Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwkoop

Marktverordening Nieuwkoop 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwkoop
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening Nieuwkoop 2023
CiteertitelMarktverordening Nieuwkoop 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Marktverordening Nieuwkoop 2008.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-07-2023nieuwe regeling

22-06-2023

gmb-2023-289536

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening Nieuwkoop 2023

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op door burgemeester en wethouders ingestelde reguliere warenmarkten.

Artikel 2. Begripsomschrijvingen

  • 1.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop;

  • 2.

    markt: een door het college ingestelde warenmarkt;

  • 3.

    marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij of krachtens artikel 3 is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • 4.

    marktbeheerder: een of meerdere ambtenaren van de gemeente Nieuwkoop die belast zijn met het beheren van de markt;

  • 5.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van markthandel;

  • 6.

    vaste-standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd dan wel een periode van langer dan drie aaneengesloten maanden ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • 7.

    dagplaats: een plaats op de markt die voor één marktdag ter beschikking wordt gesteld voor de verkoop van goederen, het aanbieden van diensten of voor het adverteren van goederen, diensten, een politieke instelling, een sociale instelling, een culturele instelling of een charitatieve instelling;

  • 8.

    vergunninghouder: de (rechts)persoon aan wie door het college een vergunning is verleend voor het innemen van een vaste-standplaats, dan wel de (rechts)persoon aan wie de vergunning rechtmatig is overgedragen;

  • 9.

    passende aanvraag: een aanvraag voor een vaste-standplaatsvergunning die voldoet aan de eisen die in de openbare kennisgeving van de beschikbaarheid van een vaste-standplaats aan een aanvraag worden gesteld. Deze eisen kunnen onder andere betrekking hebben op het maximale gebruiksoppervlak, de benodigde voorzieningen en op de brancheringsregels.

  • 10.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

Artikel 3. Dag, tijd en locatie van de markt

  • 1.

    De markt Ter Aar vindt plaats op woensdagen op het Lindenplein, in de kern Ter Aar.

  • 2.

    De markt Nieuwkoop vindt plaats op zaterdagen op het Reghthuysplein bij de toren, Reghthuysplein tussengedeelte winkels en gedeelte Dorpsstraat, in de kern Nieuwkoop.

  • 3.

    De verkooptijden en de op- en afbouwtijden worden in de inrichtingsplannen bepaald.

Artikel 4. Tijdelijke wijzigingen van locatie en dag

  • 1.

    Het college kan op grond van dringende redenen bepalen dat de markt tijdelijk niet zal plaatsvinden.

  • 2.

    Het college kan op grond van dringende redenen bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:

    • a.

      op een andere dag;

    • b.

      op een andere tijd; en/of

    • c.

      op een andere plaats.

  • 3.

    Als dringende reden wordt in ieder geval aangemerkt:

    • a.

      een evenement dat tegelijkertijd met de markt plaatsvindt op een van de marktterreinen;

    • b.

      de omstandigheid dat de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

Artikel 5. Permanente wijzigingen van locatie

  • 1.

    Het college is bevoegd de locatie van de markt als geheel te wijzigen als omstandigheden daar aanleiding toe bieden.

  • 2.

    Het college kan onder andere gebruikmaken van deze bevoegdheid als verplaatsing noodzakelijk is als gevolg een calamiteit of als gevolg van herinrichting van een marktplein.

Artikel 6. Inrichtingsplan

  • 1.

    Het college stelt een inrichtingsplan vast voor elke markt, met daarin in ieder geval:

    • a.

      de dagen en uren waarop de markt wordt gehouden;

    • b.

      een kaart van de markt;

    • c.

      de verdeelprocedure die zij toepast bij de verlening van vaste-standplaatsvergunningen;

    • d.

      de brancheringsregels;

    • e.

      een maximumaantal standplaatsen per branche.

  • 2.

    Op de kaart van de markt zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de vaste standplaatsen.

Artikel 7. Nadere regels

  • 1.

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

 

Paragraaf 2 Vergunningen

Artikel 8. Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 9. Vereisten

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk of rechtspersoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Hiervoor te overleggen documenten:

  • een volledig ingevuld aanvraagformulier;

  • kopie aansprakelijkheidsverzekering;

  • bewijs van inschrijving in het KvK-register;

  • kopie legitimatiebewijs van de aanvrager of van de bevoegde bestuurder(s) van een rechtspersoon.

