Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hollands Kroon

VTH-beleid 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHollands Kroon
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVTH-beleid 2023
CiteertitelVTH-beleid 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-07-2023nieuwe regeling

08-06-2023

gmb-2023-287319

Tekst van de regeling

Intitulé

VTH-beleid 2023

 

1. Inleiding

1.1 Waarom dit beleid?

Voor u ligt het Vergunningen-, Toezicht- en Handhavings- (VTH) beleid 2023. Dit beleid is de opvolger van de Kadernota 2019-2022. Het is in zijn vorm en uitvoering geheel nieuw. Hiermee geven we uitvoering aan de eerdere aanbevelingen van de Provincie, maar sluiten ook aan bij de ambities van de Raad.

 

Dit beleidsplan geeft invulling aan onze wettelijke plicht om een beleidsplan op te stellen en aan onze wens om de uitvoering van vergunningverlening, het houden van toezicht en het handhaven van de regelgeving concreet vorm te geven op zowel strategisch als operationeel niveau. Zo wordt de basis gelegd voor de integrale uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van het omgevingsrecht.

 

1.2 Leeswijzer

Kort samengevat gaat het bij dit VTH-beleid om:

 

  • Nieuw strategisch VTH-beleid waarbij ambities zijn geprioriteerd (hoofdstuk 2);

  • Een koppeling met de doelen opdat regulier werk en ambities gehaald worden (hoofdstuk 3);

  • De big 8 cyclus: monitoring, evaluatie en verslaglegging (hoofdstuk 4);

  • Inzicht in de beschikbaarheid van de financiële - en personele middelen voor het bereiken van de doelen en de daaraan gekoppelde activiteiten (hoofdstuk 5);

  • Strategieën en werkprocessen hoe de VTH-teams werken (de bijlagen).

2. Strategisch beleid: Visie, ambities en doelen

2.1 Inleiding

Een fysiek veilige gezonde en duurzame leefomgeving is het primaat. Een integrale benadering van maatschappelijk opgaven, vraag- en risico gestuurd werken zijn hierbij het uitgangspunt. Naleving van wet- en regelgeving gaan hierbij hand in hand. De beschikbare capaciteit en middelen wordt gericht ingezet op prioriteiten en aandachtsgebieden.

 

Voor u ligt het beleid voor Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving op het gebied van de fysieke leefomgeving voor het jaar 2023. Onder de fysieke leefomgeving vallen de VTH-taken die voortvloeien uit wet- en regelgeving op het gebied van het omgevingsrecht, waarbij het gaat over milieu, bouwen en ruimtelijke ordening.

 

Omdat er steeds grotere maatschappelijk opgaven op ons afkomen die een integrale benadering vragen, sluiten wij ons VTH-beleid hierop aan. We kijken hierbij niet alleen naar onze wettelijke taken, maar ook naar hoe we hierop tijdig kunnen anticiperen. Ambities worden geprioriteerd opdat we optimale inzet van de vergunningverleners, toezichthouders en handhavers hebben.

 

Wij werken hierbij samen met inwoners en bedrijven en vragen hun bij te dragen in de realisatie van de gewenste leefomgeving. Samenwerken met ketenpartners als de Provincie Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (ODNHN), Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD), de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (VRNHN), Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) en de politie is hierbij het uitgangspunt.

 

In tegenstelling tot voorgaande jaren is er bewust voor gekozen om VTH-beleid voor één jaar op te stellen. Onze huidige kadernota loopt dit kalenderjaar 2022 af. Een mooi moment om een volledige nieuwe weg in te slaan, aansluitend bij de aanbevelingen van de Provincie, maar ook de wensen en ambities van ons nieuwe College. En juist ook het feit dat we pas sinds d.d. 30 juni 2022 een nieuw College hebben maakt dat we deze nieuwe weg inslaan.

 

Voor het aankomende jaar gaan we uit van ambities zoals op dit moment verwoord in het Coalitieakkoord en de Begroting 2023. Dit zijn de documenten die nu het eerste jaar leidend zijn en welke gedurende 2023 nader worden uitgewerkt in diverse kader scheppende documenten zoals de gemeentelijke omgevingsvisie. Daarnaast werken we aan onze basistaken van het VTH-domein. Op basis van een concreet plan van aanpak hebben we voor dit jaar als uitzondering gekozen voor een 1-jarig VTH- beleid.

 

2.2 Analyse van inzichten

Met een nieuwe raad wordt ook op een andere manier invulling gegeven aan belangrijke opgaven. Opgaven die vragen om een integrale benadering en waarvoor de behoefte bestaat duidelijke kaders te stellen voor de aankomende jaren. Hoog op de agenda staan klimaatadaptatie, energietransitie, maar vooral ook de integrale aanpak van de woningbouwopgave. Ook het onderzoeken naar mogelijk verduurzamen en daarmee revitaliseren van bedrijventerreinen en extra toezicht op de huisvesting van arbeidsmigranten zijn speerpunten.

 

Ten opzichte van voorgaande jaren is voor dit VTH-beleid duidelijk dat vooral de woningbouwopgave met zeer duidelijke doelen voor 2023 en de daaropvolgende jaren nieuw is. De andere ambities zoals de huisvesting van arbeidsmigranten en handhaving van permanente bewoning op recreatieparken worden voor 2023 nadere geïnventariseerd en brengen als zodanig andere doelen met zich mee. Ook de BAG is afgelopen jaar 2022 opnieuw geïnventariseerd en heeft hierdoor nagenoeg geen impact meer op het operationele beleid.

 

In onderstaand overzicht zijn alle ambities die betrekking hebben op het VTH-domein uiteengezet. Hierbij is gelijk weergegeven wat de doelen zijn die hierbij horen en welke indicatoren er kunnen worden gebruikt bij het monitoren. Ook de langlopende (thematische) projecten en/of programma’s die onderdeel (gaan) uitmaken van het reguliere werk worden beschreven zoals het huisvesten van Oekraïners. Als laatste worden de werkzaamheden op grond van de wettelijke taken beschreven.

 

Het totaaloverzicht is het uitgangspunt voor het nog nader uit te werken aspect “Capaciteit & Middelen” en daarmee ook het Uitvoeringsprogramma. (m.a.w. wat is de beschikbare capaciteit en/of middelen naast het reguliere werk om ambities en/of extra werk uit projecten/programma’s daadwerkelijk te realiseren)

 

2.2.1 Ambities

Ambitie: Bedrijvigheid

De bedrijvigheid moet zo goed als mogelijk worden ingepast in de omgeving waarin het plaatsvindt.

Toelichting

De bedrijvigheid in Hollands Kroon draagt vooral bij aan de lokale economie en het lokale welzijn van de inwoners. We zien het MKB en lokale ondernemers als de verbindende factor van grotere en kleinere dorpen.

Doel:

  • We onderzoeken een systematiek waarbij het in de toekomst wellicht mogelijk is om bedrijven te verplicht om bij (her-) ontwikkelingen een financiële bijdrage te leveren aan herstructurering of landschappelijke inpassing.

  • We creëren randvoorwaarden om lokale ondernemers, die cruciaal zijn voor de leefbaarheid in de dorpen, te behouden en de aantrekkelijkheid van lokale winkelcentra te vergroten.

  • Met partners onderzoeken we hoe we het beste natuur-inclusieve en circulaire landbouw kunnen realiseren. Bijvoorbeeld door het initiëren van pilots.

  • We verkennen gemeentebreed de ontwikkelmogelijkheden voor recreatie en toerisme op land, aan de kust en op het water.

Uitvoering:

Vanuit bedrijvigheid verwachten we voor 2023 nagenoeg geen impact voor het VTH-domein daar het zich voornamelijk in de onderzoeks- en pilotfase bevindt.

Indicator

Afgeronde onderzoeken

 

Ambitie: Duurzaamheid: zonne -energie en wind & verduurzaming woningen

  • We hebben de ambitie om meer ruimte te geven aan zonne-energie.

  • We verkennen de mogelijkheden voor windenergie samen met inwoners.

  • We dragen actief bij aan het gezamenlijk oplossen van de beperking in het elektriciteitsnet op.

Toelichting

Een basisprincipe van het Coalitieakkoord is duurzaamheid. Zowel voor woningbouw, bedrijventerreinen, agrarische – en andere bedrijven en de inrichting van de openbare ruimte geldt het als één van de uitgangspunten in beleid en uitvoering.

 

Er is veel vraag naar locaties om zonne-energie in te zetten, wij faciliteren dit zoveel mogelijk en zien in eerste instantie een rol voor daken. De aanleg van zonne-energie op agrarische gronden is niet mogelijk. Voor andere locaties geldt dat wij hier zoveel mogelijk aan meewerken voor zover het ziet op dubbelgebruik of benutting van restgronden of locaties waar een bijzondere meerwaarde kan worden bereikt met de aanleg van zonnepanelen. Denk bijvoorbeeld aan geluidschermen, taluds, overdekte parkeerplaatsen, vuilstortplaatsen, (tijdelijke) braakliggende bedrijventerreinen of slootkanten die vanaf de openbare weg niet of nauwelijks zichtbaar zijn.

 

Vergroening is, naast duurzaamheid en klimaatadaptatie, een belangrijk principe bij het beheer en de (her)inrichting van openbare ruimte.

Duurzaamheid is één van de pijlers van de nog vast te stellen nieuwe Brede Welvaart Kader waarlangs we initiatieven en voorstellen worden beoordeeld. De ontwikkeling van de Brede Welvaart Kader loopt mee in de ontwikkeling van de Omgevingsvisie, die we eind 2023 verwachten.

 

Bij ontwikkelvraagstukken, bij herstructurering en (her)inrichting van openbare ruimten is klimaatadaptatie een leidend principe, zowel bij nieuwbouw als bij herstructurering. De Strategie Klimaatadaptatie Noordkop 2021-2026 is daarbij het uitgangspunt.

 

We ondersteunen inwoners bij het verduurzamen van hun woningen via het regionale energieloket. De mix van energie voor woningen bepaalt daarbij mede waar we als gemeente op inzetten bij het stimuleren van duurzaamheid.

 

De beperkingen in het elektriciteitsnet moeten worden opgelost, maar daarvoor is in eerste instantie de netbeheerder aan zet. Als gemeente handelen we snel en adequaat bij planologische verzoeken van de netbeheerder voor aanpassing of uitbreiding van de netinfrastructuur.

We stimuleren het plaatsen van laadpalen voor elektrische auto’s en fietsen en stimuleren de opslag van elektriciteit op buurt-, wijk- en dorpsniveau. Ook starten we met een innovatieve pilot waarbij voormalige ketelhuizen in oude wijken worden gebruikt voor de opslag van energie en stimuleren circulariteit en hergebruik van afvalstromen. Met partners onderzoek we de mogelijkheden.

Doel:

  • Meewerken aan het mogelijk maken van opwekken van zonne-energie op basis van een belangenafweging

  • Verkennen mogelijkheden windenergie

  • Versnellen planologische procedure elektriciteitsnet

Uitvoering:

  • Meewerken aan zonne-energie via vergunningen, nieuw/ (ver)bouw en eventuele parken

  • Afhandelen planologische procedures elektricitesnet.

 

Het verlenen van vergunningen in het kader van zonne-energie is al onderdeel van reguliere werk.

Indicator

Aantal vergunningen voor zonnepanelen

Aantal Nieuwbouw/ Verbouw woning met zonnepanelen

Alle verzoeken voor wijzigingen van de netinfrastructuur worden die binnen de daarvoor gestelde termijn van 26 weken afgehandeld en indien mogelijk sneller.

 

Ambitie: Arbeidsmigranten

Voldoende en kwalitatief goede huisvesting arbeidsmigranten, waarbij rekening wordt gehouden met een veilig en gezond leef- en Verblijfsklimaat in de omgeving.

Toelichting

Begin 2023 is er beleid vastgesteld dat wordt geëvalueerd en waar nodig aangepast.

 

Het streven is om een langetermijnvisie te ontwikkelen om de leefbaarheid van de gemeente Hollands Kroon te behouden. Arbeidsmigranten mogen niet alleen worden ingezet als motor van economische groei van bedrijven. Als een bedrijf zich vestigt of wil uitbreiden in de gemeente, moet het rekening houden met de arbeidsbehoefte en daaraan gekoppeld een mogelijke huisvestingsbehoefte.

Om tot een toekomstbestendige oplossing voor de huisvestingsproblematiek te komen, zijn er meerdere sporen voor de verschillende doelgroepen arbeidsmigranten: shortstay, midstay en long stay. Voor de shortstay gaat het om logies en maken we in het komende jaar een behoefteraming, om te komen tot voldoende vergunde huisvesting. Voor mid- en longstay is een koppeling met het woondossier denkbaar. In de opgave arbeidsmigranten is het daarbij van belang dat het plezierige woon- en leefklimaat van de omgeving op peil moet blijven. Hierop moet indien nodig gehandhaafd worden.

 

Naar verwachting wordt voor shortstay vooral ingezet op grootschalige locaties buiten bebouwde kernen en dat dit regionaal verspreid wordt.

Doel:

  • We maken inzichtelijk aan de hand van onderzoek wat de bestaande behoefte is aan huisvesting voor arbeidsmigranten in de gemeente

  • Op basis van het Sweco-rapport naar 14 voorkeuslocaties zijn er 8 binnen onze gemeente bekend. Er komt een nadere uitwerking van de voorkeurszoekgebieden voor extra bedden op basis van deze globale keuzes.

  • We willen in de toekomst initiatieven langs de meetlat van de Brede Welvaart Kader leggen;

Uitvoering:

  • Vastgesteld beleid Huisvesting Arbeidsmigranten monitoren en eventueel herzien

  • Onderzoek op basis van gestelde budget via bestaande werkgroep. (dit is reeds onderdeel reguliere werk bij medewerkers VTH-teams)

  • Afhandeling van aanvragen en de hierbij behorende controles op de eisen gesteld in de vergunning

  • Controles en eventuele handhaving in geval van overlast en op handhaafverzoeken.

 

Totdat de resultaten van het onderzoek bekend zijn en het Brede Welvaartskader is vastgesteld, verandert er in de uitvoering voor het VTH-domein niks. Het afhandelen van aanvragen valt reeds onder de reguliere werkzaamheden van de VTH-teams

Indicator

Eventueel aanpassing beleid

Aantal principeverzoeken toegekend of afgewezen

Aantal vergunningen verleend of geweigerd

Aantal handhaafverzoeken

Aantal controles

 

Ambitie: Woningbouwopgave

Versnellen van de Woningbouwopgave om in 2030 te komen tot realisatie van 17.400 woningen in de kop van Noord-Holland.

 

Participatie met onze inwoners en bedrijven is inherent hieraan;

 

Betaalbaarheid, beschikbaarheid, duurzame en toekomstbestendige bouw zijn belangrijke pijlers.

Toelichting

We bevorderen en versnellen de woningbouw door inzet van een woningbouwregisseur en het voeren van actieve grondpolitiek.

De grotere bouwprojecten zullen middels een bestemmingsplanprocedure uitgewerkt worden voordat de aanvragen om omgevingsvergunning worden ingediend. Als alles volgens planning loopt, kunnen met name Dahliapark, ’t Veld Noord fase 2 en 3 en Elshof Zuid fase 5 in de loop van 2023 leiden tot een aanvraag omgevingsvergunning.

 

Zoekgebieden Zuid Anna Paulowna, de Limmerschouw in Nieuwe Niedorp, Oosterweg/Westerweg in Nieuwe Niedorp en Oosterterp in Wieringerwerf zijn in beeld voor woningbouw. Deze locaties zijn tevens aangemerkt als versnellingslocaties in de Woondeal.

Bij de grotere uitbreidingen (meer dan 200 woningen) wordt getoetst aan het draagvermogen en behoefte van kernen waar deze uitbreiding plaatsvindt. Dit wordt de komende jaren uitgewerkt in dorpsvisies. In de periode 2023-2025 wordt gewerkt aan dorpsvisies voor de kernen Den Oever, Anna Paulowna, Winkel/Nieuwe Niedorp, Wieringerwaard en Middenmeer.

 

Evenwichtige toebedeling van woningen. Wet versterking regie volkshuisvesting:

Gemeenten worden, zodra deze wet in werking is getreden (1 januari 2024), verplicht om een urgentieregeling op te stellen in de vorm van een huisvestingsverordening, met daarin aan aantal verplichte urgentie categorieën. Deze urgent woningzoekenden zullen met voorrang op regulier woningzoekenden gehuisvest worden.

Doel:

  • In de Woondeal hebben we vijf grote locaties benoemd waar mogelijk een versnelling gemaakt kan worden om te komen tot die 1.000 woningen Hollands Kroon gaat bouwen. Die versnellingslocaties tellen op tot zo’n 1885 woningen.

  • Een evenwichtige toebedeling van woningen.

  • We streven op dit moment naar een woningbouwverdeling van: 30% sociaal, 30% middelduur en 40% vrije sector.

  • In 2023 zijn de bestemmingsplannen voor Dahliapark, ‘t Veld Noord fase 2 en 3 en Elsof Zuid-Fase 5 door de Raad vastgesteld.

  • Na het onherroepelijk worden van de bestemmingsplannen kunnen de omgevingsvergunningen in behandeling genomen worden voor de bouw van 595 woningen. Naar verwachting zal dit maximaal een jaar naar datum vaststelling zijn, rekening houdende met beroepsprocedures die veelal een jaar in beslag nemen.

Uitvoering:

De uitvoering van de vastgestelde ambitie en bijgevolg het doel is onderdeel van het reguliere werk. Daarnaast werken we aan:

  • Vaststelling Huisvestingsverordening;

  • De ontwikkeling van meer sturingsinstrumenten voor bevordering van een evenwichtige verdeling van de schaarse woningvoorraad;

  • Uitwerking van een uitvoeringsprogramma van de Woonvisie 2.0. Dit als basis voor de planning en prioritering van

Indicator:

Aantal onherroepelijk bestemmingsplannen voor Woningbouwopgave

Aantal onherroepelijke omgevingsvergunningen voor woningen

Gecreëerde plancapaciteit voor woningen behorende bij de onherroepelijk bestemmingsplannen.

 

Ambitie: Integrale aanpak ondermijning

We werken gezamenlijk aan de aanpak van ondermijning. Een integrale aanpak op basis van capaciteit, maar ook lokale, regionale en landelijke prioriteringen is het streven.

Toelichting

Criminelen willen zo veel mogelijk geld en macht vergaren. Voorbeelden van georganiseerde criminaliteit zijn drugsproductie en -handel, mensenhandel, witwassen en vastgoedfraude. Dergelijke fenomenen concentreren zich niet alleen op bedrijventerreinen en het buitengebied, maar ook in ‘doorsnee’ winkelstraten, buurten en dorpskernen. Voor hun activiteiten zijn criminelen afhankelijk van allerlei legale voorzieningen, (technische) infrastructuren, expertise en vergunningen. Deze verwevenheid tussen de criminele onderwereld en de legale bovenwereld heeft vergaande gevolgen.

Bepalend bij de prioritering van toezicht en ondermijning is vooral de capaciteit die beschikbaar is. Hierdoor wordt gekozen voor een integrale aanpak van toezicht, handhaving en ondermijning. Mede om deze reden leiden we toezichthouders multidisciplinair op.

 

Op het gebied van ondermijning zijn niet alleen de lokale prioriteiten van belang, maar ook de regionale en landelijke prioriteringen. Dit ter voorkoming van het waterbedeffect, hierbij wordt voornamelijk gewerkt op basis van signalen en vermoedens, waar indien mogelijk de controles zullen worden gecombineerd op het gebied van planologisch strijdig gebruik, dan wel de controle op constructieve brandveiligheid.

 

Ook bij controles op de vakantieparken en huisvesting arbeidsmigranten wordt er scherp en kritisch gekeken naar het aspect ondermijning. Is er bijvoorbeeld sprake van uitbuiting en wordt er gekeken of er zorg of ondersteuning nodig is nemen we gelijk het aspect ondermijning mee. Ook als er op basis van de BAG een risicovol object wordt geconstateerd zal er een controle plaats vinden en een eventuele aanschrijven met het verzoek tot legalisatie.

Doel:

Het verstoren van ondermijnende activiteiten via een integrale aanpak van toezicht, handhaving en ondermijning

Uitvoering:

Multidisciplinair opleiden van toezichthouders opdat we 16uur per week van toezicht combineren met ondermijning.

Geprioriteerde aanpak 2023 waarbij wij ons op prioriteiten die betrekking hebben op constructieve- en brandveiligheid en wel op de volgende aspecten.

  • Omgevingsvergunning activiteit bouwen voor: maatschappelijke gebouwen (kinder)dagverblijven, scholen, sport, zorg;

  • omgevingsvergunning activiteit brandveilig gebruik

  • in gebruik hebben van een gebouw in strijd met de brandveiligheidseisen Bouwbesluit 2012 – logies/horeca/kantoor/winkel/(kinder)dagverblijf, scholen, zorg, sportcomplex;

  • in gebruik hebben van een gebouw in strijd met de constructieve eisen Bouwbesluit 2012 – logies/horeca/kantoor/winkel/(kinder)dagverblijf, scholen, zorg, sportcomplex.

Het uitgangspunt is dat we dit doen op basis van handhavingsverzoeken of als we ter plekke overtredingen constateren.

Door een gecombineerde aanpak creëren zetten we slim in op de geringe capaciteit die we hebben. Hierdoor wordt tegelijkertijd aan de wettelijke toezichthoudende taken en ondermijning gewerkt.

Indicator:

Aantal gecombineerde controles (ook integraal met Nationale Politie, Omgevingsdienst etc.)

Aantal handhavingsverzoeken

Aantal interventies en uren inzet toezicht

 

Ambitie: Vaststelling behoefte legalisatie permanente bewoning recreatieparken

We onderzoeken integraal en gezamenlijk de wenselijkheid van gedogen van permanente illegale bewoning op recreatieparken en het transformeren van vakantieparken naar wonen.

Toelichting

In het vorige uitvoeringsprogramma is aangegeven dat in kwartaal 4 van 2022 handhavingsbeleid illegale permanente bewoning opgesteld zou worden. Hiervan is afgeweken omdat de wens bestaat het verder te onderzoeken, vanuit een integrale blik. Zo raakt het mogelijk gedogen of legaliseren niet alleen de recreatiebehoefte, maar ook de woningbouwopgave en mogelijke provinciale afspraken hieromtrent. Maar ook de huisvesting van arbeidsmigranten. Daarnaast is de landelijke tendens en zo blijkt ook uit recente gerechtelijke uitspraken een bepaalde mate van terughoudendheid te zien ten aanzien van handhaven. Dit vanuit het sociale oogpunt en de krapte op de woningmarkt.

Doel:

Vaststellen wenselijkheid en mogelijke uitvoerbaarheid legalisatie illegale bewoning recreatieparken en het transformeren van niet levensvatbare vakantieparken naar wonen

Uitvoering:

Team Veiligheid en Handhaving inventariseren de bestaande illegale permanente bewoning op recreatieparken en mogelijke gevolgen van handhaven;

 

Als een park meer dan 5 jaar wordt bewoond, wat aantoonbaar is via BRP-inschrijvingen, dan is overeenkomstig de regionale spelregels transformatie vakantieparken in Noord-Hollands Noord de behoefte voor woningen aangetoond. Er dient derhalve nog door team bedrijvigheid onderzocht te worden wat de behoefte gemeente breed is aan een eventueel nieuw vakantiepark.

