Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enschede

Tijdelijke subsidieverordening verander- en innovatiebudget beschermd wonen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnschede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTijdelijke subsidieverordening verander- en innovatiebudget beschermd wonen
CiteertitelTijdelijke subsidieverordening verander- en innovatiebudget beschermd wonen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. Algemene subsidieverordening gemeente Enschede 2022
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-202301-01-2026Nieuwe regeling

26-06-2023

gmb-2023-283687

Tekst van de regeling

Intitulé

Tijdelijke subsidieverordening verander- en innovatiebudget beschermd wonen

De raad van de gemeente Enschede;

 

gelezen het voorstel van het college van 30 mei 2023

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening 2022;

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

Tijdelijke subsidieverordening verander- en innovatiebudget beschermd wonen

 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Asv: de op het moment van de subsidieaanvraag geldende Algemene subsidieverordening van de gemeente Enschede;

  • c.

    beschermd wonen: beschermd wonen als bedoeld om de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • d.

    centrumgemeente: gemeente als bedoeld in artikel 1 onder f en g van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid, na decentralisatie van beschermd wonen is de centrumgemeenteregeling beschermd wonen van de centrumgemeente Enschede hiervoor de basis;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede;

  • f.

    innovatie: een bewust gekozen verandering in het aanbod om de kwaliteit en/of de efficiëntie van beschermd wonen te verbeteren of preventieve maatregelen te ontwikkelen en te realiseren;

  • g.

    regiogemeenten: Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Hof van Twente, Losser en Oldenzaal.

Artikel 2 Afstemming Asv

Voor zover in deze verordening daarvan niet wordt afgeweken, is de geldende Asv van de gemeente Enschede van toepassing.

 

Hoofdstuk 2 Subsidiebepalingen

Artikel 3 Toepassingsbereik; doel

  • 1.

    Deze verordening is een bijzondere subsidieverordening als bedoeld in de Asv.

  • 2.

    Deze subsidieverordening heeft betrekking op het beleidsterrein beschermd wonen van de centrumgemeente Enschede.

  • 3.

    Deze subsidieverordening heeft als doel om organisaties te stimuleren om innovatieve projecten en initiatieven te ontwikkelen, die bijdragen aan:

    • a.

      het verminderen en/of voorkomen van instroom in beschermd wonen;

    • b.

      het versnellen van door- of uitstroom vanuit beschermd wonen.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor één of meer van de volgende activiteiten:

    • a.

      het organiseren, faciliteren en uitvoeren van activiteiten gericht op het verminderen en/of voorkomen van instroom in beschermd wonen;

    • b.

      het organiseren, faciliteren en uitvoeren van activiteiten gericht op het versnellen van door- of uitstroom van beschermd wonen.

  • 2.

    Kosten die voor subsidie in aanmerking komen:

    • a.

      de subsidie kan bestaan uit een vergoeding van directe en indirecte kosten;

    • b.

      de directe kosten zijn kosten die een directe relatie hebben met de te verlenen zorgactiviteit. Voor subsidie komen enkel de werkelijk gemaakte kosten in aanmerking. Onder werkelijk gemaakte kosten wordt verstaan de kosten van de activiteit verminderd met de eventuele opbrengst van de activiteit;

    • c.

      indirecte kosten zijn kosten die niet direct een relatie hebben met de te verlenen zorg;

    • d.

      de beoordeling of de in de begroting opgevoerde indirecte kosten subsidiabel zijn is aan het college.

Artikel 5 Vereisten subsidieaanvrager

  • 1.

    Subsidie wordt slechts verstrekt aan een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid of aan een stichting die gevestigd is in een van de regiogemeenten.

  • 2.

    Indien een rechtspersoon naar het oordeel van het college gerelateerd is aan een rechtspersoon met winstoogmerk en daardoor de subsidie uiteindelijk geheel of gedeeltelijk ten goede komt of kan komen aan die rechtspersoon in plaats van aan de rechtspersoon zonder winstoogmerk, kan het college de subsidie weigeren.

Artikel 6 Penvoerder

  • 1.

    Subsidie kan verstrekt worden aan een penvoerder van een samenwerkingsverband van organisaties. Deze penvoerder vraagt de subsidie aan en ontvangt de subsidie, de overige organisaties zijn geen subsidieontvanger.

  • 2.

    De penvoerder is verantwoordelijk voor de uitvoering van de activiteiten en het nakomen van de verplichtingen die voortvloeien uit de subsidieverlening.

  • 3.

    Voor de organisaties die een samenwerkingsverband zijn aangegaan geldt dat:

    • a.

      zij voldoen aan het vereiste, zoals opgenomen in artikel 5 lid 1 en

    • b.

      zij aantoonbaar samenwerken in het kader van het doel, zoals omschreven in artikel 3.

