Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht

Verordening nadeelcompensatie gemeente Utrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening nadeelcompensatie gemeente Utrecht
CiteertitelVerordening nadeelcompensatie gemeente Utrecht
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 108, tweede lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024Verordening nadeelcompensatie gemeente Utrecht

22-06-2023

gmb-2023-282885

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie gemeente Utrecht

De raad van de gemeente Utrecht; gelezen:

het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 februari 2023;

 

gelet op:

  • artikel 108 lid 2 en 149 van de Gemeentewet;

  • titel 4:5 Algemene wet bestuursrecht;

  • afdeling 15.1 Omgevingswet;

 

gezien het advies van de commissie Ruimtelijke Ordening en Grondzaken van 25 mei 2023;

 

overwegende:

dat het zowel vanuit rechtszekerheid als uniformiteit van wezenlijk belang is dat de procedurele aspecten van de behandeling van schadeverzoeken die het totale beleidsterrein van nadeelcompensatie bestrijken, worden vastgelegd;

 

besluit vast te stellen de Verordening nadeelcompensatie gemeente Utrecht.

 

 

 

Artikel 1. Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die wordt veroorzaakt door rechtmatig bestuursoptreden van een bestuursorgaan van de gemeente.

  • 2.

    Deze verordening heeft eveneens betrekking op aanvragen om schadevergoeding in verband met waardevermindering van een onroerende zaak ten gevolge van planologische besluiten van de gemeente waarop zowel artikel 4:126 lid 1 Algemene wet bestuursrecht als afdeling 15.1 Omgevingswet, van toepassing zijn.

  • 3.

    Rechtmatig bestuursoptreden is in beginsel gebaseerd op een besluit of feitelijke handeling.

  • 4.

    Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop de Verordening kabels en leidingen Utrecht en de beleidsregel ‘nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Utrecht 2018’ van toepassing zijn.

 

Artikel 2. Heffen recht

  • 1.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126 lid 1 Algemene wet bestuursrecht jo. afdeling 15.1 Omgevingswet, vanwege waardevermindering van een onroerende zaak ten gevolge van gemeentelijke planologische besluiten, wordt een recht van € 300,- geheven.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126 lid 1 Algemene wet bestuursrecht, vanwege inkomensverlies door gemeentelijke besluiten of maatregelen, wordt een recht van € 300,- geheven.

 

Artikel 3. Aanvraag

  • 1.

    De aanvrager van schadevergoeding maakt gebruik van een door het bestuursorgaan vastgesteld elektronisch formulier.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 4:127 van de Algemene wet bestuursrecht bevat een aanvraag mede:

    • a.

      als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving: jaarrekeningen over het jaar waarin schade is geleden en voor zover van toepassing de drie daaraan voorafgaande jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting, of

    • b.

      als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte.

 

Artikel 4. Afwijzing aanvraag

Het bestuursorgaan wijst een aanvraag om vergoeding van schade geheel of gedeeltelijk af, indien:

  • a.

    zich kennelijk een afwijzingsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door het bestuursorgaan genomen besluit of verrichte handeling;

  • c.

    de gevraagde of te verwachte schadevergoeding kennelijk minder bedraagt dan € 500,- voor particulieren en € 1000,- voor ondernemers.

 

Artikel 5. Adviescommissie

  • 1.

    Het bestuursorgaan wint slechts advies in bij een adviescommissie voor zover dat naar zijn oordeel noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

  • 2.

    Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval niet ingewonnen als:

    • a.

      er sprake is van een afwijzingsgrond zoals genoemd in artikel 4 van deze verordening;

    • b.

      de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor al advies is uitgebracht;

    • c.

      naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

  • 3.

    Een adviescommissie bestaat uit een of meer deskundigen.

  • 4.

    Een adviescommissie kan worden benoemd als:

    • a.

      vaste commissie, waarbij de leden door burgemeester en wethouders voor een termijn van maximaal vier jaar worden benoemd met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal vier jaar, of

    • b.

      tijdelijke commissie voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen, door het bestuursorgaan dat de aanvragen behandelt.

 

Artikel 6. Procedure

  • 1.

    Als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie, informeert het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden.

  • 2.

    Bij de toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt naast de aanvrager voor zover van toepassing betrokken:

    • a.

      degene die de activiteit verricht en met wie een schadevergoedingsovereenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet is gesloten, en

    • b.

      degene die als derde-belanghebbende bij de schadevergoedingsovereenkomst als bedoeld onder a kan worden aangemerkt;

    • c.

      als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht, tenzij:

  • 1°. de schadevergoeding redelijkerwijze voor rekening behoort te blijven van het bestuursorgaan, of

  • 2°. de schadevergoeding voldoende op een andere manier is verzekerd.

 

Artikel 7. Uitbetaling

De toegewezen schadevergoeding dient uiterlijk aan verzoeker te zijn betaald binnen 4 weken na het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.

 

Artikel 8. Aanvraag voorschot

  • 1.

    Het bestuursorgaan kan, vooruitlopend op de beslissing op een aanvraag om schadevergoeding, een voorschot verlenen als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een verplichting tot betaling zal worden vastgesteld.

  • 2.

    Het voorschot bedraagt maximaal 75% van de voor schadevergoeding in aanmerking komende geldsom.

  • 3.

    De artikelen 4:95 en 4:96 van de Algemene wet bestuursrecht zijn op dit voorschot van toepassing.

 

Artikel 9. Intrekking oude regeling op termijn

De Planschadeverordening 2009 kan worden ingetrokken op het moment dat op alle ingediende verzoeken op grond de huidige Wet ruimtelijke ordening en de Planschadeverordening 2009 onherroepelijk is besloten.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op het moment dat Titel 4:5 Algemene wet bestuursrecht en Afdeling 15.1 Omgevingswet van kracht worden.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie gemeente Utrecht.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 juni 2023.

De voorzitter,

Sharon A.M. Dijksma

De griffier,

Merel van Hall