 

De projectgroep die zich bezighoudt met de huisvesting van arbeidsmigranten inventariseert hoeveel arbeidsmigranten gevestigd zijn op de recreatieparken en op welke termijn legale huisvesting voor hen geregeld kan worden.

 

Team omgevingsontwikkeling behandeld en begeleidt initiatieven van het transformeren van vakantieparken naar wonen. Hierbij worden de Regionale spelregels transformatie vakantieparken in Noord-Holland Noord in acht genomen.

Gezamenlijk wordt een voorstel voor het College geschreven.

 

Nu we eerst een verkennend onderzoek doen naar de wenselijkheid, verwachten wij voor 2023 een zeer geringe impact op de capaciteit van Toezicht en Handhaving. Voor team omgevingsontwikkeling wordt ook een geringe toename op de capaciteit verwacht vanwege het proces transformatie vakantieparken naar wonen. 

 

De capaciteit dat gevraagd zal worden is meegenomen bij de uitvoering van het dagelijkse werk bij beide teams.

Indicator:

Collegevoorstel en eventueel een uitvoeringsprogramma

 

Ambitie: Veilige evenementen

Veilige evenementen in Hollands Kroon, zonder overlast waarbij rekening gehouden wordt met externe factoren en participatie. Het versnellen van procedures en voorkomen van incidenten is hierbij het uitgangspunt

Toelichting

Veel evenementen worden inpandig en in de openbare ruimte georganiseerd. We zijn ons bewust van de sociale en economische effecten van evenementen, maar ook van de maatschappelijke gevolgen van evenementen voor de fysieke leefomgeving, door bijvoorbeeld geluid- en parkeeroverlast.

 

Hollands Kroon vindt het belangrijk dat er evenementen georganiseerd worden, maar wenst hierbij wel rekening te houden met de externe effecten. Voor de grote, complexe evenementen die vergunning plichtig zijn, wordt daarom meer vooroverleg te organiseren, vooruitlopend op een formele vergunningaanvraag. Hiermee worden onze verwachtingen afgestemd met die van de initiatiefnemers, maar ook eventueel belanghebbenden.

 

Het optimaliseren van onze processen maar ook een juist en volledig toetsingskader gaan hierbij hand in hand.

Doel:

Het stimuleren van veilige en gezellige evenementen die aan wettelijke vereisten voldoen;

Voorkomen dat handelingen van bezoekers van evenementen ongewenste gevolgen hebben voor de omgeving.

Het versnellen van de afhandeling van de aanvraag voor een evenement;

Het vergroten betrokkenheid van de aanvrager en 3den belanghebbenden;

Planologisch borgen van risicovolle evenementen welke als niet als “kortdurend- & incidenteel” aan te merken zijn

Uitvoering:

Team Apv voert de vooroverleggen en evalueert

Team Apv brengt de processen en indieningsvereisten in kaart en integreert hierbij vooroverleggen en evaluaties.

Team Apv werkt samen met een planoloog, jurist en wabo-vergunningverlener aan de juiste juridische en planologische borging van evenementen. Beleid, werkprocessen en de apv worden hierop aangepast.

Toezicht en Inspectie controleert op verzoek of vooraf ingepland.

 

De nieuwe manier van werken zal impact hebben. Dit komt vooral door het herzien van processen en grondslagen. Hiertoe is al in Q3 2022 extra capaciteit vrijgemaakt. Als zodanig verwachten we voor 2023 dan ook geen problemen bij de uitvoerbaarheid.

Indicator:

Aantal verleende evenementenvergunningen

Aantal (verzoeken) handhaving

Aantal klachten

Aantal incidenten

Aantal controles

Vastgestelde processen

Mogelijk herziend toetsingskader

 

Ambitie: BAG

Adequate BAG-Registratie en risico- en vraag gestuurde Handhaving

Toelichting

De Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) zijn onderdeel van het overheidsstelsel van basisregistraties. De BAG is de registratie waarin gemeentelijke basisgegevens over alle gebouwen en adressen in Nederland zijn verzameld. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het opnemen van de gegevens in de BAG en voor de kwaliteit ervan. In het kader hiervan werkt men samen aan de registratie van nieuwe objecten.

 

Jaarlijks worden op basis van luchtfoto’s nieuwe objecten geconstateerd Deze constateringen brengen als zodanig geen directe verplichting mee tot handhaving. Bij laatste geldt namelijk de beginselplicht tot handhaven. Gezien de geringe capaciteit hebben wij dan ook gekozen voor een vraag gestuurd aanpak op basis van een risico-inventarisatie welke bepaald of wij overgaan tot handhaven.

 

Wanneer er sprake is van een risicovol illegaal object of een verzoek tot handhaving van een derde-belanghebbende zijn er twee mogelijkheden:

  • o

    Overgaan tot handhaving, oftewel: de oude situatie herstellen.

  • o

    Overgaan tot legalisering door de voorgeschreven (vergunnings)procedures alsnog te doorlopen, oftewel: de nieuwe situatie formaliseren.

Doel:

Adequaat en actueel Bag-Bestand waarbij alleen handhavend wordt opgetreden bij geconstateerde (illegale) risicovolle objecten

Uitvoering:

Bijhouden bestand van nieuwe objecten en deze indelen op basis van grootte, ligging, soort object en bestemmingsplan en adres en de risicovolle objecten kwalificeren. (Objecten qua grootte, ligging op erf, bestemming etc. gekwalificeerd als risicovol via quickscan samenwerking team BAG en Toezicht) Dit vergt ca. 50uur per jaar van team Toezicht

 

Controleren op verzoek of bij kwalificatie risicovol object. Dit vergt ca. 10uur per jaar van team Toezicht (vermoedelijk max 5 objecten per jaar)

 

Eventueel handhaven of legaliseren. Verwacht wordt dat dit ongeveer 15uur per dossier vergt voor Handhaving.

 

Door te prioriteren wordt een minimale impact bij Toezicht en Handhaving verwacht. Voor de administratieve afhandeling is al in Q2 2022 extra capaciteit vrijgemaakt.

Indicator:

Up-to-date en ingevulde Bag-lijst

Aantal inspecties

Aantal legalisaties / handhavingszaken

 

Ambitie: Omgevingswet & Wet kwaliteitsborging (Wkb)

We zijn voorbereid op de komst van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging en bij de inwerkingtreding zijn we klaar

Toelichting

Al sinds 2018 is veel tijd besteedt aan de implementatie van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging. Medewerkers zijn opgeleid, de processen zijn aangepasten hier wordt mee geoefend. Voor 2023 zetten we de laatste puntjes op de “i”. Het opstellen van het omgevingsplan voor het deelgebied Kreileroord en het vullen van de regelbibliotheek, maar ook het vaststellen omgevingsvisie zijn een aantal aspecten.

 

Als uitwerking van de omgevingsgebieden zoomen we per kern in door middel van dorpsvisies. Per kern kijken we welke ontwikkelingen, wensen en ambities er zijn. Dit kan per kern verschillen. Dit doen wij in samenwerking met de inwoners en externe partijen. De dorpsvisie verankeren wij juridisch in het omgevingsplan. In de periode 2023-2025 werken wij aan dorpsvisies voor Kreileroord, Anna Paulowna, Middenmeer, Wieringerwaard, Winkel/Nieuwe Niedorp en Den Oever.

 

Participatie is een belangrijk onderwerp onder de Omgevingswet. Wij merken dat de burger meer betrokken wil worden/ op de hoogte gehouden wil worden van ontwikkelingen bij hen in de buurt. Dit geldt zowel bij omgevingsvergunningen als bij beleid dat de gemeente zelf maakt. Hiertoe is in 2022 een participatieverordening vastgesteld,

Doel:

  • -

    We zorgen dat onze brieven en besluiten zijn omgezet naar juiste grondslagen en B1 niveau;

  • -

    We werken met intake- en omgevingstafel;

  • -

    We starten we met een onderzoek in het tweede kwartaal van 2023 naar de mogelijkheid leges te heffen voor milieuvergunningen; we brengen in beeld om hoeveel vergunningen het gaat en baseren ons beleid daarop;

  • -

    in 2023 werken stellen wij een Omgevingsvisie op;

  • -

    We werken aan het Omgevingsplan, deelgebied Kreileroord;

  • -

    We vullen de regelbibliotheek voor het omgevingsplan;

  • -

    We testen met het ontvangen, publiceren en doorsturen van omgevingsvergunningen en het omgevingsplan in het DSO;

  • -

    We passen het handhavingsbeleid en de processen rondom de Wkb aan.

  • -

    We oefenen met de Wkb door middel van proefprojecten.

  • -

    Uitrollen participatieverordening door middel van een participatiewijzer voor aanvragers.

 

In sum: de gestelde doelen zijn onderdeel van de reguliere werkzaamheden, De teams dienen de uitvoering mee te nemen

Uitvoering:

De teams zijn zelf verantwoordelijk voor het behalen van de doelen.

 

De werkzaamheden in het kader van het opstellen van het gemeentelijk omgevingsplan en het opstellen van de omgevingsvisie vragen extra inzet ten opzichte van het reguliere werk. Hiervoor is budget gereserveerd in de begroting voor de komende jaren.

 

Uitvoering van de participatiewijzer vraagt wat van de aanvrager maar ook van de vergunningverlener. Dit zijn extra werkzaamheden. Omdat we nog er nog geen ervaring mee hebben kunnen we van 2 uur uitgaan bij relatief simpele aanvragen en 4 uur bij complexe of gevoelige aanvragen.

Indicator:

Ontwerp omgevingsplan, deelgebied Kreileroord

Vasstelling aangepast Handhavingsbeleid

Vastgestelde nieuwe brieven met juiste grondslag.

Participatiewijzer

 

Ambitie: Milieu

Vermindering afval en lichthinder

Toelichting

We maken ons als gemeente zorgen om de vergunningen die door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied worden afgegeven voor het storten van zwaar vervuilde grond en onverwerkbaar afval uit andere delen van Nederland bij Afvalzorg in de Wieringermeer. Hierover gaan we in gesprek met de provincie Noord-Holland, die het bevoegd gezag heeft.

Samen met ondernemers pakken we het probleem van de lichthinder van windmolens en kassen aan. Met de Omgevingsdienst NHN gaan we in gesprek over de toezicht en handhaving van lichtuitstoot en milieuvergunningen.

Doel:

  • -

    aanpak lichthinder en lichtuitstoot milieuvergunningen met OD.

  • -

    afspraken met Provincie over storten vervuilde grond en onverwerkbaar afval in Wieringermeer.

Uitvoering:

Met de Omgevingsdienst NHN gaan we in gesprek over de toezicht en handhaving van lichtuitstoot en milieuvergunningen.

We gaan in 2023 nader uitwerken welke teams (gezamenlijk) de gesprekken met de Provincie gaan voeren.

Indicator:

Afname lichthinder en lichtuitstoot in samenwerking OD

Dialoog met de Provincie en mogelijke afspraken over storten vervuilde grond en onverwerkbaar afval in Wieringermeer.

2.2.2 Thema’s en lang lopende projecten

Thema: Oekraïense Vluchtelingen

Veilige huisvesting Oekraïners

Toelichting

Sinds de eerste stroom vluchtelingen vanuit de Oekraïne in 2022 is er veel gebeurd. Voor de Veiligheidsregio Noord-Holland lag de originele taakstelling voor de opvang van 3.000 Oekraïense vluchtelingen. In Hollands Kroon hebben we in 2022 voor 370 Oekraïense vluchtelingen een huisvesting geregeld. Dit heeft een aanzienlijk impact op de werkzaamheden van de teams Toezicht en Handhaving gehad. Locaties zijn gecontroleerd op brandveiligheid, gedoogbeleid is opgesteld en gedoogbeschikking zijn afgegeven.

Ondertussen worden er 3.800 Oekraïense vluchtelingen opgevangen in onze veiligheidsregio. Naar aanleiding hiervan is er een landelijk bericht afgegeven dat wij op dit moment geen beschikbare plekken meer hebben. Oekraïense vluchteling zullen eerst worden onderverdeeld onder de andere veiligheidsregio’s waar nog niet wordt voldaan aan hun taakstelling. Het is momenteel nog onduidelijk hoelang de oorlog blijft voorduren en met welke intensiteit. Daarmee is het lastig inschatten welke taken er in 2023 en verder op ons afkomen. Wel weten wij dat in september 2023 huurcontracten aflopen en er alternatieven gezocht voor deze personen gezocht moet worden. Dit gaat om minimaal 21 personen, maar mogelijk 41 personen. Voor nieuwe locaties wordt een beroep gedaan op team Toezicht & Handhaving.

Doel:

Inspecteren locaties voor huisvesting Oekraïners

Vaststellen gedoogbeschikkingen

Uitvoering:

We verwachten voor 2023 geringe werkzaamheden. Naar schatting hebben we het voor het komende jaar over 10 gevallen, waar toezicht naar toe zou moeten voor een inspectie en waar een gedoogbeschikking voor afgegeven moet worden. Deze capaciteit is meegenomen bij de werkzaamheden van 2023.

Indicator:

Aantal inspecties en gedoogbeschikkingen

 

Thema: Schimmige Schuren (Strijdig gebruik vrijkomende agrarische bebouwing)

Voorkomen ongewenste ontwikkelingen bij leegstaande agrarische bebouwing en bijgevolg aantasting van het aanzien van de overheid en creëren vrij spel voor criminelen

Toelichting

De afdeling Interbestuurlijk toezicht van de Provincie Noord-Holland heeft tijdens de prolooggesprekken in 2019 aangegeven dat een themaonderzoek zal worden ingesteld naar het illegaal gebruik van agrarische (op)stallen. Uit onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de Provincie Noord-Holland, is namelijk gebleken dat in de periode tot 2030 circa 1,4 miljoen vierkante kilometer aan agrarische gebouwen vrij zullen komen in de Provincie Noord-Holland. Leegstaande agrarische bedrijfsgebouwen kunnen leiden tot diverse ongewenste ontwikkelingen zoals risico’s voor de volksgezondheid (verweerde asbestdaken) en vergroten de kans op criminele activiteiten (ondermijning) zoals het in werking hebben van wietplantages en drugslaboratoria.

 

Dit gegeven is aanleiding geweest om een themaonderzoek te starten om inzicht te krijgen of een gemeente, al dan niet in samenwerking met andere partners, gericht toezicht houdt op het (illegale) gebruik van vrijkomende agrarische bebouwingen. Als de gemeente deze taak niet voldoende uitvoert dan kan dit leiden tot aantasting van het aanzien van de overheid en hebben criminelen vrij spel.

 

Het uiteindelijke doel van dit themaonderzoek is dat gemeenten hun taken en bevoegdheden gericht binnen het omgevingsrecht inzetten en daarmee een bijdrage leveren om de bovengenoemde risico’s voor de volksgezondheid (daar waar mogelijk) weg te nemen en ondermijning in het buitengebied actief te bestrijden. Hollands Kroon heeft in 2020 en 2021 actief meegedaan dit onderzoek. In samenwerking met afdeling Veiligheid is er een toezichtstrategie agrarische (op)stallen opgesteld.

 

Deze strategie is in 2021/2022 deels uitgevoerd en zal in 2023 verder uitgevoerd worden en vergt als zodanig niet meer capaciteit dan voorgaande jaren nu het tot reguliere werk behoort. Het zou echter een bestuurlijke keuze kunnen zijn om bij bestemmingswijzigingen van agrarisch naar wonen de eis kunnen stellen dat de overtollige bedrijfsopstallen gesloopt worden. E.a. conform artikel 6.10 lid 3 sub c Provinciale Omgevingsvisie NH2020. In 2023 gaan we kijken of ruimte is dit verder te onderzoeken.

Doel:

Vervolg geven aan uitvoering toezichtstrategie agrarische (op)stallen

Uitvoering:

Voortzetting uitvoering strategie door toezicht op agrarische (op)stallen in het buitengebied. Controles uitvoeren in het kader van informeren.

Indicator:

Aantal inspecties

Aantal handhavingszaken

 

Thema: Bestuurlijk toezicht prostitutie

Naleving van de bestuurlijke regels over prostitutie, zoals vergunningen/vergunningsvoorwaarden en regels rondom thuisprostitutie.

Toelichting

Toezicht op de (on)vergunde prostitutie is een belangrijk instrument bij het tegengaan van misstanden en mensenhandel. De belangrijkste doelstelling van het bestuurlijk toezicht is het toezien op de naleving van de bestuurlijke regels over prostitutie, zoals vergunningen/vergunningsvoorwaarden en regels rondom thuisprostitutie.

 

De gemeente heeft hierin ook een signalerende rol als het gaat om mensenhandel/ uitbuiting. De opsporing van mensenhandel (en het nalopen van signalen van mensenhandel) ligt bij de politie. Dit zijn samen de twee pijlers waarin zorg wordt gedragen voor een gezonde en veilige seksbranche. En daarmee draagt het bestuurlijk toezicht bij aan het tegengaan van ondermijning.

Doel:

Doel van de controles op onvergunde prostitutie bestaat uit vier onderdelen:

 

  • Zicht te krijgen op aard en omvang van illegale prostitutie

  • Het woon- en leefklimaat van burgers te beschermen en overlast tegen te gaan

  • Misstanden in deze branche te signaleren

  • Passende hulpverlening te bieden aan hen die het behoeven

 

Vooralsnog kan dit worden uitgevoerd binnen de reeds bestaande ondermijningsuren. In 2023 wordt er gekeken naar een verdere opzet en inrichting van het toezicht. Mogelijk dat dit in regionaal verband wordt georganiseerd.

Uitvoering:

Toezicht onvergunde prostitutie

Indicator:

Aantal inspecties

Aantal Handhavingszaken

 

Thema: Mensenhandel

Intensiveren adequate en integrale aanpak Mensenhandel

Toelichting

In het Regeerakkoord 2020 is afgesproken om de aanpak van mensenhandel te intensiveren. Deze intensivering is vormgegeven met het interdepartementale programma Samen tegen mensenhandel. Uit het kamerstuk ‘Kader voor de aanpak van Mensenhandel door gemeenten’ van feb. 2021 blijkt dat momenteel nog te veel slachtoffers geen hulp krijgen en daders nog te veel hun gang kunnen gaan. Naar schatting detecteert Nederland momenteel slechts een negende van de slachtoffers. Gemeenten hebben volgens het kamerstuk een belangrijke rol in de aanpak van mensenhandel. Deze taak ligt voornamelijk op het zijn van de ogen en oren bij signalen van mensenhandel.

Als gevolg van het Regeerakkoord 2020 is de aanpak van mensenhandel door gemeenten als een van de vier landelijke beleidsdoelstellingen opgenomen in de Veiligheidsagenda 2019-2022. Concreet betekent dit dat iedere gemeente in 2022 een duidelijke aanpak mensenhandel moet hebben welke is geborgd in gemeentelijk beleid. Dit staat tevens in het programma Samen tegen Mensenhandel en is afgesproken in het Interbestuurlijk Programma, waaraan gemeenten zich hebben verbonden.

Het adequaat aanpakken van mensenhandel vraagt om een integrale aanpak. Op deze wijze wordt tevens gepoogd om het waterbedeffect tegen te gaan.

Doel:

Begin 2023 wordt het beleidsplan vastgesteld;

Er wordt er ingezet op een integrale samenwerking met ketenpartners om te komen tot een integrale lokale en regionale aanpak.

 

Voor toezicht zal dit aan capaciteit vooralsnog geen gevolgen hebben. Controles kunnen binnen de reguliere controles worden ingevuld en gecombineerd worden met andere toezichthoudende taken.

Uitvoering:

Controle op mensenhandel naast reguliere controles

Indicator:

Aantal inspecties en constateringen

 

2.2.3 Wettelijke taken

Vergunningen Omgevingsrecht

Het beoordelen en toetsen van initiatieven en aanvragen op de geldende wet- en regelgeving om te komen tot een kwalitatief goed besluit (zo nodig onder voorwaarden en voorschriften) binnen de geldende proceduretijd.

Toelichting

In de Wabo is opgenomen voor welke zaken een omgevingsvergunning nodig is. Bij de toetsing van een aanvraag worden de wettelijke (indienings-)eisen uit de Wabo, het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de ministeriële reeling omgevingsrecht (Mor) en overige wet-en regelgeving gehanteerd.

Doel:

Vraaggestuurd kwalitatieve afhandeling van aanvragen binnen de wettelijke termijn

Uitvoering:

Beoordeling en afhandeling van binnengekomen aanvragen:

Bouwen

Slopen

Afwijken bestemmingsplan (ruimtelijke ordening)

Milieu (niet-basistaken)

Monumenten/erfgoed

Brandveilig gebruik

Overige Wabo-activiteiten

Indicator:

We hebben de afgelopen jaren gemiddeld 2.970 vergunningaanvragen gehad.

Voor een uitgebreidere analyse hoofdstuk 5: capaciteit en middelen

 

Apv

Het beoordelen en toetsen van initiatieven en aanvragen op de geldende wet- en regelgeving om te komen tot een kwalitatief goed besluit (zo nodig onder voorwaarden en voorschriften) binnen de geldende proceduretijd.

Toelichting

Gemeenten kunnen met hun verordenende bevoegdheid in de APV-regels stellen in de vorm van gebods- of verbodsbepalingen. Deze kunnen worden gekoppeld aan bestuurlijke instrumenten: zoals een vergunning, ontheffing of meldingsplicht.

 

Het gaat om activiteiten die sterk plaatsgebonden zijn en niet op een andere wijze zijn gereguleerd, zoals bijvoorbeeld evenementen, en om het voorkomen van overlast. Ook heeft de landelijke wetgever in verschillende wetten ruimte gelaten voor de gemeenten om afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden nadere invulling te geven aan deze wetten. Dit geldt bijvoorbeeld voor regels horecagelegenheden.

 

Naast de APV is er een categorie wetten die de bijzondere wetten wordt genoemd en waarvoor de burgemeester of het college bevoegd is om vergunningen te verlenen. Deze wetten zien op één specifiek onderwerp zoals de Alcoholwet en de Wet op de kansspelen.

Doel:

Vraaggestuurd kwalitatieve afhandeling van aanvragen binnen de wettelijke termijn

Uitvoering:

We richten ons hierbij op de volgende reguliere taken:

Evenementen ex APV/VFL inclusief BGBOP en bijbehorende ontheffing Alcoholwet,

Vergunningaanvragen ex. Alcoholwet

Exploitatievergunning en para commerciële -

Overige vergunningsplichtige activiteiten ex APV: standplaats, Collecte, Kansspel, Carbidschieten

Overige activiteiten: Gebruik gemeentegrond, Ontheffing geluid wegwerkzaamheden Bouwbesluit

Verklaring van geen bezwaar; gebruikmaking openbare weg/luchtruim

Beheren Verkeersregelaarsexamen evenementen

Indicator:

Jaarlijks hebben we gemiddeld 650 zaken, waarvan de zwaarste pijler bij evenementen ligt met circa 250 per jaar.

Zie voor een uitgebreidere analyse hoofdstuk 5: capaciteit en middelen

 

Toezicht 

Werkzaamheden die door of namens een bestuursorgaan worden verricht om na te gaan of voorschriften worden nageleefd. Preventie is het uitgangspunt, daar waar er overtredingen zijn wordt afgestemd met Handhaving wat de vervolgacties zijn

Toelichting

De bevoegdheden van de toezichthouder vloeien voort uit de Algemene wet bestuursrecht, artikel 5:15 tot en met 5:19.

Het toezicht op de naleving is vaak de eerste schakel in het handhavingsproces. Onder toezicht verstaan we werkzaamheden die door of namens een bestuursorgaan worden verricht om na te gaan of voorschriften worden nageleefd. Toezicht heeft naast het constateren van overtredingen ook een preventieve werking.