Artikel 7 Subsidiecriteria

Subsidie wordt uitsluiten verleend wanneer:

  • a.

    het project of initiatief in ieder geval bijdraagt aan één van de twee doelen, zoals genoemd in artikel 3 lid 3 sub a en b;

  • b.

    de activiteiten uiterlijk 31 december 2025 worden afgerond;

  • c.

    de activiteiten plaatvinden in één of meer van de regiogemeenten;

  • d.

    de subsidieaanvrager ingebed is in de lokale of regionale zorgstructuur en hieraan ten goede komt.

Artikel 8 Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt maximaal € 250.000 per subsidieaanvraag.

Artikel 9 Subsidieplafond

Het subsidieplafond bedraagt € 2.000.000 voor het tijdvak 1 augustus tot en met 31 december 2023 en € 2.000.000 voor 2024.

Artikel 10 Verdeelregels

  • 1.

    Het college rangschikt de subsidieaanvragen na een objectieve onderlinge vergelijking en verstrekt de subsidie op volgorde van rangschikking.

  • 2.

    Het college beoordeelt aanvragen op basis van de volgende beoordelingscriteria:

    • a.

      de mate waarin het project innoverend is;

    • b.

      de mate waarin het project bijdraagt aan het voorkomen van instroom in beschermd wonen en/of het versnellen van door- of uitstroom vanuit beschermd wonen;

    • c.

      de mate van kwaliteit van de beoogde resultaten die de verandering en/of innovatie moet opleveren en de meetbaarheid van de resultaten;

    • d.

      de mate van samenwerking met de doelgroep en/of het netwerk rondom de doelgroep, en andere relevante partijen;

    • e.

      de mate van een reële kostenbegroting, evenwichtige kosten en verwachte baten en

    • f.

      de mate van inzicht in de borging van activiteiten na de projectperiode.

  • 3.

    De beoordelingscriteria genoemd in lid 2 van dit artikel hebben een gelijk gewicht en per beoordelingscriterium kent het college 0, 5, 10, 15, 20 of 25 punten toe.

  • 4.

    Na de puntentoekenning rangschikt het college de aanvragen op basis van de totaalscore, waarbij de aanvraag met het hoogste aantal punten bovenaan staat.

  • 5.

    De volgorde van gelijk geplaatste subsidieaanvragen wordt door middel van loting bepaald wanneer subsidieverlening zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond.

  • 6.

    Wanneer door toekenning van een aanvraag het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de subsidie aan deze subsidieaanvrager gedeeltelijk verleend.

  • 7.

    Vindt het college het niet aannemelijk dat de subsidieaanvrager na gedeeltelijke verlening van de subsidie de activiteiten uit zal voeren, dan weigeren zij de subsidie.

Artikel 11 Aanvullende subsidieverplichtingen

Naast de verplichtingen genoemd in de Awb en de Asv gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a.

    de subsidieontvanger heeft een actuele meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en werkt volgens deze meldcode;

  • b.

    de subsidieontvanger heeft een intern protocol hoe om te gaan met calamiteiten en geweld en werkt volgens dit protocol;

  • c.

    onderdeel van het protocol, als bedoeld onder b, is een overzicht van calamiteiten die worden gemeld bij de toezichthouder die is aangewezen op grond van artikel 6.1 lid 1 Wmo en

  • d.

    voor zover het protocol als bedoeld onder b nog niet in het bezit is van het college, wordt het bij de indiening van de aanvraag om subsidie overgelegd en vervolgens bij iedere wijziging van het protocol.

 

Hoofdstuk 3 Procedurele bepalingen

Artikel 12 Vereisten aanvraag

  • 1.

    De subsidie kan via e-mail of schriftelijk worden aangevraagd bij het college. De aanvraag gaat naast de gegevens genoemd in de Asv vergezeld van:

    • a.

      een omschrijving van het probleem en de doelen, waarop de innovatie is gericht;

    • b.

      een beschrijving van de uit te voeren subsidiabele activiteiten en de te verwachten resultaten met inbegrip van een toekomstperspectief;

    • c.

      een uiteenzetting omtrent samenwerking en/of betrokkenheid van onder andere de doelgroep, relevante partijen, zoals omwonenden en ervaringsdeskundigen. Deze samenwerking en/of betrokkenheid bestaat uit raadplegen, advies inwinnen en/of laten (mee)beslissen van betrokkenen;

    • d.

      een realistische tijdsplanning inclusief concrete mijlpalen en hoe deze gemonitord worden;

    • e.

      een onderbouwde kostenbegroting.

  • 2.

    Als de subsidie wordt aangevraagd door een penvoerder namens een samenwerkingsverband van organisaties, zoals bedoeld in artikel 6, wordt naast de gegevens in lid 1 tevens een overeenkomst bijgevoegd waarin:

    • a.

      is vastgelegd dat de deelnemende organisaties een samenwerkingsverband zijn aangegaan;

    • b.

      de organisaties één van de partijen aanwijzen als penvoerder, die de subsidie aanvraagt en ontvangt en

    • c.

      in ieder is opgenomen welke financiële verplichtingen de organisaties ten opzichte van elkaar hebben.

