Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Hertogenbosch

Beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening gemeente ‘s-Hertogenbosch 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Hertogenbosch
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels acceptatie sociale kredietverlening gemeente ‘s-Hertogenbosch 2023
CiteertitelBeleidsregels acceptatie sociale kredietverlening gemeente 's-Hertogenbosch 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-07-2023Nieuwe regeling

27-06-2023

gmb-2023-291233

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening gemeente ‘s-Hertogenbosch 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ‘s-Hertogenbosch;

In zijn vergadering van 27 juni 2023,

Gezien het voorstel met reg.nr. 15137113,

gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening gemeente ’s-Hertogenbosch 2023.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

  • a.

    BKR: Bureau krediet registratie;

  • b.

    borgstelling: een overeenkomst waarbij een derde partij, die de borg wordt genoemd, ten behoeve van een kredietnemer de verplichting op zich neemt om hetgeen een bepaalde kredietnemer verschuldigd mocht zijn, te voldoen indien deze bij de terugbetaling in gebreke mocht blijven.

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch;

  • d.

    gemeente: de gemeente ’s-Hertogenbosch;

  • e.

    herfinanciering: door het afsluiten van een of meer kredietovereenkomsten aflossen van de totale schuldenlast;

  • f.

    inkomen: alle vaste inkomsten van aanvrager en eventuele partner;

  • g.

    kredietbank: kredietbank van de gemeente ’s-Hertogenbosch;

  • h.

    kredietnemer: de niet in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf handelende natuurlijke persoon waarmee de gemeente een overeenkomst tot kredietverlening sluit;

  • i.

    maximale rente: wettelijke rente plus opslag van 8 procentpunt;

  • j.

    NVVK: vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren;

  • k.

    ReCoFa: landelijk overleg van rechters-commissaris in faillissementen en surseances van betalingen;

  • l.

    Saneringskrediet: door het afsluiten van een kredietovereenkomst afkopen van de totale schuldenlast tegen finale kwijting op basis van een percentage van de totale schuldenlast;

  • m.

    Sociale kredietverlening: kredietverlening waarbij de kredietnemer bewust wordt gemaakt van de risico's van het krediet, een individueel advies wordt gegeven en waarbij niet de omzet van de kredietbank prevaleert;

  • n.

    Sociale lening: een krediet dat verstrekt wordt in het kader van sociale kredietverlening, niet zijnde een saneringskrediet als bedoeld in de Gedragscode Schuldhulpverlening NVVK;

  • o.

    VTLB: vrij te laten bedrag

  • p.

    Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen (Faillissementswet; Titel III).

 

Artikel 2 Doelstelling en context

Deze beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening biedt de aanvrager/kredietnemer duidelijkheid over de voorwaarden waaronder een lening kan worden verstrekt. Met deze beleidsregels wordt nadere invulling gegeven aan de gedragscode sociale kredietverlening van de NVVK1. Het college voert met de beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening een sociaal beleid en stelt inwoners in staat te kunnen werken aan behoud of verbetering van hun positie ten aanzien van zaken als werk, inkomen, zorg en welzijn.

De sociale kredietverlening onderscheidt zich van de commerciële kredietverlening doordat de belangen van de inwoners voorop worden gesteld. Bij sociale kredietverlening wordt rekening gehouden met de totale maatschappelijke en financiële context van de inwoner.

De kredietbank adviseert de kredietnemer een aflopende (persoonlijke) lening om daarmee de kredietnemer zicht te geven op een situatie zonder (of met minder) schulden. Indien van toepassing informeert de kredietbank over en verwijst naar schuldhulpverlening, bijzondere bijstand en eventuele andere toepasselijke regelingen en voorzieningen.

 

Artikel 3 Onderbewindstelling

  • 1.

