Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bronckhorst

Omgevingsprogramma Werklocaties

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBronckhorst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingOmgevingsprogramma Werklocaties
CiteertitelOmgevingsprogramma Werklocaties
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-07-2023nieuwe regeling

27-06-2023

gmb-2023-296341

Z120256 BenW-08203

Tekst van de regeling

Intitulé

Omgevingsprogramma Werklocaties

Besluit College van Burgemeester en Wethouders

Hoort bij het voorstel College van Burgemeester en Wethouders van Z120256 BenW-08203

 

Voorstel:

Het voorstel voor het College van Burgemeester en Wethouders is besproken in het College van Burgemeester en Wethouders van 27 juni 2023

 

besluit:

  • 1.

    Akkoord te gaan met de Reactienota Ontwerp Omgevingsprogramma Werklocaties;

  • 2.

    Het Omgevingsprogramma Werklocaties vast te stellen;

  • 3.

    De kosten voor de uitwerking van de programmalijnen, ad 100K te dekken uit budget Omgevingswet.

  • 4.

    De raad via actieve informatievoorziening informeren

1. Inleiding

Ruimte voor economische ontwikkeling

In het Regionaal Programma Werklocaties (RPW) hebben de Achterhoekse gemeenten en de provincie Gelderland de behoefte aan bedrijfslocaties geanalyseerd en gekwantificeerd. Het RPW is in juli 2019 door de gemeenteraad van Bronckhorst vastgesteld. Hoofddoel van het RPW is het faciliteren van de ruimtebehoefte van het bedrijfsleven. Het gaat om het faciliteren van groei van bedrijven die nu al lokaal gevestigd zijn.

 

Het RPW biedt een samenhangend pakket aan ontwikkelrichtingen:

 

  • Gebruik maken van het (beperkte) bestaande aanbod verspreid over de kernen;

  • Herontwikkeling van bedrijfslocaties in de kernen en solitaire vestigingen in het buitengebied;

  • Meer ruimte creëren op bestaande terreinen door inbreiding;

  • Kleinschalige uitbreiding van bestaande locaties en/of terreinen;

  • Benutten van vrijkomende agrarische bebouwing (VAB’s), met name voor de huisvesting van kleinschalige bedrijvigheid.

Uitvoering in samenhang

De gemeente Bronckhorst geeft uitvoering aan het RPW met behulp van de nieuwe kerninstrumenten uit de Omgevingswet, en wel langs de volgende lijnen:

 

  • 1.

    Omgevingsvisie: strategische doelen voor Bronckhorst in 2035

  • 2.

    Omgevingsprogramma: korte termijn uitvoering met inzet van gemeentelijk instrumentarium

  • 3.

    Omgevingsplan: de verankering in juridische, burgers bindende regels (vervanger huidige bestemmingsplannen)

In februari 2022 heeft de gemeenteraad de Omgevingsvisie vastgesteld. Daarin zijn voor de strategische opgaven van Bronckhorst de hoofdlijnen voor ontwikkeling vastgelegd. Voor een adequate uitvoering van het RPW is samenhang in de uitvoering van groot belang. Alleen zo kan het juiste aanbod aan werklocaties worden aangeboden op de juiste plek en op het juiste moment. Om de samenhang te realiseren gaan we in Bronckhorst werken met een Omgevingsprogramma. Daarmee bieden we enerzijds de benodigde ontwikkelruimte en anderzijds realiseren we de gewenste kwaliteitsimpuls in de fysieke leefomgeving.

 

Omgevingsprogramma in de omgevingswet

Om de gewenste kwaliteit van de fysieke leefomgeving te bereiken, kunnen overheden een omgevingsprogramma opstellen. Dit bevat doelstellingen, beleid en maatregelen. Denk aan beleidsregels, financiële instrumenten, communicatie, convenanten en de uitvoering van projecten. Een omgevingsprogramma is zelfbindend. Dit betekent dat het alleen het bestuur zelf bindt. Een programma kan wel burgers en bedrijven stimuleren om die dingen te doen, die helpen om de doelstellingen te halen. Er is geen sprake van direct toezicht of handhaving op een programma. Er staat geen beroep open tegen de vaststelling van een programma. Wel kan het algemeen bestuur aan de hand van het programma het dagelijks bestuur om verantwoording vragen.

