Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Son en Breugel

Uitvoeringsbesluit Behorende bij Verordening Jeugdhulp gemeente Son en Breugel 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSon en Breugel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsbesluit Behorende bij Verordening Jeugdhulp gemeente Son en Breugel 2023
CiteertitelUitvoeringsbesluit Jeugdhulp gemeente Son en Breugel 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpUitvoeringsbesluit Jeugdhulp gemeente Son en Breugel 2023

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening Jeugdhulp gemeente Son en Breugel

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-06-2023Nieuwe regeling

20-06-2023

gmb-2023-283119

1350505

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Behorende bij Verordening Jeugdhulp gemeente Son en Breugel 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Son en Breugel besluit;

 

gelet op de Verordening Jeugdhulp gemeente Son en Breugel,

vastgesteld op 13 maart 2023;

gezien de instemming van de Adviesraad;

vast te stellen het Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp 2023.

 

 

§1 TOELICHTING

Artikel 1: Begripsbepalingen

Algemeen toegankelijke voorziening: dienst of activiteit die, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruiker, algemeen toegankelijk is en gericht is op maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp. Deze diensten en/of producten zijn voor iedereen toegankelijk en/of verkrijgbaar, zonder toets of beschikking (zoals kinderopvang, jongerenwerk of opvoedingsondersteuning).

Gebruikelijke hulp: de normale zorg die een partner, ouder of huisgenoot aan iemand geeft, omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren. Dit kan onder meer bestaan uit het verzorgen, opvoeden en begeleiden van kinderen. Vanuit het oogpunt van de Jeugdwet is het van belang te weten welke activiteiten partners, ouders van kinderen en huisgenoten al geacht worden te doen vanuit andere verplichtingen. Dit weegt mee bij de mate waarin zij overbelast zijn of dreigen te raken en in hoeverre er van hen verlangd kan worden om bijvoorbeeld persoonlijke verzorging of begeleiding te bieden aan hun partner, kind of huisgenoot.

Individuele voorzieningen: voorzieningen die slechts toegankelijk zijn op basis van een beschikking. Hierin is sprake van maatwerk en zijn de beschikbare voorzieningen zoals vastgelegd in de Producten Diensten Catalogus (PDC) leidend.

§ 2 NADERE REGELS

Artikel 2: Vormen van jeugdhulp

De beschikbare individuele voorzieningen zijn opgenomen in de PDC. De consulenten van het Centrum voor Maatschappelijke Deelname (CMD) beschikken over de meest actuele versie. Jeugdigen en/of hun ouder(s) kunnen terecht bij het CMD voor meer informatie en overleg over de best passende individuele voorziening. Niet altijd is er een individuele voorziening noodzakelijk. De professionals van het CMD kunnen zelf ook hulpverlening bieden met een ondersteuningstraject.

Artikel 7: Indienen aanvraag

Indien jeugdigen en/of ouder(s) een aanvraag voor een individuele voorziening in willen dienen doen ze dat bij het college, altijd via het CMD en middels een ondersteuningsplan dat door de ouder(s) met gezag is ondertekend. Indien één van de ouders geen toestemming geeft en de jeugdige is jonger dan 12 jaar, dan kan het college toch een beschikking afgeven. Uitgangspunt blijft dat beide ouders met gezag het ondersteuningsplan ondertekenen.

Een individuele voorziening kan worden aangevraagd wanneer er geen mogelijkheden zijn voor ondersteuning uit het eigen netwerk van het gezin en/of als er in onze gemeente geen geschikte algemene- of collectieve voorziening beschikbaar is.

Artikel 9: Regels voor PGB

Tweede en derde lid. Nadere regels over de wijze waarop de hoogte van een PGB wordt vastgesteld.

  • a.

    Het tarief van het PGB is gebaseerd op het ondersteuningsplan, waarin staat hoe het PGB besteed wordt;

  • b.

    het budget is toereikend om effectieve en kwalitatieve zorg in te kopen, waarbij de kwaliteitseisen uit de PDC moeten worden gevolgd;

  • c.

    het budget bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst mogelijke adequate voorziening in natura;

  • d.

    het tarief voor geboden zorg vanuit het sociale netwerk door personen tussen de 15 en 23 jaar bedraagt maximaal het minimumloon;

  • e.

    het tarief voor geboden zorg vanuit het sociale netwerk door personen ouder dan 23 jaar bedraagt maximaal 75% van het beschikbare tarief zorg in natura;

  • f.

    betalingen uit het PGB worden gedaan door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De cliënt dient een zorgovereenkomst in bij de SVB. De cliënt (budgethouder) laat via declaraties of facturen aan de SVB weten hoeveel uren hulp zijn geleverd. De SVB zorgt vervolgens voor de uitbetaling van de zorgverlener. De niet-bestede PGB bedragen worden door de SVB na afloop van de verantwoordingsperiode terugbetaald aan de gemeente.

