Organisatie | Leusden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Urgentieverordening huisvesting Leusden 2023 |
Citeertitel | Urgentieverordening huisvesting Leusden 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2023 | nieuwe regeling | 29-06-2023 | 100420 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
woningcorporatie: de toegelaten instelling, als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet, die feitelijk werkzaam is in de gemeente Leusden;
mantelzorg: hulp, als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
Bijzondere maatschappelijke doelgroep: “de woningzoekenden die ingezetene is van een gemeente in de regio Amersfoort en na een tijdelijk verblijf in jeugdzorg, maatschappelijke opvang, begeleid of beschermd wonen als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 uitstromen, als ook de woningzoekenden die een verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg verlaten waar zij geneeskundige geestelijke zorg ontvingen of de woningzoekenden die het verblijf in verband met geneeskundige zorg die psychiaters of klinisch-psychologen die plegen te bieden als bedoeld in artikel 10, onderdeel g, van de Zorgverzekeringswet verlaten, en uitstromen naar de gemeente van regie/ herkomst binnen de regio Amersfoort, of naar een andere gemeente in de regio Amersfoort wanneer er zwaarwegende redenen om niet naar de gemeente van regie/ herkomst terug te keren.”
Artikel 2. Aanwijzing categorie woningen waarvoor urgentie geldt.
Woningzoekenden kunnen als urgent worden aangewezen voor woonruimten die in eigendom zijn van een woningcorporatie met een huurprijs beneden de liberalisatiegrens, als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag.
Het eerste lid is niet van toepassing op:
woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder a tot en met c, van de Leegstandwet;
De urgentieverklaring die voor de in lid 2, onder b, 2 bedoelde doelgroep is verleend in een andere gemeente binnen de regio Amersfoort maar waarbij Leusden de herkomst gemeente is dan wel de verleende urgentie betrekking heeft op de doelgroep bedoeld in artikel 6, lid 4 onder f en is afgegeven door de ‘regionale verdeelcommissie voor de regio Amersfoort’ heeft gelijke gelding als een door burgemeester en wethouders verleende urgentie.
Artikel 6. Behandeling van het verzoek om urgentie
Het verzoek om urgentie op grond van artikel 5, lid 2, aanhef en onder c en d moet zo spoedig als redelijkerwijs van aanvrager verwacht mag worden na het ontstaan van de omstandigheid, of uiterlijk binnen 6 weken na de datum van de rechterlijke uitspraak, echtscheidingsbeschikking of verbreking van de samenleving worden ingediend.
Artikel 8. Aanvullende bepalingen urgentiecategorie artikel 5, lid 2, onder a, 2 (mantelzorg)
Artikel 9. Aanvullende bepalingen urgentiecategorie artikel 5, lid 2, onder c, 2 (ernstige sociale problematiek, relatiebreuk met minderjarige kinderen)
Om voor urgentie in verband met relatiebreuk in aanmerking te komen, moet bij beëindiging van een huwelijk aan de volgende criteria worden voldaan
Uit het huwelijk één of meer kinderen voortkomen, die ten tijde van de inschrijving minderjarig zijn en de ouder die de urgentieverklaring aanvraagt oefent (mede) ouderlijk gezag uit over het minderjarige kind/ de minderjarige kinderen. Ook minderjarige kinderen die uit een eerder huwelijk of eerdere samenleving voortkomen, worden meegerekend;
Om voor urgentie in verband met relatiebreuk in aanmerking te komen, moet bij beëindiging van samenleving aan de volgende criteria worden voldaan:
In de situatie als bedoeld onder a moet voldoende zijn aangetoond dat de samenleving minstens twee jaar heeft geduurd, de samenleving is beëindigd én dat het minderjarige kind/ de minderjarige kinderen hoofdverblijf heeft/hebben bij de ouder die de urgentie aanvraagt. Dit kan bij afwezigheid van een ouderschapsplan worden aangetoond met een notariële akte of een ander door een onafhankelijke partij opgesteld en door beide partijen ondertekend document;
In de situatie als onder b moet voldoende zijn aangetoond dat er sprake is van beëindiging van de samenleving. Dit kan met een notariële akte, ondersteund door ander bewijs waaruit de beëindiging blijkt. Zoals een uittreksel uit de Basisregistratie Personen, bankafschriften, gegevens van de belastingdienst en andere officiële instanties en bewijs van beëindiging van gezamenlijke rekeningen en andere overeenkomsten.