 

Kwaliteitssprong fysieke leefomgeving centraal

In de startnotitie Omgevingsprogramma werklocaties is de volgende ambitie vastgelegd voor het omgevingsprogramma:

 

We faciliteren het bedrijfsleven met de ruimtevraag door tot 2023, acht hectare aan nieuwe bedrijfslocaties te realiseren als doelstelling uit de vastgestelde RPW. Dit doen we door een zo groot mogelijke meerwaarde te leveren aan landschappelijke kwaliteit, energietransitie, klimaatadaptatie en een innovatief ondernemersklimaat.

 

Het gaat vooral om het faciliteren van lokale groei van bedrijven die al in Bronckhorst gevestigd zijn. Deze bedrijven zijn een belangrijke sociale en economische pijler in het weefsel van de gemeenschappen van Bronckhorst. 60% van de bedrijven bevindt zich verspreid binnen dat weefsel, 40% is gehuisvest op bedrijventerreinen. Daarnaast willen we waar zich kansen voor doen ook bedrijven van elders ruimte bieden.

 

Door de vraag naar bedrijvigheid op passende wijze te accommoderen ontstaat er een balans tussen het aantal banen en het aantal woningen. Dat draagt bij aan de economische ontwikkeling en de leefbaarheid in de gemeenschappen van Bronckhorst.

 

Proces en participatie

Het proces van opstellen van het omgevingsprogramma werklocaties is vastgelegd in de Startnotitie omgevingsprogramma werklocaties. In oktober 2021 en maart 2022 zijn de programmalijnen uit dit omgevingsprogramma verkennend besproken met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de agrarische sector en natuur- en milieuorganisaties. In april / mei 2022 is het omgevingsprogramma vervolgens integraal besproken met belanghebbenden. In het najaar 2022 en begin 2023 zijn aanvullende gesprekken gevoerd met ondernemers over de specifieke ruimtevraag per deelgebied in de gemeente.

Na besluitvorming wordt het ontwerp programma ter inzage gelegd zodat eenieder erop kan reageren (zienswijzen).

2. Beleid en doelstellingen

Richtinggevend kader uit Omgevingsvisie

De omgevingsvisie Bronckhorst 2035 bevat de volgende richtinggevende uitspraken voor de economische ontwikkeling van de gemeente:

 

  • Het merendeel van onze bedrijven ligt in het buitengebied. Hier bieden we ruimte voor passende ontwikkelingen met zorg voor de inwoners van het buitengebied en de landschappelijke kwaliteit. Op verspreide locaties in het buitengebied beperken we juist de schaal van niet agrarische bedrijvigheid. Het kan zijn dat bedrijven die willen groeien dat alleen kunnen doen op een bedrijventerrein.

  • We blijven werken aan herstructurering van onze bestaande terreinen.

  • We breiden deze ook uit, om te kunnen voorzien in de bestaande behoefte aan nieuwe locaties. We benutten dit om te investeren in landschappelijke kwaliteit. Ter plekke of elders in de gemeente. Daarbij worden karakteristieke structuren, zoals bomenrijen, opgenomen in de plannen. En het totaal krijgt een landschappelijke inpassing.

  • Op vrijkomende agrarische bouwvlakken in de nabijheid van provinciale en grote doorgaande wegen, bieden we ruimte voor nieuwe werklocaties. Voor de ontwikkeling van ons lokale bedrijfsleven.

  • Elke herbestemming levert een impuls voor het ontwikkelen van de omgevingskwaliteit ter plekke. Daarbij gaat het met name om natuur en landschap en cultuurhistorie en erfgoed. Herontwikkeling kan alleen als deze per saldo leidt tot vermindering van de verstening.

  • In het Gelders Natuur Netwerk, Groene Ontwikkelingszone en stiltegebieden stellen we hogere eisen aan de inpassing. En staan we alleen bedrijven toe die minder hinderlijk voor de omgeving zijn.

Raming van de behoefte aan werklocaties

Voor de gemeente Bronckhorst is in het RPW 2019-2023 in de periode tot 2030 een tekort van 17 – 23 ha bedrijfslocaties (netto uitgeefbaar, dus minus ruimte voor infra en groen) geconstateerd. In deze analyse is een effectieve benutting van bestaande bedrijventerreinen al meegenomen.

