Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zeist

Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZeist
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt
CiteertitelVerordening op de vertrouwenscommissie benoeming burgemeester
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 61 van de Gemeentewet
  2. artikel 61a van de Gemeentewet
  3. artikel 61c van de Gemeentewet
  4. artikel 84 van de Gemeentewet
  5. artikel 147 van de Gemeentewet
  6. artikel 149 van de Gemeentewet
  7. artikel 15 van de Archiefwet 1995
  8. artikel 31 van de Archiefwet 1995
  9. Archiefbesluit 1995
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-07-2023nieuwe regeling

27-06-2023

gmb-2023-295932

23R039

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt

De raad van de gemeente Zeist;

gelezen het voorstel van de vertrouwenscommissie i.o. van 7 juni 2023;

 

BESLUIT:

 

  • 1.

    De profielschets voor de werving en selectie van een nieuwe kroonbenoemde burgemeester voor de gemeente Zeist vast te stellen.

  • 2.

    De ‘Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt’ vast te stellen.

  • 3.

    De vertrouwenscommissie in te stellen voor het voorbereiden van de aanbeveling tot

    • a.

      benoeming van de burgemeester en in deze commissie:

    • b.

      Plaatsvervangend voorzitter van de raad Dick van Ginkel te benoemen tot voorzitter

    • c.

      De volgende leden van de raad te benoemen tot lid:

      • Roel van Nieuwstadt

      • Ernst van Splunter

      • Hafid Boutahar

      • Marcel Fluitman

      • Jan Bredius

      • Hanny Roelofsen-Beentjes

      • Julian Wassink

      • Wilma Breddels

      • Hannie van Kippersluis

      • Bianca Osinga-Tamming

    • d.

      Wethouder Laura Hoogstraten te benoemen tot adviseur

    • e.

      Raadsgriffier Johan Janssen te benoemen tot secretaris en plaatsvervangend griffier Marloes Haveman-Schüssel tot plaatsvervangend secretaris

    • f.

      Gemeentesecretaris René Grotens te benoemen tot ambtelijk ondersteuner.

De raad van de gemeente Zeist,

 

  • Gelet op de artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet;

  • Gelet op de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en het Archiefbesluit 1995

  • Gelet op de Circulaire benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeester van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 oktober 2017;

  • Gelet op de Handreiking burgemeesters: benoeming, herbenoeming, klankbordgesprekken en afscheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 december 2020;

Gelezen het voorstel van de vertrouwenscommissie in oprichting;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de “Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voorbereidt”.

Artikel 1 Taak

De commissie heeft tot taak de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voor te bereiden.

Artikel 2 Samenstelling commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit maximaal één raadslid per fractie.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie is de plaatsvervangend voorzitter van de raad. Het eerste lid is niet op de voorzitter van toepassing. De voorzitter heeft geen stemrecht.

  • 3.

    De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Artikel 3 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De raadsgriffier is de secretaris van de commissie en geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie. De raad kan de plaatsvervangend griffier aanwijzen als plaatsvervangend secretaris.

  • 2.

    De raad kan de gemeentesecretaris ter ambtelijke ondersteuning toevoegen aan de commissie.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid genoemde functionarissen zijn geen lid van en hebben geen stemrecht in de commissie.

Artikel 4 Adviseur

  • 1.

    De raad kan één of meer wethouders aan de commissie toevoegen als adviseur.

  • 2.

    De adviseur wordt uitgenodigd voor vergaderingen van de commissie.

  • 3.

    Een adviseur is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten. De commissie vergadert slechts indien meer dan de helft van de leden aanwezig is.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering. De voorzitter roept de volgende personen tot de vergadering op:

    • a.

      de leden van de commissie

    • b.

      de sollicitanten naar het ambt van de burgemeester, elk voor zover met de betreffende sollicitant een gesprek plaats heeft

    • c.

      de adviseur

    • d.

      de ambtelijk ondersteuner.

  • 3.