Artikel 10. Inhoud vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder, dan wel van de bevoegde bestuurder(s) van vergunninghouder indien vergunninghouder een rechtspersoon is;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste-standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

    • c.

      de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de vaste-standplaats mag gebruiken;

    • d.

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • f.

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • g.

      welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

    • h.

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

Artikel 11. Verlenging na afroep

  • 1.

    Bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning vanwege het einde van de vergunningsduur kan het college de procedure van verlenging na afroep toepassen, als voldoende aannemelijk is dat er naast de betreffende vergunninghouder geen andere gegadigden voor deze vergunning zijn.

  • 2.

    Bij de verlenging na afroep maakt het college acht weken voor het einde van de duur van de vaste-standplaatsvergunning door een openbare kennisgeving in het digitale gemeenteblad bekend dat deze vergunning beschikbaar komt voor de duur van 15 jaar.

  • 3.

    Bij deze openbare kennisgeving worden gegadigden uitgenodigd om hun belangstelling voor de vaste-standplaatsvergunning binnen vier weken na de kennisgeving kenbaar te maken op de door het college aangegeven wijze.

  • 4.

    Als binnen de gestelde termijn alleen de betreffende vergunninghouder belangstelling kenbaar heeft gemaakt en is voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde, verlengt het college zijn vaste-standplaatsvergunning met de in het tweede lid genoemde duur.

  • 5.

    Als binnen de gestelde termijn naast de betreffende vergunninghouder ook een of meer andere gegadigden belangstelling kenbaar hebben gemaakt, wordt de vergunning niet verlengd. In dat geval past het college de procedure van artikel 12 toe, met uitzondering van het tweede lid van dat artikel.

  • 6.

    In het in het vijfde lid bedoelde geval stelt het college de gegadigden ervan in kennis dat de procedure van artikel 12 wordt toegepast en dat zij vóór de door het college genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.

Artikel 12. Verdeling vaste-standplaatsvergunning via loting

  • 1.

    Bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning zal het college deze verdelen via loting.

  • 2.

    Bij de verdeling via loting maakt het college via een openbare kennisgeving in het digitale gemeenteblad bekend dat de vaste-standplaatsvergunning voor de duur van 15 jaar beschikbaar komt, voor welke branche(s) of artikelgroep(en) deze vergunning wordt verleend en dat gegadigden vóór de in de kennisgeving genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.

  • 3.

    Als een aanvraag vóór de indieningsdatum is ingediend maar onvolledig is, krijgt de aanvrager een termijn van twee weken om zijn aanvraag aan te vullen. Als er meer onvolledige aanvragen zijn, wordt de betreffende aanvragers op dezelfde dag mededeling gedaan van de gelegenheid om hun aanvraag aan te vullen.

  • 4.

    Uitsluitend volledige aanvragen die tijdig zijn ingediend en waarbij is voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde, krijgen een lotnummer.

  • 5.

    De loting vindt plaats door middel van een trekking, waarvoor de aanvragers met een lotnummer worden uitgenodigd.

  • 6.

    Als slechts één passende aanvraag is ingediend dan zal de vaste-standplaatsvergunning worden verleend aan de aanvrager zonder dat een loting plaatsvindt, tenzij andere bepalingen van deze verordening daaraan in de weg staan.

  • 7.

    Het college verleent de vaste-standplaatsvergunning op basis van de rangschikking die volgt uit de trekking.

  • 8.

    Als de in dit artikel genoemde procedure niet leidt tot verlening van een vaste- standplaatsvergunning, dan zal het college de beschikbaarheid van deze vaste- standplaatsvergunning op de gemeentelijke website publiceren. Vervolgens wordt deze vaste- standplaatsvergunning verleend aan de aanvrager die als eerste een passende aanvraag indient.

Artikel 13. Overschrijving van de vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    In geval van overlijden, kan de vergunning worden overgeschreven op naam van de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner, op naam van een andere achterblijvend persoon met wie hij duurzaam samenwoonde of op naam van een van zijn kinderen.

  • 2.

    In geval van langdurige arbeidsongeschiktheid, ondercuratelestelling, het bereiken van de AOW- gerechtigde leeftijd of bij gebruikmaking van een oudedagsvoorziening door de vergunninghouder kan de vergunning worden overgeschreven op naam van zijn echtgenoot, van zijn geregistreerde partner, van een andere achterblijvend persoon met wie hij duurzaam samenwoont of op naam van een van zijn kinderen.