 

Jaarlijks vindt monitoring van de raming van de behoefte plaats (RPW Monitor). Zo wordt de behoefte nauwlettend in de gaten gehouden en is steeds actuele informatie beschikbaar voor onderbouwing en afweging van initiatieven in het licht van de ladder van duurzame verstedelijking. De laatste Monitor (maart 2022) geeft aan dat de stand van zaken per 1-1-22 neer komt op een ruimtevraag van 15-19,9 ha tot 2030. We nemen deze actuele cijfers als uitgangspunt. Medio 2023 volgen nieuwe prognoses, 2023 tot 2030 met doorkijk naar 2040. Deze cijfers zullen worden gebruikt voor het nieuwe RPW. Mogelijk vormt deze actualisatie aanleiding om de afspraken tussen Provincie en regiogemeenten te herijken. Mocht dit zo zijn dan kan het Omgevingsprogramma werklocaties dit opvangen. Het programma is immers een samenhangend en flexibel instrument.

 

Naast de ramingen in het kader van het RPW maken we gebruik van input van ondernemers zelf. De bijeenkomst mei 2022 en de gesprekken eind 2022 en begin 2023 hebben bijvoorbeeld opgeleverd dat er een specifieke ruimtevraag is per deelgebied in de gemeente. Zo is er in en om Zelhem veel vraag, zijn er in Hengelo concrete ruimtewensen en zijn ondernemers in Steenderen en Baak ook op zoek naar extra ruimte. In Vorden is er beperkte behoefte en in Drempt en omgeving hebben ondernemers ook aangegeven te zoeken naar uitbreidingsmogelijkheden.

 

In de Omgevingsvisie is vastgelegd dat, door het aanbieden van ruimte voor bedrijvigheid, de verhouding, tussen het aantal banen en woningen, in balans is. Dit versterkt de leefbaarheid in de gemeenschappen. Deze zogenaamde functiemengingsindex bedroeg in 2020: 47,9%, wat inhoudt dat er verhoudingsgewijs iets meer woningen zijn dan banen. Bij 50% is sprake van balans.

 

Overwegingen bij operationalisatie

De kaders uit de Omgevingsvisie worden in het Omgevingsprogramma werklocaties geconcretiseerd naar operationele doelen en bijbehorende maatregelen. De gemeente Bronckhorst heeft hiertoe onderzoek laten doen (Bureau BUITEN) naar de in het RPW 2019-2023 geraamde ruimtebehoefte en de mogelijkheden om deze in te vullen. Op basis hiervan is een pakket samengesteld van maatregelen dat we als gemeente gaan inzetten om ruimte te creëren voor bedrijfshuisvesting. Aan deze uitwerking liggen de volgende overwegingen ten grondslag.

 

Herstructureren

Voordelen:

  • draagt bij aan optimaal gebruik van de huidige voorraad, hetgeen van belang is in het kader van zorgvuldig ruimtegebruik

  • heeft een positieve invloed op de economische vitaliteit van bedrijvenparken

Nadelen:

  • beperkte ruimtewinst, zo leert de ervaring

  • langdurige en ingewikkelde processen met veel stakeholders

  • grote afhankelijkheid van medewerking ondernemers/grondeigenaren

Uitvoeringsstrategie:

  • actief sturen op herstructurering en herverkaveling;

  • leegstand op een bestaand bedrijventerrein benutten als schuifruimte voor inbreiding;

  • verhogen van de maximale bouwhoogte, waarmee ondernemers hun activiteiten verticaal uit kunnen breiden.

Herbestemmen en verruimen (VAB locaties en solitaire werklocaties in buitengebied)

In het bestaande omgevingsbeleid van de gemeente Bronckhorst is hergebruik van bestaande opstallen mogelijk, in combinatie met een vereveningsverplichting. In het kader van het RPW 2019-2023 is aanvullend vervangende nieuwbouw, uitbreiding van oppervlakte en samenvoeging van meerdere voormalige agrarische bouwblokken tot een nieuw bouwblok voor één of meerdere kleinschalige bedrijven (een maximale gezamenlijke bedrijfsbebouwing van 5.000m2) mogelijk op goed ontsloten locaties. Dit wordt geacht in overeenstemming te zijn het bepaalde in artikel 2.12 van de Omgevingsverordening Gelderland (december 2018).

 

In de uitvoeringsafspraken (28 oktober 2019) wordt voorgesteld om aan te sluiten op de condities van het bestaande functieveranderingsbeleid zoals vastgelegd in het bestemmingsplan Landelijk gebied Bronckhorst, met dien verstande dat:

 

  • Van de opgenomen maximale oppervlaktes kan worden afgeweken

  • De kwaliteitsbijdrage in het kader van verevening ook kan bestaan uit het faciliteren van een lokale uitbreidingsvraag en buitenopslag mogelijk wordt.