Artikel 11. Aanvullende bepalingen urgentiecategorie artikel 5, lid 2, onder f (meervoudige problematiek)
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 juni 2023
I. Schutte - van der Schans
griffier
G.J. Bouwmeester
voorzitter
Toelichting Urgentieverordening huisvesting Leusden 2023.
De Huisvestingswet 2014 (hierna: wet) geeft gemeenten de mogelijkheid in te grijpen in de verdeling van woonruimte en de samenstelling van de woonruimtevoorraad. Gebruikmaken van dit instrumentarium – door bijvoorbeeld een Urgentieverordening vast te stellen – is niet vanzelfsprekend en moet periodiek, één keer per vier jaar, onderbouwd worden. Het instrumentarium bestaat uit het vaststellen van een Huisvestingsverordening, die regels bevat met betrekking tot het in gebruik geven en nemen van goedkope woonruimte. Een Urgentieverordening is een verbijzondering daarbinnen en richt zich op regels en criteria om goedkope huisvesting bij voorrang aan woningzoekenden en specifieke groepen die de Huisvestingswet voorschrijft toe te wijzen.
Het uitgangspunt van de wet is de vrijheid van vestiging. Iedereen die rechtmatig in Nederland verblijft, heeft het recht om zich vrijelijk te verplaatsen en te vestigen. Dit grondrecht kan alleen worden beperkt indien noodzakelijk voor het algemeen belang in een democratische samenleving. Dat belang kan volgens de wet gelegen zijn in het tegengaan van de onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan goedkope woonruimte. Als hier aantoonbaar sprake van is – en als het instrumentarium van de wet geschikt en proportioneel is om die effecten te bestrijden – kunnen gemeenten verdelingsregels stellen. De schaarste kan betrekking hebben op schaarste aan goedkope woonruimte in het algemeen, schaarste aan woonruimte met specifieke voorzieningen of schaarste aan woonruimte voor de huidige inwoners van een gemeente.
De woningmarktsituatie in de regio Amersfoort en ook in Leusden is krap. Vanwege de relatief lange wachttijden voor sociale huurwoningen is er dan ook sprake van schaarste aan deze woningen. Ondanks de schaarste wordt voor de woonruimteverdeling in zijn algemeenheid afgezien van het stellen van publiekrechtelijke regels voor inschrijving en toewijzing. De in het najaar van 2014 gestarte Woningnet Eemvallei lijkt een voldoende basis te bieden voor een evenwichtige woonruimteverdeling.
Wel is het zo dat er categorieën woningzoekenden zijn die zodanig urgent een (andere) woning nodig hebben dat zij bij voorrang moeten worden geholpen. Op grond van de Huisvestingswet is een Urgentieverordening hiervoor het instrument. In deze verordening (Urgentieverordening huisvesting Leusden 2023) is geregeld dat het college aan in Leusden ingeschreven woningzoekenden een urgentie kan toekennen. De verordening regelt de procedure voor het indienen, behandelen en beslissen op een aanvraag.
Voor bepaalde categorieën woningzoekenden (bijv. vreemdelingen met een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 van de wet) kan in de Woonvisie en vervolgens in prestatieafspraken tussen burgemeester en wethouders, de woningcorporatie en huurdersorganisaties de noodzaak tot urgente huisvesting worden geregeld. In de praktijk geschiedt dit dan door “directe bemiddeling” door de woningstichting Leusden.
Daarnaast hebben de regiogemeenten afgesproken dat cliënten die uitstromen uit de maatschappelijke opvang (MO) in Amersfoort in principe weer terug gaan naar de gemeente van herkomst. Het gaat dan onder meer om voorzieningen voor de opvang van dak- en thuislozen. Ook cliënten van voorzieningen voor beschermd wonen (BW) en jeugdzorg in de regio Amersfoort stromen in principe uit naar de gemeente van herkomst. Ook in die situaties is sprake van een urgente woningvraag.
