Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Subsidieregeling Couleur locale Rotterdam 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Couleur locale Rotterdam 2024
CiteertitelSubsidieregeling Couleur locale Rotterdam 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De Subsidieregeling Couleur locale Rotterdam 2022 wordt ingetrokken.

Deze regeling vervalt op 31 december 2025.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Subsidieverordening Rotterdam 2014

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-07-2023nieuwe regeling

27-06-2023

gmb-2023-293407

2023, nummer 119

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Couleur locale Rotterdam 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van directeur van Publieke gezondheid, Welzijn en Zorg van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 27 juni 2023;

 

gelet op artikel 3, derde lid en artikel 6, derde lid van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

 

overwegende dat het wenselijk is een subsidieregeling vast te stellen die naast de aanbestede Welzijnsopdracht Heel de Stad bijdraagt aan het realiseren van de doelen van het beleidsplan Heel de Stad, vastgesteld op 28 januari 2021;

 

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

  • -

    jonge generatie Rotterdammers: jeugdige Rotterdammers van 4 jaar tot en met 22 jaar;

  • -

    kwetsbare Rotterdammer: Rotterdammer van 18 jaar of ouder, die vanwege een licht verstandelijke beperking of psychische of psychosociale problematiek dan wel huiselijk geweld in een kwetsbare situatie terecht is gekomen;

  • -

    kwetsbare wijkbewoner: Rotterdammer die niet behoort tot een van de Prioriteitsgroepen, bedoeld in het beleidsplan Heel de Stad en een hulpvraag heeft die betrekking heeft op een van de leefdomeinen, die bepalend zijn of een individu zelfredzaam is en volwaardig kan deelnemen aan de samenleving;

  • -

    ouderen: thuiswonende Rotterdammers van 65 jaar en ouder;

  • -

    prioriteitsdoelgroep: doelgroep waaraan prioriteit wordt gegeven in het beleidsplan Heel de Stad, zijnde de jonge generatie Rotterdammers, kwetsbare Rotterdammers, ouderen en aangevuld met de doelgroep kwetsbare wijkbewoners;

  • -

    wijknetwerk: netwerk in wijken van formele en informele organisaties, waaronder de welzijnsaanbieder, het wijkteam, huisartsen, scholen, centra voor jeugd en gezin, wijkagenten, vrijwilligersorganisaties, particuliere instellingen, verenigingen van religieuze of levensbeschouwelijke aard en sociaal ondernemers.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor wijkgerichte activiteiten in 2024 en 2025 gericht op de prioriteitsdoelgroep ten behoeve van het verwezenlijken van de doelstellingen van het beleidsplan Heel de Stad en de gezamenlijke maatschappelijke opgaven in het gebied.

  • 2.

    Voor kwetsbare Rotterdammers, kwetsbare wijkbewoners, en ouderen wordt uitsluitend subsidie verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • a.

      het bijdragen aan vroegsignalering of preventie ten behoeve van de fysieke of mentale gezondheid;

    • b.

      het bevorderen of vergroten van zelfredzaamheid dan wel samenredzaamheid;

    • d.

      het vereenvoudigen of stabiliseren van problematiek;

    • e.

      stimuleren en vergroten van de participatie in de samenleving.

  • 3.

    Voor de jonge generatie Rotterdammers geldt, aanvullend op het tweede lid, dat de activiteiten ten minste bijdragen aan een van de volgende factoren:

    • a.

      het ontwikkelen of versterken van sociaal-emotionele vaardigheden;

    • b.

      het bevorderen of vergroten van het schoolsucces;

    • c.

      het versterken van een positief pedagogisch klimaat;

    • d.

      het stimuleren van een goede binding met de leefomgeving of het gebied.

  • 4.

    Subsidie voor de jonge generatie Rotterdammers wordt niet verstrekt voor kinderwerk, tienerwerk, jongerenwerk, leerondersteuning of mentorprojecten.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een organisatie die bekend is met de problematiek en talenten van wijkbewoners, samenwerkt met het wijknetwerk en waarvan de meerderheid bestaat uit vrijwilligers die uit dezelfde wijk komen

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    Exploitatiekosten, waaronder in ieder geval wordt begrepen huur-, personeelskosten en vrijwilligersvergoeding, komen in aanvulling op het eerste lid alleen voor subsidie in aanmerking wanneer deze realistisch zijn, in verhouding staan tot de hoogte van de aangevraagde subsidie en ten hoogste voor de duur van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    • a.

      verrekenbare btw;

    • b.

      kosten waarvoor de aanvrager vanuit een subsidierelatie of inkooprelatie met de gemeente Rotterdam of vanuit andere bronnen financiering ontvangt of kan ontvangen.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt ten hoogste € 35.000 per kalenderjaar per aanvrager.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 een subsidieplafond ter hoogte van € 2.999.849 miljoen.