  • Er moet wel sprake zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing, parkeren en laden en lossen moet op eigen erf, het perceel moet goed ontsloten zijn en niet leiden tot verkeersonveilige situaties en aanwezige waarden en functies mogen niet onevenredig worden aangetast.

Bij de concrete uitwerking van deze punten spelen enkele aandachtspunten. De vraag is allereerst of een andere invulling van de vereveningsbijdrage een precedent-werking heeft ten opzichte van de sloop van gebouwen zoals in het huidige bestemmingsplan landelijk gebied geldt. Daarbij ook in ogenschouw nemend dat bestaande bedrijven in het buitengebied een groei behoefte kunnen hebben. In beide gevallen gaat het om uitbreiding van bedrijfsruimte. De maatregelen om de ontwikkeling in de omgeving in te passen en de hinder en overlast te beperken vormen een menukaart, de daadwerkelijke bijdrage is afhankelijk van de locatie en het initiatief. De mogelijk op te richten Commissie Ruimtelijke Kwaliteit kan aan de voorkant van het proces meedenken over een passende bijdrage.

 

Voordelen/kansen:

  • draagt bij aan het optimaal benutten van bestaande bebouwing in het landelijk gebied en het oplossen van de herontwikkelopgave van het toenemende aantal VAB’s;

  • biedt, gelet op het areaal aan VABs dat naar verwachting vrijkomt, potentieel voldoende ruimte voor het oplossen van het tekort aan bedrijfshuisvesting ;

  • in het geval van sloop-nieuwbouw die qua aard en schaal past binnen de omgeving, is in het kader van de provinciale omgevingsverordening geen ladderonderbouwing noodzakelijk;

  • past in principe binnen regels van provinciale omgevingsverordening, omdat herbestemmen van VAB’s tot bedrijfslocaties voor Bronckhorst als potentiële oplossing is benoemd in het RPW Achterhoek;

  • creëert meer flexibiliteit voor vestiging van diverse typen bedrijven in het buitengebied.

  • is in lijn met gemeentelijk beleid zoals verwoord in de Uitvoeringsregel incidentele subsidies pilot sloop (2016) en de Notitie Uitbreidingsmogelijkheden in het buitengebied voor bedrijven met de bestemming ‘bedrijf’ (2019).

  • draagt bij aan de vitaliteit van het landelijk gebied;

  • doet in potentie geen extra inbreuk op het landschap, behalve wanneer bestaande bedrijven nog kunnen uitbreiden tot 5000 m2..

Nadelen/belemmeringen:

  • niet elke VAB op elke locatie is geschikt;

  • randvoorwaarden in relatie tot bereikbaarheid en natuur en ruimtelijk/landschappelijk uitstraling.

  • Onzekerheden en onduidelijkheden in rijksbeleid

  • Bereidwilligheid agrariërs om deel te nemen is laag, voorkeur voor wonen

  • Financiële mogelijkheden zijn groter bij omzetting naar wonen

  • VAB’s zijn zeer in trek voor herbestemming naar wonen (in bepaalde prijssegmenten en evt bij toepassing van Rood voor Rood)

Visie op hoofdlijnen

 

Alvorens tot uitvoering over te gaan zullen enkele beleidsuitgangspunten worden opgesteld. De inzet van VAB’s wordt onderdeel van een bredere visie waarin ruimtelijke kwaliteit leidend is (in afstemming met Omgevingsprogramma Landschappelijke Kwaliteit, Landbouw en Erfgoed). Kleinschalige vestiging op VAB’s in het buitengebied is denkbaar en kan een impuls geven aan de kwaliteit en leefbaarheid van het buitengebied, zolang deze bedrijvigheid past in de aard en karakter van het buitengebied. De visie geeft dan in hoofdlijnen aan wat de mogelijkheden zijn in verschillende delen van het buitengebied, gerelateerd aan de ontwikkeling van de landbouw en de verschillende gronden en gebouwen. Daarbij kijken we ook naar de positie van solitaire bedrijven, die een groeibehoefte hebben. Dit onderdeel is nu niet opgenomen in de afspraken van het RPW; daar is dan ook sprake van maatwerk.

 

Uitvoeringsstrategie herbestemmen:

 

  • Uitgangspunt is dat GNN en stiltegebieden zoveel mogelijk uitgesloten worden. Vab’s richten zich hier in eerste instantie op woningbouw. In GO zijn mogelijkheden wanneer bedrijven een bijdrage leveren aan de versterking van de kernkwaliteiten natuur en landschap.

