Organisatie | Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) Bollenstreek |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregels Loonkostensubsidie PW 2023 |
Citeertitel | Uitvoeringsregels Loonkostensubsidie PW 2023 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vevangt de Uitvoeringsregels loonkostensubsidie PW 2022.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-07-2023 | 01-07-2023 | nieuwe regeling | 28-06-2023 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (PW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb), tenzij anders is aangegeven.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Provalu: verbindingscentrum van partners en werkgevers in de Kust- Duin en Bollenstreek 1
Artikel 2. Vaststellen doelgroep loonkostensubsidie
Het dagelijks bestuur stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie overeenkomstig artikel 7 lid 1 onder a. In dat kader dient de betreffende persoon in beginsel tenminste te zijn ingeschreven in het doelgroepregister banenafspraak, tenzij de persoon valt onder de doelgroep beschreven onder artikel 10b lid 1 PW of behoort tot de doelgroep beschreven onder artikel 10d lid 2 PW. Provalu kan de betreffende persoon begeleiden bij het aanvragen van de indicatie banenafspraak (aanvraag beoordeling arbeidsvermogen) die nodig is voor de inschrijving in het doelgroepregister.
Overeenkomstig artikel 16 lid 3 van de verordening kan het UWV desgevraagd het dagelijks bestuur adviseren met betrekking tot het oordeel of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie aan de hand van de criteria:
De adviesaanvraag verloopt via het dagelijks bestuur of via Provalu.
Uitgangspunt is dat Provalu een adviesaanvraag indient bij het UWV indien een beschikking indicatie banenafspraak (een beoordeling arbeidsvermogen) ontbreekt waardoor niet duidelijk is of een persoon het wettelijk minimumloon kan verdienen.
Blijkt uit het in lid 2 gevraagde advies van het UWV dat een persoon in staat is om met een voorziening (jobcoaching of andere hulp/ondersteuning en/of hulpmiddelen) het wettelijk minimumloon te verdienen, dan stelt het dagelijks bestuur vast dat die persoon niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort.
Artikel 3. Voorwaarden voor de verlening van loonkostensubsidie
In afwijking van art. 3 lid 1 van deze uitvoeringsregels kan conform art. 10d na aanvang van de dienstbetrekking een aanvraag worden gedaan. Er wordt aan de hand van de praktijkroute vastgesteld of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. Deze aanvraag moet conform artikel 10d, lid 2, van de wet binnen 6 maanden na het begin van de dienstbetrekking worden gedaan.
Het dagelijks bestuur dan wel Provalu informeert de werkgever over de in de leden 1, 2 en 3 genoemde voorwaarden. Het dagelijks bestuur dan wel Provalu informeren de werkgever dat zij er belang aan hechten dat de werkgever een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) opstelt, waarin is omschreven hoe gedurende de dienstbetrekking gewerkt wordt aan de ontwikkeling van de werknemer die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en dat er voor die werknemer uitzicht bestaat op een vaste dienstbetrekking bij de werkgever. Het dagelijks bestuur dan wel Provalu informeert de werkgever hierover zo mogelijk voordat de aanvraag loonkostensubsidie wordt ingediend maar in ieder geval voordat het dagelijks bestuur een besluit neemt op de aanvraag loonkostensubsidie.
Artikel 4. Vaststelling hoogte van de te verlenen loonkostensubsidie
Ter zake van het tijdvak na die periode beoordeelt de ingeschakelde deskundige (gedurende de periode waarop de forfaitaire loonkostensubsidie betrekking heeft) de loonwaarde op de werkplek en op de wijze als bepaald in artikel 17 van de verordening. Het dagelijks bestuur stelt vervolgens de loonkostensubsidie vast met inachtneming van artikel 10d lid 4 PW en deze loonkostensubsidie gaat in vanaf het moment dat de loonwaarde is vastgesteld, maar in ieder geval na voornoemde 6 maanden.
Provalu kan, in overleg met de werkgever en in afwijking van lid 1, oordelen dat vaststelling van de loonwaarde van de persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie plaats moet vinden voorafgaand aan de dienstbetrekking. De door Provalu ingeschakelde deskundige beoordeelt in dat geval de loonwaarde van die persoon (op grond van artikel 10d lid 1 sub a PW) voorafgaand aan de dienstbetrekking op de werkplek en op de wijze als bepaald in artikel 17 van de verordening. Het dagelijks bestuur stelt vervolgens de loonkostensubsidie vast met inachtneming van artikel 10d lid 4 PW, waarna de dienstbetrekking tot stand komt.
In afwijking van lid 1 en 2 beoordeelt de door Provalu ingeschakelde deskundige –in het geval de werkgever reeds (voorafgaand aan de aanvraag loonkostensubsidie) een dienstbetrekking is aangegaan met een persoon die behoort tot de doelgroep werkende schoolverlaters –de loonwaarde van de betreffende persoon op de werkplek en op de wijze als bepaald in artikel 17 van de verordening. Het dagelijks bestuur stelt vervolgens de loonkostensubsidie vast met inachtneming van artikel 10d lid 4 PW.
Het dagelijks bestuur stelt in beginsel iedere 12 maanden, maar in ieder geval binnen ten hoogste iedere 36 maanden na vaststelling van de loonwaarde op de werkplek overeenkomstig artikel 10d lid 4 PW opnieuw de loonwaarde en de hoogte van de loonkostensubsidie vast van de werknemer die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.
Het dagelijks bestuur indexeert na aanvang van de dienstbetrekking de hoogte van de loonkostensubsidie ambtshalve met ingang van 1 januari van het kalenderjaar en de hoogte van de loonkostensubsidie wordt dan tevens aangepast aan de op dat moment geldende leeftijd en de ontwikkeling van de (bij ministeriële regeling vastgestelde) vergoeding voor werkgeverslasten (op grond van artikel 10d lid 7 PW).