  • 2.

    Voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 geldt een subsidieplafond ter hoogte van € 2.499.849 miljoen.

  • 3.

    De subsidieplafonds als bedoeld in het eerst een tweede lid zijn uitgesplitst in de volgende deelplafonds per gebied:

    Gebied

    Subsidieplafond Couleur locale in euro’s per 2024

    Subsidieplafond Couleur locale in euro’s per 2025

    Centrum

    39.457

    32.881

    Charlois

    221.422

    184.516

    Delfshaven

    702.014

    585.027

    Feijenoord

    577.178

    480.976

    Hillegersberg-Schiebroek

    60.628

    50.522

    Hoek van Holland

    36.193

    30.148

    Hoogvliet

    147.303

    122.750

    IJsselmonde

    344.060

    286.713

    Kralingen-Crooswijk

    182.028

    151.688

    Noord

    594.073

    495.055

    Overschie

    34.157

    28.463

    Pernis

    7.198

    5.997

    Prins Alexander

    48.371

    40.308

    Rozenburg

    5.767

    4.805

    Totaal

    2.999.849

    2.499.849

  • 4.

    Het college kan de hoogte van de subsidieplafonds wijzigen.

  • 5.

    Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2024 en 2025 is vastgesteld onder voorbehoud dat voldoende middelen door de gemeenteraad op de begroting beschikbaar worden gesteld.

Artikel 8 Wijze van verdeling

  • 1.

    De complete aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie, worden beoordeeld en gerangschikt op basis van de in de bijlage 1 opgenomen systematiek.

  • 2.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor het betrokken gebied vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 3.

    Indien meerdere aanvragen een gelijke totaalscore hebben en het toepasselijke deelplafond per gebied bij honorering van deze aanvragen overschreden zou worden, wordt de onderlinge rangschikking van deze aanvragen door middel van loting bepaald.

Artikel 9 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie wordt digitaal ingediend via www.rotterdam.nl/subsidies en uitsluitend door middel van de daarvoor ter beschikking gestelde digitale aanvraagformulieren.

  • 2.

    Bij de aanvraag worden de volgende gegevens meegezonden:

    • a.

      statuten of bestuursreglement of huishoudelijk reglement;

    • b.

      uittreksel Kamer van Koophandel met opgave van de leden van bestuur;

    • c.

      een plan met daarin ten minste de volgende elementen:

      • 1°.

        een beschrijving van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, met een onderbouwing waaruit blijkt dat er sprake is van in artikel 3 bedoelde activiteiten;

      • 2°.

        een beschrijving van de locatie waar de activiteiten worden uitgevoerd en de frequentie van de uitvoering;

      • 3°.

        een toelichting op hoe de aanvrager de prioriteitsdoelgroep gaat bereiken en een schatting van hoeveel wijkbewoners worden bereikt;

      • 4°.

        een beschrijving van hoe en met welke wijkpartners wordt samengewerkt.

    • d.

      een begroting voor de beschreven activiteiten voorzien van een weergave van de kosten waarbij de begrotingspost wordt gespecificeerd op deelnemersbijdragen, donaties, fondsen, overige gemeentelijke subsidies, lokaal budget, overige inkomsten, personele lasten, inhuur van derden, vrijwilligersvergoedingen waaronder wordt verstaan onkostenvergoedingen en waarderingsvergoedingen, opleidingskosten, huisvestingskosten en aanschaf van materialen.

  • 3.

    Een aanvrager kan per kalenderjaar ten hoogste één aanvraag indienen die betrekking heeft op één of meerdere activiteiten als bedoeld in artikel 3, in één gebied.

Artikel 10 Aanvraagtermijn

Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt, in afwijking van artikel 6, tweede lid, van de SVR 2014, uiterlijk op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft ingediend.

Artikel 11 Aanvullende weigeringsgronden

In aanvulling op de in artikel 8 van de SVR 2014 genoemde weigeringsgronden, wordt subsidie geweigerd als:

  • a.

    de subsidieaanvraag valt onder de reikwijdte van een andere wetgeving, gemeentelijke subsidieregeling of ander gemeentelijk beleid;

  • b.

    het bestaande aanbod, te weten de integrale gebiedsopdracht welzijn of de activiteiten van het wijknetwerk, voldoende voorziet in de doelstelling en de doelgroepen waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 12 Intrekking en overgangsrecht

De Subsidieregeling Couleur locale Rotterdam 2022 wordt per 1 januari 2024 ingetrokken, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de subsidies die op grond van die regeling zijn aangevraagd of verstrekt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 31 december 2025.

  • 2.

    Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies die krachtens deze regeling zijn verstrekt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Couleur locale Rotterdam 2024.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 27 juni 2023.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Bijlage 1 als bedoeld in artikel 8 van de Subsidieregeling couleur locale 2024

 

Aanvraag Couleur Locale 2024

 

Aanvrager:

Dossiernummer:

Datum aanvraag (compleet):

Beoordelaar Jeugd:

Beoordelaar Volwassenen:

Beoordelaar Gebied:

 

AFWEGINGSKADER SUBSIDIE COULEUR LOCALE 2024

IN TE VULLEN DOOR DE BEOORDELAARS

 

 

CRITERIUM

BEOORDELAAR

JEUGD

BEOORDELAAR VOLWASSENEN

BEOORDELAAR GEBIED]

DEFINITIEVE BEOORDELING

1.

Lokale organisatie

Betreft het een aanvraag van een lokale organisatie?

☐ JA

 

☐ NEE, motivering:

☐ JA

 

☐ NEE, motivering:

☐ JA

 

☐ NEE, motivering:

☐ JA, ga door naar criterium 2.

 

☐ NEE, weigeringsgrond

 

Motivering t.b.v. de weigeringsbeschikking:

2.

Binnen de kaders Heel de Stad?

Betreffen het activiteiten die vallen binnen de kaders van Heel de stad (HDS)?

☐ JA:

 

☐ NEE

Motivering:

☐ JA:

 

☐ NEE

Motivering:

☐ JA:

 

☐ NEE

Motivering:

☐ JA, ga door naar criterium 3.

 

☐ NEE

Motivering:

 

Motivering t.b.v. de weigeringsbeschikking:

3.

Gebiedsgerichte activiteiten

Zijn de activiteiten gericht op de specifieke gezamenlijke maatschappelijke opgave (welzijnsopgave) in het gebied/wijk/buurt?

☐ JA (haal weg wat niet van toepassing is en motiveer):

 

slecht (0 punten) onvoldoende (1 punt) voldoende (2 punten) goed (3 punten) uitmuntend (4 punten)

 

Motivering:

 

☐ NEE, motivering:

☐ JA (haal weg wat niet van toepassing is en motiveer):

 

slecht (0 punten) onvoldoende (1 punt) voldoende (2 punten) goed (3 punten) uitmuntend (4 punten)

 

Motivering:

 

☐ NEE, motivering:

☐ JA (haal weg wat niet van toepassing is en motiveer):

 

slecht (0 punten) onvoldoende (1 punt) voldoende (2 punten) goed (3 punten) uitmuntend (4 punten)

 

Motivering:

 

☐ NEE, motivering:

☐ JA, ga door naar criterium 4.

 

Totaal punten drie beoordelaars samen:

 

 

 

☐ NEE, weigeringsgrond

 

Motivering t.b.v. de weigeringsbeschikking:

4.

Samenwerking wijknetwerk

Blijkt uit de subsidieaanvraag dat er wordt samengewerkt met relevante (wijknetwerk)partners? Voor de samenwerking en de onderbouwing daarvan in de aanvraag kunnen extra punten worden toegekend. Geef een beoordeling van de samenwerking.

☐ JA (haal weg wat niet van toepassing is en motiveer):

 

slecht (0 punten) Onvoldoende (1 punt) voldoende (2 punten) goed (3 punten) uitmuntend (4 punten)

 

Motivering:

 

☐ NEE, motivering:

☐ JA (haal weg wat niet van toepassing is en motiveer):

 

slecht (0 punten) onvoldoende (1 punt) voldoende (2 punten) goed (3 punten) uitmuntend (4 punten)

 

Motivering:

 

☐ NEE, motivering:

☐ JA (haal weg wat niet van toepassing is en motiveer):

 

slecht (0 punten) onvoldoende (1 punt) voldoende (2 punten) goed (3 punten) uitmuntend (4 punten)

 

Motivering:

 

☐ NEE, motivering:

☐ JA, ga door naar criterium 5.

 

Totaal punten drie beoordelaars samen:

 

 

 

☐ NEE, weigeringsgrond

 

Motivering t.b.v. de weigeringsbeschikking:

5.

Andere passende regelgeving: Valt de subsidieaanvraag onder de reikwijdte van andere gemeentelijke subsidie-regelgeving of ander gemeentelijk beleid?

 

Bijvoorbeeld Onderwijs, Bewonersinitiatieven, Stedelijk welzijn, Preventief Jeugdbeleid, CityLab010, Sport, Kunst & Cultuur, Zorgverzekeringswet, Wet Langdurige Zorg, Wet maatschappelijke ondersteuning, enz.

 

Deze opsomming is niet limitatief.

☐ NEE

☐ JA, namelijk:

 

Motivering:

☐ NEE

☐ JA, namelijk:

 

Motivering:

n.v.t

☐ NEE, ga door naar criterium 6.