    Indien de aanvrager als gevolg van lichamelijke of verstandelijke beperking, verkwisting of het hebben van problematische schulden onder bewind is gesteld, dient de bewindvoerder namens de aanvrager de aanvraag in. Ook kan de aanvrager zelf een aanvraag indienen waarbij de kredietbank de bewindvoerder op de hoogte stelt van deze aanvraag.

  • 2.

    De aanvrager en de bewindvoerder ondertekenen de kredietovereenkomst.

  • 3.

    De kredietbank dient te beschikken over een kopie van de door de rechtbank afgegeven beschikking onderbewindstelling.

 

Hoofdstuk 2 Sociale lening

Artikel 4 Sociale lening

  • 1.

    Sociale leningen worden verstrekt aan hen die:

    • a.

      de woonplaats hebben in de gemeente ‘s-Hertogenbosch of aan inwoners van gemeenten die vallen binnen het werkgebied van de kredietbank; en

    • b.

      meerderjarig zijn en;

    • c.

      Nederlander of EU-onderdaan zijn of in het bezit zijn van een geldige verblijfstitel. Borgstelling kan worden geëist. De looptijd van een krediet kan de einddatum van de verblijfstitel niet overschrijden, tenzij er een borg is verstrekt; en

    • d.

      een inkomen (uit loondienst, uit onderneming (ZZP, freelance etc.) en/of uitkering) hebben tot 130% van het bruto minimumloon exclusief vakantietoeslag en/of een beschadigd kredietverleden hebben. Dit betekent dat de aanvrager twee afwijzingen van reguliere banken heeft ontvangen.

  • 2.

    Het rentepercentage van de sociale lening dient in beginsel tenminste 1,5 % lager te zijn dan de wettelijke rente voor niet-handelstransacties waarbij een minimumrentepercentage geldt van 2%.

 

Artikel 5 Gehuwd/partner

  • 1.

    Indien de aanvrager van een sociale lening gehuwd is of geregistreerd partner, dient de kredietovereenkomst in elk geval door de partner mede ondertekend te worden.

  • 2.

    Uitgezonderd is de partner die nog verblijft in het buitenland en waarvan het huwelijk is nog niet in Nederland geregistreerd.

 

Artikel 6 Aanvraag sociale lening

  • 1.

    De sociale lening wordt aangevraagd bij de kredietbank via een aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvrager is verplicht bij de aanvraag alle inlichtingen te verstrekken en gevraagde bescheiden te overleggen, die in het belang van een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk zijn.

  • 3.

    Als de aanvrager niet alle gevraagde bescheiden heeft overgelegd of niet alle gevraagde inlichtingen heeft verstrekt, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om de gevraagde inlichtingen en/of bescheiden alsnog binnen 14 dagen te verstrekken respectievelijk over te leggen.

  • 4.

    Als de hierboven genoemde termijn ongebruikt verstrijkt, wordt de aanvraag afgewezen.

  • 5.

    Als de kredietbank besluit om andere reden de aanvraag af te wijzen, doet zij hiervan schriftelijk mededeling aan de aanvrager onder opgaaf van reden.

  • 6.

    De beslissing op de aanvraag wordt gegeven uiterlijk binnen 5 werkdagen na indiening van de aanvraag, dan wel nadat alle gevraagde bescheiden en inlichtingen zijn ontvangen.

 

Artikel 7 Beoordeling van de aanvraag sociale lening

  • 1.

    Bij de beoordeling van de aanvraag controleert de kredietbank of de aanvrager gebruik maakt van de beschikbare inkomensvoorzieningen, zoals benoemd in de Gedragscode sociale kredietverstrekking van de NVVK. Als de aanvrager zijn woonplaats in ‘s-Hertogenbosch heeft, en gelet op het uitgavenpatroon en het inkomen, mogelijk in aanmerking komt voor bijzondere bijstand, wordt de aanvrager hierover actief geïnformeerd.

  • 2.