  • 3.

    In geval van (gedeeltelijke) bedrijfsbeëindiging, al dan niet in combinatie met verkoop van eigen materieel, van de detailhandelsactiviteiten kan de vergunning worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon, mits is voldaan aan de bepalingen opgenomen in artikel 9.

  • 4.

    In het geval een vergunning verleend is aan een personenvennootschap en een van de deelnemers uit de persoonsvennootschap treedt, kan de vergunning kan de vergunning worden overgeschreven op naam van de overblijvende deelnemer dan wel op naam van een persoon die toetreedt tot de personenvennootschap, mits is voldaan aan de bepalingen opgenomen in artikel 9.

  • 5.

    De overschrijving van de vaste-standplaatsvergunning die voor bepaalde tijd is verleend, geldt voor de resterende vergunningsduur. Na het einde van de duur van de vergunning komt deze beschikbaar voor verdeling volgens de verdeelprocedure van artikel 12.

  • 6.

    Indien een vaste-standplaatsvergunning wordt overgeschreven die verleend is voor onbepaalde tijd dan wordt de vaste-standplaatsvergunning bij overschrijving omgezet in een vaste- standplaatsvergunning voor bepaalde tijd met een duur van 15 jaar.

  • 7.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het plaatsvinden van een van de in dit artikel omschreven gebeurtenissen.

Artikel 14. Wijziging van de vaste-standplaatsvergunning op verzoek van vergunninghouder

  • 1.

    De vergunninghouder kan aan het college schriftelijk de wens te kennen geven dat hij zijn vaste- standplaats wenst te gebruiken voor activiteiten in een andere branche. Het college kan met dit verzoek instemmen. Bij de beoordeling van het verzoek wordt rekening gehouden met onder meer fysieke aspecten en de brancheringsregels.

  • 2.

    De vergunninghouder kan aan het college schriftelijk de wens te kennen geven het aantal kramen en/of de frontbreedte te willen wijzigen. Dit is ter beoordeling van het college. Hierbij wordt rekening gehouden met fysieke aspecten en wenselijkheid.

  • 3.

    Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 15. Wijziging van standplaatsen door het college

  • 1.

    Het college is bevoegd de locatie van een of meerdere standplaatsen te wijzigen als omstandigheden daar aanleiding toe bieden.

  • 2.

    Het college kan onder andere gebruikmaken van deze bevoegdheid als verplaatsing noodzakelijk is als gevolg een calamiteit of als gevolg van herinrichting van een marktplein.

Artikel 16. Intrekking vaste-standplaatsvergunning

Het college trekt een vaste-standplaatsvergunning in:

  • a.

    op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

  • b.

    twee maanden na overlijden van de vergunninghouder, tenzij de vergunning op grond van artikel 13 wordt overgeschreven.

  • c.

    twee maanden na ondercuratelestelling van de vergunninghouder, tenzij de vergunning op grond van artikel 13 wordt overgeschreven.

Artikel 17. Toewijzing dagplaats

  • 1.

    Een (rechts)persoon kan een verzoek bij de marktmeester indienen om voor de duur van een marktdag een dagplaats op de markt in te mogen nemen.

  • 2.

    De aanvrager moet een ingevuld formulier inleveren bij de marktmeester.

  • 3.

    Voor een dagplaats komen in aanmerking de gegadigden die vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een toewijsbare aanvraag om een dagplaats hebben ingediend mits zij voldoen aan de brancheringsregels, en wie gedurende het kalenderjaar niet vaker dan negen keer een dagplaats op de betreffende markt heeft ingenomen.

  • 4.

    De marktmeester beslist op verzoeken om een dagplaats in te mogen nemen. Hij kan de aanvraag onder andere afwijzen als geen dagplaatsen beschikbaar zijn op de dag waarvoor een dagplaats wordt aangevraagd.

  • 5.

    De marktmeester verdeelt de beschikbare dagplaatsvergunningen op volgorde van ontvangst van de toewijsbare aanvragen, waarvoor de aanvragers die een toewijsbare aanvraag hebben gedaan worden uitgenodigd.

  • 6.

    Voor toewijzing van een dagplaats wordt geen wachtlijst gehanteerd.

  • 7.

    De marktmeester weigert een aanvraag in ieder geval als de aanvrager op een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of het bij of krachtens deze verordening bepaalde heeft overtreden; of

    • b.

      niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld heeft voldaan dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 8.