☐ JA, namelijk:

 

Motivering t.b.v. de weigeringsbeschikking:

6.

Activiteiten stedelijke voorzieningenBetreffen het activiteiten waarvoor stedelijke voorzieningen, zoals wijkteam, VraagWijzer,

Expertiseteam Financiën (ETF), Kredietbank Rotterdam (KBR), cluster Werk & Inkomen (W&I) primair verantwoordelijk zijn?

 

Deze opsomming is niet limitatief

☐ NEE

☐ JA, namelijk:

 

Motivering:

☐ NEE

☐ JA, namelijk:

 

Motivering:

 

:

n.v.t.

☐ NEE, ga door naar criterium 7.

☐ JA, namelijk:

 

Motivering t.b.v. de weigeringsbeschikking

7.

Bestaand aanbod:

In het bestaande aanbod, bijv. met de integrale welzijnsopdracht of de activiteiten van het wijknetwerk (Centrum voor Jeugd en Gezin, Bibliotheek, is voldoende voorzien in de doelstelling(en) en de doelgroepen waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

☐NEE,

 

☐ JA, motivering:

☐NEE,

 

☐ JA, motivering:

:

n.v.t.

☐ NEE, ga door naar criterium 8.

 

☐ JA, motivering:

 

Motivering t.b.v. de weigeringsbeschikking:

8.

Specifieke uitsluiting activiteiten Jeugd.

De aanvraag betreft geen Jongerenwerk, Tienerwerk, Kinderwerk, jongerenparticipatie of mentoringtrajecten of Huiswerkbegeleiding zoals ingekocht of gesubsidieerd door de gemeente.

☐ JA

 

☐NEE, motivering:

☐ JA

 

☐NEE, motivering:

n.v.t

☐ JA,

 

☐ NEE, weigeringsgrond

 

Motivering t.b.v. de weigeringsbeschikking:

9. BEHAALD AANTAL PUNTEN

 

Totaal aantal punten 3 beoordelaars bij criteria 3 (gebiedsgerichte activiteiten) en 4 (samenwerking wijknetwerk)

☐ 0 t/m 6, weigeringsgrond

☐ 7 of meer, ga door naar het ranken van de aanvraag

 

Indien aanvraag door het afwegingskader is gekomen.

 

Totaal aantal punten van de drie beoordelaars samen bij criterium:

 

  • 3.

    Gebiedsgerichte activiteiten:

  • 4.

    Samenwerking wijknetwerk:

 

Totaal:

 

Totaal aantal aanvragen per 1 oktober:

Rangorde deze aanvraag :

Indien aanvraag niet door het afwegingskader is gekomen.

 

Weigeringsgrond(en) afwegingskader:

 

☐ 1. ☐ 2.☐ 3. ☐ 4.

☐ 5. ☐ 6.☐ 7. ☐ 8.

☐ 9.

 

Weigeringsgrond(en) SvR 2014:

 

1. Toelichting Puntentelling

De puntentelling is als volgt:

 

Slecht: uit de informatie van de aanvrager blijkt dat de aanvraag nauwelijks beantwoordt aan het gevraagde in het afwegingskader.

Onvoldoende: uit de informatie van de aanvrager blijkt dat de aanvraag onvoldoende beantwoordt aan het gevraagde in het afwegingskader.

Voldoende: uit de informatie van de aanvrager blijkt dat de aanvraag in voldoende mate beantwoordt aan het gevraagde in het afwegingskader.

Goed: uit de informatie van de aanvrager blijkt dat de aanvraag grotendeels beantwoordt aan het gevraagde in het afwegingskader.

Uitmuntend: uit de informatie van de aanvrager blijkt dat de aanvraag volledig beantwoord aan het gevraagde van de gemeente.

 

2. Toelichting Sport versus Beweegactiviteiten

Sport (activiteiten) zien wij vanuit couleur locale als betaalde beweegactiviteiten, via een lidmaatschap, op regelmatige basis, bij een sportvereniging (vaak in competitie verband van de betreffende sportbond). Welzijn en dus ook couleur locale hebben een toeleidende rol naar deze sportactiviteiten en sportclubs.

Daarnaast kunnen voor bewoners beweegactiviteiten worden georganiseerd. Niet primair als sportactiviteit, maar voor de (mentale) gezondheid of ter ontmoeting. De aanbieder kan de beweegactiviteit inzetten als middel om bewoners te trekken naar de locatie of als middel om een ander welzijnsdoel uit het beleidsplan Heel de Stad te bereiken. De beweegactiviteit dient altijd een vroegsignalerende functie te hebben welke ook beschreven moet worden en de beweegactiviteit mag niet gezien kunnen worden als sportactiviteit. Voordat de aanvraag definitief beoordeeld wordt dient met de beleidsafdeling Sport te worden afgestemd.