    Bij de beoordeling van de aanvraag wordt er in ieder geval getoetst op:

    • a.

      het inkomen en de uitgaven van aanvrager en eventuele partner;

    • b.

      de kredietwaardigheid zoals onder andere gebleken uit informatie van het BKR en/of diens rechtsopvolger en bankafschriften;

    • c.

      het betalingsverloop bij eerder verstrekte leningen;

    • d.

      de maatschappelijke en financiële situatie van de aanvrager. Dit ter voorkoming van overkreditering bij de aanvrager.

  • 3.

    Bij het bepalen van de afloscapaciteit van de aanvrager wordt altijd het VTLB berekend waarbij wordt uitgegaan van het inkomen en de vaste lasten waaronder de woonlasten, lopende verplichtingen etc. en de financiële gegevens op de bankafschriften. Bij een inkomen op bijstandsniveau geldt de richtlijn van de NVVK.

  • 4.

    Voordat een krediet wordt verstrekt, vraagt de kredietbank bij het BKR en/of diens rechtsopvolger, de daar geregistreerde gegevens van de aanvrager op. De kredietbank houdt aantekening van deze verkregen gegevens in haar administratie.

 

Artikel 8 Afwijzing aanvraag sociale lening

  • 1.

    De aanvraag wordt afgewezen als:

    • a.

      de aanvrager de Wsnp of een minnelijk schuldregelingstraject doorloopt;

    • b.

      er sprake is van onvolledige dan wel onjuiste informatieverstrekking;

    • c.

      de aanvrager een aanvraag voor een minnelijke schulddienstverlening, een verzoek tot toepassing van de Wsnp of een verzoek tot faillietverklaring heeft ingediend, dan wel ten aanzien van de aanvrager een verzoek tot faillietverklaring door een derde is ingediend;

  • 2.

    De aanvraag kan worden afgewezen als:

    • a.

      er sprake is van onregelmatige aflossingen of niet volledig aflossen bij eerder verstrekte kredieten in de afgelopen 3 jaar;

    • b.

      eerdere schuldregelingen niet geslaagd zijn;

    • c.

      de aanvrager in een lopende echtscheidingsprocedure verwikkeld is;

    • d.

      de aanvrager niet kredietwaardig is zoals onder andere gebleken uit informatie van het BKR en/of diens rechtsopvolger en bankafschriften.

 

Artikel 9 Borgstelling bij sociale lening

  • 1.

    Bij inwoners van gemeenten die vallen binnen het werkgebied van de kredietbank is altijd een borgstelling nodig voor een sociale lening. Pas als de betreffende gemeente akkoord is met de borgstelling, wordt de sociale lening verstrekt.

  • 2.

    Voor verlening van een sociale lening aan inwoners van de gemeente ‘s-Hertogenbosch is geen borgstelling nodig.

 

Artikel 10 Overige bepalingen

  • 1.

    De looptijd van de sociale lening bedraagt in principe 36 maanden.

  • 2.

    Een sociale lening kan worden verstrekt in de vorm van een oversluiten van een bestaand krediet of een herfinanciering. Indien hiermee in een keer en voor 100% de totale schuldenlast kan worden voldaan.

  • 3.

    Indien de helft van de lening is afgelost kan er een oversluiting plaatsvinden.

  • 4.

    In afwijking van artikel 11 lid 1 gelden verkorte looptijden voor:

    • a.

      kredietnemers van 75 tot 80 jaar: een maximale looptijd van 18 maanden.

    • b.

      kredietnemers van 80 en ouder: een maximale looptijd van 12 maanden.

  • 5.

    In afwijking van lid 1 kan een langere looptijd worden gegeven, tot maximaal 60 maanden. De reden van de uitzondering wordt in de kredietovereenkomst opgenomen.

  • 6.

    De te verstrekken kredietsom kan maximaal € 30.000,00 netto bedragen.

 

Artikel 11 Ter beschikking stellen kredietbedrag

  • 1.