Artikel 5. Ingangsdatum en duur van de te verlenen loonkostensubsidie
In afwijking van lid 1 verleent het dagelijks bestuur de loonkostensubsidie met ingang van de datum waarop de aanvraag loonkostensubsidie is ontvangen door het dagelijks bestuur, indien de werkgever een dienstbetrekking is aangegaan met een persoon die behoort tot de doelgroep genoemd onder art. 10d lid 2 PW en de aanvraag loonkostensubsidie later dan 6 maanden na aanvang van die dienstbetrekking heeft ingediend.
Het dagelijks bestuur verleent de loonkostensubsidie in beginsel voor de duur van de dienstbetrekking doch voor ten hoogste 12 maanden. Is de dienstbetrekking afgesloten voor een duur langer dan 12 maanden of wordt de dienstbetrekking verlengd, dan kan de werkgever –tot uiterlijk 1 maand na de datum waarop de eerder verleende loonkostensubsidie is geëindigd –opnieuw een aanvraag loonkostensubsidie indienen.
Artikel 6. Het besluit tot het verlenen van loonkostensubsidie
Het dagelijks bestuur legt in ieder geval de loonwaarde van de werknemer, de hoogte, het (maximaal) aantal uren, de ingangsdatum en duur van de overeenkomstig de artikel 4 bepaalde (forfaitaire) loonkostensubsidie vast in een beschikking waarbij de loonkostensubsidie aan de werkgever wordt verleend. Ook is in de beschikking opgenomen dat het dagelijks bestuur er belang aan hecht dat de werkgever een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) opstelt, waarin is omschreven hoe gedurende de dienstbetrekking gewerkt wordt aan de ontwikkeling van de werknemer die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie en dat er voor die werknemer uitzicht bestaat op een vaste dienstbetrekking bij de werkgever. Het dagelijks bestuur legt voorts in die beschikking vast wanneer de loonwaarde van de werknemer overeenkomstig artikel 4 lid 4 opnieuw wordt vastgesteld. Voorts bevat de beschikking de wijze van bevoorschotting en verrekening van de loonkostensubsidie als omschreven in artikel 7.
Het dagelijks bestuur legt in ieder geval de loonwaarde, de ingangsdatum en de duur van de loonkostensubsidie die wordt verstrekt aan de werkgever vast in een beschikking aan de werkgever en werknemer. Het dagelijks bestuur legt voorts in de beschikking vast wanneer de loonwaarde van de werknemer overeenkomstig artikel 4 lid 4 en lid 5 opnieuw wordt vastgesteld.
Artikel 7. Betaling voorschot loonkostensubsidie
Het dagelijks bestuur betaalt na verlening van de loonkostensubsidie een voorschot uiterlijk uit op de laatste werkdag voorafgaand aan de eenentwintigste dag van de maand waarin de arbeid is verricht. De uitbetaling vindt plaats overeenkomstig de in artikel 6 lid 1 genoemde beschikking, tenzij er naar het oordeel van het dagelijks bestuur redenen zijn om af te wijken van de beschikking.
Indien het dagelijks bestuur onverschuldigd een voorschot loonkostensubsidie heeft betaald aan de werkgever, verrekent het dagelijks bestuur het terug te vorderen onverschuldigd betaalde voorschot loonkostensubsidie conform artikel 4:57 lid 3 Awb in beginsel met het voorschot loonkostensubsidie voor een andere tijdvak. Indien verrekening redelijkerwijs niet mogelijk is, gaat het dagelijks bestuur in beginsel over tot terug-en invordering van het onverschuldigd betaalde voorschot loonkostensubsidie van de werkgever.
Artikel 8. Verplichtingen werkgever
De werkgever verstrekt op verzoek van het dagelijks bestuur in ieder geval een afschrift van de arbeidsovereenkomst, afschriften van loonstroken en/of een opgave van de door de werknemer waarvoor loonkostensubsidie is verleend feitelijk gewerkte uren. Indien van toepassing verstrekt de werkgever relevante stukken inzake de beëindiging van de dienstbetrekking met de werknemer.
Artikel 9. Het besluit tot vaststelling van de loonkostensubsidie
In het kader van het onderzoek bedoeld in lid 1 kan het dagelijks bestuur de werkgever verzoeken om afschriften van loonstroken en/of een opgave van de door de werknemer waarvoor de loonkostensubsidie is verleend feitelijk gewerkte uren, alsmede eventuele relevante stukken inzake de beëindiging van de dienstbetrekking met de werknemer.
Artikel 10. Intrekken of wijzigen loonkostensubsidie
Het dagelijks bestuur draagt bij een verhuizing naar een andere gemeente, ambtshalve de loonkostensubsidie over naar de nieuwe gemeente conform art. 10d lid 10 PW. Indien de werknemer is verhuisd naar het buitenland, blijft de loonkostensubsidie door het dagelijks bestuur gecontinueerd indien wordt voldaan aan de overige vereisten en de persoon nog behoort tot de doelgroep.
Artikel 11. Preferent werkproces loonkostensubsidie
Het dagelijks bestuur neemt bij het verstrekken van de loonkostensubsidie het preferente werkproces loonkostensubsidie in acht. Er wordt op één onderdeel van het preferente werkproces afgeweken:
Dit onderdeel wordt ondervangen door een betaalspecificatie mee te sturen bij wijzigingen. Zodra systeemtechnische aanpassingen het mogelijk maken, zal het dagelijks bestuur hierop aansluiten.
Het dagelijks bestuur kan onverschuldigd betaalde loonkostensubsidie van de werkgever terug-en invorderen conform artikel 4:57 Awb.
Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze uitvoeringsregels indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.