    De marktmeester kan een aanvraag weigeren als de aanvrager eerder een vaste- standplaatsvergunning had die niet langer dan een jaar geleden is ingetrokken.

  • 9.

    Een (rechts)persoon die toestemming heeft gekregen om een dagplaats in te nemen, kan zich niet laten vervangen.

  • 10.

    Voor het gebruik van een dagplaats worden leges in rekening gebracht.

 

Paragraaf 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 18. Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

  • 1.

    Een vergunninghouder is verplicht om een aan hem toegewezen standplaats zelf in te nemen, dan wel om deze standplaats te laten innemen door een van zijn werknemers. De vergunninghouder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor zijn standplaats.

  • 2.

    De vergunninghouder mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 3.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 4.

    De vergunninghouder en degene die hem bijstaat, mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.

Artikel 19. Innemen vaste-standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 20 en 21.

Artikel 20. Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    Een vergunninghouder die wegens ziekte of bijzondere omstandigheden gedurende minimaal drie aaneengesloten marktdagen niet in staat is om zijn vaste standplaats in te nemen, moet dit zo spoedig mogelijk schriftelijk mededelen aan de marktmeester.

  • 2.

    Als een vergunninghouder als gevolg van een vakantie minstens drie aaneengesloten marktdagen zijn vaste-standplaats niet zal innemen, dan is hij verplicht om dat schriftelijk te melden bij de marktmeester.

  • 3.

    Bij langdurige afwezigheid door ziekte, langer dan 4 maanden, wordt in overleg met de betrokken vergunninghouder een passende oplossing gezocht. De vergunninghouder verliest hierbij niet zijn vergunning, tenzij de vergunninghouder zelf te kennen geeft hiervan geen gebruik meer te willen maken.

  • 4.

    De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan.

  • 5.

    Met schriftelijk wordt ook gedoeld op digitale schriftelijke berichten, zoals e-mail en WhatsApp- berichten.

  • 6.

    Plotselinge verhindering wordt mondeling of schriftelijk aan de marktmeester gemeld.

Artikel 22. Ontheffing en vervanging

In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste-standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de standplaats op de markt in te nemen.

Artikel 23. Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1.

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, moet op eerste aanvraag van de marktmeester aantonen dat hij de vergunninghouder is dan wel dat hij een medewerker van vergunninghouder is.

  • 2.

    De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 24. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 2 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    Het is verboden voor vergunninghouders om tijdens de in een inrichtingsplan opgenomen verkooptijden op het marktterrein met een voertuig ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren, tenzij in een individuele vaste-standplaatsvergunning een andersluidende bepaling is opgenomen.

  • 3.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats van openings- tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen, zijn producten uit te stallen en ter verkoop aan te bieden. Het college kan ontheffing verlenen van deze verplichtingen.

Artikel 25. Gebruikmaken van eigen materiaal

  • 1.

    De vergunninghouder mag binnen de begrenzing van de standplaats gebruikmaken van een marktkraam, aanhanger of verkoopwagen, tenzij dit op een specifiek standplaats niet mogelijk is.

  • 2.

    Het eigen materiaal, genoemd in het eerste lid, dient volledig (inclusief eventuele dissel) te passen binnen de eigen standplaats en dient een minimale doorloophoogte te hebben van 2.00 meter. Wanneer een verkoopwagen wordt geplaatst in een kramenrij, dient de voorkant van de verkoopwagen op één lijn te staan met de voorste staanders van de kramenrij.

  • 3.

    Het is verboden bij het gebruik van eigen materiaal hinder of overlast, in welke vorm dan ook, aan derden te veroorzaken, zowel bij het opbouwen en afbreken van de markt als gedurende de markt.

  • 4.

    De vergunninghouder die gebruik maakt van eigen materiaal dient ervoor te zorgen dat het elektriciteitssnoer(en) ongehinderd door zijn standplaats loopt.

  • 5.

    De vergunninghouder die gebruik maakt van een verkoopwagen dient te voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      de verkoopwagen dient te voldoen aan alle kenmerken van een professionele uitstalling;

    • b.

      de verkoopwagen is niet hoger is dan 2.70 meter.

Artikel 26. Verplichtingen van de vergunninghouder

  • 1.

    Een vergunninghouder is verplicht de aanwijzingen op te volgen van de marktmeester over het feitelijk innemen van een standplaats.