Artikel 15: Cliëntenparticipatie

De advisering door (vertegenwoordigers van) cliëntgroepen over de jeugdhulp belegt het college bij de Adviesraad Sociaal Domein. De Adviesraad heeft een werkgroep Jeugd.

De Adviesraad adviseert over herijkingen en evaluaties van het jeugdbeleid en gemeentelijke regelingen zoals de verordening. De Adviesraad kan aan het college zowel gevraagde als ongevraagde adviezen uitbrengen.

§ 3 TOELICHTING PER ARTIKEL

Artikel 3: Toegang tot jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist, jeugdarts

Indien wordt verwezen door de huisarts, medisch-specialist, jeugdarts of een andere daartoe gecertificeerde instelling, beoordeelt het college deze verwijzing inhoudelijk niet. Wel wordt er, met name bij het stapelen van meerdere producten, gekeken of wat wordt aangevraagd mogelijk is vanuit de PDC. Is dit niet het geval, dan kan er een gewijzigde verwijzing opnieuw worden ingediend. De cliënt ontvangt bij een directe verwijzing geen beschikking. Wel wordt door de gemeente een toekenning afgegeven aan de zorgaanbieder.

Artikel 4: Toegang tot jeugdhulp via de gemeente

Jeugdigen en ouders kunnen zich rechtstreeks wenden tot een algemene- of collectieve voorziening. Het CMD vormt een van de toegangen voor een individuele voorziening. Het CMD bevestigt de ontvangst van een aanvraag.

Het ondersteuningsplan is gericht op het verlenen van verantwoorde jeugdhulp, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige en/of ouder(s). Het ondersteuningsplan wordt door de consulent van het CMD vervolgens afhankelijk van de geschiktheid gedeeltelijk of integraal opgenomen in het gespreksverslag en mondt eventueel uit in een beschikking. Zowel bij de inzet van een ondersteuningstraject als inzet van specialistische jeugdhulp zal altijd een ondersteuningsplan worden opgesteld.

In spoedeisende gevallen treft het CMD zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke maatregel.

Artikel 7: Indienen aanvraag

Binnen acht weken na een volledige aanvraag volgt de beschikking. Wanneer deze termijn overschreden lijkt te worden, wordt de cliënt op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geïnformeerd over de termijn waarbinnen de beschikking wel kan worden afgegeven.

Een aanvraag die op andere wijze dan schriftelijk is ingediend wordt niet aangemerkt als aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en wordt ook niet als zodanig in behandeling genomen.

Artikel 8: Toekenning individuele voorziening

Wanneer een individuele voorziening aan de jeugdige is toegekend, worden het ondersteuningsplan en de voortgang regelmatig geëvalueerd. De evaluatie vindt plaats middels gesprekken tussen de betrokken consulent van het CMD, de jeugdige en de zorgaanbieder. De evaluatiegesprekken vinden fysiek plaats, tenzij uit overleg met het CMD blijkt dat een evaluatie op digitale wijze via beeldbellen meer passend is in de situatie van de jeugdige.

Artikel 9: Regels voor PGB

Eerste lid. Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een persoonsgebonden budget

  • a.

    De cliënt dient gemotiveerd aan te geven dat hij gebruik wil maken van een PGB;

  • b.

    de aanvrager of een vertegenwoordiger uit het netwerk moet bekwaam zijn om een persoonsgebonden budget te beheren;

  • c.

    het beheer van het budget mag niet gedaan worden door dezelfde persoon of organisatie die ook de hulp biedt aan de cliënt;

  • d.

    overwegende bezwaren zijn er als er een ernstig vermoeden is dat de budgethouder problemen zal hebben met het omgaan met een persoonsgebonden budget. De situaties waarbij het risico groot is dat het persoonsgebonden budget niet besteed wordt aan het daarvoor bestemde doel zijn:

  • de belanghebbende is handelingsonbekwaam;

  • de belanghebbende heeft als gevolg van dementie, een verstandelijke handicap of ernstige psychische problemen onvoldoende inzicht in de eigen situatie;

  • er is sprake van verslavingsproblematiek;

  • er is sprake (geweest) van schuldenproblematiek;

  • er is eerder misbruik gemaakt van het persoonsgebonden budget;

  • er is eerder sprake geweest van fraude.