    De in het tweede lid bedoelde oproeping geschiedt ten minste twee dagen voorafgaand aan de vergadering. Indien bijzondere omstandigheden een spoedige bijeenkomst van de commissie vergen kan van deze termijn worden afgeweken doch geschiedt de oproeping ten minste 12 uren voorafgaand aan de vergadering.

Artikel 6 Stemming

De commissie besluit over de vaststelling van een concept aanbeveling bij meerderheid van stemmen, waarbij elk lid een stem heeft. Indien de stemmen staken, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden de verschillende meningen in het verslag opgenomen.

Artikel 7 Verslag

  • 1.

    De commissie brengt over haar werkzaamheden ter voorbereiding van een aanbeveling schriftelijk een verslag van bevindingen uit aan de gemeenteraad en aan de commissaris van de Koning. Dit verslag van bevindingen dat de commissie uitbrengt bevat in ieder geval:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht

    • b.

      een concept aanbeveling met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie

    • c.

      eventuele minderheidsstandpunten indien daarom door een lid van de commissie gevraagd wordt.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde verslag van bevindingen wordt in ieder geval vergezeld van een concept aanbeveling van twee personen.

Artikel 8 Geheimhouding

  • 1.

    Op alle informatie van de commissie rust ingevolge de Gemeentewet de verplichting tot geheimhouding, welke zich uitstrekt tot eenieder die van de informatie kennis draagt.

  • 2.

    De vergaderingen van de commissie zijn ingevolge de wet besloten. De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht.

  • 3.

    Stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van "geheim" door de voorzitter en de secretaris ondertekend en verstuurd of bij de secretaris ter inzage gelegd.

  • 4.

    Stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van "geheim" gezonden aan de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering. De secretaris ziet er op toe dat de vertrouwelijkheid in deze procesgang wordt gegarandeerd.

  • 5.

    Aan derden, die geen lid zijn van de commissie, wordt ingevolge de wet geen informatie verstrekt omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek.

  • 6.

    De commissie zorgt er voor dat de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 7.

    De geheimhoudingsplicht blijft ingevolge de wet van kracht ook in het geval de commissie wordt ontbonden.

  • 8.

    Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de ambtelijke ondersteuning en de adviseur(s).

Artikel 9 Archivering

  • 1.

    De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat na afronding van de benoeming alle archiefbescheiden onverwijld in een envelop worden verzegeld en gerubriceerd als "geheim", en worden geplaatst in de daartoe aangewezen archiefruimte.

  • 2.

    De secretaris van de commissie draagt er bij de benoemingsprocedure zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden na afronding van de benoemingsprocedure onverwijld worden vernietigd.

  • 3.

    De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden waarvoor de wettelijke termijn verstreken is. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, eerste lid sub a, van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, tot de archiefbescheiden 75 jaar oud zijn.

Artikel 10 Informatie over en gesprek met sollicitant

De secretaris nodigt namens de voorzitter sollicitanten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft daarbij voorzieningen die nodig zijn ter bescherming van de privacy van de sollicitant. Elk overleg met derden, in welke vorm dan ook, is uitgesloten.

Artikel 11 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 12 Ontbinding

Lopende de procedure tot benoeming is ontbinding van de commissie uitsluitend mogelijk met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de raad bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening op de vertrouwenscommissie benoeming burgemeester.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zeist op 27 juni 2023.

mr. J. Janssen, griffier

D.H. van Ginkel, plv. voorzitter

Toelichting

Uit de Gemeentewet vloeit de verplichting voort ter voorbereiding op de aanbeveling inzake de benoeming van de burgemeester een vertrouwenscommissie in te stellen. Daartoe is een gemeentelijke verordening op de vertrouwenscommissie noodzakelijk.

 

Artikel 1 Taak

Hierin is de taak van de commissie opgenomen. Deze betreft het voorbereiden van de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester.