    Na ondertekening van de kredietovereenkomst voor een sociale lening en de bijbehorende specificatie wordt de kredietsom die bij deze overeenkomst is bepaald, door de kredietbank in zijn geheel aan de kredietnemer ter beschikking gesteld.

  • 2.

    Als het een krediet betreft ter betaling van schulden, wordt het krediet aan de betreffende schuldeiser(s) betaalbaar gesteld. Dit wordt in de overeenkomst opgenomen.

  • 3.

    De kredietnemer tekent indien nodig een incassovolmacht.

 

Hoofdstuk 3 Saneringskrediet

Artikel 12 Saneringskrediet

  • 1.

    Saneringskredieten worden verstrekt aan hen die:

    • a.

      de woonplaats hebben in de gemeente ‘s-Hertogenbosch of aan inwoners van gemeenten die vallen binnen het werkgebied van de kredietbank;

    • b.

      meerderjarig zijn en;

    • c.

      Nederlander of EU-onderdaan zijn of in het bezit zijn van een geldige verblijfstitel. Borgstelling kan worden geëist. De looptijd van een krediet kan de einddatum van de verblijfstitel niet overschrijden, tenzij er een borg is verstrekt.

  • 2.

    Het rentepercentage van het saneringskrediet is gelijk aan de maximale rente.

 

Artikel 13 Gehuwd/partner

  • 1.

    Indien de aanvrager van een saneringskrediet gehuwd is of geregistreerd partner ondertekent de partner alleen mede de kredietovereenkomst als deze mede aansprakelijk is voor de schulden.

  • 2.

    Uitgezonderd is de partner die nog verblijft in het buitenland en waarvan het huwelijk is nog niet in Nederland geregistreerd.

 

Artikel 14 Beoordeling saneringskrediet

  • 1.

    Op basis van een individuele beoordeling wordt een afweging gemaakt of de inwoner in aanmerking komt voor een saneringskrediet als onderdeel van een aanvraag schuldregeling.

  • 2.

    Bij de afweging wordt in ieder geval beoordeeld of er voldoende vertrouwen is in het aflossingsgedrag en de motivatie van de inwoner.

 

Artikel 15 Borgstelling bij saneringskrediet

  • 1.

    Bij inwoners van gemeenten die vallen binnen het werkgebied van de kredietbank is altijd een borgstelling nodig voor een saneringskrediet. Pas als de betreffende gemeente akkoord is met de borgstelling, wordt het saneringskrediet verstrekt.

  • 2.

    Voor verlening van een saneringskrediet aan inwoners van de gemeente ’s-Hertogenbosch is geen borgstelling nodig.

 

Artikel 16 Overige bepalingen

  • 1.

    De looptijd van een saneringskrediet is conform de richtlijnen van de NVVK.

  • 2.

    Rekensom: op basis van de afloscapaciteit volgens de berekening van ReCoFa (VTLB) van de inwoner en eventuele partner wordt berekend wat het netto maximale afkooppercentage van de vastgestelde vordering is. Hierbij wordt uitgegaan van het verstrekken van één krediet.

  • 3.

    De kredietsom van het saneringskrediet kan maximaal € 30.000,00 netto bedragen.

  • 4.

    Bij vervroegd aflossen wordt geen boeterente berekend.

 

Artikel 17 Volmacht

Aflossingen aan het saneringskrediet dienen te gebeuren via bewindvoering/budgetbeheer of worden door de kredietnemer zelf overgemaakt. In uitzonderingsgevallen kan hiervan worden afgeweken.

 

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 18 Afwijkingsbevoegdheid

De kredietbank handelt overeenkomstig deze beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

 

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening gemeente ‘s-Hertogenbosch 2023”.

 

 

De secretaris,

Drs. B. van der Ploeg

De burgemeester,

Drs. J.M.L.N. Mikkers


1

gedragscode+sociaal+kredietverlening+2020.pdf (nvvk.nl)