Deze opsomming is niet limitatief.

  • e.

    er kunnen andere situaties denkbaar zijn waarin het verstrekken van een PGB niet gewenst is. In deze situaties kan een PGB worden geweigerd. Om een PGB af te wijzen moet er enige feitelijke onderbouwing zijn op grond waarvan afgewezen kan worden. Dit ter beoordeling van het college. De onderbouwing wordt in de beschikking vermeld.

 

Zevende lid. Nadere regels over onder welke voorwaarden de persoon aan wie een PGB wordt verstrekt de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk of van anderen

  • a.

    De persoon aan wie een PGB wordt verstrekt, kan de jeugdhulp alleen betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, wanneer er sprake is van een zware beperking en deze vorm van ondersteuning noodzakelijk is voor het kunnen wonen en functioneren van de jeugdige binnen het eigen gezin. Voor deze vorm van besteding van PGB gelden de volgende voorwaarden:

  • de hulp is niet goed vooraf in te plannen;

  • de hulp moet op ongebruikelijke tijden geleverd worden;

  • de hulp moet op veel korte momenten per dag geboden worden;

  • de hulp moet op verschillende locaties worden geleverd;

  • de hulp moet 24 uur per dag en op afroep beschikbaar zijn;

  • de hulp moet vanwege de aard van de beperkingen geboden worden door een persoon waar de jeugdige geen hechtings- of contactprobleem mee heeft;

  • de hulp mag geen gebruikelijke zorg zijn.

  • b.

    de persoon die hulp gaat bieden dient aan te kunnen geven dat de zorg aan de jeugdige voor hem/haar niet tot overbelasting leidt;

  • c.

    tussenpersonen of belangenbehartigers mogen niet worden betaald uit het PGB;

  • d.

    aan de inzet van personen uit het sociale netwerk zijn de volgende kwaliteitseisen verbonden:

  • de persoon verleent verantwoorde hulp, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, vergelijkbaar met de kwaliteitseisen in de PDC, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige en ouder(s);

  • de persoon, uitgezonderd de inwonende gezinsleden van de jeugdige, is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens van personen die in hun opdracht beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger in contact kunnen komen met jeugdigen of ouder(s) aan wie de aanbieder jeugdhulp verleent. Een verklaring is niet eerder afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene is gaan werken voor de aanvrager;

  • de persoon doet melding bij het college (coördinator CMD) van iedere calamiteit bij het verlenen van de hulp;

  • de persoon doet melding bij het college en/of Veilig Thuis van iedere vorm van geweld en het vermoeden tot kindermishandeling;

  • de persoon stelt een vertrouwenspersoon in de gelegenheid zijn taak uit te voeren.

  • e.

    bij jeugdigen onder de 16 jaar zijn het de ouders die over de bekwaamheid moeten beschikken om ondersteuning of jeugdhulp in te kopen. Bij jeugdigen tussen de 16 - 18 jaar (met uitloop tot 23 jaar) kan het voorkomen dat de jeugdige zelf het contract aangaat, bijvoorbeeld bij conflictsituaties tussen een jongere en de ouder(s).

Artikel 12: Vertrouwenspersoon en onafhankelijke cliëntondersteuning

Als cliënten behoefte hebben aan een vertrouwenspersoon, kunnen zij contact opnemen met Stichting Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ). De ondersteuning van de vertrouwenspersoon is altijd gratis.

Voor cliënten die behoefte hebben aan cliëntondersteuning zijn onafhankelijke cliëntondersteuners beschikbaar. Tijdens de intake worden alle cliënten gewezen op de mogelijkheden van kosteloze cliëntondersteuning. De coördinatie van de onafhankelijke cliëntondersteuning is belegd bij de coördinator van het vrijwilligerssteunpunt.

Artikel 14: Klachtregeling

De afhandeling van klachten is belegd bij het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ). Cliënten kunnen contact opnemen wanneer zij vinden dat hun behandeling beter kan of een vraag hebben over hun rechtspositie in de jeugdzorg.

Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze regels, indien toepassing van het besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Inwerkingtreding en citeertitel

Het uitvoeringsbesluit treedt in werking op 29 juni 2023.

Deze nadere regels worden aangehaald als ‘Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp gemeente Son en Breugel 2023’.

 

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 20 juni 2023.

De burgemeester, De gemeentesecretaris,

Suzanne Otters-Bruijnen Jeroen Wesselink