 

Artikel 2 Samenstelling commissie

De commissie bestaat uitsluitend uit leden van de raad waarbij het aan de gemeenteraad is al dan niet elke fractie in de commissie vertegenwoordigd te doen zijn. Verlies van het raadslidmaatschap betekent automatisch het einde van het lidmaatschap van de commissie. Tijdelijke vervanging is vanwege het bijzondere karakter van de procedure, waarin geheimhouding centraal staat, ongewenst, en is daarom niet opgenomen. Zoals gebruikelijk in Zeist, is de plaatsvervangend voorzitter van de raad, de voorzitter van de commissie. De voorzitter van de commissie is technisch voorzitter en heeft geen stemrecht.

 

Artikel 3 Ambtelijke ondersteuning

Ambtelijke ondersteuning wordt in de eerste plaats door de griffier als secretaris geleverd, en eventueel door de plaatsvervangend griffier of gemeentesecretaris als plaatsvervangend secretaris of ambtelijke ondersteuner. Betrokkenheid van de gemeentesecretaris ligt met name voor de hand indien een wethouder als adviseur aan de commissie is toegevoegd en vanwege de nauwe samenwerking van een gemeentesecretaris met de burgemeester. Adviseurs en ambtelijke ondersteuners hebben geen stemrecht.

 

Artikel 4 Adviseur

Het is niet verplicht een of meer van de wethouders als adviseur aan de commissie toe te voegen, maar dit wordt wel wenselijk geacht. Wordt hij daaraan toegevoegd dan zijn de bepalingen inzake de oproeping ook op die wethouder van toepassing. Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

 

Artikel 5 Vergaderingen

Het moment van vergaderen moet vroegtijdig bekend zijn zodat de leden van de commissie en de andere genodigden in staat zijn gehoor te geven aan de oproeping ter vergadering. Als er sprake is van een situatie die een spoedige bijeenkomst van de commissie vereist, kan een kortere termijn van oproeping worden ingesteld.

 

Artikel 6 Stemming

Met betrekking tot de stemming streeft de commissie naar unanimiteit. Kan een minderheid zich niet vinden in de uitkomst, dan wordt die in het verslag op passende wijze tot uitdrukking gebracht.

 

Artikel 7 Verslag

Het is van belang er zorg voor te dragen dat het verslag voldoende onderbouwing bevat van de visie van de commissie, nu de gemeenteraad op basis van het verslag van bevindingen besluit over de aanbeveling. Als stelregel geldt dat het hele verloop van de procedure zowel procedureel als inhoudelijk in het verslag van bevindingen zijn weerslag krijgt. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en secretaris van de commissie.

 

Artikel 8 Geheimhouding

De geheimhoudingsplicht voor de vertrouwenscommissie vloeit rechtstreeks voort uit artikel 61c van de Gemeentewet. De geheimhoudingsplicht omvat alle informatie, niets uitgezonderd: hetgeen tijdens de vergadering is gewisseld, de stukken (de in artikel 7 bedoelde verslagen inbegrepen) en alle andere informatie die langs welke weg ook de commissie bereikt.

De geheimhoudingsplicht strekt zich uit tot de leden van de commissie, alsmede tot degenen die ambtelijke ondersteuning verlenen en, indien van toepassing, de adviseur. Vanwege de gevoeligheid van de informatie, alsmede vanwege de mogelijke strafrechtelijke consequenties van de schending van deze plicht, wordt aan het begin van de vergadering door voorzitter van de vergadering op de geheimhoudingsplicht gewezen.

De geheimhoudingsplicht brengt onder meer met zich dat aan raadsleden die geen zitting (meer) hebben in de commissie en aan anderen geen inzage in, of informatie omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek wordt verstrekt.