 

Het uitvoeren van (reguliere) controles (bouw – en brandveiligheid) en het bij een klacht of melding verzamelen van informatie om te beoordelen of wordt voldaan aan gestelde kaders, regels en voorschriften.

 

Door in het toezicht een voorlichtende, meedenkende en adviserende rolopvatting te hanteren kan in een vroeg stadium worden voorkomen dat een met wet- en regelgeving strijdige situatie ontstaat.

 

Door bemiddeling kan worden bewerkstelligd dat de regels alsnog worden nageleefd.

Doel:

Het belangrijkste doel van toezichthouden is ervoor te zorgen dat regels worden nageleefd. Dit kunnen algemene regels zijn, maar ook vergunning- of ontheffingsvoorschriften. Om dit te bereiken zijn er verschillende instrumenten die kunnen worden ingezet, zoals voorlichting. Wanneer het naleefgedrag te wensen overlaat en er overtredingen worden geconstateerd moet echter slagvaardig worden opgetreden. De maatregelen die daarbij worden genomen moeten bijdragen aan een betere naleving van de regels of vergunningvoorschriften.

Uitvoering:

Bij de uitvoering werken mede op basis van het

Indicator:

Jaarlijks spenderen we circa 312 uur aan controles. Dit is wanneer alleen de noodzakelijke evenementen gecontroleerd worden. Ook is er nog voorwerk en administratie waar uren voor benodigd zijn.

 

Zie voor een uitgebreidere analyse hoofdstuk 5: capaciteit en middelen

 

Handhaving

Gehandhaafd wordt ‘bij of krachtens een wettelijk voorschrift'. Hiermee bedoelen we een wet, verordening of een daarop gebaseerd uitvoeringsbesluit met daaraan verbonden voorschriften, zoals vergunningvoorschriften.

 

Het ongedaan maken, opheffen of beperken van verdere risico's van een situatie die in strijd is met de regels en voorschriften.

 

Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van bestuursrechtelijke handhaving door het opleggen van een last onder dwangsom of bestuursdwang, het geheel of gedeeltelijk intrekken van een vergunning of ontheffing.

 

De gemeente probeert handhaving en het inzetten van zwaardere sancties waar mogelijk te vermijden door via bemiddeling een oplossing te bewerkstelligen.

Toelichting

We handhaven zowel passief als actief

Actief handhaven

Er wordt systematisch en op een gestructureerde wijze gehandhaafd op basis van bestaande dan wel toe te delen capaciteit. Er wordt gehandhaafd om overtredingen ongedaan te maken, te beëindigen en beëindigd te houden.

 

Passief handhaven

Alleen als een formeel verzoek om handhaving is ingediend zal er worden gehandhaafd. Als geen sprake is van een formeel handhavingsverzoek blijft het toezicht of de handhaving achterwege.

 

Thematisch handhaven

Op basis van een vastgesteld en geprioriteerd thema of voor een bepaald project worden gerichte controles uitgevoerd op de naleving van de betreffend wettelijk kader. Dit zal zich met name voordoen als het vermoeden bestaat dat binnen een bepaald beleidsveld of een bepaald gebied regels worden overtreden.

Doel:

We handhaven actief en passief

We handhaven op basis van risicoschattingen

Legalisatiemogelijkheden worden kritisch bezien.

Uitvoering:

Handhaving vindt plaats in de fysieke leefomgeving (omgevingsrecht, APV, kinderopvang)

Indicator:

Gemiddeld aantal handhavingsverzoeken per jaar:

Zie voor een uitgebreidere analyse hoofdstuk 5: capaciteit en middelen

 

3. Operationeel beleid

3.1 Inleiding

Vanuit het strategische beleid vindt een doorvertaling naar het operationele beleid plaats: Hierbij gaat het om:

 

  • 1.

    De ambities en doelen per team: hoe bereiken wij de strategische keuzes door deze te vertalen naar gestelde doelen en een termijn.

  • 2.

    Bij bepaling van strategische keuzes en de uitvoering hiervan dienen we rekening te houdend met de wettelijke reguliere taken: de capaciteit die reguliere werkzaamheden vragen bepaalt de ruimte voor uitvoerbaarheid van ambities

  • 3.

    Een prognose van de hoeveelheden vergunningen, toezicht- en handhavingszaken, meldingen/klachten en bezwaar- en beroepszaken is bepalende voor uitvoerbaarheid en bijgevolg prioritering van de ambities;

Uitgangspunt is dat de teams vraag – en risico gestuurd werken. (Bijlage 2 t/m5). Om de medewerkers zo effectief mogelijk in te zetten, is bepaald welke activiteiten binnen de gemeente prioriteit hebben en welke minder. De inzet op activiteiten met een lage prioriteit is minder dan op activiteiten met een hoge prioriteit. Hierbij kan gedacht worden aan de diepgang van toetsing van een vergunningaanvraag of een toezichtmoment, de bezoekfrequentie van toezicht en de wijze waarop handhavingsverzoeken in behandeling worden genomen (nu doen of later inplannen).

 

Naast prioritering speelt efficiëntie en aldus eenduidige procedures eveneens een rol. Want, hoe eenduidiger een procedure, des te meer het rechtszekerheidsbeginsel wordt gewaarborgd. En des te efficiënter wij op kwalitatief niveau adviseren en wij ruimte hebben voor het verwezenlijken ambities naast reguliere taken.

 

3.2 Algemene doelen

Voor alle teams binnen het VTH -domein geleden een aantal algemene uitgangspunten.

 

Veilig woon- en leefklimaat is het primaire doel

Veilig woon- en leefklimaat is van het grootste belang. Het is standhouden van het huidige niveau van veiligheid is het minimale uitgangpunt. Dat is een collectieve verantwoordelijkheid van de overheid, inwoners en bedrijven. We gaan uit van signalering en handhaving die past bij de situatie: oplossingsgericht in plaats van sanctiegericht.

 

Goede dienstverlening & maatwerk

We leveren goede dienstverlening die de leefwereld van inwoners, bedrijven en instellingen als vertrekpunt neemt, Wij zijn een organisatie die maatwerk levert als het moet en altijd oog heeft voor de menselijke maat. We kijken steeds wat we toe kunnen voegen aan de kracht van de samenleving. Met elkaar, voor elkaar.

 

De organisatie zet de inwoners altijd centraal, zij werkt aan excellente dienstverlening. We stellen ons tot doel om de effectiviteit van de werkprocessen te verhogen. We verkleinen de fysieke afstand tussen de inwoner en de organisatie door te experimenteren met andere vormen van dienstverlening. Het uitgangspunt ‘Ja, tenzij’ is de dagelijkse praktijk maar er is ook ruimte voor ‘nee’ waarbij mensen wel worden gewezen wat wel mogelijk is. Uitgangspunt is dat het contact persoonlijk moet zijn om de dienstverlening zo optimaal mogelijk te maken.

 

Communicatie & participatie

Als gemeentelijke organisatie zijn we in staat om verbinding te maken met alle lagen van de samenleving in Hollands Kroon. Tenslotte doen wij ons werk voor hen. Dat doen we door goed te luisteren en door te vragen. De vraag achter de vraag te begrijpen. We stemmen onze communicatie af op inwoners, bedrijven en instellingen. Dat doen we met de juiste toon en in toegankelijke taal. We kiezen de juiste kanalen om onze inwoners te bereiken, zowel fysiek als online. Dat is altijd maatwerk. We hebben onze eigen kanalen, maar sluiten ook aan bij kanalen die onze inwoners graag gebruiken. Participatie is hierbij een belangrijk. We experimenteren met allerlei vormen van participatie. Dat is maatwerk. Net wat het beste is in relatie tot het onderwerp en ervoor zorgt dat inwoners laagdrempelig kunnen meedenken.

 

Kwaliteit van advisering door goed opgeleid medewerkers en kwaliteitscontroles

  • 1)

    Niveau medewerkers: Om te voldoen aan kwaliteitscriteria 2.1 volgen de medewerkers extra opleidingen en bijscholing.

  • 2)

    Kwaliteitscontrole: de kwaliteit van de advisering wordt gewaarborgd door het analyseren van de bezwaar- en beroepsprocedures.

  • 3)

    De PDCA -cyclus wordt in elk team toegepast. Processen, (nieuw) beleid en werkafspraken worden gemonitord en bijgestuurd. In 2023 gaan we hier gezamenlijk nader invulling aangeven opdat we een uniforme vastgestelde werkwijze hanteren. Als uitgangspunt hanteren we Openwave voor monitoring van de reguliere taken en analyseren we de uitkomsten van de Intaketafel en Omgevingstafel, alsook het Bouwberaad op haalbaarheid van ambities.

Voor de invoering van de Omgevingswet zijn handhavingsbesluiten en vergunningen begrijpelijk (B1 niveau) voor alle aanvragers en verzoekers

  • o

    Alle handhavingsbesluiten en vergunningen worden voorgelegd aan een collega (vier ogen principe);

  • o

    We gaan steekproefsgewijs feedback vragen van aanvrager;

  • o

    Indien nodig wordt een jurist gevraagd de vergunning te controleren;

  • o

    We ontwikkelen een sjabloon op B1 niveau.

3.3 Doelen per team

3.3.1 Vergunningen

Doelen/ambities

  • 1.

    Wij werken risico-gestuurd bij de beoordeling van de van plannen op het Bouwbesluit

    De diepgang van de beoordeling van aanvragen is afhankelijk van de risico’s van de activiteit (Zie bijlage 2 & 3).

  • 2.

    Afhandeling aanvragen binnen termijn

    • Alle aanvragen worden binnen drie werkdagen onder de vergunningverleners verdeeld;

    • 99% van de aanvragen voor een wabo-vergunning (omgevingsvergunningen) wordt binnen de gestelde termijn afgehandeld;

    • Ruimtelijke procedures (bestemmingsplannen/ planwijzigingen etc. op basis van Wro) worden binnen de gestelde termijn afgehandeld.

  • 3.

    Afhandeling via principeverzoek

    • Initiatiefnemers worden gestimuleerd om een principeverzoek in te dienen;

    • Alle principeverzoeken voor bouw, zorg en logies worden afgehandeld binnen een termijn van respectievelijk vier, acht en acht weken;

    •  

  • 4.

    Omgevingswet

    • De Omgevingswet hebben wij volledig geïmplementeerd;

    • Wij werken conform de gedachte van de Omgevingswet;

    • We monitoren de nieuwe procedures en processen in het kader van de Omgevingswet;

    • Medewerkers zijn hiervoor opgeleid en hebben de mogelijkheid om zich hierin verder te ontwikkelen.

  • 5.

    Groeien in strategische adviesrol

    • We groeien toe naar een strategische adviesrol, opdat we mee kunnen denken, adviseren en schrijven aan belangrijke thema’s die grote opgaven en ambities vragen.

3.3.2 APV

Het team APV is een qua formatie en daarmee ook ambities en doelen nieuw. Zij zijn sinds de zomer van 2022 zelfstandig gaan opereren.

 

De ambitie voor 2023 is:

De basis op orde en ontwikkelen via learning-by- doing

Hierbij werken we gezamenlijk aan een upgrade van o.a. kennisniveau, besluiten, processen maar ook ons informele en persoonlijke contacten met onze initiatiefnemers en belanghebbenden.

 

Het team APV is een qua formatie en daarmee ook ambities en doelen nieuw. Hun ambitie is de zomer van 2022 vertaald naar een Plan van Aanpak. Hiermee is invulling gegeven aan de ambitie op basis van gestelde doelen en termijnen, maar ook wat hiertoe nodig is om dit te behalen.

 

Naast het afhandelen van vraag gestuurde wettelijke taken komen er een aantal doelen bij. De uren voor het behalen van dit alles is berekend. Dit heeft geresulteerd in een tijdelijke uren uitbreiding van één jaar voor 28 uur per week aan administratieve ondersteuning. Hoewel deze uren per november 2022 waren ingevuld, is dit wegens ziekte al in januari 2023 helaas komen te vervallen. Gezocht wordt naar een passend oplossing qua invulling werkzaamheden. Na dit jaar wordt geanalyseerd of deze tijdelijk uitbreiding en aanpassing moet worden aangehouden en/of aangepast opdat gestelde doelen binnen termijn gehaald worden.

 

Doelen 2023:

  • 1.

    Termijnen:

    • Alle aanvragen worden binnen drie werkdagen ingeboekt en de aanvrager ontvangt binnen deze drie werkdagen een ontvangstbevestiging;

    • 99% van de aanvragen voor een APV-vergunningen wordt binnen de gestelde termijn afgehandeld.

  • 2.

    Vooroverleg en evaluatie:

    • Vooroverleggen bij grote en risicovolle evenementen zijn het uitgangspunt;

    • Risicovolle evenementen en evenementen waarbij calamiteiten en/of onregelmatigheden zijn geconstateerd worden geëvalueerd. Dit gebeurt ook indien belanghebbende hiertoe verzoeken.

  • 3.

    Optimalisatie besluiten en processen

  • Evenementen:

    • Voor 2023 werken we het proces rondom evenementen verder uit. Hierbij brengen we in kaart wat de risicovolle evenementen zijn en welke tevens als “niet als kortdurend en incidenteel” aan te merken zijn. Voor deze categorie onderzoeken we de mogelijkheid wat qua omgevingsplan/omgevingsvergunning mogelijk is en stellen hiertoe een integrale aanpak voor op;

    • We maken een inventarisatie van de mogelijkheid tot vergunningsvrije evenementen;

    • We onderzoeken samen met RO de mogelijkheden voor nieuwe vormen van horeca in Dorpshuizen, Sportverenigingen, Agrarische bedrijven. Om zo tegemoet te kunnen komen aan de vraag van de kernen om de horeca weer wat levendiger te krijgen.

Alcoholwet:

  • We zorgen dat de besluiten de juiste grondslagen bevatten en passen de externe communicatie (websites en brieven etc.) hierop aan.

Exploitatievergunningen:

  • We maken een inventarisatie van verleende exploitatievergunningen en hoeveel er moeten worden herzien. We maken hiertoe een start met een eerste aanschrijving op basis van de bestaand vergunningen. We verzoeken de exploitanten te vergunning te controleren en bij wijzigingen zelf een nieuwe aanvraag in te dienen.

3.3.3 Toezicht, Handhaving en Veiligheid

De teams toezicht, handhaving en veiligheid zijn in sterke mate van elkaar afhankelijk. Capaciteit speelt hierbij een belangrijke rol, als de handhavingsverzoeken dermate hoog zijn, maar er zijn te weinig toezichthouders, dan kunnen we niet alle verzoeken afhandelen. Vice-versa geldt dit ook. Als we gaan controleren, dan heeft de controle enkel effect als we op informele wijze een illegale situatie oplossen of als er een follow-up vanuit handhaving komt.

 

Voor beide teams geldt dat we liever voorkomen dan genezen. Preventie is dan ook het uitgangspunt. De informele aanpak, oftewel het gesprek, is het uitgangspunt. Niet alleen streven we hiermee een reductie aan handhavingszaken na, maar dienen we tegelijkertijd het algemene organisatiedoel: dienstverlening.

 

Doelen Handhaving

  • 1.

    Vraag-gestuurd op basis van prioritering:

    • Prioritering van regulier werk vindt plaats aan de hand van een risicoanalyse (zie bijlage 2)

  • 2.

    Afhandeling zaken binnen redelijk termijn

    • Alle handhaafverzoeken die wij hebben ontvangen zijn binnen 3 werkdagen opgepakt;

    • We kiezen voor een informele aanpak: daar waar we op basis van een eerste QuickScan inschatten dat een informeel gesprek een handhavingstraject kan voorkomen dan kiezen wij hiervoor. Dit zijn ongeveer 20 tot 30 zaken op jaarbasis. De verzoeker trekt dan het handhaafverzoek in;

    • Binnen 8 weken is er een beslissing op een schriftelijk handhaafverzoek indiende informele aanpak niet werkt.

  • 3.

    Lastenverlichting via Informele aanpak

    • Indien een illegale situatie is geconstateerd streven wij in eerste instantie een informele aanpak na. Door in te zetten op het persoonlijke gesprek, buurtbemiddeling en mogelijk mediation willen wij zo voorkomen dat het handhavingstraject volledig wordt ingezet. Op deze wijze proberen 30% formele handhavingszaken te voorkomen.

  • 4.

    Dwangsommen niet tijdig beslissen

    • Het aantal keer dat een dwangsom is betaald vanwege het niet tijdig beslissen op een verzoek om handhaving is nul.

      Toelichting: Een verzoek om handhaving dient op grond van de algemeen wet bestuursrecht binnen een “redelijke termijn” afgehandeld te worden. Over het algemeen komt dit neer op 8 weken of er dient binnen deze termijn een nieuwe beslistermijn bekend zijn gemaakt. Als deze termijn wordt overtreden kan een ingebrekestelling volgen met een dwangsom. Het besluit dient dan binnen twee weken bekend te worden gemaakt. Deze indicator kan gezien worden als een monitor voor klantvriendelijkheid.

  • 5.

    Optimalisatie beleid, besluiten en processen

    • Nieuwe handhavingsbeleid aanpassen in het kader van Omgevingswet en Wkb voor de inwerkintreding van de Omgevingswet, we sluiten aan bij de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht;

    • Standaardbrieven en besluiten in het kader van de Omgevingswet aanpassen op B1 niveau;

    • Nieuwe werkwijze afhandeling handhavingsverzoeken in Q1 2023. Dit moet leiden tot een reductie van 65% van het in behandeling nemen van handhavingsverzoeken. Op dit moment behandelen wij alle verzoeken, zonder te werken op basis van de risicoanalyse en strategieën. Wij streven hiermee een urenbesparing van 1000 uur op jaarbasis;

    • Inventarisatie van de handhavingstaken met betrekking tot handhaving kinderopvang voor eind 2023. Op dit moment is het gehele traject bij handhaving belegd en kost het team 690 uur. Hiermee willen we anticiperen op de wetswijziging per 2024. In 2021 heeft de regering besloten dat in 2024 50% van de gastouders jaarlijks geïnspecteerd moeten worden. Dit houdt in dat vanaf dat moment er 47-jaarlijkse inspecties bijkomen;

    • Herzien van wijze van aanpak van de handhaving van kinderdagopvang. Op dit moment vergt het veel uren, vooral administratief en is dit bij verschillende teams belegd. We streven er naar om voor eind Q4 2023 een conceptvoorstel tot herziening welke moet leiden tot een efficiëntere manier van werken.

    • Opschonen zaaksystemen: door verschillende wijzen van werken en personele wisselingen is er vervuiling in het aantal dossiers ontstaan. We gaan voor Q1 inzichtelijke maken welke dossiers gesloten kunnen worden en wat de lopende zaken zijn welke op basis van geconstateerderde achterstanden en urgentie prio krijgen in afhandeling. Voor Q2 hebben we het procesmatig zaakgericht werken o.a vanuit Openwave op orde.

    • We gaan de interne- en externe vragen en overleggen inventariseren en daar waar mogelijk efficiënter maken. Het doel is dit terug te brengen naar maximaal 500 uur voor het gehele team per jaar. Op dit moment wordt er 640 uur per jaar voor het hele team aan besteedt, dit kan teruggebracht worden door bijvoorbeeld overleggen effectiever in te gaan zetten of door betere informatievoorzieningen, zowel intern als extern.

Doelen Toezicht

Bij de doelen van toezicht maken we een onderscheid in toezicht op bouwwerken en toezicht op brandveiligheid, om deze reden hebben we dan ook aparte doelstellingen hiervoor opgenomen. Omdat we bij handhaving processen gaan herzien, maar wij ook ondermijning willen integreren hebben wij ook hiertoe voor Toezicht een nieuw doel voor 2023 opgesteld.

 

  • 1.

    Informele aanpak

    • In gevallen waarin de overtreding weinig tot geen gevaar opleveren en er een lage prioritering is, kiezen we voor de informele aanpak. Dit houdt in dat de Toezichthouders ter plekke gaan kijken en met de overtreders gaan praten. Hiermee streven we het oplossen ter plekke na en proberen we zo formele handhavingszaken te voorkomen. Doel: reductie 30% handhavingszaken welke een lage prioritering hebben.

  • 2.

    Bouwwerken

    • Op 100% van de verleende vergunningen voor de activiteit bouw waarop een hoge prioriteit zit vindt tijdens het bouwtoezicht plaats door de toezichthouders bouw. Wanneer de WKB in werking treedt wordt het toezicht gedaan door een kwaliteitsborger. De toezichthouder zal dan een administratieve toets doen.Toelichting: er zit natuurlijk een vertraging tussen het verlenen van een vergunning en het daadwerkelijk gebouwd worden van een bouwwerk. Dit betekent dat het toezicht vaak ook nog van toepassing is op bouwwerken die in eerdere jaren zijn verleend.

    • Gemeente Hollands Kroon heeft een groot aantal eigen panden en projecten in beheer en aanbouw. Ook hier wordt voor, tijdens en na de bouw 100% toezicht gehouden.

    • 100% van de gebouwen waarin mensen verblijven die niet zelfredzaam zijn, worden volgens de daarvoor van toepassing zijnde frequentie op brandveiligheid en constructieve veiligheid gecontroleerd.

    • Bij alle constateringen van overtredingen wordt getracht er samen uit te komen via de informele aanpak. Bij alle overtredingen die niet in gezamenlijkheid kunnen worden opgelost, wordt een handhavingstraject gestart. Het streven is 15% van deze handhaafzaken te voorkomen. Tevens is de constructieve veiligheid van de gebouwen gewaarborgd.

  • 3.

    Brandveiligheid

    • Alle instellingen waar niet of verminderd zelfredzame volwassenen of kinderen wonen of verblijven worden jaarlijks gecontroleerd op brandveiligheid. Dit doen we in samenwerking met de VRNHN. Bij alle geconstateerde overtredingen wordt de instelling aangeschreven met een begunstigingstermijn. Er wordt een handhavingstraject ingezet zodra een instelling zich niet aan de begunstigingstermijn houdt. Afspraken met de VRNHN worden geëvalueerd en aangepast waar nodig.

    • Alle nieuw te bouwen instellingen worden tijdens de bouw gecontroleerd en in samenwerking met de VRNHN af geschouwd voordat deze in gebruik genomen worden.

    • Na een 1e controle zijn in 80% van de gevallen de geconstateerde brand technische gebreken binnen de daarvoor gestelde termijn opgelost.

  • 4.

    Interne werkprocessen en afspraken

    • We gaan verder inventariseren hoe we het toezicht van ondermijning kunnen integreren bij onze bestaande werkzaamheden.

    • De Wet Kwaliteitsborging treedt op 1 januari 2024 in werking. Wij gaan verder met de pilot, interne werkprocessen ontwikkelen en zorgen voor de benodigde opleidingen en trainingen. Tevens bekijken wij de mogelijkheid om nog een proefproject te starten. Dit doen we samen met team Vergunningen

    • We sluiten onze wijze van toezicht aan op de nieuwe processen van Handhaving dit betreft o.a.:

      • 1.

        We vergroten de informele aanpak: In beginsel zullen wij alle meldingen voor illegale huisvesting van arbeidsmigranten proberen oplossen middels deze aanpak. D.w.z. dat wij na controle een hersteltermijn afspreken met de overtreder en deze schriftelijk op de hoogte stellen van de gebreken e/o overtredingen. Wanneer na deze hersteltermijn de overtreding niet gestaakt is zetten wij de zaak door naar afdeling Handhaving. Deze aanpak zullen wij tussentijds evalueren en eventueel uitbreiden met andere casuïstiek;

      • 2.