 

3. Toelichting Cultuur versus Vrijetijdsactiviteiten

Culturele activiteiten zien wij vanuit couleur locale als het bezoeken van of deelname aan musea, dans, theater, beeldende kunst, muziek etc, met en door professionele kunst(enaars). Bij vrijetijdsactiviteiten kan het om gelijke activiteiten gaan, maar de professionele inzet die gesubsidieerd kan worden is de welzijnsprofessional met vrijwillige inzet vanuit Kunst & Cultuur en onder aanvullende voorwaarden dat de activiteit een vroegsignalerende functie vervult, deze vroegsignalerende functie expliciet beschreven staat als samenwerking met en doorleiding naar relevante partners en dat het aanbod ook gericht is op de welzijnsdoelen uit het beleidsplan Heel de stad. Voordat de aanvraag definitief beoordeeld wordt dient met de beleidsafdeling Cultuur te worden afgestemd.

 

Opgemerkt wordt dat professionele inzet van kunstenaars voor vrijetijdsactiviteiten niet vanuit couleur locale worden gesubsidieerd. Cofinanciering met de afdeling Kunst & Cultuur is wel mogelijk. Natuurlijk zijn onkostenvergoedingen wel mogelijk, net als een waardering voor de vrijwillige inzet. Bij beweegactiviteiten wordt professionele inzet wel toegestaan. Als reden is dat beweegactiviteiten die niet goed worden uitgevoerd schadelijk voor de gezondheid kunnen zijn. Deskundigheid en goede instructies zijn daarom belangrijk.

 

4. Toelichting Armoede en schulden

Inzet gericht op Armoede & Schulden vanuit couleur locale dienen een preventieve, vroegsignalerende functie te hebben. Het kunnen activiteiten zijn om lichtere problematiek te voorkomen en vroegtijdig op te pakken zodat zwaardere problemen voorkomen worden. Het verzachten van de gevolgen van Armoede & Schulden valt niet onder de regeling couleur locale. Te denken valt dan aan een ruilwinkel, voedselbank, kledingbank etc.

 

Toelichting Subsidieregeling Couleur locale

 

Algemeen

 

Op 28 januari 2021 is het beleidsplan Heel de Stad, door de gemeenteraad vastgesteld (https://rotterdam.raadsinformatie.nl/document/9675711/2/21bb1119). De doelstellingen van dit beleidsplan zijn het inzetten dan wel bijdragen aan (collectieve) preventie, het voorkomen van problematiek, het vereenvoudigen (stabiliseren) van problematiek, het vergroten van de zelfredzaamheid, samenredzaamheid, het activeren/laten participeren of het wegnemen van achterstanden.

 

Met dit beleidsplan is verder gegaan op de ingeslagen weg van samenwerking tussen zorg en welzijn, de wijk en het wijknetwerk als de maat voor ondersteuning en het stimuleren van actieve Rotterdammers bij het organiseren activiteiten voor hun medebewoners. De basisinfrastructuur welzijn is gebiedsgericht ingekocht, oftewel de welzijnsopdracht waarbij wordt uitgegaan van integrale opdrachten per gebied. Dit houdt in welzijn voor jeugd en welzijn voor volwassenen in één opdrachtomschrijving en één overeenkomst de beste Welzijnsaanbieders van Heel de Stad. Couleur locale vervult hier nog meer dan voorheen een belangrijke functie in het wijknetwerk.

 

Naast het stedelijk welzijn, de integrale gebiedsopdracht en het budget voor lokale initiatieven is subsidiëring van de kleinere betekenisvolle organisaties, die in de wijken en buurten waar ze ontstaan zijn, hun bijdrage leveren aan de sociale cohesie en de laagdrempelige ondersteuning bieden bij eenvoudige problematiek, wenselijk.

 

In ieder gebied en in vele wijken zijn deze kleinere organisaties die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid, zich inzetten voor kwetsbare Rotterdammers, die waardevolle activiteiten voor Rotterdammers organiseren of die een vernieuwende aanpak bieden. Deze organisaties draaien meestal op een beperkt aantal beroepskrachten met vele Rotterdammers als vrijwilliger. Dit type organisatie maakt, vergeleken met de welzijnspartijen, nauwelijks kans bij een grootschalige inkoop zoals de aanbesteding van de welzijnsopdracht voor de periode van 1 juni 2022 tot en met 31 december 2027.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 3 Activiteiten

De activiteiten sluiten aan de doelstellingen van het beleidsplan Heel de Stad en de gezamenlijke maatschappelijke opgave in het gebied. De activiteiten dienen laagdrempelig te zijn voor de wijkbewoners waarbij aansluiting wordt gezocht op de samenstelling van de wijk.