  • Kleinschalige bedrijvigheid is alleen denkbaar en in overleg met de Provincie mogelijk wanneer dit een sterke verbetering oplevert ten opzichte van de huidige situatie. Daarnaast kijken we goed naar de kwaliteiten van ons landschap.

  • Juridisch-planologisch regelen door opnemen van een wijzigingsbevoegdheid in bestemmingsplan landelijk gebied of omgevingsplanactiviteit in het nieuwe omgevingsplan.

  • Stimuleren van uitplaatsing van een bedrijf op een bestaand bedrijventerrein naar een VAB, zodat op dat bedrijventerrein ruimte vrij komt voor een ander bedrijf, dat niet in aanmerking komt voor vestiging in een VAB;

  • mogelijkheden voor verplaatsen en ruilen altijd in nauw overleg en voor elk specifiek geval afzonderlijk bekijken;

  • alleen op basis van vrijwilligheid.

Uitvoeringsstrategie verruimen:

 

  • bestemmingen in algemene zin verruimen in vergelijking tot de huidige maatwerkbestemmingen;

  • rekening houden met een passende aard en schaal van het bedrijf en de mogelijkheden binnen de provinciale omgevingsverordening;

  • regels voor verevening vereenvoudigen

Uitbreiden van bestaande bedrijventerreinen of ontwikkelen van één of meerdere nieuwe, kleinschalige bedrijventerreinen nabij kernen

 

Voordelen:

  • draagt bij aan de beschikbaarheid van lokale bedrijfshuisvesting nabij de kernen.

Nadelen:

  • zorgt voor een toename van bebouwd gebied.

Uitvoeringsstrategie:

  • toepassen in relatie tot herstructureren van bestaande bedrijventerreinen en herbestemmen van VAB’s.

Concrete mogelijkheden:

  • uit het RPW en de recente Monitor blijkt dat op de lange termijn met name in Zelhem nieuw aanbod nodig is. Het ligt daarom voor de hand om specifiek te kijken naar mogelijkheden voor uitbreiding en kleinschalige nieuwvestiging rondom deze kern.

  • in Hengelo (Winkelskamp Oost) is op uitbreiding op termijn mogelijk door ruimtelijke afronding aan de zuidzijde;

  • in Baak, langs de corridor Emmerich Zutphen zijn mogelijkheden voor kleinschalige uitbreiding en het planologisch clusteren van onbenutte VAB’s waarmee een nieuw kleinschalig bedrijventerrein kan ontstaan en de ruimtelijke kwaliteit kan worden vergroot;

Vertaling naar programmalijnen

Het Omgevingsprogramma Werklocaties brengt deels al lopende uitvoeringslijnen bij elkaar, zoals herstructurering van bestaande terreinen en het stimuleren van samenwerking. Het bieden van verruimde mogelijkheden voor vestiging in het buitengebied bouwt voort op bestaand beleid. In de volgende hoofdstukken werken we de vier programmalijnen verder uit.

3. Herstructureren

OMGEVINGSPROGRAMMA WERKLOCATIES

 

PROGRAMMALIJN 1 - HERSTRUCTUREREN BEDRIJVENPARKEN

Ambities

 

Doelen

 

Eindresultaten

Meer toekomstbestendige werklocaties

 

7% meer toekomstbestendige bedrijvenparken in 2030 t.o.v. 2020

 

Toekomstbestendige bedrijvenparken

Toelichting

Met de leerervaringen van de herstructurering van het Industriepark in Zelhem (fase 1 en 2) worden daarnaast drie verouderde bedrijvenparken (Steenderen, Hengelo en Vorden) in de gemeente Bronckhorst gescreend op de mogelijkheden tot herstructurering.

Resultaat

  • 1.

    Inventarisatie van status verouderde bedrijvenparken (begin 2023, inmiddels concept gereed)

  • 2.

    Analyse draagvlak, urgentie en noodzaak voor herstructurering (voorjaar 2023)

  • 3.

    Besluit welk bedrijvenpark wordt aangepakt (medio 2023)

  • 4.

    Opgesteld herstructureringsplan (eind 2023)

  • 5.

    Besluit op herstructureringsplan (begin 2024)

  • 6.

    Uitgevoerd herstructureringsplan voor (minimaal) 1 bedrijvenpark (2025/26)

  • 7.

    Toekomstbestendig bedrijvenpark

Indicator voor monitoring

Indicatoren gekoppeld aan het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek 2019-2023 (RPW) en de opvolger daarvan die de status van de werklocaties monitoren.