  • Verder moet uit de aanvraag blijken welke activiteiten daadwerkelijk door elk van de organisaties worden uitgevoerd.

  • 3.

    In de subsidieaanvraag moeten de volgende aspecten puntsgewijs aan de orde komen:

    • a.

      Relevantie

      • Het probleem waar de verandering en/of innovatie op is gericht.

      • De doelen waar de verandering en/of innovatie op is gericht en een beoordeling van die doelen.

    • b.

      Kwaliteit

      • De beoogde resultaten die de verandering en/of innovatie moet opleveren.

      • De meetbaarheid van de resultaten.

      • Een beschrijving van hoe de resultaten breder in de regio gedeeld worden.

      • Procedures voor bijsturing en risicobeheersing.

      • Betrokkenheid van ervaringsdeskundigen.

    • c.

      Samenwerking

      • Betrokkenheid van de doelgroep en/of netwerk rondom de doelgroep.

      • Samenwerking met andere relevante partijen.

      • Investering in draagvlak bij omwonenden.

    • d.

      Looptijd

      • Een realistische tijdsplanning, waarbij 31 december 2025 de uiterste datum is waarop de activiteiten moeten zijn afgerond.

      • Duidelijke en concrete mijlpalen.

    • e.

      Kosteneffectiviteit

      • Een omschrijving en onderbouwing van de begrote kosten.

      • Reële begrote kosten.

      • Evenwichtige kosten en de verwachte baten.

      • Een andere vorm van cofinanciering.

    • f.

      Capaciteit en expertise

      • Een verdeling van capaciteit, expertise en financiën tussen de partijen, die betrokken zijn bij de uitvoering.

    • g.

      Monitoring

      • Informatie over het toezicht houden op de uitvoering.

      • Criteria die aantonen of er sprake is van succes of falen.

    • h.

      Duurzaamheid

      • Een wijze, zowel financieel en organisatorisch, waarop de positieve resultaten structureel verankerd kunnen worden.

    • i.

      Verspreiding

      • Een omschrijving over het toepassen op grotere schaal bij een succesvol plan.

    • j.

      Reikwijdte

      • De activiteiten vinden in plaats in één of meerdere regiogemeenten.

Artikel 13 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Er zijn drie indieningsmomenten voor de subsidieaanvraag. De subsidieaanvraag dient in onderstaande tijdvakken ingediend te worden:

    • a.

      1 augustus tot 1 september 2023;

    • b.

      1 februari tot 1 maart 2024;

    • c.

      1 augustus 2024 tot 1 september 2024.

  • 2.

    Aanvragen ingediend in het tijdvak 1 augustus 2023 tot 1 september 2023 komen ten laste van het subsidieplafond 1 augustus tot en met 31 december 2023.

  • 3.

    Aanvragen ingediend in het tijdvak 1 februari 2024 tot 1 maart 2024 en het tijdvak 1 augustus tot 1 september 2024 komen ten laste van het subsidieplafond 2024.

  • 4.

    Aanvragen die op 31 augustus 2023, 29 februari 2023 of 31 augustus 2023 niet volledig zijn ontvangen, worden afgewezen.

Artikel 14 Beslistermijn

Het college beslist binnen 13 weken conform de Asv na de uiterste indieningsdata van de volledige subsidieaanvraag.

Artikel 15 Vereisten aanvraag subsidievaststelling

  • 1.

    De aanvraag tot vaststelling gaat, naast de vereisten uit de Asv vergezeld van:

    • a.

      een inhoudelijk verslag en

    • b.

      een financieel verslag.

  • 2.

    In geval van een subsidieverlening van € 125.000 of meer gaat het financieel verslag vergezeld van een accountantsverklaring conform de Asv.

Artikel 16 Termijn aanvraagsubsidie vaststelling

De ontvanger van een subsidie dient uiterlijk 1 juni volgend op het laatste jaar waarover de subsidie is verleend een aanvraag tot subsidievaststelling in.

Artikel 17 Beslistermijn subsidievaststelling

Het college stelt overeenkomstig de Asv binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag tot vaststelling de subsidie vast.

 

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding en werkingsduur

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 augustus 2023 en vervalt per 31 december 2025.

  • 2.

    Deze verordening blijft van toepassing op subsidies die op grond van deze verordening zijn verleend.

Artikel 19 Hardheidsclausule

Het college kan de artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de opvang, begeleiding en beschermd wonen van kwetsbare inwoners leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: tijdelijke subsidieverordening verander- en innovatiebudget beschermd wonen.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 26 juni 2023

De Griffier, R.M. Jongedijk

De Voorzitter, R.W. Bleker