 

Onder gezamenlijke maatschappelijke opgaven in het gebied wordt verstaan welzijnsopgaven zoals vastgelegd in de overeenkomst met de beste welzijnsaanbieders van Heel de Stad. Deze zijn vastgesteld in Bijlage A van de gepubliceerde bestekstukken oftewel aanbestedingsdocumenten en worden elke twee jaar herijkt. Op de subsidiepagina van gemeente Rotterdam zal een link naar dit document gemaakt worden zodat het voor de aanvrager duidelijk is wat de actuele welzijnsopgaven per gebied zijn.

 

Deze activiteiten dragen bij aan: (collectieve) preventie ten opzichte van fysieke of mentale gezondheid, het vergroten van de zelfredzaamheid, samenredzaamheid (het bevorderen van een sociaal netwerk rondom kwetsbare Rotterdammers), het activeren/laten participeren in de samenleving en het vereenvoudigen (stabiliseren) van problematiek. Door middel van signalering en doorverwijzing naar de juiste instanties ervoor zorgen dat problemen niet verder toenemen, en stabiliseren. Hierbij kan worden gedacht aan het helpen bij problemen rondom administratie, het bieden van opvoedondersteuning of het aanbieden van conversatielessen om oefenen met de Nederlandse taal.

 

In de regeling is een onderscheid gemaakt tussen kwetsbare Rotterdammers, kwetsbare wijkbewoners en ouderen en de jonge generatie Rotterdammers. De activiteiten voor de eerste groep dienen aan een aantal voorwaarden als opgenomen onder artikel 3, tweede lid te voldoen. Voor de tweede groep zijn een aantal aanvullende voorwaarden in het derde lid opgenomen. De reden hiervan is dat deze jongste groep meer aandacht nodig heeft.

 

Het doel voor de doelgroep jonge generatie Rotterdammer is het grootbrengen van een generatie zonder achterstanden. Deze jongste Rotterdammers groeien gezond, veilig en kansrijk op. Het resultaat dat wordt verwacht is dat de activiteiten bijdragen aan een positief en uitdagend pedagogisch klimaat in wijken en buurten, waardoor kinderen, tieners en jongeren veilig buiten en op school kunnen zijn, er minder overlast gevend en/of crimineel gedrag ontstaat en de jeugd dicht in de buurt uitgedaagd wordt hun talenten te ontplooien. Met meer aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, voor schoolsucces en positief toekomstperspectief zoals het verstreken van een positief pedagogisch klimaat en het stimuleren van binding met de leefomgeving.

 

Sociaal emotionele ontwikkeling betreft een ontwikkelingsproces waarlangs een kind kennis, houdingen en vaardigheden verwerft en toepast die noodzakelijk zijn om met emoties om te gaan, doelen te stellen en deze te bereiken, empathie voor anderen te voelen en te tonen, positieve relaties te ontwikkelen en te behouden, en verantwoorde beslissingen te nemen.

 

Onder schoolsucces wordt verstaan alles wat een jeugdige nodig heeft om tot leren te komen, te denken valt aan fysiek mogelijk maken van plekken waar de jeugdigen huiswerk kunnen maken of het bereiden van een gezonde maaltijd ter bevordering van hun mentale en fysieke groei. Schoolsucces gaat niet primair om de schoolresultaten die een kind, tiener of jongere behaalt. Het schoolsucces duidt op een klimaat in de omgeving van het kind, dat de randvoorwaarden schept waarin een kind kan leren. Te denken valt aan een veilige leeromgeving, aandacht voor goede voeding ten behoeve van concentratie bij het leren en aandacht voor de weerbaarheid van de doelgroep bij de overgang van basis naar voortgezet onderwijs. Alles dat vanuit de scholen en het onderwijssysteem kan worden aangeboden valt niet binnen de reikwijdte van deze regeling. Ook individuele interventies zoals huiswerkbegeleiding vallen niet onder deze subsidieregeling.

 

Onder positief pedagogisch klimaat wordt verstaan alle beschermende omgevingsfactoren die bijdrage aan het welbevinden van het kind. Waarbij het van belang is om een heldere visie te hebben over een veilige omgeving, met concrete gedragsregels, duidelijke samenwerkingsafspraken met alle betrokken partijen rondom het kind, en afspraken over deze aanpak zowel preventief als bij signalen.

 

Onder kinderwerk wordt verstaan professionals in het bezit van een registratie ‘kinderwerk’ bij het registerplein of registratie bij het Kwaliteitsregister Jeugd, die met hun werkzaamheden uitvoering geven aan de welzijnsopdracht in een gebied. Het gaat daarbij om het sociaal werk met kinderen van 4 tot 12 jaar dat zich richt op alle kinderen in de buurt, met extra aandacht voor kinderen in een kwetsbare situatie die meer ondersteuning kunnen gebruiken en heeft aandacht voor ouders. Kinderwerk werkt met programma’s en interventies gericht op een veilige wijkomgeving voor jonge kinderen, is gericht op het bieden van informatie over opvoeden aan ouders en op het versterken van de netwerken rond een ouder, die de ouder kunnen ondersteunen bij het opgroeien van hun kind.