 

IBIS (monitoringssysteem provincie Gelderland)

Rol gemeente

Regisseren, investeren en stimuleren van samenwerking (niet afdwingbaar)

Stakeholders

Provincie Gelderland, Bedrijvenkring Bronckhorst, IKZelhem, SOV, St. ’t Werkveld Vorden, omwonenden, VNOG, Waterschap, LTO, Cumela

Financiering

Investeringsagenda Bronckhorst, subsidieverordening provincie Gelderland, boekwinst bij nieuw te realiseren bedrijvenpark

Planning

  • Inventarisatie en analyse gereed begin 2023

  • Besluit medio 2023

  • Opstellen herstructureringsplan gereed eind 2023

  • Besluit begin 2024

  • Uitvoering plan vanaf medio 2024, doorlopend naar 2025/2026

Gerelateerde ontwikkelingen

We benutten koppelkansen op het gebied van energietransitie, circulariteit, verduurzaming, klimaatadaptatie, waterkwantiteit en -kwaliteit

 

4. Herbestemmen en verruimen

OMGEVINGSPROGRAMMA WERKLOCATIES

 

PROGRAMMALIJN 2 - HERBESTEMMEN VRIJKOMENDE AGRARISCHE BEBOUWING EN UITBREIDEN SOLITAIRE LOCATIES IN HET BUITENGEBIED

Ambitie

 

 

Doelen

 

 

Eindresultaat

Meer ruimte creëren voor niet agrarische bedrijvigheid, verdienmodel voor stoppende boer, impuls kwaliteit erfgoed en landschap en leefbaarheid.

 

5-10 % meer ruimte (ca. 1,3 – 2,5 ha.) voor andere bedrijfsmatige invulling van Vrijkomende Agrarische bebouwing (VAB’s) in het buitengebied per 2025

 

  • 1.

    Transparante verruimde regels voor vestiging van bedrijven in het buitengebied in voormalige agrarische panden/bouwblokken.

  • 2.

    Beschikbare locaties in het landelijk gebied worden ingevuld

Toelichting

Aanvullend op het herstructureren en uitbreiden van bestaande bedrijvenparken en aanleg van nieuwe bedrijvenparken is het nodig om de mogelijkheden voor bedrijfsactiviteiten in de vorm van werklocaties in het buitengebied te verruimen.

 

Bepaalde passende bedrijvigheid, kan naar het buitengebied en zo ook ruimte bieden op bestaande bedrijvenparken voor uitbreiding van bedrijfslocaties (ruimtelijke groei individuele bedrijven mogelijk maken).

Resultaten

  • 1.

    Uitwerken brede visie op VAB’s in afstemming met Wonen en Omgevingsprogramma Landschappelijke Kwaliteit (najaar 2023)

  • 2.

    Verwerken regels in bestemmingsplan buitengebied (2024)

  • 3.

    Waar zich kansen voordoen worden locaties ingevuld (doorlopend)

Indicator voor monitoring

Indicatoren gekoppeld aan het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek 2019-2023 (en de opvolger daarvan) die de status van de werklocaties monitoren

Rol gemeente

  • 1.

    Faciliteren, stimuleren samenwerken en initiatieven faciliteren (niet afdwingbaar). Daaronder heldere communicatie richting agrariërs over de op te stellen visie en beleid en de verruimde mogelijkheden.

  • 2.

    Waar mogelijk / waar zich kansen voordoen ruimte creëren op bestaande bedrijvenparken door te stimuleren dat bepaalde typen bedrijven naar het buitengebied gaan.

  • 3.

    Investeren in landschapsontwikkeling.

Stakeholders

Provincie Gelderland, landbouworganisaties, zoals LTO, Cumela, Industriekringen, individuele agrariërs en omwonenden

Financiering

Ontwikkelingen zijn financieel zelfvoorzienend, aanvullend op projectbasis in te zetten subsidies cultureel erfgoed en nieuw Fonds bovenwijks (landschapsontwikkeling)

Planning

  • Najaar 2023: opstellen brede visie op VAB’s

  • 2024: opnemen regels in bestemmingsplan buitengebied

  • Faciliteren passende initiatieven: doorlopend

Gerelateerde ontwikkelingen

We benutten koppelkansen op het gebied van landschappelijke inpassing, recreatie en toerisme, klimaatadaptatie en waterkwantiteit en -kwaliteit

 

5. Uitbreiden

OMGEVINGSPROGRAMMA WERKLOCATIES

 

PROGRAMMALIJN 3 - UITBREIDEN BEDRIJVENPARKEN

Ambities

 