        We werken net als Handhaving op basis van prioritering zoals in hun beleid is vastgesteld (zie bijlage 4)

3.3.3 Samenwerkingsafspraken

Voor de realisatie van haar doelstellingen is de gemeente mede afhankelijk van andere partijen. Dit hoofdstuk beschrijft welke samenwerkingspartners en overlegvormen er zijn en hoe de samenwerking wordt gestructureerd. Dit is geen uitputtend overzicht, maar dit zijn de meest voorkomende samenwerkingspartners.

 

  • 1.

    Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (ODNHN)

Doel: onder mandaat uitvoering geven aan het milieubeleid en de milieutaken van de deelnemende gemeenten en de provincie. Door adequate, professionele en transparante vergunningverlening zorgt de OD voor een schoon, veilig, gezond en duurzame leefomgeving

  • Actief bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken rondom de fysieke leefomgeving;

  • Het na de inwerkingtreding van de Omgevingswet uitvoeren van de dan gedecentraliseerde bodemtaken (voorheen Wet bodembescherming) namens de gemeente Hollands Kroon en de warme overdracht vanuit de provincie faciliteren;

  • Inbreng van specialistische expertise in omgevingsplannen, vergunningverlenings- en toezicht/handhavingstrajecten met het oog op kwaliteit, duurzaamheid, veiligheid, circulariteit en integraliteit.

Specifiek taken waartoe Hollands Kroon met de OD een dienstverleningsovereenkomst heeft

 

  • Aanbieden, storten of verbranden afvalstoffen;

  • Bodem;

  • Indirecte lozingen;

  • Verwijdering asbest;

  • Slopen (meldingen en controle hierop);

  • Handhavingsverzoeken m.b.t. asbest en slopen;

  • Adviestaak Wabo (tot inwerkingtreding Omgevingswet);

  • Ontheffing route gevaarlijke stoffen.

 

  • 2.

    Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (VRNHN)

Doel: Het gezamenlijk behartigen van belangen, die de schaal van de individuele gemeenten te boven gaan, voor de veiligheid van de bevolking.

 

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord staat voor het verkleinen van risico’s en het beperken van leed en (gezondheids)schade bij incidenten. Dit wordt gedaan door het bieden van adequate hulp en intensief samenwerken met andere partijen die betrokken zijn bij veiligheid en hulpverlening. Inwoners en bedrijven worden gestimuleerd tot zelfredzaamheid en het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Belangrijke thema’s zijn Zorg en Veiligheid, Veilig Leven, Brandweer, Omgevingswet en oriëntatie op nieuwe crisistypen (cyber, klimaat, extreem geweld).

 

Specifiek taken waartoe Hollands Kroon met de VR een dienstverleningsovereenkomst heeft

  • Advies brandveiligheid (waaronder evenementen)

  • Gezamenlijk toezicht tijdens de bouw

  • Toezicht gebruik bouwwerken (zorginstellingen, bijeenkomst, onderwijs, sport, industrie, logies, kamerverhuur, winkel)

  • Toezicht evenementen

  • Toezicht milieu (integraal met OD)

  • Toezicht bij meldingen brandonveilige situaties

  • Integrale toezicht- en handhavingsacties

     

  • 3.

    Provincie Noord-Holland

De provincie houdt toezicht op de gemeentelijke monumentenzorg, daar waar er ingrijpende wijzingen aan provinciale monumenten worden ze tevens om advies gevraagd

Ook wordt intensief samengewerkt op het vinden van locaties voor (logies) voorzieningen om buitenlandse werknemers (legaal) te huisvesten en houdt zij interbestuurlijk toezicht

 

  • 4.

    Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD)

Het toezicht op de kinderopvang is uitbesteedt aan de GGD. Onder kinderopvang vallen alle kinderdagverblijven, de buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouderopvang. Het wettelijk kader voor de toezicht en handhaving voor kinderopvang wordt gevormd door de Wet kinderopvang (Wko) en de daarbij behorende beleidsregels. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de kinderopvangvoorzieningen ligt nadrukkelijk bij de houder (c.q. exploitant) van deze voorzieningen voor kinderopvang. De GGD houdt voor de gemeente Den Helder toezicht op de kwaliteit van de kinderopvangvoorzieningen. De gemeente Den Helder oefent de handhaving hierop uit. Daarnaast draagt de gemeente Den Helder zorg voor de registratie in het Landelijk Register Kinderopvang

 

(LRK) en draagt zij zorg voor de jaarlijkse verantwoording van haar taken aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het toezicht op de gemeente Den Helder bij de uitvoering van haar taken wordt uitgeoefend door de Inspectie van het Onderwijs.

 

  • 5.

    Regionale Informatie en Expertise Centrum (RIEC)

Met het RIEC Noord-Holland is er een convenant met daarin afspraken over de bestuurlijke en geïntegreerde aanpak van ondermijning (georganiseerde criminaliteit, bestrijding handhavingsknelpunten en de bevordering van integriteitsbeoordelingen).

 

  • 6.

    Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK)

De samenwerking tussen de waterschappen en gemeenten heeft betrekking op het toezicht en handhaving van zaken die grondwater of oppervlaktewater gerelateerd zijn, zoals waterkwaliteit en -kwantiteit, medegebruik van openbaar water en nautisch toezicht op vaarbewegingen.

Ook adviseert het waterschap de gemeente over waterhuishoudkundige gevolgen en bij vergunningverlening en handhaving van lozingen op de riolering. Daarnaast stelt het waterschap een waterschapsverordening vast. De waterschapsverordening bevat regels voor waterkeringen, watergangen en grondwater.

 

  • 7.

    Rijkswaterstaat

De samenwerking tussen Rijkswaterstaat en de gemeente heeft betrekking op waterkwaliteit en wegen. Monitoren en versterken van de veiligheid van de waterkeringen is hierbij tevens een onderdeel.

4. Voorbereiding Monitoring en Verslaglegging

4.1 Voorbereiding: Processen en procedures

Om ervoor te zorgen dat het de ambtelijke organisatie op een juiste wijze uitvoering geeft aan de uit- voering van het VTH-uitvoeringsprogramma en het VTH-beleid, handelt de organisatie op grond van vooraf vastgestelde procedures, processen en protocollen (art. 7.4, Bor).

 

Hoewel binnen Hollands Kroon op een eenduidige manier wordt gewerkt zijn procedures en protocollen onvoldoende vastgelegd. In 2021/2022 is er in het kader van de Omgevingswet en de Wkb aan processen gewerkt. Zo is de Intake-/Omgevingstafel vastgesteld, maar ook hoe we omgaan met de BOPA is op hoofdlijnen bepaald. Daarnaast zijn processen voor het verplichte advies van de gemeenteraad vastgelegd.

 

De evaluatie van de Kadernota VTH 2019-2022 en de vaststelling van dit beleid leert ons dat we voor 2023 (integrale) processen en daarmee ook (nieuwe) procedures nader in kaart moeten brengen. Dit geldt voor alle teams binnen het VTH-domein ook als doel meegenomen voor 2023. In bijlage 7 is daarom voor nu enkel een globale beschrijving te vinden van werkwijzen welke tot stand is gekomen op basis van gesprekken met medewerkers van de teams. Uitgangspunt is dat we op basis van de strategieën werken zoals te lezen in bijlage 2 t/m6.

 

4.2 Monitoring: Werkzaamheden

Om verantwoording te kunnen afleggen over de inspanningen en resultaten zijn verschillende gegevens nodig. Deze gegevens moeten periodiek opvraagbaar zijn voor de teams zelf, de directie maar moeten ook kunnen dienen voor doeleinden als voor periodieke verantwoording aan het bestuur. Jaarlijks leggen we verantwoording af via monitoring van de vastgestelde ambities en doelen dit doen we via de volgende instrumenten

 

  • 1.

    Openwave en KIS

Voor alle taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving wordt gebruik gemaakt van Openwave en Kiss. In het najaar van 2022 is gewerkt aan de nadere invulling van deze programma’s. Dit maakt het mogelijk om vanaf 2023 reguliere taken digitaal bij te houden en op basis van rapportages onze prognoses te analyseren.

 

  • 2.

    Intaketafel en Omgevingstafel

Met de komst van de Omgevingswet komt de nadruk steeds meer te leggen op het vooroverleg. Dit richten wij in met een intake- en omgevingstafel.

Deze tafels moeten het mogelijk maken om initiatieven, waarbij strijd met wet- en regelgeving is, maar welke wel aansluiten bij onze ambities te realiseren. Voordat een initiatief een geheel vergunningstraject doorloopt wordt al gemotiveerd weergegeven bij waarom het wel of niet wenselijk is. Jaarlijks zullen deze motiveringen geanalyseerd worden. Op basis hiervan kan dan worden geconcludeerd of we onze ambities waarmaken. Sinds 2022 werken wij volgens deze systematiek.

 

  • 3.

    Bezwaar en beroep

De dienstverlening moet voldoende uitvoeringskwaliteit hebben. Hiermee wordt bedoeld, de mate waarin een product en/of dienstverlening voldoet aan de juridische doelen en bijdraagt aan de omgevingsdoelen.

 

Om een voldoende uitvoeringskwaliteit te hebben zijn er de volgende doelen.

  • 1.

    Bij 100% van de vergunningen zijn de juiste toetsingskaders gebruikt.

  • 2.

    80% van de bezwaar- en beroepsschriften m.b.t. vergunningverlening is ongegrond.

  • 3.

    100% van de Wabo medewerkers blijven voldoende geschoold en ervaren, zodat deze voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.2.

  • 4.

    Het toetsingskader voor geringe ruimtelijke ontwikkelingen is helder door het vaststellen van de beleidsregels Fysieke Leefomgeving voor de zogenaamde kruimelgevallen.

  • 5.

    De algemene plaatselijke verordeningen worden binnen deze beleidsperiode geëvalueerd en indien noodzakelijk aangepast.

Op basis van het aantal bezwaar-en beroepszaken en dan met name de zaken die standhouden bij de rechter, kan onze kwaliteit van dienstverlening worden geanalyseerd. Hoewel het nog geen standaard onderdeel van onze werkwijze vormt, willen we binnen het VTH-domein, deze uitkomsten ook qua inhoud gaan analyseren. Dit mede met het oog om te kijken of er in bepaalde gevallen beleid ontwikkeld kan worden. Voor 2023 willen we hiermee een start maken binnen alle VTH-teams.

 

  • 4.

    Contact

Met het voeren van een vergunningenstrategie waarbij communicatie een speerpunt is proberen wij bezwaarschriften te voorkomen. Over de besluiten die genomen worden door het college communiceren we actief. Daarin vertellen we waarom we een bepaalde koers varen, maar ook welke voor- en nadelen tegenover elkaar afgewogen zijn en wat verder aandacht nodig heeft of beter kan. Hierin leveren we maatwerk. De aard van het genomen besluit bepaalt de vorm van de communicatie.

 

Ook door het bieden van de mogelijkheid tot vooroverleg en deelname aan de omgevingstafel proberen wij aan de voorkant bezwaarschriften te voorkomen.

 

  • 5.

    Informele aanpak

De gemeente Hollands Kroon werkt al enige tijd met de informele aanpak bij bezwaarschriften. Vaak leidt een bezwaarschriftenprocedure tot ontevredenheid bij burgers en is weinig klantgericht. Er komt een besluit op bezwaar maar het onderliggende conflict is niet opgelost. Iedere bezwaarmaker wordt in de gelegenheid gesteld om in gesprek te gaan. De ervaringen zijn positief. Een deel van de bezwaarschriften kunnen informeel worden afgedaan. In 2023 gaan wij hiermee door.

 

4.3 Verslaglegging

Na afloop van het kalenderjaar wordt een jaarverslag opgesteld voor het college, waarin tenminste over de volgende onderwerpen wordt gerapporteerd:

  • De uitvoering en voortgang van de voorgenomen activiteiten uit het uitvoeringsprogramma VTH;

  • Of de uitvoering van deze activiteiten heeft bijgedragen aan de voortgang van de beleidsdoelen uit het VTH-beleidsplan;

  • Of het VTH-beleidsplan (mede op basis van bovenstaande) eventueel aangepast moet worden;

  • Of de VTH-organisatie nog voldoet aan de wettelijke kwaliteitscriteria.

Het college maakt het jaarverslag bekend aan de gemeenteraad en Gedeputeerde Staten.

 

4.4 Evaluatie

Voordat een beleidsperiode is verstreken, wordt ten behoeve van het nieuwe beleid een evaluatie uitgevoerd. Er wordt dan beoordeeld of:

  • Vastgestelde beleidsdoelen uit het VTH-beleidsplan zijn bereikt;

  • De voorgenomen activiteiten uit het VTH-beleidsplan zijn uitgevoerd;

  • Er aan de afspraken is voldaan die met externe partijen zijn gemaakt.

Ook deze evaluatie documenteren wij in het jaarverslag en de resultaten worden gebruikt voor het nieuwe VTH-beleid voor de volgende beleidsperiode en het uitvoeringsprogramma VTH voor het volgende jaar.

5. Organisatie: Capaciteit en middelen

Binnen Hollands Kroon werken we op basis van structurele kosten, waarvan de vaste medewerkers bekostigd worden, dit zijn de berekenden fte. Daarnaast werken we met incidentele kosten, gekoppeld aan een tijdelijk project of ambities. Ook hebben we samenwerkingsafspraken voor de realisatie van onze doelen.

 

5.1 Capaciteit en Middelen Vergunningen

Hollands Kroon werkt met drie vaste vergunningverleners Wabo, een jurist Wabo en daarnaast inhuur voor reguliere taken. Binnen onze gemeente is bij de vaste vergunningverleners voldoende kennis en kunde aanwezig om de doelen zoals eerder geformuleerd te kunnen behalen. Mochten er ontwikkelingen aankomen waarvan de kennis niet aanwezig is dan zal dit hiaat via een opleiding worden ingevuld of op een andere wijze ingevuld worden (bijvoorbeeld inhuur of externe advisering).

 

Het is vooral de veelheid van ontwikkelingen en ambities die voor capaciteitsproblemen zorgt. Krapte op de arbeidsmarkt is goed voelbaar. Vacatures kunnen niet vervuld worden met ervaren of goed opgeleide mensen.

 

Vergunningverlening

Toename in aantal vergunningsaanvragen verwacht, piek verwacht i.v.m. inwerkingtreding van de Omgevingswet

Bezwaar omgevingsvergunningen, beroep en hoger beroep

We verwachten 15 (hoger) beroepszaken in 2023

Principeverzoeken:

Er wordt een piek verwacht in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet met een totaal van circa 500-550 principeverzoeken.

Ruimtelijke procedures Wro Bestemmingsplannen etc.

Ongeveer 40 per jaar. Er wordt een piek verwacht in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

 

oor aanvragen omgevingsvergunningen voorzien wij in 2023 een lichte stijging van het aantal aanvragen. Dit is gebaseerd op de ervaring/cijfers van de afgelopen 5 jaar. De huidige interne capaciteit is hiervoor niet voldoende maar wordt aangevuld met de bestaande inhuur. Op deze manier kan hieraan worden voldaan. Wel voorzien wij een toename van het aantal aanvragen vlak voor inwerkingtreding van de Omgevingswet. Daarnaast voorzien wij een extra belasting daar waar het gaat om participatie en als gevolg van de ja-tenzij benadering. Dit vloeit onder andere voort uit de Omgevingswet maar ook uit het coalitieakkoord.

 

Voor ruimtelijke procedures verwachten wij het komende jaar geen grote toename. We verwachten wel een piek vlak voor inwerkingtreding van de Omgevingswet. Naast de ruimtelijke procedures onder de Wro zijn wij bezig met het opstellen van het gemeentelijke. De transformatie naar het omgevingsplan vraagt capaciteit van onze organisatie. Deze capaciteit vullen wij intern in. Voor het reguliere werken huren wij capaciteit in waar nodig. Hiervoor is budget opgenomen in de begroting.

 

De gemeentelijke omgevingsvisie moet worden geactualiseerd. In het de omgevingsvisie werken wij een Breed Welvaart Kader uit. Dit kader helpt ons bij de afweging voor grootschalige & bedrijfsontwikkelingen in onze gemeente. Voor de ontwikkeling van de omgevingsvisie zoeken wij de integraliteit met andere onderwerpen maar ook met onze regiogemeenten en andere partners. In het de begroting zijn financiële middelen opgenomen voor het opstellen van de omgevingsvisie.

 

In het kader van het gemeentelijk omgevingsplan maken wij per deelgebied een inventarisatie. Voor 2023 staan de gebieden Niedorp/Winkel, Wieringerwaard en Nieuwesluis, Den Oever en Anna Paulowna op de planning. Vanuit het college is de wens om ontwikkelingen in een breder verband te bekijken. Hiervoor stellen wij dorpsvisies op. De inventarisatie in het kader van het omgevingsplan zijn hiervoor het uitgangspunt. Deze worden uitgewerkt tot ambities voor het gebied. Uiteraard wordt dit samen met de inwoners gedaan.

 

Gelet op de ontwikkelingen op de woningmarkt en de ambities uit het coalitieakkoord gaan wij in 2023 aan de slag met een herziening van de gemeentelijke woonvisie, inclusief actualisatie van het woonbehoefteonderzoek. Daarnaast gaan wij kijken naar alternatieve woonvormen, de huisvestgingsverordening. Wij voorzien op dit onderwerp een tekort aan capaciteit. In 2023 gaan wij hier extra capaciteit voor werven.

 

Gelet de maatschappelijke ontwikkelingen en de ambities vanuit het coalitieakkoord voorzien wij een aandachtspunt voor wat betreft capaciteit. Daar waar tekorten ontstaan kijken wij naar een optimalisering van de werkprocessen. Bijvoorbeeld door te werken met veeg(bestemmings)plannen in plaats van een plan voor elk initiatief. Daarnaast kijken wij naar inhuur voor de reguliere werkzaamheden. Uiteraard gaan wij het liefst voor een duurzame invulling wanneer dat mogelijk is, maar de arbeidsmarkt is erg krap.

 

Soort vergunning

2022

2021

2020

2019

2018

2017

2016

1e fase Regulier

0

0

1

0

0

0

0

2e fase Regulier

0

0

2

0

0

0

0

1e fase Uitgebreid

1

0

1

0

0

3

1

2e fase Uitgebreid

0

0

0

0

1

1

0

Advies omgevingsvergunning bevoegd gezag

1

3

0

2

1

5

10

Gebruiksmelding brandveiligheid

6

15

10

7

12

16

16

Onbekende Milieu-aanvraag

15

34

7

11

15

5

5

Onbekende OLO aanvraag

7

5

10

1

0

0

2

Principeverzoek

26

500

422

439

266

117

158

Reguliere procedure

435

504

488

503

462

404

449

Sloopmelding

191

198

253

339

369

279

293

Uitgebreide procedure

57

58

42

54

55

55

41

Vooroverleg

2

1

1

1

9

22

13

 

Prognose

2023

Wabo

Uitgebreide procedure

60

Principeverzoek

450

Omgevingstafel

12

Sloopmelding

220

Reguliere procedure

500

Onbekende Milieu-aanvraag

25

Bouwbesluit

Gebruiksmelding brandveiligheid

12

5.1.1 Opleidingen

In het kader van de implementatie van de Omgevingswet hebben alle medewerkers verschillende trainingen gevolgd. Hiervoor is budget opgenomen in de begroting. Daarnaast is het mogelijk om via de MLF (vakinhoudelijke)trainingen te volgen.

 

5.2 Capaciteit en middelen APV

Het team APV bestaat structureel uit 3 fte Voor 2023 is er een tijdelijke uitbreiding van 28 uur per week voor de ondersteuning van administratieve lasten. Hiertoe is een uitgebreide urenstaat met planning opgemaakt, welke voortkomt uit het Plan van Aanpak over de ambities van het team. Door de tijdelijke uitbreiding is het de bedoeling de gestelde ambities en doelen voor 2023 te behalen. 21Gedurende 2023 gaan we bekijken of de tijdelijke uitbreiding een jaar verlengd moet worden. Daarnaast wordt er juridische begeleiding en procesbegeleiding geboden om de gestelde doelen te behalen. Ook dit is intern opgevuld.

 

soort_vergunning

2023

2022

2021

APV Gebruik gemeentegrond

84

83

66

Alcoholwet artikel 35

124

92

22

Alcoholwet vergunning

4

16

18

Alcoholwet vergunning para commercieel

1

2

1

Bingo

8

5

8

Brandveilig gebruik

40

39

11

Carbid afschieten

3

6

9

Collectevergunning

4

4

3

Collectevergunning doorlopend

20

15

13

Evenementenvergunning

300

214

114

Exploitatievergunning

75

14

14

Exploitatievergunning Logies

8

6

19

Exploitatievergunning para commercieel

4

1

1

Hete luchtballon

0

0

2

Jachtwet

2

2

0

Kerstbomenverbranding evenement

1

1

0

Kledinginzameling

2

2

2

Loterijvergunning

2

2

4

Meldingen

130

74

69

Ontheffing geluid

15

9

13

Ontheffing sluitingstijdstip Horeca

4

4

Ontheffing sluitingstijdstip para commercieel

20

18

3

Ontheffing sluitingstijdstip winkels

8

3

3

Speelautomaten

8

4

1

Staandwantvissen recreatief

29

29

42

Standplaatsen

60

57

69

Verkeer/vervoer

90

84

62

Verklaring van geen bezwaar

15

10

11

Vuurwerk en Carbid opslaan

1

1

1

Wijziging Alcoholwet vergunning commercieel en para commercieel

16

7

10

Wijziging Exploitatie vergunning commercieel en para commercieel

16

2

9

* cijfers van 2021 en tot 1 december 2022 (Openwave is voor APV pas in 2020 ingericht. Cijfers voor die tijd ontbreken.)

 

5.3 Capaciteit en Middelen Handhaving & Toezicht

Het team Handhaving bestaat uit 3 fte. Waarvan 1 vacante vacatures waartoe ingehuurd wordt. Het invullen van de vacante vacatures met ervaren en goed opgeleide mensen is erg lastig gezien de huidige arbeidsmarkt. Doordat er over een periode van zo’n 3 jaar steeds personele wisselingen zijn geweest in combinatie met geen goede overdracht, zijn er achterstanden ontstaan. Voor zover we op dit moment kunnen zien, betreft dat -teruggekeken tot 1 januari 2021- 183 handhavingsdossiers. Gemiddeld genomen moet voor het onderzoeken en behandelen van een handhavingsdossier zo’n 20 uur geraamd worden. 183 x 20 uur is 3660 mensuren.

 

Het team Toezicht bestaat uit 5 fte waarvan 1 voor 32 uur de administratieve taken op zich neemt. De andere 4 zijn 36 uur en zijn aangesteld o.a. toezichthouder Wabo. Hiervan is 1 FTE langdurig ziek en het is onduidelijk of en wanneer deze persoon terugkomt. Om deze reden is 1 FTE op huurbasis aangenomen voor alle bouwkundige taken. Deze taken zijn voor dit jaar geborgd.

 

1 FTE is voor alle toezichthoudende taken en houdt zich ook bezig met ondermijning. De overige 2 FTE zijn voor alle overige toezichthoudende taken.