  • 2.

    Een vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van de marktmeester, steeds een goed verzorgd aanzien biedt. Hij dient afval en verpakkingsmateriaal zelf in te zamelen en af te voeren.

  • 3.

    Een vergunninghouder is verplicht voor hij het marktterrein verlaat zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren.

  • 4.

    Vergunninghouders aan wie tevens vergunning is verleend eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en aan te bieden, dienen bij hun verkoopgelegenheid korven of bakken te plaatsen ten behoeve van het deponeren van afval.

 

Paragraaf 4 Straf- en handhavingsbepalingen

Artikel 27. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 28. Intrekking vaste-standplaatsvergunning door het college

Het college kan een vaste-standplaatsvergunning intrekken:

  • a.

    als blijkt dat bij de vergunningsaanvraag onjuiste en/of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    als de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 9 genoemde vereisten;

  • c.

    als de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat niet voldoet aan de bepalingen opgenomen in artikelen 19, 20, 21, 22 en 23.

  • d.

    als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet; of

  • e.

    als de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nageleefd.

  • f.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 29. Schorsing vaste-standplaatsvergunning

Onverminderd hetgeen in artikel 28 is bepaald, kan het college een vaste-standplaatsvergunning telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, als de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 30. Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 31. Boetebepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt bestraft met een geldboete van € 4.500,00.

 

Paragraaf 5 Instructie marktmeester

Artikel 32  

Het handhaven van en het toezicht op de orde, veiligheid, waaronder eerste hulp bij ongelukken, op de markt is in het bijzonder opgedragen aan de marktmeester.

Artikel 33  

De marktmeester ziet erop toe, dat alle voorschriften en instructies op het marktwezen betrekking hebbende, worden nageleefd.

Artikel 34  

De marktmeester waakt voor beschadiging van gemeente-eigendommen tijdens en op de markt en geeft ingeval van beschadiging van deze eigendommen daarvan kennis aan de instanties die daarvan kennis behoren te dragen.

Artikel 35  

Het is de marktmeester verboden giften dan wel beloningen in geld of goed, in welke vorm dan ook, als gevolg van of in verband met in zijn werkkring bewezen diensten of nog te bewijzen diensten aan te nemen of uit te lokken en tegenover de op de markt komende of handeldrijvende kooplieden verplichtingen te scheppen, die hem in de vrije en nauwgezette vervulling van zijn functie zouden kunnen belemmeren en schaden.

Artikel 36  

Met betrekking tot zijn werkzaamheden op of ten behoeve van de markt dan wel zijn verantwoordelijkheden voortvloeiende uit zijn taak en/of deze instructie is de marktmeester te allen tijde verantwoording schuldig aan de marktbeheerder.

Artikel 37  

In de gevallen, waarin deze instructie niet voorziet, gedraagt de marktmeester zich naar de voorschriften, welke burgemeester en wethouders hem geven.

Artikel 38  

De marktmeester houdt lijsten bij van de vaste marktondernemers en vaste meelopers naar naam, adres, branche en aantal kramen c.q. verkoopwagens. Onder een vaste meeloper wordt verstaan, hij die zich

 

met een bepaalde regelmaat dan wel voor een aantal opeenvolgende markten c.q. marktdagen meldt om voor een dagplaats in aanmerking te komen.

Artikel 39  

De marktmeester int de marktgelden indien dit niet op een andere manier wordt geïnd.

Artikel 40  

  • 1.

    Door de marktmeester wordt bijgehouden met welke frequentie standplaatshouders, meelopers en standwerkers op marktdagen aanwezig zijn.

  • 2.

    Bij absentie van de in het eerste lid genoemde marktondernemers administreert de marktmeester de reden van afwezigheid.

Artikel 41  

De marktmeester brengt jaarlijks vóór 1 februari door tussenkomst van de marktbeheerder kort verslag uit aan het college.

Artikel 42  

De marktmeester is verantwoordelijk voor de wijze van opstelling van de marktkramen op de markt.

Artikel 43  

  • 1.

    De marktmeester beoordeelt en beslist op aanvragen van (rechts)personen die een dagplaats wensen in te nemen en wijst dagplaatsen toe namens het college.

  • 2.

    De marktmeester beoordeelt en beslist op aanvragen van politieke, sociale, culturele en charitatieve instellingen, en wijst standplaatsen op of nabij de markt toe.