Algemene uitgangspunten en randvoorwaarden
De eigen verantwoordelijkheid van de woningzoekende staat voorop. Deze bepaalt zelf of hij/zij al dan niet wil verhuizen en naar welke woonruimte door te reageren op voor verhuur beschikbare woningen op Woningnet Eemvallei.
Om aan de grote vraag te kunnen voldoen moeten zoveel mogelijk woningen in het nieuwe woningsysteem beschikbaar komen voor alle woningzoekenden. Dit systeem werkt goed en rechtvaardig als er zo weinig mogelijk uitzonderingen worden gemaakt. In de Huisvestingswet is bepaald dat als een gemeente in een verordening urgentie regelt dit in ieder geval geldt voor de categorieën mantelzorgers (krijgende of verlenende) en personen die vanwege huiselijk geweld de gezamenlijke woning hebben moeten verlaten.
Voor het toekennen van urgentie is een aantal criteria vastgelegd in deze verordening. Het hoofduitgangspunt is dat urgentie alleen wordt toegekend indien sprake is van een noodsituatie op het gebied van het wonen, die het noodzakelijk maakt dat direct dan wel op korte termijn, maar uiterlijk binnen 12 maanden een (andere) woonruimte beschikbaar komt. Voor een aantal categorieën is er voor gekozen in de verordening gedetailleerder criteria op te nemen, zodat er meer duidelijkheid ontstaat richting aanvragers van urgentie. Waar verder nodig kan op basis van de criteria in de verordening de Urgentiecommissie of het Multidisciplinair Overleg Wonen wanneer deze in werking treedt tot een nadere invulling te komen.
De volgende algemene uitgangspunten en randvoorwaarden zijn als criteria in de verordening opgenomen:
Ter verduidelijking worden hieronder een niet limitatief aantal voorbeelden gegeven van omstandigheden, waarbij de aanvrager in het algemeen NIET in aanmerking komt voor een urgentie.
Bij het toetsen van een aanvraag om urgentie wordt door of namens het college van b. en w. niet gekeken naar het inkomen en het vermogen van de aanvrager. Eerst bij het toewijzen van woningen gebeurt dit door de verhuurder in het kader van het passend toewijzen van woningen.
Uitgangspunten voor de uitstroom uit maatschappelijke instellingen voor bijzondere aandachtsgroepen
Iedere gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting van zijn eigen inwoners, ook als deze vanwege zorg of opvang tijdelijk elders in de regio hebben gewoond. Dit in overeenstemming met de uitgangspunten uit de regiovisies MO, BW en Jeugdzorg. Hierin is afgesproken dat elke gemeente verantwoordelijk is en blijft voor de eigen inwoners.
Ondanks dat de beschikbaarheid van sociale huurwoningen een knelpunt is, is de uitstroommogelijkheid van deze groep woningzoekenden belangrijk. Via de woonruimteverdeling verdelen we de schaarste zo eerlijk als mogelijk. Met het bouwen van nieuwe woningen wordt gewerkt aan meer structurele oplossing voor de schaarste.
Er is voor gekozen om urgentie alleen mogelijk te maken voor woningzoekenden uit Leusden die daarnaast tenminste twee jaar in Leusden wonen.
Bij de definitie van mantelzorg in de verordening is aangesloten bij de definitie in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, “hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet , die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.” De wet bepaalt dat dit geldt voor zowel de mantelzorgverlenende als de –verkrijgende. Omdat gebleken is, dat het begrip mantelzorg zoals omschreven in de wet in de praktijk onvoldoende handvatten biedt, zijn in de verordening criteria en een werkwijze opgenomen om dit begrip in relatie tot een urgente huisvestingsvraag te specificeren.
Voor de definitie van de gemeente van herkomst van de doelgroep als bedoeld in artikel 1, onder i gelden de volgende algemene regels:
Het gaat om de laatste woonplaats voorafgaand aan de aanvraag van een Wmo-traject met verblijf (woonadres volgens het BRP), tenzij dat verblijf in een instelling of bij pleegouders betrof (Jeugdwet, zorg of anders). In dat geval geldt de laatste woonplaats voorafgaand aan het traject waar de persoon niet in een instelling verbleef, tenzij gemeenten voor die casus onderling anders overeenkomen.