 

Onder jongerenwerk wordt verstaan professionals in het bezit van een registratie ‘jongerenwerk’ bij het registerplein of registratie bij de stichting het Kwaliteitsregister Jeugd, die met hun werkzaamheden uitvoering geven aan de welzijnsopdracht of het grenzenstellend jongerenwerk in een gebied.

 

Onder informele leerondersteuning wordt verstaan alle georganiseerde en ongeorganiseerde activiteiten gericht op het ondersteunen van het leren en de ontwikkeling van leerlingen buiten het reguliere en verplichte onderwijs met als doel bijdragen aan de leerprestaties.

 

Onder mentoring wordt verstaan projecten waarin Rotterdammers als maatje of mentor optreden voor andere Rotterdammers. De mentoring richt zich op het omgaan met alledaagse problemen, het bieden van extra aandacht of zet in op het opdoen van nieuwe positieve ervaringen. Mentoring gericht op kinderen, tieners of jongeren die op school of tijdens schooltijd plaatsvindt valt niet onder deze definitie.

 

Artikel 4

De doelgroep van deze subsidie zijn de kleinere betekenisvolle organisaties die in de wijken en buurten (waar ze ontstaan zijn) hun bijdrage leveren aan de sociale cohesie en laagdrempelige ondersteuning bieden bij eenvoudige problematiek. Hierbij speelt de samenwerking met het wijknetwerk een belangrijke rol in het signaleren en doorverwijzen.

 

Je kunt hier denken aan een bewonersgroep die een goed bezocht laagdrempelig spreekuur houdt in de wijk, waar ook jongeren vrijwilligerswerk doen en stage open. Doordat er vrijwel uitsluitend met vrijwilligers wordt gewerkt is de betrokkenheid bij de buurt en de bewoners groot en is het voor bewoners met een hulpvraag makkelijker hun vraag te stellen. Bijkomend voordeel is dat de kosten laag blijven waardoor meer budget beschikbaar is voor activiteiten.

 

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie wordt alleen verleend voor de kosten die direct verband houden met de uitvoering van de activiteiten.

 

Exploitatiekosten, waaronder in ieder geval huur-, personeelskosten en vrijwilligersvergoeding wordt begrepen, komen alleen in aanmerking voor een subsidie wanneer deze direct betrekking hebben op de activiteiten en deze realistisch zijn en in verhouding staan tot het aangevraagde subsidiebedrag.

 

Voor wat betreft de subsidiabele kosten met betrekking tot vrijwillige inzet conformeert de regeling Couleur locale zich aan de richtlijn van de gemeente Rotterdam (het waarderingsbeleid Vrijwilligers) dat vrijwillige inzet onbezoldigd is. Voor vrijwilligers is er vanuit informele zorg de mogelijkheid om via de Archipel Academy opleidingen en cursussen te volgen.

 

Verrekenbare btw wordt niet vergoed. De verantwoordelijkheid om te onderzoeken of de activiteiten omzetbelastingplichtig zijn ligt bij de aanvrager.

 

Verder mag er geen sprake zijn van subsidiëring van kosten waarvoor al op andere wijze financiering wordt verkregen of kan worden verkregen, bijvoorbeeld vanuit een bestaande subsidierelatie of inkooprelatie.

 

Artikel 8 Wijze van verdeling

Toekenning van subsidies vindt plaats via een tendersysteem. Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van het afwegingskader. Op de onderdelen aansluiten bij de doelstelling van artikel 3, eerste lid, oftewel:

  • -

    verwezenlijken van de doelstellingen van het beleidsplan Heel de Stad en de gezamenlijke maatschappelijke opgaven in het gebied; en

  • -

    Samenwerken in het gebied.

Voor het aansluiten bij de doelstellingen en de gezamenlijke maatschappelijke opgaven in het gebied en de samenwerking met het wijknetwerk kunnen punten worden toegekend. De onderbouwing van de activiteiten is om die reden van groot belang. De puntentelling is als volgt: niet/slecht (0 punten), onvoldoende (1 punt), voldoende (2 punten), goed (3 punten) en uitmuntend (4 punten).

