijsachterstand, veroorzaakt door onvoldoende taal- en/of ontwikkelingsstimulering in de thuissituatie.

Niet-toeslagouder(s): ouder(s) die geen recht heeft/hebben op Kinderopvangtoeslag van de Rijksoverheid.

Projectgroep OWK: een werkgroep onder regie van de gemeente Dijk en Waard, waarin zijn vertegenwoordigd de schoolbesturen van basisscholen in Dijk en Waard, het samenwerkingsverband passend primair onderwijs Noord-Kennemerland en de organisaties van kinderopvang in Dijk en Waard.

VE: voorschoolse educatieve opvang van tenminste 16 uur per week, maximaal 6 uur per dagdeel, verspreid over meerdere dagdelen per week. Voor doelgroeppeuters vanaf 2,5 jaar tot het moment waarop zij uitstromen naar het basisonderwijs. Waarin via een erkend voor- en vroegschools educatief programma (VVE-programma) en gecertificeerde leidsters op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden, gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van peuters op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

Vroegschoolse educatie: een vroegschools educatief programma, waar doelgroepkinderen uit groep 1 en 2 van de basisschool tijdens schooltijd aan meedoen, gericht op het stimuleren van de ontwikkeling op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

• 1.

  Het college kan subsidie verstrekken voor activiteiten die zich richten op doelgroepkinderen en aansluiten bij één of meer van de volgende thema’s:

  • a.

    Toeleiding en doelgroepbereik: het toeleiden naar en bevorderen van de deelname van doelgroeppeuters aan voorschoolse educatie (VE) in Dijk en Waard. Hieronder wordt ook verstaan het voorbereiden van jonge doelgroepkinderen (en hun ouders) op de voorschoolse educatie, bijvoorbeeld via gezinsgerichte programma’s.

  • b.

    Taalstimulering: activiteiten ter bevordering van de beheersing van de Nederlandse taal van doelgroeppeuters en doelgroepkinderen, met het oog op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden, zoals bedoeld in artikel 158 van de Wet op het primair onderwijs. Activiteiten voor doelgroepkinderen in het basisonderwijs moeten in samenwerking met de verantwoordelijke schoolbesturen worden georganiseerd.

  • c.

    Schakelklassen en kopklassen: een klas voor doelgroepkinderen in het basisonderwijs, waarin voor tenminste de periode van een jaar, intensief taalonderwijs wordt geboden, ter bevordering van de beheersing van de Nederlandse taal.

  • d.

    Doorgaande ontwikkelingslijn: een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn van voorschoolse educatieve opvang (VE) naar vroegschoolse educatie. Hieronder wordt ook verstaan het bevorderen van de afstemming over de (warme) overdracht van doelgroeppeuters van VE naar vroegschoolse educatie, gezamenlijke VVE-scholing en de inzet van een intern begeleider van de basisschool in de VE.

  • e.

    Zomeropvang: kinderopvang (met VE) gedurende de vakantieperioden voor doelgroepkinderen vanaf 2 jaar van niet-toeslagouders.

  • f.

    Ouderbetrokkenheid: het bevorderen van de betrokkenheid van ouders bij de (taal)ontwikkeling van hun kinderen, met het oog op het voorkomen en bestrijden van taal- en/of onderwijsachterstanden van doelgroeppeuters en doelgroepkinderen. Waarbij voor doelgroeppeuters geldt dat de ouderbetrokkenheid een aanvulling moet zijn op de structurele ouderbetrokkenheid die onderdeel uitmaakt van de voorschoolse educatie (VE).

  • g.

    Resultaatafspraken: het meten van de resultaten van voor- en vroegschoolse educatie.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door:

• -

  de schoolbesturen van reguliere basisscholen uit Dijk en Waard;

• -

  de kinderopvangorganisaties die subsidie ontvangen van de gemeente Dijk en Waard voor peuteropvang met voorschoolse educatie (VE);

• -

  het samenwerkingsverband passend primair onderwijs Noord-Kennemerland; en

• -

  andere organisaties met aantoonbaar professionele expertise op het gebied van taaleducatie, leesbevordering of andere activiteiten die de taal- en ontwikkelingsstimulering van Dijk en Waardse doelgroeppeuters en doelgroepkinderen in het basisonderwijs kunnen versterken.

Artikel 5 Hoogte van de subsidie

Ten aanzien van de activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3, wordt alleen subsidie verleend voor de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van de activiteit.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

• 1.

  Op grond van artikel 7, vierde lid van de Algemene subsidieverordening Dijk en Waard 2022, dient een aanvraag voor subsidie bij voorkeur voor 1 september voorafgaand aan het kalenderjaar van uitvoering te worden ingediend.