 

Beide teams hebben structureel uren te kort. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt is hier niet zomaar een oplossing voor. Daarom is als extra doel naast de ambities en wettelijke taken om bestaande processen te herzien, opdat processen en procedures efficiënter en effectiever worden. Zo gaan we onderzoeken of het aantal uur dat besteed wordt aan de wettelijke taak handhaving bij Kinderdagopvang wellicht anders kan worden ingericht, opdat er we er niet wekelijks ca.24 uur per week aan kwijt willen zijn. Ook gaan werkprocessen herbekijken op efficiëntie en effectiviteit opdat we enkel op basis van prioritering gaan werken.

 

Door daadwerkelijk risico-gestuurd te gaan werken zal er capaciteit bij zowel Toezicht als Handhaving vrijgespeeld worden. Gedurende 2023 dienen de werkprocessen en daarmee ook de uren besparing te zijn vastgesteld. Voor laatste wordt interne begeleiding geboden. We streven hierbij de volgde prognoses na, opdat de reguliere werkzaamheden maar ook de ambities in dit beleid gerealiseerd kunnen worden.

 

Handhaving

Taak

2022

2021

2020

2019

2018

2017

2016

Handhaafthema

65

20

24

39

42

47

17

Handhaafverzoek

84

42

43

24

24

22

5

Klacht/Melding

4

5

22

2

9

13

6

Onbepaald

4

Overtreding geen prioriteit

11

5

33

46

14

8

9

Overtreding prioriteit hoog en zeer hoog

16

12

36

16

17

10

*cijfers tot 1 december 2022

 

Prognose

2023

Handhaafthema

57

Handhaafverzoek

48

Op de lijst nog op te pakken zaken

Overtreding gemiddeld

42

Oppakken mits er tijd voor is

Overtreding prioriteit hoog/zeer hoog

36

Oppakken

Achterstanden

92

Oppakken mits er tijd voor is

 

Toezicht

Bij de prognose voor 2023 zijn we uitgegaan van de bijgestelde ambities (zoals minder uren voor de BAG en Oekraïners). De aantal inspecties gemoeid met handhavingsverzoeken en de prioritering hierin zijn een zeer ruw inschatting aangezien voor beide teams Handhaving en daarmee ook Toezicht nog aangepast moeten worden.

 

Onderdeel

Korte uitleg

Aantal zaken per jaar

Administratie

Alle administratieve werkzaamheden

52

BAG

25

Wkb (proefproject)

3

Toezicht Wabo / Openbare Ruimte

Handhaafverzoeken (alles)

86

Ondersteuning APV / Evenementen

52

Toezicht Bouwkunde

Toezicht prio hoog/zeer hoog

15

Informele aanpak (prio laag)

100

Toezicht brandveilig gebruik ism VRNHN

52

Toezicht monumenten

5

Overige (uitzetten, peil etc.)

50

Periodieke controle arbeidsmigranten etc.

50

Ondermijning

Bestuurlijk Toezicht Prostitutie (schatting)

1

Adresonderzoek (LAA & BRP)

240

Integrale controles

8

Sluiting pand i.h.k.v. wet Damocles

6

Preventief rondrijden/ opsporen

52

Overig / AD HOC aanvragen

Oekraïne

20

24-uurs calamiteiten dienst (daadwerkelijk inzet)

5

Asbest

30

 

5.4 Capaciteit en Middelen Samenwerkingsafspraken

De advisering van een aantal taken binnen het VTH-domein zijn belegd bij de Omgevingsdienst en de Veiligheidsregio. Voor 2023 continueren we de samenwerkingsafspraken. Met beide gemeenschappelijke regelingen zijn afspraken gemaakt voor 2023. Er wordt, voor zover dat mogelijk is, gewerkt conform de Omgevingswet.

 

In het geval van de omgevingsdienst wordt het VTH - uitvoeringsprogramma 2022 door middel van een collegebesluit doorgezet tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet halverwege 2023. Het college stelt, in samenspraak met de OD en de provincie, halverwege 2023 het uitvoeringsprogramma voor de laatste helft van dat jaar vast.

 

  • 1.

    Omgevingsdienst

Op basis van de door het AB vastgestelde begroting 2023 geldt voor Hollands Kroon een bijdrage van € 1.733.131,- voor het jaar 2023.

 

  • 2.

    Veiligheidsregio

Op basis van de door het AB vastgestelde begroting 2023 geldt voor Hollands Kroon een bijdrage van € 3.647.842.

Bijlage 1. Relevante wet- en regelgeving

Wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH)

Op 14 april 2016 is de Wet VTH van kracht geworden. Hierdoor zijn wijzigingen aangebracht in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor). Deze wet brengt met zich mee dat de gemeente aan kwaliteitscriteria moet voldoen voor de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving.

 

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo): Wabo /omgevingsrecht

Vergunningen

In landelijke wet- en regelgeving zoals de Wabo, Bor en Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) is bepaald in welke gevallen burgers, bedrijven en instellingen een omgevingsvergunning nodig hebben. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning kan digitaal bij het landelijke omgevingsloket (OLO) in- gediend worden. Er geldt daarbij een procedure waarop een besluit volgt voor mogelijk meerdere activiteiten.

Bij vergunningverlening worden activiteiten preventief getoetst. Hierbij worden de wettelijke (indienings- ) eisen van onder andere de Bor, Mor en de Wabo gehanteerd. Zo wordt bijvoorbeeld voor de activiteit bouwen getoetst op constructieve veiligheid, gezondheid, energiezuinigheid en welstand. Voor een inrit / uitritvergunning op verkeersveiligheid en bruikbaarheid van de weg.

De Wabo heeft een hoofdstuk dat geheel gewijd is aan handhaving. De Wabo is zo opgezet dat er bestuurlijk kan worden gehandhaafd op het bepaalde in de Wabo zelf en op een dertiental andere omgevingsrechtelijke wetten. Het ruime bereik van de Wabo moet leiden tot integrale handhaving. Ver- leende vergunningen, ontheffingen en meldingen worden door toezichthouders gecontroleerd. Daarnaast zijn er toezichts- en handhavingstaken in de fysieke leefomgeving zoals controle op vergunningsvrij bouwen, gebruik in relatie tot het bestemmingsplan, etc. Bij de activiteit bouwen is het van belang dat bouwwerken constructief- en brandveilig, bruikbaar en energiezuinig worden gebouwd en voldoen aan de eisen van welstand. De kwaliteit van bestaande gebouwen wordt gecontroleerd, zodat deze voldoen aan wet- en regelgeving. Wat betreft het gebruik van het bouwwerk (wonen of werken) is het van belang dat dit past binnen het bestemmingsplan. Daarnaast wordt op basis van meldingen, klachten en eigen waarnemingen toegezien op illegale bouwwerken en gebruik.

De OD NHN heeft een adviserende rol op diverse gebieden in relatie met milieu: zij adviseert over milieuaspecten bij het opstellen van bestemmingsplannen en het wijzigen hiervan, bij diverse geluids- aspecten, in het kader van externe veiligheid, luchtkwaliteit, etc. Milieuklachten worden door de RUD NHN in behandeling genomen. Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld en wordt gerapporteerd over de uitgevoerde werkzaamheden. Beide worden ter informatie verzonden aan de gemeenteraad.

Om de kans op brand in gebouwen, en de gevolgen daarvan, te beperken worden aan gebouwen en het gebruik ervan brandveiligheidseisen gesteld. De Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (VRNHN) adviseert in het geval van vergunningen en meldingen brandveilig gebruik. Dit gebeurt niet alleen bij bouwwerken maar ook bijvoorbeeld bij evenementen. In het geval van omgevingsvergunningen met de activiteit bouwen en brandveilig gebruik gaat het om compartimentering van het gebouw om ont- stane branden te isoleren en daarnaast om brandblusmiddelen en maatregelen die ervoor moeten zorgen dat personen in het geval van brand zo snel en veilig mogelijk kunnen vluchten. Ook de controles op brandveilig gebruik worden uitgevoerd door de VRNHN. In het geval van overtredingen wordt in overleg met de gemeente getreden.

Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

In de APV is de gemeentelijke regelgeving op het gebied van leefbaarheid en openbare orde opgenomen. Het gaat met name om onderwerpen en activiteiten die in de openbare ruimte plaatsvinden zoals bij- voorbeeld exploitatievergunningen, (grote) evenementen en overlast. De APV wordt door de gemeenteraad vastgesteld. Niet voor alle zaken is het college het bevoegd gezag. Voor sommige zaken, zoals de exploitatievergunning en seksinrichtingen, is de burgemeester het bevoegd gezag.

Het gaat bij de APV veelal om onderwerpen en activiteiten waar burgers direct hinder van kunnen ondervinden. Enkele voorbeelden hiervan zijn geluidoverlast bij evenementen, loslopende honden en het stallen van caravans en aanhangers. De gemeente ontvangt regelmatig klachten en meldingen van burgers over APV gerelateerde zaken. De toezichthouders nemen klachten in behandeling en zijn in eerste instantie ook verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van verleende vergunningen en ontheffingen.

Alcoholwet (AW)

Het doel van deze wet is gezondheidsschade door alcohol bij jongeren te voorkomen en verstoring van de openbare orde door alcoholmisbruik onder jongeren terug te dringen. De burgemeester is het bevoegd gezag is voor de AW. De taken op het gebied van vergunningverlening lagen reeds bij de gemeente. Met de wetswijziging werden de toezichtstaken overgeheveld van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) naar de gemeente.

De burgemeester is het bevoegd gezag als het gaat om het verstrekken van vergunningen op grond van de AW. Horecabedrijven waar alcohol verstrekt wordt voor gebruik ter plaatse (bijvoorbeeld cafés, restaurants en sportkantines) mogen niet in werking zijn zonder vergunning. Dat geldt ook voor slijterijen waar sterke alcoholische drank (meer dan 15% alcohol) verkocht wordt. Daarnaast worden er ook ontheffingen verleend, bijvoorbeeld in verband met het tijdelijk verstrekken van alcohol. Dit gaat vaak samen met evenementen. Het toetsingskader voor aanvragen op grond van de AW ligt vast in de wet.

Per 1 januari 2013 is de burgemeester behalve met vergunningverlening, ook belast met toezicht en handhaving op grond van de AW. Voorheen werd dit uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

Afvalstoffenverordening (AV)

De AV is een gemeentelijke verordening. Hierin staat o.a. de gemeentelijke regelgeving op het gebied van inzameling van huishoudelijk afval.

Bijzondere wetten

Vergunningen

Naast bovenstaande worden er ook vergunningen en toestemmingen verleend op grond van bijzondere wetten en lokale regelgeving. Er worden bijvoorbeeld vergunningen verstrekt in het kader van de Wet op de kansspelen (veelal speelautomaten).

Toezicht en handhaving

Het toezicht op parkeren, op grond van de Wegenverkeerswet, gebeurt door de toezichthouders. Ook het toezicht op de kansspelen is bij hen ondergebracht. Het toezicht bij de markt wordt uitgevoerd door de marktmeester.

Bijlage 2. Toetsingsmatrix Bouwbesluit

In wet- en regelgeving is bepaald voor welke activiteiten inwoners en bedrijven een vergunning moeten aanvragen om ze te mogen uitvoeren of ondernemen en welke activiteiten gemeld moeten worden. Het is echter niet nodig om elke aanvraag die wordt ingediend even diepgaand te toetsen aan de regels. Immers niet iedere activiteit die vergunningplichtig is of moet worden gemeld heeft hetzelfde toetsingskader.

 

Het toetsen van een omgevingsvergunning voor de activiteit Bouwen aan het Bouwbesluit 2012 gebeurt op verschillende niveaus:

  • a)

    Snelle toets (S)

  • b)

    Visuele toets (V)

  • c)

    Representatieve toets (R)

  • d)

    Integrale toets (I)

Ad a) bij een snelle beoordeling wordt er niet zo zeer gekeken naar de inhoud van de bij een bouwaanvraag behorende technische bescheiden, maar wordt er meer gelet op de aanwezigheid van de vereiste informatie.

Ad b) bij het visueel beoordelen wordt er aandacht besteed aan de uitgangspunten van de ingediende bescheiden zonder deze inhoudelijk te controleren.

Ad c) bij het representatief toetsen wordt niet alles gecontroleerd maar worden er per te toetsen object enkele representatieve onderdelen gepakt. Deze belangrijke onderdelen worden dan geheel getoetst.

Ad d) bij het integraal toetsen is het de bedoeling dat vrijwel alles van het desbetreffende onderdeel gecontroleerd en nagerekend wordt.

Als blijkt dat iets niet juist is wordt een toetsingsniveau dieper getoetst. In principe is dat het eerstvolgende toetsingsniveau. Blijkt bijvoorbeeld uit de visuele beoordeling dat er zaken niet lijken te kloppen, dan wordt het bouwplan alsnog representatief getoetst.

 

 

In bovenstaande tabel is geen onderscheid gemaakt naar gebieden, zoals bijvoorbeeld buitengebied, woonwijken, bedrijventerreinen en het centrum. Het gaat in principe om de aard van het bouwwerk. Dit laat onverlet dat in specifieke gevallen van het schema kan worden afgeweken in gevallen dat de omgeving er wel toe doet. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de veiligheid voor de omgeving door de aard van het gebruik van het bouwwerk.

Bijlage 3. Vergunningstrategie

1. Inleiding

Deze bijlage beschrijft de strategieën voor vergunningverlening voor diverse activiteiten. Vanuit een risicoanalyse en de prioriteitenstelling volgt een bepaald toetsingsniveau voor diverse activiteiten. In dit beleidsplan worden de toetsingsprotocollen per taakveld gespecificeerd zodat het toetsingsproces transparant en voorspelbaar is voor zowel de gebruikers als voor de klanten.

 

1.2 Doelstelling

Het doel van het toetsingsprotocol is om de verlening van vergunningen transparanter te maken en uniformiteit in de toetsing te bewerkstelligen. Met het toetsingsprotocol legt de gemeente zichzelf voor iedere vergunning een minimum toetsingsniveau op.

 

Het bestuurlijk vaststellen van de toetsingsniveaus van de diverse voorschriften zodat de vergunningverlening op een verantwoorde wijze plaats vindt. Hierdoor kunnen ook de medewerkers afgewogen en expliciete keuzes maken bij het toetsen van vergunningaanvragen en meldingen.

 

Onze visie: Ja,mits e willen samen met onze inwoners, ondernemers en overige organisaties werken aan een veilig, prettig en duurzaam woon-, werk- en leefklimaat in onze dorpen en buitengebied. Wij dragen daaraan bij door het verstrekken van informatie over en voor ruimtelijke initiatieven in de fysieke leefomgeving van Hollands Kroon en het geven van toestemming daarvoor via het verlenen van omgevingsvergunningen vanuit de ‘ja, tenzij’-gedachte. Dit is passend bij de doelstelling van de Omgevingswet en zal verwoord worden in de ja, tenzij kompas.

 

We willen initiatieven faciliteren binnen onze gemeente door middel van een optimale dienstverlening. Tegelijkertijd willen we de leefbaarheid van onze gemeenschap beschermen, alsmede het bewaken van het evenwichtig toebedelen van functies aan locaties. Daarnaast vormen de invoering van de Omgevingswet, de Wet kwaliteitsborging en de stikstofproblematiek, spuitvrijezoneproblematiek, de woningbouwopgave en de energietransitie de belangrijke prioriteiten in de beleidsperiode tot en met 2023.

 

1.3 Uitgangspunten bij beoordelingen van vergunningen en meldingen

Het toetsingsprotocol heeft uitsluitend betrekking op de voorschriften zoals opgenomen in de betreffende wet- en regelgeving. De mate van toetsen wordt bepaald door het effect dat een calamiteit met zich meebrengt, de kans dat deze zich voordoet én de bestuurlijke prioriteit.

 

1.3.1 Informatieverstrekking en principeverzoek

Voordat een principeverzoek of complete aanvraag omgevingsvergunning wordt ingediend, komt het regelmatig voor dat een aanvrager vooraf overleg wil over de haalbaarheid van zijn plan (voor een concreet initiatief). Vaak wordt in eerste instantie het verzoek gedaanbij een betrokken medewerker waarbij de initiatiefnemer het project toelicht en de mogelijke vereiste vergunningen of meldingen worden besproken, met de bijbehorende procedures.

 

Jaarlijks verzoeken onze inwoners en ondernemers ongeveer 500 tot 550 keer om een initiatief te toetsen op haalbaarheid. Vooroverleg/principeverzoek vormt een informele procedure die als doel heeft een indicatie te geven over de haalbaarheid van het bouwplan. Het overleg stelt een potentiële aanvrager in de gelegenheid om de haalbaarheid van een initiatief na te gaan zonder veel kosten te maken en het plan tot in detail uit te werken. Het vooroverleg stelt de gemeente in staat om – meestal via het bouwberaad en onder de Omgevingswet de Omgevingstafel – zich een oordeel te vormen over een initiatief en eventueel daartoe wijzigingen of alternatieven voor te stellen. Tijdens een formele aanvraag zijn we daarin minder flexibel vanwege ‘het primaat van de aanvraag’ (het bevoegd gezag moet beslissen op hetgeen is aangevraagd) en de beslistermijn. Bij het principeverzoek wordt globaal gekeken naar de (ruimtelijke) wenselijkheid, haalbaarheid en inpasbaarheid van het plan. Hierbij is vaak het bestemmingsplan leidend, aangevuld met ander lokaal beleid (bijv. ruimtelijke kwaliteit). Na het vooroverleg is het voor de initiatiefnemer duidelijk of een later in te dienen aanvraag om vergunning kans van slagen heeft en welke procedure hiermee is gemoeid. Als het plan aangepast moet worden, wordt duidelijk aangegeven op welke onderdelen dit dan dient te gebeuren.

 

Deze werkwijze sluit bovendien goed aan bij de Omgevingswet. Daarbij moeten alle aanvragen straks immers in principe binnen 8 weken worden afgehandeld. Daarbij vraagt de Omgevingswet om een integrale afweging, met als uitgangspunt: ‘Hoe kunnen we dit initiatief mogelijk maken?’. Een dergelijke vraag past naar zijn aard beter bij het informele karakter van het vooroverleg dan bij een formele aanvraagprocedure. Het vooroverleg/principeverzoek en de omgevingstafel zijn daarmee instrumenten dat we ook de komende periode willen blijven stimuleren voor alle bouwinitiatieven van enige omvang.

 

1.3.2 Indieningsvereisten

De indieningvereisten voor aanvragen om vergunningen, ontheffingen en meldingen zijn opgenomen in diverse regelingen, zoals de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor), het Activiteitenbesluit en/of het Bouwbesluit 2012.

In bijzondere gevallen kunnen voor de beoordeling andere gegevens nodig zijn dan in specifieke regelingen is opgenomen of wanneer er geen indieningvereisten zijn vastgesteld. Op grond artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan het college om (specifieke) aanvullende gegevens vragen. In het geval een aanvraag niet voldoet aan de indieningsvereisten kan deze niet ontvankelijk worden verklaard. Dit betekent concreet dat de aanvraag niet in behandeling kan worden genomen.

 

Voordat dit gebeurt wordt de aanvrager altijd eerst in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen minimaal vier en maximaal acht weken aan te vullen Is de aanvraag daarna nog niet compleet dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.

 

1.3.3 Kernwaarden van onze dienstverlening

Hieronder is concreet omschreven welk niveau van dienstverlening we willen behouden cq bereiken.

 

Kernactiviteit

Informatieverstrekking & Vooroverleg/principeverzoek

Wat doen wij?

Wij leveren op de kortst mogelijke termijn concrete antwoorden op de gestelde vragen en verzoeken van onze inwoners en ondernemers, waardoor de klant de juiste verwachtingen heeft.

Wat ervaart de klant?

De klant begrijpt het antwoord op zijn vraag, wat de kansen en risico’s zijn en hoe dit aan te pakken.

Wat is onze grondhouding?

Wij vragen door en geven alternatieven indien nodig. We stellen ook de vraag achter de vraag indien mogelijk om de klant beter te kunnen bedienen.

Hoe communiceren we?

We spreken en schrijven in klare taal. Kernwoorden zijn: vriendelijk, uitnodigend, maar ook realistisch.

 

Kernactiviteit

Vergunningverlening

Wat doen wij?

Wij behandelen aanvragen om vergunningen binnen de kortst mogelijke termijn.

Wat ervaart de klant?

De klant voelt zich positief betrokken en meegenomen in het proces. De status en risico’s van de aanvraag zijn steeds helder. De beslistermijn is duidelijk. De beslissing is logisch en sluit aan bij de verwachtingen van de klant.

Wat is onze grondhouding?

Wij handelen in dienst van de aanvrager en andere betrokkenen door de juiste stukken te vragen, gericht te toetsen en helderheid te geven over de werkwijze. Wij focussen ons daarnaast op de risico’s die activiteiten in de fysieke leefomgeving met zich meebrengen. We zoeken actief samenwerking met onze partners.

Hoe communiceren we?

We spreken en schrijven in klare taal. De geschreven correspondentie (brieven, e-mails) zijn B1 niveau of het niveau van de ontvanger. Kernwoorden zijn: samenwerking, oplossingsgericht, overtuigend. Negatieve besluiten worden mondeling aan de aanvrager uitgelegd.

1.3.4 Overige uitgangspunten

Als algemene leidraad voor de toetsing van vergunningen geldt dat uit de ingediende gegevens altijd voldoende aannemelijk moet zijn dat aan de geldende regelgeving wordt voldaan. De gemeente zorgt ervoor dat zij zelf voldoende kennis op de diverse disciplines bezit of inhuurt zodat de gemeente zich er altijd van kan vergewissen of rapporten en adviezen van derden voldoen aan de regelgeving.

 

1.3.4 Interne en externe afstemming

Integrale vergunningverlening is een onderdeel van de dienstverlening van een gemeente. Een adequate interne afstemming is nodig om aanvragen binnen de wettelijke termijnen compleet af te handelen en draagt daardoor in grote mate bij aan de klantbeleving van de dienstverlening. Dit behelst in eerste instantie een goede afstemming, zowel tussen vergunningverleners en andere interne betrokkenen, als tussen vergunningverlener, toezichthouder, handhaver en adviseurs. Deze afstemming is van wezenlijk belang voor een eenduidige, uniforme toetsing en optreden naar buiten toe. Hiervoor zijn werkprocessen opgesteld en werkafspraken gemaakt. Afstemming en adviesmomenten zijn verwerkt in deze werkprocessen en -afspraken. De werkprocessen en -afspraken die de organisatie aangaan worden in een afzonderlijk document vastgelegd. Deze dynamische uitwerking is een reactie van de organisatie op de bestuurlijke keuzes in dit beleidsplan

 

Externe afstemming is van belang om te komen tot een optimaal en integraal resultaat in zowel vergunningverlening, toezicht als handhaving. De samenwerkende partners (waterschap, politie, veiligheidsregio, omgevingsdienst, provincie, ministerie enz.) benutten zo de specifieke deskundigheid, ondersteuning, aanvulling en informatie over en weer. Ook het overleg met adviseurs van aanvragers, zoals architecten, milieuadviseurs etc., zal veelal nodig zijn en bijdragen aan het gewenste eindresultaat.

 

1.4 Uitwerking per beleidsveld

1.4.1 Algemeen

Meldingen

In veel wet- en regelgeving worden de laatste jaren vergunningstelsels vervangen door een systeem van meldingen. Door het stellen van algemeen verbindende regels, is het aanvragen van een vergunning minder vaak nodig. Deze transitie vindt al jaren plaats in de milieuwetgeving. Ook voor het brandveilig gebruiken en slopen is een systeem van meldingen opgenomen in het Bouwbesluit 2012

 

Bij meldingen gaat de wetgever er van uit dat voor bepaalde activiteiten volstaan kan worden met een mededeling (melding) aan het bevoegd gezag. Aan het bevoegd gezag is het de taak te beoordelen of de activiteit inderdaad meldingsplichtig is en of de melding volledig is ingediend.