Artikel 44  

De marktmeester is telefonisch bereikbaar voor kooplieden die gebruik willen maken van een dagplaats of voor marktondernemers die een bericht van verhindering door willen geven e.d. Dit kan ook buiten de kantoortijden zijn.

Artikel 45  

De marktmeester treedt op als adviseur voor de marktcommissie.

Artikel 46  

Onder verantwoording van en door tussenkomst van de marktbeheerder geeft de marktmeester gevraagd en ongevraagd adviezen inzake marktaangelegenheden.

Artikel 47  

In overleg met en onder leiding van de marktbeheerder onderhoudt de marktmeester de contacten met de instanties betreffende marktzaken.

Artikel 48  

  • 1.

    De marktmeester dient regelmatig tijdens markturen op de markt aanwezig te zijn, of in ieder geval bereikbaar te zijn.

  • 2.

    De marktmeester dient zowel voor de aanvang als na de sluiting van de markt aanwezig te zijn, teneinde erop toe te zien dat de aan- en afloop van de markt in goede orde geschiedt.

Artikel 49  

De marktmeester ziet toe op de juiste uitoefening van het bepaalde in de “Marktverordening gemeente Nieuwkoop 2023”.

Artikel 50  

De marktmeester handhaaft de orde op de markt en zo nodig vraagt hij assistentie van de gemeentelijke toezichthouders, de politie en of andere hulpverlenende instanties.

Artikel 51  

De marktmeester is bevoegd marktartikelen, die naar zijn oordeel onrein of bedorven zijn, niet toe te laten of te doen verwijderen. Alvorens daartoe over te gaan, laat hij zich adviseren door de Voedsel en Warenautoriteit.

Artikel 52  

De marktmeester houdt toezicht op het goed schoonhouden door de kooplieden van de ruimten op en rond de standplaatsen tijdens de markt.

Artikel 53  

De marktmeester let op de breedte van de doorgangen tussen de kramen in verband met de toegankelijkheid voor hulpverleende instanties bij eventuele calamiteiten en vraagt zo nodig advies.

Artikel 54  

De bevoegdheden van de marktmeester zijn:

  • a.

    De toewijzing van dagplaatsen;

  • b.

    Het toezicht en handhaven op de naleving van de aan de marktondernemers opgelegde voorwaarden, die genoemd staan in de verordening en de individuele vergunningen.

  • c.

    Het regelen van een goede gang van zaken op de markt.

  • d.

    Het geven van een last tot onmiddellijke ontruiming van een standplaats.

  • e.

    Het toezicht en handhaven op het schoonhouden van het marktterrein na afloop van de markt.

  • f.

    De uitvoering van alle andere, hem door of namens het bestuursorgaan opgedragen op de markt betrekking hebbende werkzaamheden.

  • g.

    De tijdens de markturen op en om het marktterrein geparkeerde voertuigen en andere voorwerpen te laten verwijderen, al dan niet met behulp van externen.

  • h.

    Buiten de markt andere werkzaamheden te verrichten als dit opgedragen wordt door het college.

  • i.

    De werkzaamheden kunnen ook betrekking hebben op het handhaven en het toezicht van de gemeentelijke verordeningen.

Artikel 55  

De marktmeester wordt bij afwezigheid, ziekte of ontstentenis vervangen op de door het college te bepalen wijze.

Artikel 56  

De marktmeester behoort tijdens de uitoefening van zijn functie op de markt aan hem, door de gemeente Nieuwkoop, verstrekte dienstkleding te dragen.

Artikel 57  

De marktmeester is gehouden ambtenaren van politie, van de Economische Controledienst, van de Keuringsdienst van Waren (Voedsel Autoriteit), van de plaatselijke Belastingen, van andere opsporingsambtenaren en van ambtenaren die belast zijn met het afvoeren van vuil en reinigen van het marktterrein, desgevraagd in de uitoefening van hun taak terzijde te staan.

Artikel 58  

De marktmeester draagt tijdens de uitoefening van zijn functie op de markt een aan hem, door de gemeente, van foto voorzien legitimatiebewijs bij zich. Dit bewijs dient hij desgevraagd te tonen.

Artikel 59  

De bepalingen van deze instructie zijn van overeenkomstige toepassing op degene die de marktmeester bij afwezigheid, ziekte of ontstentenis in zijn functie vervangt.