Doelen

 

Eindresultaat

Meer oppervlakte (ha) bedrijvenparken in de gemeente

 

In 2030 is er 15% meer oppervlakte bedrijvenparken in de gemeente

 

17 ha. extra werklocaties (nieuw of vanuit bestaand)

Toelichting

Om aan de verwachte behoefte aan bedrijvenparken - zoals vastgesteld in het RPW - te kunnen voldoen, wordt een gemeente brede ruimtelijk-economische analyse en scenariostudie uitgevoerd om bestaande bedrijvenparken uit te breiden en/of nieuwe bedrijvenparken aan te leggen. We gaan uit van maatwerk per park. Waar opportuun werken we met een casco benadering waarbij we vooraf investeren in de ontwikkeling van het landschap.

Resultaten

  • 1.

    Een uitgevoerde ruimtelijk-economische analyse en scenariostudie (in het voorjaar van 2023 gereed)

  • 2.

    Een besluit over waar de uitbreiding plaats gaat vinden (medio 2023)

  • 3.

    Uitvoeringsplan / schema uitbreiding bedrijvenparken (najaar 2023)

  • 4.

    Beschikbare kavels voor bedrijfshuisvesting (vanaf 2025)

Indicator voor monitoring

Indicatoren gekoppeld aan het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek 2019-2023 (RPW) die de status van de werklocaties (bedrijvenparken) monitoren

 

IBIS (monitoringssyteem provincie Gelderland)

Rol gemeente

Regisseren en investeren

Stakeholders

Provincie Gelderland, Bedrijvenkring Bronckhorst, IKZelhem, SOV, ov-HKD, St. ’t Werkveld Vorden en omwonenden, VNOG, Waterschap, LTO, Cumela

Financiering

Voorbereiding, onderzoek: Investeringsagenda Bronckhorst

 

Uitvoering: zelfvoorzienend / winstgevend (grondexploitatie)

Planning

Voorjaar 2023 / medio 2023 (resultaat 1 en 2)

 

Mogelijke uitbreiding vanaf 2025

Gerelateerde ontwikkelingen

We benutten koppelkansen op het gebied van woningbouw, landschapsontwikkeling, energietransitie, verduurzaming, klimaatadaptatie en waterkwantiteit en -kwaliteit

 

6. Samenwerken

OMGEVINGSPROGRAMMA WERKLOCATIES

 

PROGRAMMALIJN 4 - VERSTERKING SAMENWERKING BEDRIJFSLEVEN

Ambitie

 

 

 

 

Doelen

 

 

 

 

 

Eindresultaat

Het Bronckhorster bedrijfsleven op diverse vlakken intensiever te laten samenwerken.

 

Een uitgebreider netwerk van bedrijven dat elkaar weet te vinden en elkaar kan versterken.

 

Creatie van een economisch ecosysteem dat bedrijven beter laat presteren en in staat stelt zich te ontwikkelen.

 

 

Bedrijven die beter presteren en toegerust zijn voor de toekomst.

 

Arbeidsproductiviteit ontwikkelt zich op het Nederlands gemiddelde.

Toelichting

Inzet is de doorontwikkeling van de economische ecosystemen in Bronckhorst en de Achterhoek, waardoor bedrijven worden uitgedaagd en geprikkeld om binnen deze systemen aan te sluiten en te participeren.

Resultaten

De bestaande bedrijvenkringen werken intensiever samen. Dit komt tot uitdrukking in:

 

  • 1.

    Organisatie van gezamenlijk jaarlijks event.

  • 2.

    Organisatie van gezamenlijke netwerk- en expertise bijeenkomsten

  • 3.

    Vergroting van organiserend vermogen en draagkracht door o.a. oprichting Ondernemersfondsen (na het peilen van draagvlak) op de bedrijvenparken die er in 2021 nog geen hebben.

Indicator voor monitoring

Indicatoren gekoppeld aan het Bedrijvenpanel Bronckhorst en Achterhoek Monitor, nl:.

 

  • Cijfers economische ontwikkeling

  • Percentage aangehaakte bedrijven bij een Bedrijvenkring of Ondernemersvereniging en;

  • Mate van tevredenheid over samenwerking

Rol gemeente

Faciliteren, stimuleren samenwerken

Stakeholders

Bedrijvenkring Bronckhorst, IKZelhem, SOV, St. ’t Werkveld Vorden, ov-HKD, KHN-afd. Bronckhorst, Toeristisch Platform, LTO

Financiering

Programmabegroting 2023

Planning

Vanaf 2023 t/m 2026

Gerelateerde ontwikkelingen

We stemmen lokale initiatieven af op de activiteiten binnen 8HRK.