 

Een volledige inhoudelijke toetsing van een melding past niet binnen de systematiek van de meldingsplicht. Echter, een inhoudelijke toetsing van een melding vindt wél plaats voor wat betreft de relevante feiten van het gemelde bedrijf. Het accent van de taken van de gemeente met betrekking tot meldingen verplaatst zich naar het uitvoeren van toezicht.

 

Het algemene uitgangspunt voor de behandeling van meldingen is als volgt:

 

  • 1.)

    Toets volledigheid: is de melding volledig ingediend?

  • 2.)

    Toets aannemelijkheid: is voldoende aannemelijk dat de melding overeenkomt met het werkelijk (voorgenomen) gebruik of de (voorgenomen) uitvoering van werken? Een uiterst globale schouwing op basis van ervaring.

  • 3.)

    Toets: de ingediende gegevens worden niet inhoudelijk getoetst, tenzij wettelijk voorgeschreven.

  • 4.)

    Maatwerkvoorschriften: globale beoordeling of mogelijk maatwerkvoorschriften nodig zijn.

  • 5.)

    Gebruiksmeldingen: toetsen op volledigheid. Aansluitend wordt de meldingen betrokken in het periodiek toezicht op brandveiligheid.

In het uitvoeringsprogramma VTH kan het college voor specifieke onderdelen van de melding ervoor kiezen enkele gegevens toch vooraf te toetsen en bij strijdigheden de melder hierover te berichten. Hierdoor kunnen achteraf, bij handhaving, mogelijke problemen worden voorkomen.

 

1.4.2 Vergunningenstrategie Bouwen

Toets Bouwbesluit

In het Bouwbesluit zijn voorschriften opgenomen waaraan een bouwwerk moet voldoen. Voor wat betreft de beoordeling van aanvragen omgevingsvergunning is het Bouwbesluit onderverdeeld in de hoofdstukken Veiligheid, Gezondheid, Bruikbaarheid, Energiezuinigheid en Milieu en Installaties. Het is onmogelijk om alle bouwwerken en onderwerpen uit het Bouwbesluit 100% te toetsen. Dit vraagt te veel middelen en personele capaciteit. Ook betekent dit dat de aanvrager zeer veel gegevens dient te overleggen, wat niet in verhouding staat tot de aanvraag. Om te voorkomen dat bij de toetsing willekeur optreedt, is het noodzakelijk afspraken te maken om te komen tot een aanvaardbaar toetsingsniveau.

 

Het Bouwbesluit maakt onderscheid tussen verschillende gebruiksfuncties. De voorschriften voor de verschillende bouwwerken zijn onderverdeeld in verschillende thema’s. De voorschriften kunnen wat betreft zwaarte per gebruiksfunctie verschillen. Bovendien hanteert het Bouwbesluit verschillende niveaus met betrekking tot deze voorschriften.

 

Bij verandering van zowel het gebruik als de technische staat van een bouwwerk zijn de voorschriften van het van rechtens verkregen niveau van toepassing, wat weer nooit lager mag zijn dan de ondergrens, het niveau voor bestaande bouw.

 

De dynamiek in de bouwpraktijk kan ertoe leiden dat bepaalde risico’s die door de gemaakte keuzes onderbelicht worden op enig moment toch een groter maatschappelijk gewicht gaan krijgen waardoor beleid dient te worden bijgesteld. Landelijke ontwikkelingen of lokale incidenten kunnen ertoe leiden dat vanuit de rijksoverheid wordt opgelegd actie te ondernemen. Dit is eerder aan de orde geweest bij onder meer de veiligheid van platte daken, veiligheid van gevelbekleding en (spouw)ankers en brandveiligheid van woning scheidende wandconstructies. Voor dergelijke incidenten is vooraf geen toets niveau vast te stellen. De aanpak ervan zullen wij telkens als project uitvoeren. Risico’s moeten inzichtelijk, beheersbaar en controleerbaar zijn. Het vaststellen van de niveaus (de diepgang) waarop de activiteit bouwen moet worden getoetst, maken die risico’s beheersbaar. Door het werken met een bestuurlijk vastgestelde toets matrix zijn de interne risico’s afgedekt en krijgt de bestuurlijke verantwoordelijkheid zijn plaats. Daarnaast kunnen hierdoor eventuele aansprakelijkheidsstellingen worden begrensd. Het is moeilijk aan te geven wat een adequaat toetsingsniveau is. Feit is dat er ten aanzien van de toetsing van de vergunning gemotiveerd keuzes moeten worden gemaakt en prioriteiten moeten worden gesteld. De prioriteiten die de gemeente heeft gegeven aan de verschillende taakvelden zijn opgenomen in bijlage 2.

 

Beoordelen gelijkwaardigheid

De bouwregelgeving is in heel Nederland gelijk. De voorschriften uit het Bouwbesluit zijn vooral geënt op veelvoorkomende bouwwerken. Het is voor het college mogelijk af te wijken van een voorschrift als op basis van gelijkwaardigheid door de aanvrager is aangetoond dat op een andere wijze aan het voorschrift wordt voldaan. Gelijkwaardigheid moet altijd naar het genoegen van burgemeester en wethouders worden aangetoond. Dit laatste is niet zonder belang. Bij gelijkwaardigheidsvraagstukken kan de lokale situatie een belangrijke rol spelen. Bij brandveiligheidsvraagstukken is onder meer de ligging en bereikbaarheid van het gebouw en ook de capaciteit van de lokale brandweer relevant voor de beoordeling van een voorgestelde gelijkwaardige oplossing. Dit is maatwerk waarbij een net zo veilige situatie moet worden gerealiseerd als met de geldende regelgeving is bedoeld. Daarom kan het zo zijn dat een gelijkwaardige oplossing in verschillende situaties anders moet worden benaderd. De gemeente heeft, vooral ook als het gaat over veiligheid, wettelijk een belangrijke rol en moet een zorgvuldige overweging maken om al dan niet akkoord te gaan met een gelijkwaardige oplossing. Bij complexe materie vraagt het collegeadvies aan de deskundigen. Voor brandveiligheidsvraagstukken heeft de VRNHN een grote rol. Adviezen worden door de gemeente beoordeeld. In het algemeen geldt dat de gemeente zelf over voldoende kennis moet beschikken om zich ervan te vergewissen dat de inhoud van een advies geen gebreken bevat en ook in juridische procedures standhoudt. Bij conflictsituaties tussen aanvrager en de gemeente kan advies worden gevraagd aan de Adviescommissie Toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften

 

Toets Bestemmingsplan

Een aanvraag wordt ook getoetst aan de regels van het bestemmingsplan. Indien blijkt dat een plan niet voldoet aan de regels van het geldende bestemmingsplan, wordt beoordeeld of er mogelijkheden zijn hiervan af te wijken. Dit kan zijn met een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. Ook kan het nodig zijn dat een aanpassing van of een nieuw bestemmingsplan nodig is. Een aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen die in strijd is met planologische regels moet worden beschouwd als een aanvraag omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. Initiatieven die niet passen binnen de geldende regels, worden lokaal getoetst.

 

1.5 Vergunningenstrategie Ruimtelijke Ordening

De activiteit “afwijken van het bestemmingsplan” maakt meestal onderdeel uit van een aanvraag omgevingsvergunning met de activiteit bouwen. Het Besluit omgevingsrecht kent typen bouwwerken die ook als deze in strijd zijn met de regels van het bestemmingsplan, zonder omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen (vergunningsvrij) gebouwd mogen worden. De situatie kan zich dus voordoen dat voor het realiseren van het bouwwerk geen omgevingsvergunning voor het bouwen nodig is, maar wel voor het afwijken van het bestemmingsplan. In die gevallen wordt dus een omgevingsvergunning verleend met uitsluitend de activiteit afwijken van het bestemmingsplan. In bestemmingsplannen en beleidsregels kan worden bepaald wanneer er sprake is van afwijkend gebruik en in welke gevallen en onder welke voorwaarden medewerking wordt verleend.

 

Er zijn verschillende soorten afwijkingen:

 

  • -

    tijdelijke afwijking: deze afwijking geldt voor maximaal 10 jaar. Bijvoorbeeld voor het neerzetten van een woonkeet bij de bouw van een woning;

  • -

    binnenplanse afwijking: in het bestemmingsplan staan regels voor deze afwijkingen.;

  • -

    buitenplanse afwijking of kruimelgevallen: kleinere afwijkingen van het bestemmingsplan. Deze afwijkingen staan in het Besluit Omgevingsrecht. Voorbeelden zijn de uitbreiding van een woonhuis of een bijgebouw aan een woning, bedrijfsgebouwen voor boerderijen, energie en telecom en het openbaar vervoer of het wegverkeer. Ook als een gebouw op een andere manier wordt gebruikt valt kan in veel gevallen met een kruimelgeval worden meegewerkt. Afhankelijk van het soort project of activiteit moet het bevoegd gezag motiveren dat er sprake is van een goed woon-, werk- en leefklimaat.

  • -

    afwijkingen van het bestemmingsplan voor speciale (grotere) projecten. De aanvraag hiervoor bevat een goede ruimtelijke onderbouwing. De ruimtelijke onderbouwing moet de afwijking van het bestemmingsplan motiveren en beschrijft de aard en omvang van het project, de mate van ingrijpendheid in de ruimtelijke structuur, het geldende beleid van zowel gemeente als andere overheden, de aanwezige waarden en de milieugevolgen. De gemeente verleent medewerking aan de aanvraag als uit de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat de aanvraag niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties;

  • -

    Wanneer een aanvraag strijdig is met het bestemmingsplan moet bij de afweging of er wordt afgeweken van het bestemmingsplan de belangen van derden worden meegenomen..

1.6 Vergunningenstrategie Brandveilig gebruik

De brandveiligheid in een gebouw wordt altijd bepaald door een combinatie van factoren, zoals bouwkundige kwaliteit, de installatietechnische brandbeveiligingsvoorzieningen, de organisatorische beheersmaatregelen en het feitelijk gebruik. Om het juiste niveau van brandveiligheid te behouden, zijn er, naast bouwtechnische voorschriften, voorschriften over het daadwerkelijk gebruik van het bouwwerk nodig. Het Bouwbesluit 2012 bevat landelijk geldende regelgeving over het brandveilig gebruik van bouwwerken en is van toepassing op alle bouwwerken. In de Wabo en het Bouwbesluit 2012 zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot brandveiligheid. De volgende drie situaties worden onderscheiden:

  • 1.

    Omgevingsvergunning algemeen: toets en advies op activiteit bouwen en brandveilig gebruik gebouwen;

  • 2.

    Omgevingsvergunning gebruik: toets en advies op activiteit brandveilig gebruik;

  • 3.

    Gebruiksmelding: Voor brandveilig gebruiken van veel gebouwen is geen omgevingsvergunning nodig, maar geldt een meldingsplicht. Basis hierbij is dat geen inhoudelijke beoordeling van gegevens meer vooraf plaatsvindt, maar voornamelijk wordt beoordeeld of de melding volledig is. In de gebruiksfase van bouwwerken wordt toezicht gehouden. Getoetst wordt op volledigheid.

Advies op evenementen is hier niet betrokken. Zowel bij Wabo-aanvragen als bij evenementen aanvragen wordt prioritering aangebracht die de diepgang van toetsing bepalen.

2. Toetsingskader voor bouwen, ruimtelijke ordening, aanleggen en slopen

 

Hieronder staan de diverse toetsingskaders beschreven met betrekking tot bouwen, slopen, ruimtelijke ordening en aanleggen.

 

2.1 Wabo

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) benoemt onder meer bouwwerken met een geringe ruimtelijke uitstraling die als vergunningsvrij worden aangemerkt. Bij het bouwen van dergelijke bouwwerken aan een voorgevel of in een beschermd stads- of dorpsgezicht, geldt uit esthetische overwegingen het vergunningsvrije stelsel niet, zodat een preventieve welstands- of bestemmingsplantoets mogelijk is. Dit brengt echter ook mee dat de toets aan het Bouwbesluit en Bouwverordening relevant wordt, met alle bijbehorende (administratieve) lasten van dien. Ter beperking van die (administratieve) lasten worden bouwwerken die primair als vergunningsvrij zijn aangemerkt, maar om esthetische overwegingen alsnog aan een vergunningplicht zijn onderworpen (monument of beschermd gezicht, kleine wijzigingen aan de voorgevel), preventief uitsluitend getoetst aan welstand en het geldend planologisch regime.

 

2.2 Bouwbesluit 2012

Het Bouwbesluit 2012 geeft landelijk geldende regels voor de technische eisen waaraan bouwwerken dienen te voldoen. Het bevat voorschriften met betrekking tot het bouwen van bouwwerken uit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Ten aanzien van vergunningverlening is de keuze gemaakt om geen aanvullende prioriteiten te stellen boven hetgeen wettelijk verplicht is. Het toetsen van elke aanvraag aan alle aspecten van het Bouwbesluit 2012 is binnen de huidige formatie niet mogelijk en ook niet noodzakelijk. Bij vergunningverlening vindt prioritering plaats door keuzes te maken in het niveau van diepgang van toetsing van de aanvraag. Niet alle aspecten van het Bouwbesluit 2012 zijn namelijk voor alle bouwwerken van even groot belang en bovendien dreigt door de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, het toetsen van een aanvraag aan het Bouwbesluit 2012 door marktpartijen te gaan geschieden.

 

Bij het toetsen van bouwaanvragen aan het Bouwbesluit 2012 legt de gemeente altijd de nadruk op constructieve veiligheid en brandveiligheid. De aandacht voor de overige aspecten uit het Bouwbesluit kan per jaar verschillen afhankelijk van de ervaringen uit voorgaande jaren. In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma wordt aangegeven waar in dat jaar specifiek aandacht aan wordt geschonken.

 

Een extern constructiebureau controleert de constructieberekeningen.

 

2.3 Bouwverordening

De gemeente heeft een bouwverordening waarin nog een beperkt aantal voorwaarden staan waaraan bouwwerken dienen te voldoen.

 

De Bouwverordening komt te vervallen zodra de Omgevingswet in werking is getreden. De aspecten die de gemeente met deze verordening regelt, worden straks namelijk zoveel mogelijk ingebracht in het omgevingsplan onder het regime van de nieuwe Omgevingswet. Zolang de bouwverordening bestaansrecht heeft, wordt ieder plan dat nog door de gemeente wordt getoetst, gecheckt op de daarin relevante voorschriften

 

2.4 Planologische regime

De gemeente toetst iedere omgevingsvergunningaanvraag aan het geldende planologisch regime. Doel hiervan is om de ruimtelijke inrichting van de gemeente welke is vastgelegd in onder meer bestemmingsplannen te beschermen.

 

Voor zover een aanvraag niet past binnen de hierin gestelde regels, kan op basis van de Omgevingsvisie en/of de beleidsregels horende bij de Verordening Fysieke Leefomgeving voor gronden en bouwwerken die vallen binnen de reikwijdte van artikel 4 van bijlage II van het BOR alsnog een vergunning worden verleend.

 

2.5 Ruimtelijke kwaliteit

Het ruimtelijke kwaliteitsbeleid van Hollands Kroon beoogt een versoepeling van de regels en daarmee van de toetsing van de criteria, waaraan het uiterlijk van bouwwerken moet voldoen.

 

Doel van de versoepeling van de regels is om op die plekken die een hogere beeldkwaliteit hebben, en waar het van belang wordt geacht om deze beeldkwaliteit te behouden, hogere kwaliteitseisen te stellen aan het uiterlijk van bouwwerken. Dit geldt met name voor de beschermde dorpsgezichten, het landelijk gebied en de kernen met welstandsintentief gebied. In de overige gebieden stelt de gemeente zich terughoudend op. Dat geldt bijvoorbeeld voor de meeste woongebieden en de bedrijventerreinen. In het ruimtelijk kwaliteitsbeleid is sprake van 3 niveaus op basis waarvan het uiterlijk van bouwwerken wordt beoordeeld:

 

Welstandsvrij: hier gelden geen criteria voor het uiterlijk van bouwwerken. De welstandsvrijegebieden zijn voornamelijk gelegen in de woongebieden en bedrijventerreinen.

 

  • Voor het omgevingsvergunningplichtig bouw- of verbouwplan, is geen preventief welstandstoezicht aan de orde. Met andere woorden: de omgevingsvergunning voor het bouw- of verbouwplan zal geen welstandstoets ondergaan.

  • De initiatiefnemer is zelf verantwoordelijk voor de uiterlijke verschijningsvorm van het bouw- of verbouwplan (zie contactgegevens op het voorblad).

  • De initiatiefnemer mag altijd informatie inwinnen, neem hiervoor contact op met de gemeente Hollands Kroon (zie contactgegevens op het voorblad).

  • Het bouw- of verbouwplan moet overigens wel voldoen aan de planologische toetsing (bestemmingsplan, beheersverordening enz.) en bouwtechnische toetsing (bouwbesluit, bouwverordening).

Welstandsluw: Het uiterlijk van bouwwerken wordt alleen beoordeeld wanneer de plannen zich aan de voorkanten van het openbare gebied bevinden. Voor de achterkanten geldt dat hier alleen wordt gekeken of zich geen excessen voordoen. Het welstandsluwniveau geldt voor hoofdzakelijk voor het buitengebied.

 

  • Voor het omgevingsvergunningplichtig bouw- of verbouwplan, is een licht preventief welstandstoezicht aan de orde. Met andere woorden: de omgevingsvergunning voor het bouw- of verbouwplan moet voldoen aan globale welstandsregels.

  • De welstandsregels waar het bouw- of verbouwplan aan moet voldoen zijn:

    • -

      geen grove ontkenning of vernietiging van architectonische bijzonderheden bij aanpassing van een initiatief; - geen grove inbreuk op wat in de omgeving gebruikelijk is;

    • -

      geen materiaalgebruik wat in de omgeving ongebruikelijk is;

    • -

      geen toepassing van felle of contrasterende kleuren;

    • -

      geen toepassing van opdringerige reclames.

  • Deze regels zijn beperkt en hebben als doel excessen te voorkomen.

  • De initiatiefnemer is zelf grotendeels verantwoordelijk voor de uiterlijke verschijningsvorm van het bouw- of verbouwplan.

  • De initiatiefnemer mag altijd informatie inwinnen, neem hiervoor contact op met de gemeente Hollands Kroon.

  • Het bouw- of verbouwplan dient overigens wel te voldoen aan de planologische toetsing (bestemmingsplan, beheersverordening enz.) en bouwtechnische toetsing (bouwbesluit, bouwverordening).

Welstandsintensief: dit geldt voor gebieden waar extra inspanning voor behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit gewenst is. Het bijzonder niveau is van toepassing op het beschermd dorpsgezicht Kolhorn, Barsingerhorn en een enkele kernen en oude linten zoals Hippolytushoef Stroe, Oosterland, Westerland, Nieuwe Niedorp en Wieringerwaard Voor het omgevingsvergunningplichtig bouw- of verbouwplan, is hier een speciaal preventief welstandstoezicht aan de orde. Met andere woorden: de omgevingsvergunning voor het bouw- of verbouwplan moet voldoen aan bepaalde regels.

 

De drie niveaus brengen criteria met zich mee waaraan het uiterlijk van het bouwwerk wordt getoetst. Wordt niet voldaan aan de gestelde criteria dan moet aanpassing van vorm, kleur of materiaalgebruik worden doorgevoerd. Mocht naderhand blijken dat het bouwwerk niet conform de gestelde criteria is uitgevoerd, dan wordt hierop gehandhaafd door de gemeente. De criteria worden tenslotte niet voor niets opgesteld: het doel is om de kwaliteit van de openbare ruimte te behouden of te versterken.

 

2.7 Toetsingskader voor Brandveilig gebruik

De taak op het gebied van brandveiligheid wordt uitgevoerd door de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (VRNHN) De VRNHN doet namens de gemeente de inhoudelijke toets op de relevante wet- en regelgeving (zoals de Wabo, het Bouwbesluit 2012, AMvB BGBOP en de APV) op het terrein van onder meer bouwen, ruimtelijke ordening, vuurwerkopslagplaatsen en evenementen. Het voornaamste doel van advisering en toezicht op het gebied van brandveiligheid is het streven naar minder branden, minder slachtoffers en minder schade. Hierbij zijn vooral het voorkomen van de calamiteiten (preventie) en het creëren van de mogelijkheid om aanwezige personen veilig te kunnen laten vluchten, van essentieel belang.

 

2.8 Toetsingskaders voor toepassing van de Wet Bibob

De Wet Bibob (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur), geeft de gemeente de mogelijkheid de achtergrond van een bedrijf of persoon te laten onderzoeken. Als er ernstig gevaar dreigt dat de vergunning of de subsidie wordt misbruikt, dan kan de gemeente de aanvraag weigeren of de afgegeven vergunning of subsidie intrekken

Bijlage 4. Risicoanalyse toezicht en handhaving

Het aspect ‘risicoanalyse’ is alleen uitgewerkt voor toezicht en handhaving, omdat voor vergunningen vooral de behandeltijd en vergunning kwaliteit van toepassing zijn. Daardoor konden geen noemenswaardige problemen benoemd konden worden.

 

Voor het maken de risicoanalyse is gebruik gemaakt van een landelijk geaccepteerd risicomodel van het voormalige ministerie van Justitie. Dit model gaat uit van de volgende definitie:

Er wordt gebruik gemaakt van de methodiek risico = negatief effect x kans, waarmee een mogelijk risico wordt berekend. Hierbij worden de volgende vragen gesteld:

  • -

    Hoe groot is de kans dat een regel of voorschrift wordt nageleefd?

  • -

    Hoe groot zijn de effecten op de leefomgeving bij niet naleving?

Deze methodiek is een gangbare landelijke risicobeoordelingsmethode, die door meerdere overheidsorganen wordt toegepast en is gebaseerd op de methode ‘Programmatisch handhaven – Gids voor gemeenten waterschappen en provincies’ van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Met dit model wordt er voor gezorgd dat voor alle te onderscheiden activiteiten (feitelijk de overtredingen) de kans wordt bepaald dat er iets gebeurt. Vervolgens wordt dit afgezet tegen de ernst van de gevolgen daarvan, het effect. Om de kans te bepalen is gebruik gemaakt van de Tafel van Elf. De risicoanalyse is een lijst, waarin de omgang van het risico van de verschillende activiteiten inzichtelijk zijn gemaakt.

In het model zijn 7 effect categorieën gedefinieerd om het effect van een (potentiële) overtreding te bepalen. Aan deze negatieve effecten wordt een waarde toegekend aan de hand van een 5-puntenschaal systeem (1 heel klein, 2 klein, 3 gemiddeld, 4 groot en 5 heel groot). In de risicoanalyse wordt ook beoordeeld hoe groot de kans is dat een regel of voorschrift niet wordt nageleefd.