• 2.

  Op grond van artikel 7, vierde lid van de Algemene subsidieverordening Dijk en Waard 2022, dient een aanvraag voor een meerjarige subsidie bij voorkeur te worden ingediend voor 1 september voorafgaand aan het eerste kalenderjaar van uitvoering te worden ingediend.

• 3.

  Voor activiteiten die worden uitgevoerd in kalenderjaar 2026 geldt een uiterste indieningstermijn van 1 oktober 2026.

Artikel 7 Aanvraag

• 1.

  Artikel 6 lid 3 van de Algemene subsidieverordening Dijk en Waard 2022 is niet van toepassing.

Artikel 8 Aanvullende weigeringsgronden

• 1.

  Onverminderd het bepaalde in de Algemene subsidieverordening Dijk en Waard 2022 kan de subsidie (geheel of gedeeltelijk) worden geweigerd als:

  • -

    ouders niet zijn betrokken bij de invulling en/of uitvoering van de activiteiten;

  • -

    de activiteit geen gezamenlijke verantwoordelijkheid betreft van meerdere partijen;

  • -

    de activiteit niet bovenschools wordt georganiseerd en/of niet overdraagbaar is naar anderen;

  • -

    de activiteit niet aantoonbaar effectief en/of helpend is;

  • -

    de activiteiten zijn gericht op het promoten van een religieuze, levensbeschouwelijk of politieke overtuiging, hetgeen onder andere kan blijken uit de doelstelling, inhoud, doelgroep of toegankelijkheid;

  • -

    de activiteit in strijd is met gemeentelijk beleid;

  • -

    de activiteit via een andere subsidieregeling van Dijk en Waard wordt of kan worden gefinancierd of onderdeel uitmaakt van begrotingspostsubsidies van Dijk en Waard.

Artikel 9 Adviescommissie

Subsidieaanvragen worden ter advisering voorgelegd aan de projectgroep OWK.

Artikel 10 Verplichtingen

• 1.

  De ontvanger van subsidie werkt mee aan het verstrekken van (evaluatie)gegevens voor het beleid van de gemeente en/of de verantwoording aan het Rijk.

• 2.

  Het college kan ook andere verplichtingen opleggen.

Artikel 11 Verantwoording

• 1.

  De subsidieontvanger dient uiterlijk binnen 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

• 2.

  De aanvraag tot vaststelling bevat:

  • a.

    een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en de resultaten / opbrengsten zijn behaald; en

  • b.

    een financieel verslag van de gesubsidieerde activiteiten, waaruit de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten blijken.

• 2.

  Voor de inhoudelijke en financiele verslaglegging, zoals genoemd onder lid 2, dient gebruik te worden gemaakt van het evaluatieformulier onderwijskansen Dijk en Waard 2023-2026. Het evaluatieformulier wordt verstrekt door de gemeente Dijk en Waard.

Artikel 12 Wijze van verdeling

Indien het subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen in het kader artikel van 3 het subsidieplafond overtreft, gelden de onderstaande verdeelregels:

• 1.

  Instellingen die in de periode genoemd in artikel 6 hun volledige aanvraag hebben ingediend (groep A) gaan voor instellingen die na die periode hun volledige aanvraag hebben ingediend (groep B).

• 2.

  Indien het subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende volledige aanvragen van groep A het subsidieplafond overtreft, wordt het subsidiebudget naar rato van de in beginsel te verlenen subsidie verdeeld over de volledige subsidieaanvragen van groep A. In dat geval ontvangen instellingen in groep B geen subsidie.

• 3.

  Indien het resterende subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende volledige aanvragen van groep B ontoereikend is om alle volledige aanvragen uit groep B te honoreren, wordt het subsidiebudget in volgorde van ontvangst van de volledige subsidieaanvragen verdeeld.

• 4.

  Indien bij toepassing van voorgaande lid blijkt dat het resterende budget dient te worden verdeeld tussen twee of meer instellingen van wie de volledige aanvraag die op dezelfde datum zijn ontvangen, waarbij het budget ontoereikend is om deze volledige aanvragen volledig te honoreren, dan wordt het budget naar rato van de in beginsel te verlenen subsidie verdeeld over de betreffende volledige subsidieaanvragen.

• 5.

  Wanneer de aanvrager krachtens art 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de onvolledige aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvulling is ontvangen.

Artikel 13 Slotbepalingen

• 1.

  Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 augustus 2023.

• 2.

  Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Onderwijskansen Dijk en Waard 2023-2026.

• 3.

  Deze subsidieregeling vervalt op 1 januari 2027, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor deze datum zijn verleend, maar nog niet zijn vastgesteld.