Artikel 2. Voorrang bij woonruimte van een bepaalde prijs.
De gemeenteraad bepaalt in de Urgentieverordening huisvesting voor welke woningen de urgentie geldt. Omdat de schaarste zich m.n. voordoet in de woningvoorraad tot de huurtoeslaggrens is de werking van de verordening beperkt tot dit deel van de woningmarkt.
Artikel 3. Aanwijzing vergunningplichtige woonruimte.
Deze bepaling is een uitwerking van artikel 7 van de Huisvestingswet, waarin is bepaald dat de gemeenteraad in de huisvestingsverordening (i.c. Urgentieverordening huisvesting Leusden 2023) categorieën goedkope woonruimte kan aanwijzen, die niet voor bewoning in gebruik mogen worden genomen of gegeven als daarvoor geen huisvestingsvergunning is verleend.
De wet bepaalt dat een vergunningplicht geldt, ook wanneer alleen de urgentie wordt geregeld. Om ongewenste regeldruk te voorkomen geldt deze vergunningplicht alleen voor woningen met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens in bezit van corporaties en alleen in die gevallen dat met toepassing van urgentie een woning wordt toegewezen.
Artikel 4. Aanvraag en inhoud huisvestingsvergunning.
Deze bepaling is een uitwerking van artikel 5 van de Huisvestingswetwet. Daarin is bepaald dat de gemeenteraad in de huisvestingsverordening (i.c. Urgentieverordening huisvesting Leusden 2023) regels stelt over de wijze van aanvragen van vergunningen en de gegevens die door de aanvrager moeten worden verstrekt bij de aanvraag van een vergunning. De onder a genoemde gegevens met betrekking tot leeftijd, nationaliteit en, indien van toepassing, verblijfstitel zijn noodzakelijk in verband met de wettelijke eisen van artikel 10, tweede lid, van de wet. In de praktijk worden verschillende formulieren gebruikt voor de aanvragers die uitstromen uit maatschappelijke instellingen en de regulier woningzoekenden die urgentie aanvragen.
Artikel 5. Voorrang bij woonruimteverdeling en aanvullende bepalingen in de artikelen 7 tot en met 11
In artikel 5 zijn de verschillende categorieën urgent woningzoekenden beschreven naar de aard van hun urgentie.
In de Huisvestingswet 2014 is vast gesteld dat wanneer er een Huisvestingsverordening (i.c. Urgentieverordening huisvesting Leusden 2023) wordt vastgesteld daarin ook urgentie worden toegekend aan personen die in blijf-van-mijn-lijfhuizen verblijven en woningzoekenden die mantelzorg verlenen of ontvangen. In lid 2 zijn de lokale gronden voor urgentie verwoord.
Woningzoekenden die verblijven in een voorziening voor tijdelijk opvang voor personen die hun woning hebben moeten verlaten in verband met relationele problemen of geweld
Het gaat hierbij om woningzoekenden die verblijven in een voorziening voor tijdelijke opvang van personen (bijvoorbeeld blijf-van-mijn-lijf-huizen of daarmee gelijk te stellen), die slachtoffer zijn van problemen van relationele aard of vanwege geweld hun woonruimte hebben verlaten. Naar het oordeel van de gemeente is er sprake van een dringend huisvestingsprobleem als uit de rapportage van de (erkende) hulpverleningsinstelling blijkt dat:
Als algemeen uitgangspunt hanteren we onderstaande beschrijving van mantelzorg:
Langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
In de verordening zijn criteria opgenomen om het algemene uitgangspunt hanteerbaar te maken voor de beoordeling. Belangrijk daarbij is dat de verhuizing leidt tot een betere belastbaarheid van de mantelzorger ivm vermindering van reistijd, er sprake is van een naar verwachting langduriger mantelzorgsituatie en een zodanige omvang van de zorg dat deze het verlenen van urgentie voldoende rechtvaardigt. Daarbij heeft de mantelzorgontvanger alle voorliggende voorzieningen geaccepteerd.