Uit de uitgevoerde risicoanalyse komen de volgende prioriteiten naar voren:

  • Omgevingsvergunning activiteit bouwen voor

    • woningbouw, appartementen, kamerverhuur

    • logiesgebouw, restaurant, café, horeca, bedrijf, kantoor, winkel

    • maatschappelijke gebouwen (kinder)dagverblijven, scholen, sport, zorg

    • slopen (monument en/of in beschermd dorps- en stadsgezicht)

    • wijzigen rijks- of gemeentelijk monument

  • melding slopen met asbest

  • omgevingsvergunning activiteit brandveilig gebruik

  • in gebruik hebben van een gebouw in strijd met de brandveiligheidseisen Bouwbesluit 2012 – logies/horeca/kantoor/winkel/(kinder)dagverblijf, scholen, zorg, sportcomplex

  • in gebruik hebben van een gebouw in strijd met de constructieve eisen Bouwbesluit 2012 – logies/horeca/kantoor/winkel/(kinder)dagverblijf, scholen, zorg, sportcomplex

  • slopen met asbest zonder vergunning

  • ondermijning:

    • sluiten van panden i.r.t. vervaardigen van drugs/drugshandel (art. 13 Opiumwet)

    • toezicht en handhaving op ernstige openbare zaken (o.a. ondermijningszaken, woonfraude, arbeidsuitbuiting, handel in wapens, illegaal gokken, witwassen, motorclubs, mensenhandel).

Gezien de aanwezige capaciteit bij zowel toezicht als handhaving is het niet mogelijk om ons te richten op alle prioriteiten. Er is daarom gekozen om een verdere prioritering in de inventarisatie te maken, waarbij de voor 2023 hebben besloten ons te richten op prioriteiten die betrekking hebben op constructieve- en brandveiligheid (1 b en 1c, 3, 4, en 5) en ondermijning (7). Hierbij wordt gebruik gemaakt van de multidisciplinaire inzetbaarheid van de toezichthouders.

Bijlage 5. Handhavingsstrategie

De nalevingstrategie in Hollands Kroon bestaat uit twee onderdelen:

  • -

    preventiestrategie;

  • -

    handhavingsstrategie, waarbij deze strategie weer is onder te verdelen in toezichtstrategie, sanctiestrategie en gedoogstrategie.

 

Preventiestrategie:

Het doel van een preventiestrategie is het voorkomen van overtredingen van wet- en regelgeving door inwoners, bezoekers en bedrijven. Of simpel gezegd voorkomen is beter dan genezen. Dit proberen we te doen door:

  • Informatie te delen via internet maar ook als er vragen komen. Zo willen wij via social media seizoensgebonden informatie gaan delen. Denk hierbij aan overlast hout stoken in het stookseizoen.

  • Voorlichtingen te geven. Dit is vooral het geval bij items waarbij we veel onduidelijkheid zien. Een concreet voorbeeld is de aanpak die we hebben gehanteerd bij Alcoholschenken. Hier zijn Boa’s gaan flyeren maar ook persoonlijk gaan voorlichten wat de wettelijke vereisten zijn.

Toezichtstrategie

We maken onderscheid tussen vier toezichtvormen:

Toezicht op de verleende (bouw) vergunningen

Wij houden integraal toezicht waarbij het opheffen van de overtredingen het uitgangspunt is. Hierbij kiezen we voor de informele aanpak daar waar mogelijk. Door in gesprek te gaan met de overtreder proberen we de inwoners en ondernemers uit te leggen wat gewenst is en te wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid. Op deze wijze proberen we een handhavingstraject te voorkomen. Deze wijze van werken doen we vooral bij grootschalige woningbouw en instellingen waar niet of verminderd zelfredzame volwassenen of kinderen wonen of verblijven.

 

Toezicht naar aanleiding van klachten en meldingen

Meldingen komen zowel telefonisch als digitaal binnen. In het 4de kwartaal van 2022 is gewerkt aan de digitale uniforme registratie van de taken binnen het VTH-domein. Openwave, Kis en Sharepoint zijn het uitgangspunt. Meldingen en klachten zijn nog onvoldoende hierin meegenomen, afgesproken is om vanaf 2023 ook dit te gaan registeren en hiertoe een goed digitaal proces voor af te gaan stemmen.

 

Binnen Hollandskroon is geprioriteerd in meldingen en klachten. Anoniem wordt in beginsel niet opgepakt tenzij er een gegrond vermoeden van gevaar in het geding is. Voor handhaving geldt daarbij nog dat slechts de digitale weg via de website hiertoe is opengezet en waartoe registratie via het BSN-nummer noodzakelijk is.

 

Het overgrote deel van de klachten heeft betrekking op bouwwerkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de melder/klager. Het merendeel gaat over de vraag of er wel een vergunning aan de vermeende overtreder is afgegeven. In deze gevallen neemt een toezichthouder contact op met de melder/klager. Als de situatie niet telefonisch opgelost kan worden, dan wordt de situatie ter plaatse beoordeeld.

 

De toezichthouders nemen contact op met de melder en beoordelen de situatie ter plaatse. Indien er sprake is van een overtreding wordt hiertegen opgetreden. In sommige gevallen kan dit via overleg worden opgelost. Indien overleg niet toereikend blijkt te zijn, wordt er op verzoek van de toezichthouder een handhavingstraject gestart. De toezichthouder geeft aan de melder aan dat er een officieel verzoek tot handhaving ingediend moet worden. Zo is er het beginselplicht tot handhaving. Dit kan tot intensieve trajecten leiden waarbij er juridische capaciteit moet worden ingezet.

 

Omdat de ervaring leert dat we in veel gevallen we te maken krijgen met (langlopende) conflicten tussen de omwonenden is de eerste stap: buurtbemiddeling. Beide partijen moeten hiertoe bereid zijn. Wanneer de zaken niet juridisch op te lossen zijn is de laatste mogelijkheid nog team GKB in te schakelen. Zij kunnen dan ook nog kijken om te bemiddelen.

 

Gebiedsgericht toezicht:

Gebieds-/wijkgerichte aanpak is waar we naartoe willen en dan middels een samenwerking met de Boa’s en wijkbeheer. Een integrale aanpak is hierbij het uitgangspunt, met als doel: vaststelling van het probleem en de regierol en een gerichte inzet van toezichthouders en handhavers.

 

Themagericht toezicht

Themagericht toezicht houdt in het toezicht naar aanleiding van projecten die voortkomen uit actuele landelijke/Provinciale thema’s of uit bestuurlijke prioriteiten. Enkele voorbeelden hiervan zijn de controles:

  • -

    Brandveiligheid in gebouwen waar niet of verminderd zelfredzame volwassenen of kinderen wonen of verblijven worden jaarlijks gecontroleerd op brandveiligheid.

  • -

    Arbeidsmigranten: Zowel bij meldingen en verzoeken tot handhaving treden we op. Brandveiligheid en overlast zijn hierbij het uitgangspunt. Daar waar mogelijk vergunnen of gedogen we. Er wordt altijd een onderzoek naar legalisatie gedaan.

  • -

    Huisvesting Oekraïners: Regionaal is een quotum van huisvesting bepaald voor de vestiging van de Oekraïners per gemeente bepaald. Dit quotum is reeds halverwege 2022 overschreden. Voor de huisvesting is primair gekeken naar brandveiligheid en zijn tijdelijke gedoogbeschikkingen aan de hand van hiertoe vastgesteld gedoogbeleid verstrekt. Voor 2023 verwachten we slechts een beperkte hoeveelheid aan nieuwe vestigingen.

Bijlage 6. Sanctiestrategie Handhaving

Sanctiestrategie

Uitgangspunt is de zogenaamde “beginselplicht tot handhaving” zoals deze in de rechtspraak is geformuleerd. Dit houdt in dat in beginsel van de overheid verwacht mag worden dat zij handhavend optreedt tegen geconstateerde overtredingen. In deze sanctiestrategie is aangegeven hoe wordt omgegaan met geconstateerde bestuursrechtelijke overtredingen. De sanctiestrategie wordt gehanteerd als leidraad om te bepalen hoe er formeel gereageerd wordt op geconstateerde overtredingen.

Het is niet mogelijk en/of wenselijk om tegen alle overtredingen handhavend op te treden. Daarnaast is er ook niet de capaciteit om tegen iedere overtreding handhavend op te treden. De strategie is daarom zo opgesteld dat zij een gestructureerd afwegingskader biedt, maar tegelijkertijd enige flexibiliteit biedt om in te spelen op en rekening te houden met lokale wensen en omstandigheden.

Als bij toezicht geconstateerd wordt dat er sprake is van één of meerdere overtredingen, dan moet worden afgewogen welke sanctie passend is voor dat concrete geval. Het door ons gehanteerde stappenplan is het uitgangspunt bij reguliere situaties

 

Stappenplan

Aantal stappen

Omschrijving stappen

Regulier

2

De 2 stappen die worden doorlopen:

 

  • -

    voornemen;

  • -

    besluit.

Direct

1

Stap 1 uit het reguliere stappenplan worden overgeslagen. Bij de eerste constatering van de overtreding volgt direct stap 2 (nemen besluit). Bij spoedeisend belang (acuut gevaar/onherstelbare schade) wordt eerst opgetreden en achteraf het besluit op schrift gesteld.

 

Herhaling van (vergelijkbare) overtredingen: indien optreden tegen een eerdere overtreding geen effect heeft gehad, kan bij herhaling van de overtreding opnieuw gekozen worden voor een (hogere) last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang als dat effectiever is.

Voor de hoogte van dwangsommen en de verleende begunstigingstermijn geldt, dat deze veelal afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Aanknopingspunten voor de bepaling van de begunstigingstermijn zijn bijvoorbeeld de tijd die nodig is om de overtreding ongedaan te maken en de mate van gevaarzetting voor de omgeving ofwel we hanteren een redelijk termijn. Voor de hoogte van de dwangsom wordt bijvoorbeeld gekeken naar de zwaarte van de overtreding, de mate van economisch gewin en of de last een voldoende financiële prikkel vormt.

 

Soorten sancties

Bij de ernst van de overtreding gaat het om (mogelijke) risico's voor milieu, veiligheid en gezondheid. Bij het gedrag van de overtreder gaat het om de categorieën: proactief, onverschillig, calculerend of een bewuste structurele overtreding. Afhankelijk van de ernst van de overtreding en het gedrag van de overtreder worden alleen bestuursrechtelijke of in zwaardere gevallen ook strafrechtelijke maatregelen getroffen.

 

Voor de aanpak van overtredingen staat de gemeente Hollands Kroon een aantal instrumenten ter beschikking. Deze worden hieronder weergegeven.

 

Last onder bestuursdwang

Wanneer het een ernstige overtreding betreft, er gezien de gevolgen sprake is van spoed bij het opheffen ervan en de overtreder zelf niet in staat is of bereid is de overtreding te beëindigen of ongedaan te maken. Het betreft een herstelactie gericht op het geheel of gedeeltelijk herstellen van de overtreding op kosten van de overtreder.

Last onder dwangsom

Een situatie waarbij de overtreding geheel of gedeeltelijk moet worden opgeheven c.q. hersteld en waarbij een financiële prikkel effectief is. Het betreft een herstelsanctie gericht op het geheel of gedeeltelijk herstellen van de overtreding c.q. het voorkomen en/of herhalen van de overtreding. Opties daarbij zijn:

2.1: Ineens: er wordt uitgegaan van één dwangsombedrag dat in één keer wordt verbeurd.

2.2: Per overtreding of tijdseenheid: er wordt een maximum aan de te verbeuren dwangsom gesteld met een vastgesteld bedrag per overtreding of tijdsduur.

De hoogte van de dwangsom dient in redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van het geschonden belang en het beoogde voordeel van de overtreding. De hoogte wordt per geval bepaald en gemotiveerd.

Primair last onder dwangsom ineens

De gemeente heeft een bepaalde beleidsvrijheid om te kiezen of zij een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom oplegt om een overtreding ongedaan te maken. Behoudens bijzondere omstandigheden kiezen wij om de hiernavolgende redenen voor het opleggen van een last onder dwangsom ineens boven het toepassen van bestuursdwang.

Het opleggen van een last onder dwangsom legt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van die taken bij de overtreder en geeft de gemeente slechts de plicht te toetsen of na het verstrijken van de termijn de overtreding ongedaan is gemaakt;

Toepassen van bestuursdwang leidt vaker tot hogere kosten (voorbereiding, uitvoering) dan het opleggen van een last onder dwangsom. Ook is het nog maar de vraag of de kosten op de overtreder verhaald kunnen worden;

Bij herhaalde overtredingen is een dwangsom effectiever omdat de last na de verwijdering of het ongedaan maken van de overtredingen blijft bestaan. Als de overtreding opnieuw plaatsvindt, wordt de dwangsom alsnog verbeurd;

Als de eerste dwangsom is verbeurd en de overtreding is niet beëindigd, wordt een tweede hogere dwangsom opgelegd. Als dit niet het gewenste resultaat oplevert, zal indien mogelijk een last onder bestuursdwang worden opgelegd.

Spoedeisende bestuursdwang

Bij het opleggen van spoedeisende bestuursdwang wordt zoveel mogelijk de normale bestuursdwangprocedure gevolgd met een aangepaste (zeer) korte begunstigingstermijn. In voorkomende acute gevallen of onomkeerbare situaties kan bestuursdwang mondeling worden aangezegd en meteen worden geëffectueerd. Naderhand dient de bestuursdwang alsnog op schrift te worden gesteld en bekend te worden gemaakt.

Hieronder staan enkele voorbeelden genoemd:

  • 1.

    Levensbedreigende situaties (bijvoorbeeld bij brand/instortingsgevaar);

  • 2.

    Brandgevaarlijke situaties die acuut levensbedreigend kunnen zijn;

  • 3.

    Het stilleggen van de bouw in geval van illegale bouw of onvoorziene veiligheid- of gezondheidssituaties tijdens vergunde bouwwerkzaamheden;

  • 4.

    Aantasting van monumentale waarden (gebouwen en gronden);

  • 5.

    Bedreiging van de openbare orde;

  • 6.

    Verkeersveiligheid in het kader van de APV.

Bovenstaande opsomming is niet limitatief. Een aangetroffen situatie dient van geval tot geval te worden beoordeeld.

Preventieve last onder bestuursdwang of dwangsom

Als er sprake is van een klaarblijkelijk gevaar van een op zeer korte termijn te verwachten overtreding van een concreet bij of krachtens de wet- en regelgeving gesteld voorschrift kan een preventieve last onder bestuursdwang of dwangsom worden opgelegd. Het moet dan gaan om een overtreding die nog niet eerder of langer dan een jaar geleden heeft plaatsgevonden. Daarbij is van belang dat die overtreding in de beschikking kan worden omschreven met die mate van duidelijkheid die uit een oogpunt van rechtszekerheid ten aanzien van handhavingbeschikkingen is vereist.

Intrekken of weigeren vergunning

Een eerder verleende vergunning of ontheffing kan ingetrokken worden als sanctie op onrechtmatig gedrag van een houder van een beschikking. Intrekking is slechts mogelijk op grond van verschillende wet- en regelgeving waarvoor de gemeente bevoegd gezag is. Te denken valt hierbij aan het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens of het niet nakomen van de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen. In sommige gevallen zijn nog aanvullende handhavingsmaatregelen nodig in de vorm van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang. Verder kan een vergunning worden ingetrokken als bestraffende sanctie.

Dit kan het geval zijn als iemand doelbewust een vergunning overtreedt of als de overtreding voor grote overlast voor de omgeving leidt. De situatie waarin van de intrekkingsbevoegdheid gebruik wordt gemaakt, wordt van geval tot geval beoordeeld.

Sluiten van de inrichting

De burgemeester heeft bijvoorbeeld de mogelijkheid een horeca-inrichting (tijdelijk) te sluiten vanwege verstoring van de openbare orde. Zaken die gerelateerd zijn aan verstoring van de openbare orde en die afzonderlijk niet tot een sanctie kunnen leiden, kunnen bij deze maatregel samen worden genomen.

Bestuurlijke boete

Wanneer het gaat om ongewenste situaties waarbij een financiële prikkel preventief kan werken (bestraffende sanctie). Dit moet expliciet in de wet geregeld zijn. Hollands Kroon maakt geen gebruik van de mogelijkheid om een bestuurlijke boet op te leggen.

Bestuurlijke strafbeschikking

Wanneer het gaat om ongewenste situaties (kleine overtredingen in de openbare ruimte op basis van de Apv en Afvalstoffenverordening), waarbij een financiële prikkel preventief kan werken. De beschikking is niet bedoeld om hiermee een overtreding te beëindigen. Een belangrijk verschil met bestuurlijke boete is dat de oplegging en inning bij de bestuurlijk strafbeschikking via het CJIB loopt en deze onder het strafrecht valt. De bestuurlijke strafbeschikking kan alleen in aangewezen gevallen worden opgelegd. Hollands Kroon heeft geen gevallen aangewezen en neemt geen bestuurlijke strafbeschikkingen.

Beschikking in het kader van Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

(Wet Mulder). In een aantal gevallen, voornamelijk kleine verkeersovertredingen, is een BOA bevoegd om een beschikking op basis van de Wet Mulder op te leggen.

Tegen deze beschikking staat bezwaar en daarna beroep open. Administratieve afhandeling wordt door het CJIB verzorgd indien de BOA's niet aangewezen zijn voor het optreden tegen een strafbaar feit worden de overtredingen gemeld bij de politie Noord-Holland Noord.

Sluiten panden

Het gemeentebestuur heeft verschillende mogelijkheden om panden, inrichtingen of woningen te sluiten of in het ergste geval te onteigenen.

  • Sluiting op grond van de APV

  • Sluiting op grond van artikel 174a Gemeentewet (Wet Victoria)

  • Sluiting op grond van artikel 13b opiumwet (wet damocles)

  • Sluiting op grond van artikel 14 Woningwet (Wet Victor)

  • Sluiting op grond van artikel 174 Gemeentewet

  • Onteigening van panden

Afhandeling overtredingen

Alle overtredingen worden in principe volgens een 3 stappenplan afgehandeld.

Hier zijn echter 3 uitzonderingen op. Indien sprake is van aantoonbaar verwijtbaar handelen en/of mogelijk gevaar dan wordt volgens het 2 stappenplan gehandeld. Hiervan is sprake indien een omgevingsvergunning is geweigerd en het plan wordt toch uitgevoerd of als een inwoner vooraf op de hoogte is dat hij een overtreding begaat.

Overtredingen met acuut gevaar en/of onomkeerbare en/of veiligheidsgevolgen (zoals ernstige overlastsituaties) worden in 1 stap afgehandeld door middel van spoedeisende bestuursdwang.

Bouwstop

Een 3e uitzondering is een bouwstop. Het opleggen van een bouwstop heeft tot doel de situatie te bevriezen. Het staken van de werkzaamheden voorkomt dat de illegale situatie in ernst en omvang toeneemt. De bouwstop voorkomt daarnaast dat voor de betrokkene extra kosten voortvloeien uit het aanpassen van het werk aan de geldende regels of het verwijderen van het werk. Het opleggen van een bouwstop kan niet voorkomen dat de overtreder toch doorbouwt zonder dat daar een sanctie aan verbonden is. Dit wordt slechts voorkomen door het tegelijk met de bouwstop opleggen van een preventieve last onder dwangsom, omdat het gevaar van het opnieuw begaan van de overtreding zich kennelijk voordoet.

Als de gezondheid of de veiligheid in het geding is wordt in ieder geval een bouw-, gebruiksstop opgelegd. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat:

  • gebouwd wordt zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning;

  • gebouwd wordt, maar daarbij evident niet voldaan wordt aan de voorschriften van het

  • Bouwbesluit en/of Bouwverordening.

Daarnaast wordt er een bouwstop opgelegd als een belanghebbende hierom verzoekt en er sprake is van bouwen zonder omgevingsvergunning.

Begunstigingstermijnen

Een last onder dwangsom omvat naast de te nemen herstelmaatregelen ook een begunstigingstermijn. Binnen deze termijn kan de overtreder de door het bestuursorgaan opgelegde lastgeving uitvoeren zonder dat deze het dwangsombedrag verbeurt (artikel 5:32a lid 2 Awb). De begunstigingstermijnen worden ook per geval bepaald en gemotiveerd. Uitgangspunt is dat de begunstigingstermijn niet wezenlijk langer mag worden gesteld dan noodzakelijk is om de overtreding te kunnen opheffen. Een begunstigingstermijn is niet noodzakelijk, wanneer de overtreding onmiddellijk beëindigd wordt. Wanneer het niet mogelijk is de overtreding onmiddellijk te beëindigen wordt een 'redelijke' begunstigingstermijn gegeven.

Een begunstigingstermijn kan niet worden verruimd nadat deze is verstreken. In rechtspraak is bepaald dat een besluit tot verruiming van de begunstigingstermijn dat genomen is na het verstrijken van de begunstigingstermijn doch voordat de eerste dwangsom is verbeurd, wel is toegestaan. Wanneer er sprake is van meerdere overtredingen waarvoor de overtreder wordt aangeschreven, wordt per last een aparte begunstigingstermijn bepaald.

Maximale hoogte dwangsom

De (maximale) hoogte van een dwangsom wordt vastgesteld aan de hand van de redelijkheid. Artikel 5:32b lid 3 Awb stelt namelijk dat de bedragen in redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en tot de beoogde werking van de dwangsom moeten staan. Er is geen wettelijk maximaal te verbeuren bedrag noch zijn er concrete regels voor het bepalen van de hoogte van een dwangsom. Bestuursorganen hebben dus een redelijke marge bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom. De hoogte van een dwangsom wordt slechts door de rechter terughoudend getoetst en dan vaak alleen als de hoogte van de dwangsom aanhangig gemaakt wordt in het kader van bezwaar of beroep. De rechter kijkt alleen of er sprake is van een evenredige dwangsom. Men moet zich er echter wel van vergewissen of de hoogte van de op te leggen dwangsom in de concrete omstandigheden van dat geval niet disproportioneel is. Het karakter van een last onder dwangsom is immers reparatoir.

Uitgangspunten bij het bepalen van de (maximum) hoogte van dwangsommen:

Het bedrag moet voldoende afschrikwekkend zijn om de overtreder te stimuleren de overtreding uit eigen beweging te beëindigen binnen de begunstigingstermijn zonder dat een dwangsom wordt verbeurd.

De geschatte kosten om de overtreding te beëindigen moeten hoger zijn dan het geschatte financiële voordeel van de overtreder bij het laten voortduren van de overtreding.

Het onrechtmatig verkregen voordeel dat de overtreder heeft moet worden weggenomen.

De bevestiging van normen gesteld in het belang van milieu, ruimtelijke ordening, natuur en

landschap, veiligheid, volksgezondheid etc.

De hoogte van de dwangsom is afhankelijk van de specifieke feiten en omstandigheden van het geval, het nalevingsgedrag van de overtreder in het verleden of calculerend gedrag van de overtreder.

In de jurisprudentie is bepaald dat de financiële omstandigheden van de overtreder in beginsel geen rol spelen bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom. Ook de mogelijk (ernstige) financiële gevolgen van handhavend optreden, vormen geen grond voor het oordeel dat het optreden zodanig onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen, dat van handhaving behoort te worden afgezien. De hoogte van het dwangsombedrag dient te zijn afgestemd op de zwaarte van het geschonden belang en op de beoogde werking van de dwangsom en niet op de draagkracht van de overtreder. In het geval van meerdere overtredingen wordt per last een apart dwangsombedrag bepaald.