 

7. Organisatie en financiën

Organisatie

In de diverse operationele doelstellingen en de bijbehorende inspanningen spelen diverse externe stakeholders een eigen rol. Daarbij zijn ze soms partner of bondgenoot. In andere gevallen nemen ze een neutrale plaats in of zijn vertegenwoordiger van een tegenovergesteld belang. Gelet op dit speelveld en het grote belang van samenhang pakken we de uitvoering programmatisch aan.

 

Programmatisch werken stelt ons in staat om op basis van voortschrijdend inzicht met alle interne betrokkenen en externe stakeholders samen te werken aan het realiseren van het grotere doel van dit Omgevingsprogramma en op de weg daarnaar toe steeds concrete resultaten op te leveren.

De programmatische aanpak vergt het helder beleggen van rollen. We onderscheiden:

 

  • Bestuurlijk opdrachtgever: portefeuillehouder Economische Zaken

  • Ambtelijk opdrachtgever: manager Wonen en Werken

  • Ambtelijk opdrachtnemer: programmamanager, overall verantwoordelijke voor uitvoering

  • Opdrachtregisseur: elke programmalijn

  • Adviseur: inbreng van specifieke kennis

  • Uitvoerder: makelaar, accountmanager

De programmamanager en -secretaris bereiden jaarlijks de bijstelling/bijsturing van het programma voor inclusief de vaststelling van de inspanningen voor het volgend jaar. De integrale afweging (wat doen we wel, wat doen we niet, wat doen we anders) wordt daarmee in het kader van opdrachtnemersrol gewaarborgd. Lijnmanager en programmamanager zorgen voor afstemming met strategie en lijnmanager en programmasecretaris voor afstemming met financiën en control.

Communicatie en participatie

Voor een succesvolle uitvoering van het omgevingsprogramma is inzet van ondernemers en stakeholders cruciaal. Dit gebeurt op het niveau van het programma en het niveau van concrete initiatieven. De voortgang van het programma wordt vast onderdeel van de agenda van de reguliere periodieke overleggen met de diverse stakeholders.

 

Verder gaat het om het informeren, betrekken en activeren van de brede samenleving en ook van de eigen organisatie en de gemeenteraad. De afdeling communicatie biedt de benodigde ondersteuning. Bij concrete initiatieven maken we gebruik van de vastgestelde Bronckhorster Participatiehandreiking.

 

Monitoring

De inspanningen en resultaten vragen om een gestructureerde monitoring en evaluatie, zoals beoogd in de Omgevingswet. Uitgangspunt is dat de gemeenteraad en de samenleving de voortgang transparant kunnen volgen.

Dit betekent dat we structureel periodiek evalueren of binnen de bredere politieke, economische, technologische en maatschappelijk ontwikkelingen de gedane inspanningen nog steeds voldoende zijn om onze grotere ambitie realiseren. Jaarlijks voeren we een overkoepelende evaluatie uit, waarna de resultaten ervan door het college worden besproken, op basis waarvan op het niveau van inspanningen kan worden bijgestuurd. Inzet is om de jaarlijkse resultaten samen met die van andere omgevingsprogramma’s aan de raad aan te bieden, binnen de reguliere P&C cyclus. We sluiten bij de monitoring aan op de open dataontwikkeling binnen Bronckhorst en de Achterhoekmonitor.

 

Naast de inhoudelijke monitoring volgen we ook expliciet het werken met een omgevingsprogramma. Elk jaren evalueren we de werking van dit nieuwe kerninstrument uit de Omgevingswet. Geleerde lessen worden zo nodig vertaald in aanpassingen van dit en de andere omgevingsprogramma’s.

 

Budget

Het benodigde budget is als volgt:

Out of Pocket (onderzoek, ontwerp)

Formatie

1. Herstructureren

€ 40.000

0,2 fte

2. Herbestemmen

€ 10.000

0,1 fte

3. Uitbreiden

€ 40.000

0,3 fte

4. Samenwerken

€ 10.000

0,1 fte

Programmamanagement

-

0,7 fte

Totaal

€ 100.000

De out of pocket kosten worden gedekt uit reguliere middelen (Programmabegroting 2023). De formatie wordt gedekt uit reguliere capaciteit. Gelet op de omvang van de benodigde inzet is een combinatie van rollen mogelijk.