Vreemdelingen met een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 van de wet
Aan vergunninghouders wordt urgentie verleend overeenkomstig de voor de gemeente geldende taakstelling, zoals bedoeld in artikel 28 van de wet. Deze worden rechtstreeks door de corporatie bemiddeld.
Regionale uitstroom uit maatschappelijke instellingen
In artikel 5, lid 2 onder b . is bepaald dat de woningzoekenden die uitstromen uit een maatschappelijke voorziening niet hoeven te voldoen aan het ingezetenschap en daarmee ook niet tenminste twee jaar in het bevolkingsregister van Leusden opgenomen hoeven te zijn. Als hieraan zou worden vastgehouden kunnen woningzoekenden die langere tijd in een maatschappelijke voorziening in een andere regiogemeente hebben verbleven niet uitstromen naar de regiegemeente.
In de regio Amersfoort is afgesproken dat de bijzondere maatschappelijke doelgroep kan uitstromen naar een andere gemeente in de regio Amersfoort in plaats van de gemeente van regie/herkomst wanneer sprake is van de volgende zwaarwegende redenen:
Criteria voor ernstige sociale problematiek.
Regelmatig komen problematische situaties voor die in duidelijk verband staan met de woonsituatie. Deze situaties kunnen ernstig zijn, maar toch hoeft niet altijd direct sprake te zijn van een woonnoodsituatie.
Een afwijzing van een op sociale criteria gebaseerde urgentieaanvraag wil dus niet zeggen dat het probleem niet wordt gezien. Gelet op de schaarste wordt echter terughoudend omgegaan met het toekennen van urgenties. Alleen als het gaat om een woonnoodsituatie en een acute oplossing vereist is, zal dat het geval kunnen zijn. Hiermee wordt beoogd ook de belangen van andere, niet- urgente woningzoekenden recht te doen.
Een grond voor urgentie is wanneer bij een gerechtelijk vonnis is bepaald dat de aanvrager de woning moet verlaten. Hiermee wordt een gerechtelijk vonnis bedoeld naar aanleiding van bijvoorbeeld onteigening, een verklaring van onbewoonbaarheid of andere vormen van onvrijwillige dakloosheid.
Bij beëindiging van een samenlevingsvorm wordt vaak een beroep op urgentie gedaan. Urgentie wordt in dit geval echter alleen toegekend wanneer de aanvrager de zorg heeft voor één of meer minderjarige kinderen. Bij samenwonen dient aantoonbaar sprake te zijn van een gemeenschappelijke huishouding van tenminste 2 jaar. Dit zal moeten blijken uit de inschrijving in het bevolkingsregister. De termijn van 2 jaar sluit aan bij de bepalingen uit het Huurrecht.
Uitgangspunt hierbij is dat het (de) minderjarige kind(eren) bescherming behoeft(ven). Zij mogen niet de dupe worden van de beëindiging van de relatie en daardoor op straat komen te staan. Om die reden komt de aanvrager die de zorg voor een of meer minderjarige kinderen heeft in principe in aanmerking voor urgentie. De aanvrager dient aan te tonen de zorg te hebben voor (een) minderjarige kind(eren), bijvoorbeeld via het echtscheidingsconvenant.
Overigens ligt de verantwoordelijkheid voor minderjarige kinderen primair bij de ouders. Wanneer niet beide ouders de woning verlaten, maar één van de ouders na de beëindiging van de relatie blijft wonen in de echtelijke woning wordt geen urgentie verstrekt. Er wordt in dat geval vanuit gegaan dat het (de) minderjarige kind(eren) in die echtelijke woning zal kunnen verblijven tot het moment dat de vertrekkende ouder woonruimte heeft gevonden. Dat kan dus betekenen, dat het (de) minderjarige kind(eren) tijdelijk woonachtig is bij de ouder, die uiteindelijk niet de zorg voor het (de) minderjarige kind(eren) op zich zal nemen. Op die manier wordt de eigen verantwoordelijkheid voor het oplossen van de problematische woonsituatie gestimuleerd, zonder dat dit ten koste gaat van de positie van het (de) minderjarige kind(eren).