 

In verschillende openbare documenten is te vinden wat belangrijke gezamenlijke maatschappelijke opgaven (thema's) zijn in de gebieden en wijken en waarop de activiteiten gericht kunnen zijn. Te denken valt aan:

  • -

    wijkanalyse, hierin worden maatschappelijke thema’s en analyses per gebied weergegeven met een conclusie welke opgave voor welzijn is weggelegd. Gelet op het feit dat deze regeling een aanvullend karakter heeft op de integrale welzijnsopdracht, is er gekozen voor een puntentelling waarbij ook aansluiting wordt gezocht bij de opgaven voor welzijn;

  • -

    De Staat van Jeugd, hierop is te zien hoe het gaat met de Rotterdamse kinderen en jongeren. In deze monitor zijn ruim 350 cijfers samengebracht (Staat van de Jeugd | Rotterdam.nl);

  • -

    de wijkprogrammering, is een wijkgestuurde manier van werken die het wijknetwerk helpt bij het streven naar het gezond, veilig en kansrijk laten opgroeien van Rotterdamse kinderen en jongeren (Wijkprogrammering | Rotterdam.nl);

  • -

    het wijkprofiel, met name de Sociale Index van de betreffende wijk bevat informatie over waar een bepaald gebied behoefte aan heeft (2022 | Wijkprofiel Rotterdam);

  • -

    het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) (https://www.nprz.nl/).

In het derde lid, wordt benoemd dat indien meerdere aanvragen een gelijke totaalscore hebben en het subsidieplafond bij honorering van deze aanvragen overschreden zou worden, de partijen worden uitgenodigd en wordt in het bijzijn van deze partijen op basis van loting bepaald aan welke partij subsidie wordt toegekend.

 

Artikel 9 Aanvraag

De aanvraag voor een subsidie Couleur locale wordt via de gemeentelijke website, Subsidie couleur locale aanvragen | Rotterdam.nl. Op de website zijn twee handreikingen opgenomen waarmee we alle onderdelen van de aanvraag stapsgewijs benoemen en uitlichten. Het gaat daarbij om Handreiking aanvraag couleur locale 2024 en de Handreiking begroting 2024.

 

De informatie in het aanvraagformulier, verstrekt door de aanvrager, wordt samen met de begroting uitsluitend gebruikt voor de beoordeling. Het is dus niet voldoende om uitsluitend te verwijzen naar een eigen plan van aanpak.

 

Bij de aanvraag worden tevens de volgende stukken aangeleverd:

  • -

    statuten/bestuursreglement of huishoudelijk reglement;

  • -

    een opgave van leden van bestuur (uittreksel Kamer van Koophandel);

  • -

    een beschrijving van de geplande activiteiten (zie de Handreiking aanvraag couleur locale 2024);

  • -

    een begroting en dekkingsplan (zie de Handreiking aanvraag begroting Couleur Locale 2024).

De aanvraag mag meerdere activiteiten bevatten, mits het voor één gebied is.

 

Uit de begroting moet eenvoudig blijken:

  • -

    wat de kosten zijn om de activiteit uit te kunnen voeren

  • -

    vanuit welke bronnen de aanvrager geld ontvangt om de activiteit te financieren

Duidelijkheid wordt verschaft over:

  • -

    personele kosten: het uurtarief (bij voorkeur inclusief overhead), soort dienstverband, organisatiekosten; welke posten worden hier onder weggeschreven?

  • -

    materiële kosten (zoals huur van een ruimte, materialen die nodig zijn om de activiteit uit te voeren enzovoorts)

  • -

    cofinanciering: welke andere fondsen/sponsoren zorgen ook voor inkomsten?

  • -

    het exacte bedrag dat wordt aangevraagd bij de gemeente Rotterdam.

Artikel 10 Aanvraagtermijn

In dit artikel wordt de termijn genoemd voor jaarlijkse subsidieaanvragen, waarbinnen subsidieaanvragen dienen te zijn ingediend bij het college. Aanvragen na de genoemde termijn zullen worden geweigerd. U kunt uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar dat de activiteit wordt uitgevoerd een jaarlijkse subsidie indienen. Alle aanvragen die uiterlijk 1 oktober binnen zijn worden beoordeeld. Op basis van de uitkomst van deze beoordeling worden aanvragen verleend dan wel geweigerd.

 

Artikel 11 Aanvullende weigeringsgronden

Naast de opgenomen weigeringsgronden onder artikel 11 gelden uiteraard de weigeringsgronden opgenomen in artikel 8 van de SvR 2014 en de weigeringsgronden opgenomen in de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht (hoofdstuk 4, titel 4.2 van de Awb).

 

Valt de subsidieaanvraag onder de reikwijdte van andere wetgeving, gemeentelijke subsidie-regelgeving of ander gemeentelijk beleid, dan zal de aanvraag worden afgewezen op grond van sub b. Bijvoorbeeld Onderwijs, Bewonersinitiatieven, Stedelijk welzijn, subsidieregeling Jeugdpreventie, CityLab010, Sport, Kunst & Cultuur, Zorgverzekeringswet, Wet Langdurige Zorg, Wet maatschappelijke ondersteuning, enz. Deze opsomming is niet limitatief.