Organisatie | Teylingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelenverordening 2004 |
Citeertitel | Afstemmingsverordening 2004 ISD Bollenstreek |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 28-06-2012 | Artt. 11a, 11b en 11c | 09-02-2012 De Teylinger, 15-02-2012 | 4225 | |
01-01-2006 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 02-01-2006 Nieuwsblad Teylingen, 09-05-2006 | 2006/ 02026 |
De raad der gemeente Teylingen
Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Hillegom, Lisse, Noordwijkerhout, Sassenheim en Warmond (ISD) d.d.
Gelet op de Gemeenschappelijke Regeling van de ISD, de Wet Werk en Bijstand (WBB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers(Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers (Ioaz)
Overwegende dat op grond van artikel 8, eerste lid, onder b WWB, de gemeenteraad bij verordening regels stelt met betrekking tot het verlagen van de bijstand, bedoeld in artikel 18, tweede lid WWB.
Vast te stellen de hierna volgende Maatregelenverordening 2004
Paragraaf 1: Algemene bepalingen
de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);
de bijstandsnorm: de op grond van hoofdstuk 3 paragraaf 2 van de WWB (art. 20 tot en met 24) geldende norm voor belanghebbende inclusief eventuele verhoging of verlaging op grond van hoofdstuk 3 paragraaf 3 van de WWB (art. 25 tot en met 30);
Artikel 2. Verlagen van de bijstand
Het dagelijks bestuur verlaagt de bijstand overeenkomstig deze verordening en op grond van artikel 18 van de WWB in geval van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid van de uitkeringsgerechtigde of wanneer de uitkeringsgerechtigde de verplichtingen voortvloeiende uit de wet of de artikelen 28, tweede lid, of 29, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zich jegens het dagelijks bestuur zeer ernstig misdragen.
Onverminderd het voorgaande wordt de verlaging tevens toegepast op de aan jongeren verstrekte bijzondere bijstand voor levensonderhoud op grond van art. 12 van de wet, voor zover zij recht hebben op deze bijzondere bijstand. Alsmede op de langdurigheidstoesiag indien de verwijtbare gedraging van de belanghebbende in relatie met zijn recht op bijzondere bijstand of de langdurigheidstoeslag, daartoe aanleiding geeft.
Artikel 3 horen van de belanghebbende
het horen van de belanghebbende kan achterwege worden gelaten indien:
de belanghebbende niet heeft voldaan aan een verzoek van het dagelijks bestuur of van een derde aan wie het dagelijks bestuur met toepassing van artikel 7 van de wet werkzaamheden in het kader van de wet heeft uitbesteed, om binnen een gestelde termijn inlichtingen te verstrekken als bedoeld in artikel 17 van de wet; of
Artikel 4 afzien van de verlaging
Indien geen verwijt gemaakt kan worden ziet het dagelijks bestuur af van het verlagen van bijstand. Dit geldt ook als tussen de verwijtbare gedraging en het constateren hiervan meer dan 18 maanden is verstreken, tenzij het betreft het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen en hierdoor ten onrechte een uitkering is ontvangen, dan geldt een termijn van 60 maanden.
Paragraaf 2: De verwijtbare gedragingen
Artikel 9: tekortschieten in het naleven van de arbeidsverplichtingen.
De norm wordt gedurende een maand verlaagd met 20% indien:
belanghebbende niet of onvoldoende gebruik maakt van een door het dagelijks bestuur aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b en art. 10, eerste lid van de wet, waaronder tevens begrepen sociale activering.
Artikel 10: niet of niet tijdig nakomen van inlichtingenplicht
Indien naar het oordeel van het dagelijks bestuur belanghebbende niet tijdig de verplichting als bedoeld in art.17 van de wet is nagekomen door informatie die van belang is voor de verlening van de bijstand of de voortzetting daarvan niet binnen de door het dagelijks bestuur daartoe gestelde termijn te verstrekken, verlaagt het dagelijks bestuur met toepassing van artikel 54 van de wet de norm met 5% gedurende een maand.
Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting als bedoeld in art. 17 van de wet heeft geleid tot het ten onrechte verstrekken of teveel verstrekken van bijstand, wordt de verlaging van de norm afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag:
Artikel 11: overige verwijtbare gedragingen
Indien belanghebbende later, dan op grond van de wet of beleid is toegestaan, terugkeert van vakantie of verblijf in het buitenland wordt de bijstand verlaagd met 20% van de bijstandsnorm gedurende een termijn van een maand als sprake is van arbeidsverplichtingen of andere verplichtingen genoemd in het trajectplan, dan wel sprake is van anderszins door het dagelijks bestuur toegestane scholing.
Indien belanghebbende naar het oordeel van het dagelijks bestuur de alimentatieverplichting als bedoeld in art. 56 van de wet niet nakomt, verlaagt het dagelijks bestuur de norm met maximaal 30% gedurende 3 maanden.
Indien belanghebbende naar het oordeel van het dagelijks bestuur verwijtbaar geen of niet tijdig een aanvraag ingevolge een voorliggende voorziening heeft ingediend of voortgezet, en voor deze kosten een beroep gedaan wordt op bijzondere bijstand, verlaagt het dagelijks bestuur de bijzondere bijstand met maximaal 100% gedurende de maanden waarover recht op de voorliggende voorziening had bestaan.
Indien belanghebbende naar het oordeel van het dagelijks bestuur zich zeer ernstig misdraagt tegen medewerkers werkzaam bij de ISD, CWI en reïntegratiebedrijven, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de wet, verlaagt het dagelijks bestuur de norm met een door het dagelijks bestuur vast te stellen percentage gedurende een door het dagelijks bestuur vast te stellen periode, met een maximum van 30% gedurende 3 maanden.
Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012