Omdat niet alle situaties kunnen worden voorzien biedt het artikellid de ruimte om ook in andere, niet genoemde situaties urgentie toe te kennen. In elk individueel geval moeten worden afgewogen of de situatie voor de aanvrager zodanig ernstig is dat urgentie moet worden toegekend.
Criteria voor ernstige financiële problematiek.
Het kan voorkomen dat een aanvrager in een zodanig moeilijke financiële situatie is geraakt dat de woonlasten niet meer kunnen worden opgebracht. Dit mag niet het gevolg zijn van echtscheiding en mag ook niet te wijten zijn aan de aanvrager. Omdat de eigen verantwoordelijkheid van de woningzoekende voorop staat moet bij de aanvraag om urgentie in ieder geval worden aangetoond welke inspanning de aanvrager zelf heeft gedaan om andere woonruimte te vinden.
Criteria voor medisch urgenten.
Er is sprake van een medische urgentie in geval van ernstige onhoudbare fysieke-, psychiatrische of psychische problematiek en de vastgestelde problematiek heeft een duidelijke relatie met de woonsituatie in de huidige woning en de vastgestelde problematiek heeft een chronisch karakter en er is sprake van ernstige hinder of belemmering en voor het functioneren in de woning.
In de verordening is geregeld dat vanwege medische gronden urgentie kan worden toegekend. Dat kunnen zowel wel als geen WMO-relateerde gevallen zijn. In die gevallen kan een medisch advies worden ingewonnen bij een medische adviesinstantie. Aan de hand van het uitgebrachte advies wordt beoordeeld of urgentie wordt toegekend.
Criteria voor urgentie bij meervoudige problematiek
Primair gaat het bij deze categorie om een samenstel van problemen, die op zichzelf niet tot een toekenning van urgentie kunnen leiden (omdat niet aan de criteria wordt voldaan), maar waar het samenspel van de problemen naar het oordeel van het college tot een situatie heeft geleid of op korte termijn zal leiden die als woonnood kan worden benoemd zoals bedoeld in deze verordening.
Artikel 5, lid 3 heeft uitsluitend betrekking op de woningzoekenden die uitstromen uit regionale of lokale instellingen. Het is de bedoeling te voorkomen dat woningzoekenden 2 keer een urgentie moeten aanvragen als deze al door een andere gemeente is toegekend. Het streven is er op gericht om zoveel mogelijk direct de urgentie aan te vragen bij de herkomstgemeente. Ook heeft de door de “regionale verdeelcommissie voor de regio Amersfoort” afgegeven urgentie gelijke gelding als een door burgemeester en wethouders verleende urgentie.
Artikel 6 Behandeling van het verzoek om urgentie
In de wet is ook bepaald dat de gemeenteraad in de huisvestingsverordening (i.c. Urgentieverordening huisvesting Leusden 2023) regels stelt over de wijze waarop woningzoekenden kunnen verzoeken om indeling in een urgentiecategorie. De motivering, bedoeld in het derde lid, onder c, kan bijvoorbeeld omvatten: de aard van de persoonlijke problematiek, de relatie van deze problematiek met de huidige woonsituatie en de argumentatie op grond waarvan verhuizing op korte termijn absoluut noodzakelijk is.
Ook wordt de aanvrager gevraagd te onderbouwen dat deze maximaal heeft geprobeerd zelf de woonnoodsituatie op te lossen. Statushouders zijn hiervan uitgesloten.
In lid 4 staat beschreven welke procedurele regels er gelden voor de aanvraag om urgentie voor de woningzoekenden die uitstromen uit de maatschappelijke opvang en op welke wijze een toegekende urgentie leidt tot woningtoewijzing.
Als eenmaal een besluit is genomen op een urgentieaanvraag, dan kan bij ongewijzigde omstandigheden niet opnieuw een urgentieaanvraag worden gedaan. Ook als deze is afgewezen. Hiermee wordt voorkomen dat opnieuw inzet moet worden gepleegd terwijl de uitkomst bekend is.
Artikelen 7 tot en met 11: (nadere bepalingen) beoordelingscriteria
Zie voor toelichting artikel 5.
Artikel 12. Nadere bepalingen urgentie.