Artikel 60  

In geschillen omtrent de toepassing van deze instructie wordt beslist door burgemeester en wethouders.

 

Paragraaf 6 Bepalingen over de marktcommissie

Artikel 61 Grondslag

De marktcommissie wordt ingesteld op grond van artikel 84 van de Gemeentewet.

Artikel 62 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit de volgende leden:

    • a.

      één lid, en diens plaatsvervanger, van het college, aan te wijzen door dat college;

    • b.

      twee marktondernemers, die een vaste standplaats hebben op de warenmarkt in Nieuwkoop, aangewezen door de marktondernemers in Nieuwkoop;

    • c.

      twee marktondernemers, die een vaste standplaats hebben op de warenmarkt in Ter Aar, aangewezen door de marktondernemers in Ter Aar;

    • d.

      één door de gezamenlijke middenstandsorganisaties aan te wijzen lid, voor de warenmarkt van Nieuwkoop en

    • e.

      één door de gezamenlijke middenstandsorganisaties aan te wijzen lid, voor de warenmarkt van Ter Aar;

  • 2.

    Aan de commissie worden als adviseur toegevoegd:

    • a.

      de marktmeester(s);

    • b.

      een andere aangewezen natuurlijk persoon of vertegenwoordiger van een organisatie.

  • 3.

    Het lid van het college als bedoeld in lid 1, onder a, is tevens voorzitter van de commissie.

  • 4.

    Het college wijst een ambtenaar aan als secretaris van de commissie.

  • 5.

    Het college benoemt de leden en de adviseurs van de commissie, waarvan de adviseurs als bedoeld in lid 2, onder c en d op gezamenlijke voordracht door de leden namens de marktondernemers en de middenstandsorganisaties.

Artikel 63 Reglement

  • 1.

    De leden zijn ten hoogste tweemaal herbenoembaar. Indien de voorzitter een langere zittingsduur heeft dan 12 jaar als lid van het college (één zittingsperiode en twee herbenoemingen) kan de termijn van het voorzitterschap van de marktcommissie door het college worden verlengd;

  • 2.

    De leden treden af volgens een door de commissie, met in achtneming van het tweede lid, vast te stellen en ter kennis van het college te brengen rooster van aftreden;

  • 3.

    De leden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college;

  • 4.

    Hij/zij die de hoedanigheid verliest op grond waarvan hij/zij lid van de commissie is, treedt tegelijkertijd af.

Artikel 64 Taken en bevoegdheden marktcommissie

1. De marktcommissie geeft niet bindende adviezen aan het college, gevraagd en ongevraagd, over marktaangelegenheden, signaleert ontwikkelingen met betrekking tot de markt en doet voorstellen ter verbetering van het verloop van de markt;

2. Elk lid heeft het recht in de commissie marktonderwerpen ter behandeling aanhangig te maken.

Artikel 65 Werkwijze marktcommissie

  • 1.

    De vergadering wordt voorgezeten door de portefeuillehouder of diens vervangend collegelid;

  • 2.

    De marktcommissie zal in beginsel twee keer per jaar bijeenkomen. De mogelijkheid bestaat desgewenst de frequentie van vergaderingen te verhogen of verlagen. Ieder lid van de marktcommissie kan hiertoe een aanvraag indienen, de voorzitter zal beoordelen of een extra vergadering gewenst is.

  • 3.

    De agenda wordt vastgesteld na rondvraag onder marktondernemers, de agenda wordt minimaal één week voorafgaand aan de vergadering verzonden aan de leden.

  • 4.

    De vergaderingen van de marktcommissie zijn openbaar tenzij de voorzitter bepaald heeft dat er sprake dient te zijn van een besloten vergadering.

Artikel 66 Extra bevoegdheden voorzitter

In de gevallen waarin dit hoofdstuk niet voorziet of bij twijfel over de toepassing ervan beslist de voorzitter.

 

Paragraaf 7 Slotbepalingen

Artikel 67. Intrekking oude regeling

De Marktverordening Nieuwkoop 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 68. Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten op grond van de Marktverordening Nieuwkoop 2008 blijven na de inwerkingtreding van deze verordening gelden, totdat het college deze heeft gewijzigd of ingetrokken.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, dan wordt op deze aanvraag beslist op basis van de Marktverordening 2023.

Artikel 69. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Nieuwkoop 2023.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 22 juni 2023, nummer 2023-042.

Edzard van Holthe

griffier