Drank en Horeca

Bij de controles en handhaving van de Drank en Horeca hanteren we een afwijkende sanctiestrategie

Drank- en Horecavergunning aanwezig:

Stap 1 – Bij een eerste overtreding een schriftelijke waarschuwing geven

Stap 2 – Bij een tweede overtreding de Drank- en Horecavergunning voor 12 weken schorsen

Stap 3 – Bij een derde overtreding de Drank- en Horecavergunning en exploitatievergunning intrekken

 

Geen aanwezigheid Drank- en Horecavergunning:

Stap 1 – Bij eerste overtreding voornemen opleggen last onder dwangsom

Stap 2 – Bij tweede overtreding last onder dwangsom opleggen

Stap 3 – Bij derde overtreding bestuursdwang toepassen

Overmachtsituaties

Er is alleen sprake van overmacht in de zin van dit gedoogkader in situaties van onverwachte, niet voorzienbare van buiten komende oorzaak/omstandigheid. Een aantal gevallen van overmachtsituaties heeft een wettelijke grondslag (5:5 Awb). Van een overmachtssituatie is in de praktijk slecht zeer zelden sprake.

Overgangssituaties

In overgangssituaties kan gedogen aanvaardbaar zijn als de consequenties van handhaving niet in redelijke verhouding staan tot de belangen die met (onmiddellijke) handhaving gemoeid zouden zijn. Kenmerkend voor een overgangssituatie is, dat er concreet zicht dient te zijn op legalisatie. Gedogen kan aanvaardbaar zijn in overgangssituaties, zoals bijvoorbeeld (niet limitatief):

  • -

    wanneer zonder toereikende vergunning wordt gewerkt, omdat door omstandigheden die buiten de macht van de vergunninghouder liggen, de nieuwe vergunning niet aansluitend op de oude (verlopen) vergunning is verleend;

  • -

    wanneer op formele gronden een vergunning is vernietigd en een nieuwe verleend kan worden; - wanneer onderzoek moet worden verricht om overtreding van bepaalde voorschriften te beëindigen;

  • -

    wanneer nieuwe wetgeving in voorbereiding is, waardoor er in de nabije en voorzienbare toekomst geen sprake meer zal zijn van een overtreding;

  • -

    wanneer er door een rechterlijke uitspraak verandering komt in de vergunningplicht.

  • -

    Indien een overtreding wel legaliseerbaar is, maar er geen concreet zicht op legalisatie bestaat, is dit in beginsel geen reden om van handhavend optreden af te zien. In dat geval wordt bij het inzetten van een sanctiemiddel de overtreder, of andere rechthebbende, op de hoogte gesteld van de legalisatiemogelijkheden. Indien van een legalisatiemogelijkheid gebruik wordt gemaakt, kan er op dat moment concreet zicht op legalisatie ontstaan, waardoor gedogen op dat moment aan de orde kan zijn.

  • -

    Indien er geen gebruik wordt gemaakt van de legalisatiemogelijkheid, ontstaat er geen concreet zicht op legalisatie, waardoor de mogelijkheid van legalisatie niet (meer) in de weg staat aan handhavend optreden.

Het feit dat er sprake is van een gedoogwaardige situatie (overgangs- of overmachtsituatie) wil niet automatisch zeggen dat er in die gevallen een recht op gedogen bestaat. Gedogen dient alleen aan de orde te zijn in bijzondere situaties. Het enkele feit dat een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is aangevraagd, betekent dus niet dat -met een verwijzing naar concreet zicht op legalisatie- alvast begonnen mag worden met bouwen.

Het achterliggende belang van de overtreder is evident beter gediend met gedogen

Het indienen van bezwaar en beroep kunnen ertoe leiden dat ook andere belangen dan het door de regelgeving te beschermen belang moeten worden meegenomen in de afweging.

Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een toezegging zijn gedaan of door het verstrekken van informatie door de gemeente bij de betrokkene de verwachting heeft gewekt dat niet zou worden gehandhaafd, kan onder omstandigheden het vertrouwensbeginsel zwaarder wegen dan het belang dat met handhaving is gediend.

Ook in andere gevallen kan bij uitzondering uit onze rechtsbeginselen voortvloeien, dat andere belangen dan de belangen die de overtreden regel beoogt te beschermen moeten worden afgewogen tegen de belangen die met (onmiddellijke) handhaving zijn gediend, kunnen rechtvaardigen dat een wetsovertreding (tijdelijk) gedoogd wordt.

Gedoogbeschikking

Uitgangspunt is dat slechts in bepaalde gevallen en bij uitzondering mag worden overgegaan tot gedogen. De gedoogstrategie van Hollands Kroon neemt de inhoud van de algemene Nota Grenzen aan gedogen in acht. Er moet sprake zijn van een overgangs- en overmachtssituatie en de uitkomst van een belangenafweging dient het gedogen niet in de weg te staan.

Gedogen kan zorgen voor de nodige flexibiliteit, mits het op de juiste wijze wordt ingezet. Hierbij dienen de belangen van bedrijven en derde belanghebbenden gewaarborgd te worden. De gevolgen van het gedogen kunnen voor een groot deel zelf in de hand gehouden worden. Dit kan door duidelijkheid te verschaffen over wat er wordt gedoogd, hoelang er zal worden gedoogd, wiens overtreding er wordt gedoogd en onder welke voorwaarden er wordt gedoogd. Gedogen dient zoveel mogelijk in omvang en/of tijdsduur te worden beperkt.

Gedogen kan aan de orde zijn bij overgangs- en overmacht situaties. In sommige gevallen kan het belang van de overtreder beter gediend zijn met gedogen. Uitgangspunt is dat aan de inzet van de bestuurlijke handhavingsinstrumenten een belangenafweging en een zorgvuldige voorbereiding vooraf dient te gaan. Het feit dat het bestuur een bepaalde overtreding gedoogt, is een factor die op verschillende plaatsen in die belangenafweging een rol speelt waarbij de belangen van de fysieke leefomgeving, de overtreder, van derden en het algemeen belang zorgvuldig dienen te worden afgewogen.

Andere overheden en eigen overheid

Handhaving van een publiek contract, aangegaan met een andere overheid of met een ander onderdeel van de eigen overheid is niet anders dan anders. Ook daar geldt: “afspraak is afspraak”. Nog meer dan bij particulieren gelden daar nalevingsdoelen in de sfeer van algemeen normbesef en geloofwaardigheid van de normerende overheid.

Hooguit kunnen er juridische complicaties optreden, in het bijzonder bij het strafrechtelijk vervolgen van de rijksoverheid of bij het bestuurlijk optreden tegen de eigen overheid.

Bijlage 7. Procedures & Processen

Voor alle teams en hun werkwijzen geldt dat wij aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht (awb). Wettelijk termijnen worden in acht genomen maar we sluiten ook aan bij begrippen als belanghebbende en toetsen aanvragen/ verzoeken formeel inhoudelijk. De wijze waarop we werken is veelal niet vastgelegd. Hieraan zal op basis van de doelstellingen worden gewerkt. Onderstaand is een globale weergave, tot stand gekomen op basis van interviews.

 

Vergunningen

APV

De Apv-medewerker

  • behandelt binnenkomende verzoeken voor het verlenen van vergunningen op grond van APV of bijzondere wetten;

  • draagt zorg voor de afhandeling en inhoudelijke toetsing van aanvragen;

  • bewaakt de termijnen

  • vraagt voor evenementenvergunningen advies aan externe partners als politie en veiligheidsregio als uit de risicoscan blijkt dat dit noodzakelijk is;

  • draagt zorg voor gemotiveerde toekenning of afwijzing van de vergunningaanvraag;

  • verstrekt inlichtingen betreffende procedures en voortgang van vergunningen.

Wabo

Voor de werkwijze sluiten wij aan bij de strategie zoals in bijlage 2 en 3 uiteengezet. De kernwaarde bij dienstverlening zijn naast de Awb-procedures leidend. Vooruitlopende op de omgevingswet oefenen we met de Intake- en Omgevingstafel en hanteren daarbij het volgende proces.

 

 

 

Toezicht en Handhaving

Werkwijze Toezicht

Toezicht op de uitvoering van de verleende vergunning vormt het slotstuk van het vergunningenproces.

Per jaar worden er circa 250 controles uitgevoerd op de bouwplaats door onze toezichthouders. Naast het toezicht op de bouwactiviteiten en de bouwplaats omvat het tevens het beoordelen van administratieve bescheiden, zoals rapportages en het laten nader (laten) beoordelen van aangetroffen afwijkingen. Jaarlijks worden er circa 200 vergunningen gereed gemeld. Dat betekent dat de uitvoering is afgerond en akkoord is bevonden. Zowel wat betreft de frequentie en de wijze waarop het toezicht wordt uitgeoefend heeft de gemeente beleidsvrijheid.

 

Hollandskroon heeft als uitgangspunt dat elke vergunning in de uitvoering wordt gecontroleerd. De uitvoerder blijft verantwoordelijk voor een juiste uitvoering, het toezicht controleert op hoofdlijnen. Daarbij staat veiligheid (constructieve veiligheid, brandveiligheid, installaties) voorop.

 

De frequentie en de diepgang van de controle hangen af van het type bouwwerk en de observaties van de toezichthouder gedurende het vergunningen en controleproces.

Met de introductie van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen is de verwachting dat de minimaal benodigde capaciteit afneemt omdat het toezicht op de bouw dan gedeeltelijk wordt overgenomen door de kwaliteitsborger van de aannemer. We zullen dit na inwerkingtreding Wkb monitoren.

 

Bij het toezicht geldt in zijn algemeenheid dat de toezichthouder zich kan identificeren en zijn wettelijke bevoegdheden spaarzaam, maar daar waar nodig, gebruikt.

 

Bij het aangaan van gesprekken met (mogelijke) overtreders en de overig betrokkenen is het doel om te komen tot een gelijkwaardige dialoog met de overtreder om de juiste feiten en omstandigheden te achterhalen. De aangesprokene wordt uitgenodigd om zijn/haar perspectief weer te geven.

 

De toezichthouder beoordeelt altijd de mogelijkheden om te komen tot een oplossing en daartoe tot afspraken te komen. Daarbij speelt de ernst van de overtreding een rol, maar ook de persoon van de overtreder en eventueel overige betrokkenen. Eventuele afspraken en termijn worden schriftelijk vastgelegd in het controlerapport en gecontroleerd. Het controlerapport voldoet aan de minimale eisen die de Raad van State daaraan stelt (zie kader).

 

Nalevingsstrategie handhaving: Preventie

De gemeente Hollands Kroon verkiest een handhavingsstrategie die goed gedrag stimuleert en overtredingen voorkomt. Hollands Kroon richt zich dus bewust op preventie in gesprek met onze inwoners en ondernemers. Na- tuurlijk neemt dit niet weg dat de gemeente doorpakt daar waar nodig is. De kernwaarden bij onze preventiestrategie is het geven van duidelijkheid en een focus op de eigen verantwoordelijkheid.

 

Voorlichting

Een belangrijk element van elke preventiestrategie is voorlichting. Veel overtredingen worden immers begaan door onbekendheid met de regels van bijvoorbeeld het bestemmingsplan/omgevingsplan. Uitleg over de regels, over het onderliggende doel ervan en de wijze waarop de gemeente toezicht blijft daarom belangrijk. Voor 2023 willen we extra informatie op de website en socialmedia verschaffen.

 

Zichtbaarheid en nazorg

Zichtbaarheid van het toezicht en de mogelijke gevolgen van een overtreding is een belangrijke factor bij het voorkomen van overtredingen. Ook willen we voorkomen dat overtreders opnieuw in de fout gaan en een nieuwe overtreding plegen. Daarom besteden we veel ‘nazorg’ in de vorm van her controles om recidive te voorkomen door in het toezicht zichtbaar te zijn nadat de overtreding is beëindigd.

 

Nalevingsstrategie Handhaving: Handhavingstoezicht

Handhavingstoezicht is het toezicht op de overige omgevingsrechtelijke regelgeving, naast het vergunningentoezicht. Vooral het toezicht op de naleving van bestemmingsplannen valt daaronder, maar ook illegaal bouwen en de naleving van de technische voorschriften uit het Bouwbesluit/Bbl.

 

Jaarlijks ontvangt en behandelt Hollands Kroon ongeveer 25 klachten/melding van inwoners, bedrijven en belangengroepen die betrekking hebben op de Wabo/Omgevingswet. Daarnaast voeren we specifieke toezicht thema’s uit zoals huisvesting Arbeidsmigranten. Tot slot vindt er ambtshalve surveillance plaats per gebied. Als de toezichthouders onderweg zijn spenderen zij hier extra tijd aan indien mogelijk. Combineren zij het met toezicht op ondermijning,

Als we een klacht of melding krijgen hanteren we de volgende richtlijnen die daarbij gelden:

We handelen verzoeken zo snel mogelijk af, het streven is een maximale termijn van 8 weken

Verlenging van de termijn wordt gecommuniceerd.

De overtreder wordt uitgenodigd om te reageren op het verzoek om handhaving.

Er wordt gekeken naar het ‘probleem achter het probleem’.

 

Indien daartoe mogelijkheden zijn, wordt andere instrumenten zoals het informele gesprek en buurtbemiddeling Is er sprake is van een overtreding en geen bijzondere omstandigheden zijn, wordt een handhavingsprocedure gestart

 

Nalevingsstrategie handhaving: Sanctiestrategie

Elk jaar is het nodig om in circa 50 situaties sanctionerend op te treden met als doel om overtredingen ongedaan te maken. Deze zaken kunnen voortvloeien uit verzoeken om handhaving van inwoners of door de toezichthouders geconstateerde overtredingen die niet door hen kunnen worden opgelost.

 

Werkwijze formeel handhavingsverzoek

Verschil klacht of handhavingsverzoek

» Handhavingsverzoek

Het is van belang dat duidelijk is of iemand een klacht of een verzoek om handhaving indient. Een handhavingsverzoek is een formeel verzoek van een belanghebbende aan de gemeente om een handhavingsbesluit te nemen. Hierop zijn de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (§ 4.1.3.2. Awb) van toepassing. Een verzoek om handhaving is een formeel juridische kwestie die voor de gemeente verplichtingen schept en waar de aanvrager rechten aan kan ontlenen.

» Klacht/melding

Het bevoegd gezag heeft op grond van artikel 5.2 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) tot taak klachten te behandelen die betrekking hebben op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de betrokken wetten met betrekking tot het uitvoeren van het betrokken project.

Als er sprake is van een spoedsituatie bij ernstige hinder of direct gevaar, dan wordt er direct een controle uitgevoerd n.a.v. de ontvangen klacht/melding. In meeste andere gevallen wordt er n.a.v. de klacht/melding een handhaafzaak aangemaakt en deze wordt, conform de prioriteit uit het VTH-beleid en de beschikbare capaciteit, opgepakt. Bij anonieme meldingen wordt er geen handhaafzaak aangemaakt.

 

Indieningsvereisten handhavingsverzoek

Een verzoek om handhaving moet voldoen aan de indieningsvereisten van de artikelen 4:1 en 4:2 Awb. Een ontvankelijk handhavingsverzoek is:

  • schriftelijk ingediend;

  • ondertekend;

  • tenminste voorzien zijn van de naam van de aanvrager;

  • voorzien van het adres van de aanvrager;

  • voorzien van een dagtekening; en

  • voorzien van een aanduiding van het besluit dat wordt gevraagd.

 

Ook geldt het volgende:

Anonieme handhavingsverzoeken kunnen niet in behandeling worden genomen en worden behandeld als klacht/melding.

 

Bij onduidelijkheid over de vraag of er al dan niet sprake is van een formeel verzoek om handhaving, neemt de behandelend ambtenaar contact op met de indiener.

 

Ontvangst handhavingsverzoek

De verzoeker om handhaving ontvangt binnen twee weken na binnenkomst van zijn verzoek een ontvangstbevestiging. Als het verzoek onduidelijk en/of onvolledig is, stelt de gemeente de verzoeker in de gelegenheid om het verzoek binnen een bepaalde termijn aan te vullen.

Als blijkt dat de gemeente een handhavingsverzoek heeft ontvangen terwijl de gemeente daarop niet het bevoegde gezag is, dan wordt het handhavingsverzoek op grond van artikel 2:3 Awb doorgezonden aan het bevoegde orgaan. De afzender wordt hiervan in kennis gesteld.

 

Gemeente niet altijd bevoegd

Het kan voorkomen dat klachten of handhavingsverzoeken bij de gemeente binnen komen die niet behoren tot een gemeentelijke toezichts- en handhavingstaak. In veel gevallen gaat het dan om zaken waarbij de direct betrokkenen zelf verantwoordelijk zijn voor de oplossing van het probleem. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan meldingen van huurders die een geschil hebben met hun verhuurder (woningcorporatie of particulier). In dergelijke gevallen wordt de melder geïnformeerd en doorverwezen naar bijv. de woningcorporatie, de GGD of buurtbemiddeling.

Als gemeente zijn wij slechts belast met het toezicht op, en de handhaving van, verschillende publiekrechtelijke wet- en regelgeving. Overtreding van dergelijke wetgeving geeft ons een titel om iemand aan te spreken, en zo nodig middels sancties de naleving van wet- en regelgeving af te dwingen. Het gaat onze taak en expertise te buiten om men van advies in privaatrechtelijke aangelegenheden te voorzien. Dit betekent dat wij als gemeente zijnde hierin niet kunnen optreden.

 

Werkwijze beoordeling Handhavingsverzoek

Formele toets

Belanghebbende

Bij de ontvangst van een verzoek om handhaving wordt getoetst of de indiener van dit verzoek belanghebbende is in de zin van artikel 1:2, lid 1 Awb aangemerkt als belanghebbende dan wordt het aangevraagde verzoek om handhaving niet-ontvankelijk verklaard.

 

Beslistermijn

Voor het bepalen van een redelijke termijn voor de behandeling van een handhavingsverzoek is de jurisprudentie van de Raad van State over dat onderwerp van belang. Er kan niet worden volstaan met de mededeling dat zal worden gehandhaafd. Binnen de bepaalde termijn dient het daadwerkelijke handhavingsbesluit te zijn genomen dan wel te middels voldoende onderbouwing te worden verlengd.

 

Bij veel handhavingsverzoeken is het nodig om onderzoek te verrichten op grond van het gelijkheidsbeginsel (de vraag of gelijke gevallen ook gelijk behandeld worden). Dit type onderzoek vergt zeer veel toezichts- en handhavingscapaciteit. Voor de toepassing van het gelijkheidsbeginsel is een beleidslijn opgesteld.

 

Daar komt bij dat de vastgestelde handhavingsstrategie de stappen voorschrijft voor het nemen van een handhavingsbesluit:

De eerste stap bestaat uit het uitvoeren van een controle naar de in het verzoek aangegeven zaken door een toezichthouder, deze controle wordt uitgevraagd middels het verzoek tot inspectie formulier;

Vervolgens krijgen overtreders de gelegenheid tot vrijwillig herstel van overtredingen binnen een daarvoor gestelde termijn. De juridisch medewerker stelt hiervoor een brief op in Openwave;

De eerste stap bestaat uit het uitvoeren van een controle naar de in het verzoek aangegeven zaken door een toezichthouder, deze controle wordt uitgevraagd middels het verzoek tot inspectie formulier; Vervolgens krijgt de overtreder, een brief waarin het voornemen geuit wordt om een handhavingsbesluit te nemenDe overtreder krijgt de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen (artikel 4:8 lid 1 Awb) en eventueel de overtreding uit eigen beweging te beëindigen;

Indien de overtreding daarna nog niet is beëindigd, dan wordt een handhavingsbesluit genomen;

Indien van toepassing wordt er ook een besluit genomen op het verzoek om handhaving. Dit is een besluit tot handhaving dan wel, indien de zienswijze en/of gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven, de afwijzing van het handhavingsverzoek.

Tegen het besluit kunnen de verzoeker en derde belanghebbenden bezwaar maken en vervolgens beroep instellen bij de rechtbank en hoger beroep bij de Raad van State.

 

Uit het voorgaande blijkt dat de procedure voor de afhandeling van een handhavingsverzoek veel tijd in beslag neemt.

 

Procedureel leidt dit tot de volgende werkwijze:

De verzoeker om handhaving ontvangt een ontvangstbevestiging.

In de ontvangstbevestiging geven we duidelijk aan waar het handhavingsverzoek precies op ziet. Hiermee bakenen we de omvang van het verzoek af. Wordt er daarna een nieuw onderdeel door de verzoeker ingebracht? Dan wordt dit ingeboekt en behandeld als een nieuw handhavingsverzoek.

Indien we de termijn van 8 weken (artikel 4:13 Awb) niet halen, dan wordt binnen die periode de termijn middels een brief verlengd (artikel 4:14 Awb). Weet je hoe lang je nog nodig hebt, noem dan die termijn. Weet je het niet, dan ligt een verlenging van telkens 8 weken voor de hand.

Als er sprake is van een situatie dat in overleg tussen partijen naar een minnelijke oplossing wordt gezocht, dan wordt dat formeel vastgelegd op basis van 4:15 Awb. De termijn voor het geven van een beschikking kan namelijk worden opgeschort gedurende de termijn waarvoor de aanvrager schriftelijk met uitstel heeft ingestemd.

Los van de termijnen, is een zo spoedig mogelijke afhandeling uiteraard te allen tijde het streven.

 

Inhoudelijke toets

Bij de inhoudelijke beoordeling van een verzoek om handhaving wordt in eerste instantie gekeken naar de aard en ernst van de overtreding. Het spreekt voor zich dat er in spoedeisende situaties zo snel mogelijk wordt opgetreden. Het wegnemen van het gevaar staat hierbij voorop.

De beoordeling hangt af van:

Verzoek om handhaving is niet-ontvankelijk. Nadat de verzoeker in de gelegenheid is gesteld om binnen twee weken het verzoek aan te vullen kan het zijn dat het verzoek nog steeds niet-ontvankelijk is. Verzoeker wordt daarover geïnformeerd. Het VOH wordt dan niet in behandeling genomen dit is een appellabel besluit.

Verzoek om handhaving is ontvankelijk. Na onderzoek naar het gevraagde blijkt dat geen sprake is van een overtreding (waartegen wij bevoegd zijn op te treden). VOH wordt geheel afgewezen.. Hiertegen staat bezwaar open. Verzoeker wordt over de procedure geïnformeerd.

Verzoek om handhaving is ontvankelijk. Na onderzoek blijkt dat sprake is van een overtreding.

In de waarschuwingsbrief naar de overtreders vermelden wij de reden voor controle (in onze brieven vermelden wij dat de reden voor de controle een verzoek om handhaving is.)

Voortgangsbericht (in de fase van de waarschuwingsbrief ontvangt de indiener van het handhavingsverzoek een voortgangsbericht.)

In het voornemen naar de overtreder vermelden wij de reden voor de controle en wat de constateringen zijn waarmee het strijdig is, bevoegdheidsgrondslagen en het voornemen tot handhaven zelf en de mogelijkheid voor het indienen van een zienswijze. Afschrift voornemen last onder dwangsom/last onder dwangsom (De indiener van een verzoek om handhaving ontvangt een geanonimiseerd afschrift van het voornemen last onder dwangsom, met een korte begeleidende brief. De indiener wordt niet actief gewezen op de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. Indien deze persoon wel een zienswijze naar voren brengt, wordt deze meegewogen bij de last onder dwangsom onder verwijzing van zienswijze belanghebbende.)

Verzoek om handhaving kan geheel worden toegewezen, of gedeeltelijk worden toegewezen dan wel afgewezen.

 

Voor de begunstigingstermijn, soorten handhavingsbesluiten, de hoogte van dwangsommen en soorten sancties sluiten wij aan bij de Handhavingsstrategie. We hanteren de hierin benoemde uitgangspunten bij de vaststelling van besluiten. Wat betreft de Invordering gaan wij meer specifiek in 2023 aan de slag. Afgelopen jaren is hieraan onvoldoende uitvoering gegeven.

 

Voor de Wkb geldt onderstaand