Een toegekende urgentie is niet onvoorwaardelijk. Deze voorwaardelijkheid werkt naar twee kanten: aan de toegekende urgentie wordt een zoekprofiel gekoppeld. Het zoekprofiel wordt in beginsel gebaseerd op de volgende passendheidsnormen.
In zeer uitzonderlijke situaties kan overwogen worden op basis van maatwerk af te wijken van deze normen.
Daarnaast is de urgentie begrensd in tijd. Omdat het op basis van ervaringscijfers mogelijk is met behulp van de urgentie binnen een tijdsperiode van 1 jaar zeker een woning te vinden vervalt de urgentie na deze termijn.
In lid 3 is opgenomen dat aan een urgentie nadere voorwaarden kunnen worden verbonden. Regel is dat een woningzoekende met een urgentie binnen het aanbod van Woningnet Eemvallei zelf zoekt naar een bij het zoekprofiel passende woning.
De urgent woningzoekende wordt ook aangeboden in plaats daarvan door Omthuis een bij het woonprofiel passend aanbod te laten doen. Op basis van de ervaring dat binnen een half jaar een passende woning beschikbaar komt worden binnen deze periode maximaal twee passende aanbiedingen gedaan. Eén maal mag het aanbod worden geweigerd. Bij weigering van een tweede passende woning kan de urgentie worden ingetrokken (zie artikel 8).
In geval van bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld omdat er sprake is van een heel bijzonder zoekprofiel en woningen die daaraan voldoen minder dan 2 keer beschikbaar zijn gekomen, kan het college een termijn verlengen.
Artikel 13. Intrekken of wijzigen van een toegekende urgentie.
Als een woningzoekende langer dan twaalf maanden geen gebruik heeft gemaakt van de urgentie of twee passende aanbiedingen als bedoeld in artikel 12, lid 3 van de verordening heeft geweigerd, dan kan worden gesteld dat bij nader inzien geen sprake is van woonnood en kan de beschikking worden ingetrokken.
Artikel 14. Rangorde woningzoekenden.
In de verordening is ervoor gekozen rangordebepalingen op te nemen. Een overweging die hierbij een rol speelt is de eenduidigheid en transparantie in volgordecriteria. De regels voor de rangordebepaling zijn eenvoudig
Als blijkt dat er meerdere urgent woningzoekenden reageren op een woning met eenzelfde datum van afgifte urgentie, wordt een verdere verfijning van de spelregels aan de betreffende verhuurder overgelaten.
Burgemeester en wethouders beslissen over de toekenning van urgentie. Het college kan deze bevoegdheid mandateren naar het orgaan dat de aanvragen voor urgentie beoordeelt.
Artikel 16. Multidisciplinair overleg (MDO) wonen.
In Leusden zijn de urgentieaanvragen tot op heden beoordeeld door de Urgentiecommissie die in mandaat de beschikking heeft afgegeven. In de afgelopen jaren zijn bijzondere maatschappelijke aandachtsgroepen (verplicht) toegevoegd aan de urgentiecategorieën. Dit vraagt voor met name die aanvragen voor een andere expertise dan de Urgentiecommissie heeft.
Om dit te ondervangen en tot een eenduidige en transparante werkwijze te komen, wordt in Leusden een Multidisciplinair Overleg Wonen ingesteld die de aanvragen gaat beoordelen. Op dat moment wordt de huidige Urgentiecommissie door het college van burgemeester en wethouders ontbonden en opgeheven. In het MDO wonen zijn gemeente, Lariks en woningcorporatie Omthuis vertegenwoordigd. Totdat dit overleg is ingesteld, blijft de Urgentiecommissie haar werk uitvoeren.
Artikel 17. Hardheidsclausule.
De verordening geeft om redenen van eenduidigheid en transparantie regels voor de beoordeling van aanvragen om urgentie.
Het kan voorkomen dat de toepassing van deze regels de doelstelling van het toekennen van urgenties, namelijk het oplossen van een woonnoodsituatie, in de weg staat. In deze individuele gevallen kan het college alsnog urgentie toekennen. Voordat het college hiertoe besluit hoort zij bij de uitvoering van de regelgeving betrokken partijen als Lariks en Omthuis.