 

Artikel 9 Archivering

Het verdient aanbeveling dat de secretaris van de commissie tijdig overleg pleegt met de beheerder van de archiefbewaarplaats als deskundige op dit terrein over de te volgen werkwijze. Er zijn twee fasen te onderscheiden. “Overbrenging” is de uiteindelijke formele overdracht van archiefbescheiden naar de archiefbewaarplaats in de zin van artikel 12 van de Archiefwet 1995. Met het oog op de geheimhouding onder de Gemeentewet wordt aangeraden de stukken niet vervroegd formeel over te brengen naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, maar pas na de wettelijke termijn van 20 jaar. Tot dat moment moeten de archiefbescheiden worden geplaatst in een archiefruimte van de gemeente. Om de geheimhouding te borgen, is het advies om een afspraak te maken met de beheerder van de archiefbewaarplaats (meestal de gemeentearchivaris) dat de archiefbescheiden al wel worden geplaatst in de (op grond van artikel 31 van de Archiefwet 1995 door burgemeester en wethouders aangewezen) gemeentelijke archiefbewaarplaats. De archiefbewaarplaats doet in deze dan dienst als archiefruimte. De secretaris van de commissie en de beheerder van de archiefbewaarplaats plegen tijdig overleg over de plaatsing en het beheer van de archiefbescheiden.

Het aanleveren van de archiefbescheiden direct na afronding van de procedure ter plaatsing in de archiefbewaarplaats van de gemeente geschiedt door de secretaris van de commissie, omdat het college van BenW in die hoedanigheid geen toegang heeft tot deze stukken. Omdat het college formeel wel de zorgdrager is voor de archiefbescheiden, is het advies de secretaris van de commissie in dit specifieke geval te mandateren.

Ten behoeve van de overbrenging van de stukken na uiterlijk 20 jaar naar de archiefbewaarplaats is het van belang de beperking voor openbaarmaking scherp te formuleren. Dat kan dus al worden voorbereid door de secretaris van de vertrouwenscommissie op het moment dat deze de stukken in beheer geeft bij de archiefbewaarplaats. Daarmee wordt bereikt dat bij de overbrenging na uiterlijk 20 jaar niet vergeten wordt deze beperking formeel in een besluit vast te leggen. Met het oog op de persoonlijke levenssfeer van personen die in de dossiers worden genoemd wordt aangeraden de termijn te stellen op 75 jaar na het afsluiten van het dossier.

De Archiefwet 1995 en het Archiefbesluit 1995 maken geen onderscheid naar de vorm van archiefbescheiden en zijn dus zowel op papieren als op digitale archiefbescheiden van toepassing.

Digitale archiefbescheiden worden bewaard in een zogenoemde e-depotvoorziening. Ingeval er sprake is van digitale bestanden dienen de daarvoor geldende regels te worden gevolgd en moet op overeenkomstige wijze de geheimhouding van de betrokken bescheiden worden gegarandeerd. Hiervoor zij verwezen naar de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG).

 

Artikel 10 Informatie over en gesprek met de sollicitant

Ingevolge artikel 61, vierde lid, van de Gemeentewet wordt door tussenkomst van de commissaris van de Koning de door de commissie nodig geachte informatie verschaft. Gezien de belangen van alle betrokkenen is de procedure om tot een aanbeveling inzake de benoeming te komen, door de wetgever geheim verklaard. Dat betekent ook dat de commissie er voor moet zorgen dat bij de correspondentie en gesprekken die met de sollicitanten worden gevoerd in het kader van de aanbeveling inzake de benoeming, de privacy gewaarborgd is. Hierbij dient onder meer gedacht te worden aan de plaats en het tijdstip van de gesprekken.

 

Artikel 11 Onvoorziene gevallen

Dit artikel treft een voorziening inzake de bevoegdheid van de commissie in gevallen waarover bij verordening geen regeling is getroffen en de bevoegdheidsverdeling niet uit een andere norm voortvloeit.

 

Artikel 12 Ontbinding

De commissie blijft in stand zolang zij niet wordt ontbonden. Wordt er voor gekozen de commissie te ontbinden dan kan dit niet zolang er sprake is van een lopende procedure inzake de benoeming.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt niet eerder in werking dan met ingang van de dag na de bekendmaking.