Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nissewaard

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard tot vaststelling van beleidsregels voor het verstrekken van voorzieningen op grond van de Jeugdwet (Beleidsregels jeugdhulp Nissewaard 2023)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNissewaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard tot vaststelling van beleidsregels voor het verstrekken van voorzieningen op grond van de Jeugdwet (Beleidsregels jeugdhulp Nissewaard 2023)
CiteertitelBeleidsregels jeugdhulp Nissewaard 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels Jeugdwet 2020 gemeente Nissewaard.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2023nieuwe regeling

20-06-2023

gmb-2023-281842

23.B.00214

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard tot vaststelling van beleidsregels voor het verstrekken van voorzieningen op grond van de Jeugdwet (Beleidsregels jeugdhulp Nissewaard 2023)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard;

 

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit de volgende beleidsregels vast te stellen:

 

Beleidsregels jeugdhulp Nissewaard 2023.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepaling

Artikel 1.1 Reikwijdte van deze beleidsregels

Er zijn artikelen in de Jeugdwet, in de Verordening jeugdhulp Nissewaard 2023 en in de Nadere regels jeugdhulp Nissewaard 2023 die normen bevatten die met algemene woorden zijn aangeduid. Deze normen vragen om een nadere invulling. Daardoor worden concrete rechten en plichten voor eenieder nader bepaald. De onderwerpen in deze beleidsregels dienen in samenhang te worden gelezen met de betreffende artikelen uit de wet, de verordening en de nadere regels. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de wettelijke begrippen en definities uit de verordening ook van toepassing zijn bij deze beleidsregels.

Hoofdstuk 2 Integrale Ingang

Artikel 2.1 Ingang

Er is één herkenbare ingang voor alle sociaal maatschappelijke vragen voor inwoners van 0-100. Inwoners kunnen op verschillende manieren een melding maken en vragen stellen op het gebied van jeugdhulp. Er wordt gekeken naar oplossingen in het eigen netwerk en ander aanbod binnen de gemeente die algemeen toegankelijk zijn. Wanneer hier nog gebruikt van gemaakt kan worden, wordt hier actief naar toe geleid. Als er toch een of meer individuele voorzieningen nodig lijken, wordt die vraag doorgeleid naar de gemeentelijke toegang. Door het opzetten van een ingang, worden alle vragen op een eenduidige wijze behandeld.

Artikel 2.2 Informatie en advies

In de integrale ingang kunnen voor jeugdhulpvragen de volgende acties uit gezet worden:

  • a.

    jeugdige en een ouder krijgen informatie en advies geven over hun vraag. Hierbij kan er ook verwezen worden naar een algemene voorziening;

  • b.

    doorzetten naar een medewerker binnen de gemeente die meer informatie heeft over de jeugdige en ouders die bij de gemeente al bekend zijn;

  • c.

    doorzetten naar een medewerker van de gemeentelijke toegang die het onderzoek gaat starten naar de aanvraag voor jeugdhulp.

De vraag van een jeugdige of zijn ouder wordt besproken. Het is belangrijk dat er gekeken wordt of de hulpvraag vraagt om een bepaalde expertise zoals:

  • -

    psychische problemen;

  • -

    psychosociale problemen;

  • -

    gedragsproblemen;

  • -

    verstandelijke beperking van een jeugdige of zijn ouder.

Artikel 2.3 Cliëntondersteuning

Jeugdige en zijn ouder kunnen gebruik maken van de clientondersteuning vanuit een professionele organisatie. Daarnaast een iemand uit hun sociale netwerk ook hun ondersteunen tijdens gesprekken over hun jeugdhulp vraag. Er wordt in het eerste gesprek kenbaar gemaakt dat jeugdige en ouders hier gebruik van kunnen maken. Ook in later gesprekken over de jeugdhulpvraag kan clientondersteuning aangeboden worden. Wanneer een clientondersteuner aan sluit bij een gesprek moet dit van tevoren aangegeven worden. Een clientondersteuner kan geen beslissingen maken en is er om de jeugdige en ouder te ondersteunen tijdens de gesprekken over de jeugdhulpvraag.

Artikel 2.4 Vertrouwenspersoon

De Jeugdwet verplicht gemeenten tot het beschikbaar stellen van een onafhankelijke vertrouwenspersoon voor Jeugdwetcliënten. Jeugdstem voert in opdracht van het ministerie van VWS, het onafhankelijk vertrouwenswerk voor de Jeugdwet uit. De vertrouwenspersoon wordt meestal pas benaderd als er al hulp is en daar vragen, problemen of klachten over ontstaan. De vertrouwenspersoon ondersteunt een cliënt bij het bespreekbaar maken van vragen, problemen of klachten en daarover helderheid te krijgen. Als dit is opgelost, dan stopt ook de ondersteuning van de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon ondersteunt niet bij inhoudelijke hulpverleningsgesprekken, maar enkel bij gesprekken die gaan over vragen of klachten naar aanleiding van de rechten die gesteld zijn in de Jeugdwet.

Artikel 2.5 Crisis en spoed

In het geval van een crisis, waarbij acuut zorg nodig is, wordt de jeugdige aangemeld bij het Crisis Interventieteam (CIT). De hulpverlening wordt binnen een dag ingezet. Het gaat hier om situaties waar de veiligheid van de jeugdige dusdanig in gevaar is dat er acuut hulpverlening ingezet moet worden.

Wanneer er geen crisissituatie is, maar wel spoed, is een spoedprocedure mogelijk. Er wordt in dat geval met de aanmelder besproken of er spoed nodig is. In spoedeisende gevallen wordt er binnen 7 dagen hulp ingezet.

Hoofdstuk 3 Onderzoek en beslissing op een aanvraag

Artikel 3.1 Aanvraag voor Jeugdhulp

De aanvraag tot jeugdhulp komt tot stand door het onderzoeken van de jeugdhulpvraag samen met jeugdige en ouders. Het onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen die gezamenlijk het plan vormen. De onderdelen zijn:

  • -

    het familiegroepsplan, wat eventueel is opgesteld door de jeugdige en zijn ouder; en,

  • -

    de vraagverheldering, een uitgebreid gesprek over de aard en omvang van de problematiek.

Artikel 3.2 Familiegroepsplan

Voordat de vraagverheldering van start gaat, kan de jeugdige en ouder een familiegroepsplan overhandigen waarin hij de omstandigheden beschrijft en aangeeft op welke jeugdhulp hij naar zijn mening is aangewezen. De gemeente brengt de jeugdige en ouder van deze mogelijkheid op de hoogte.

De jeugdige en ouders kunnen dit plan overhandigen aan de medewerker die verder gaat met het onderzoek. Een voorbeeld voor een familiegroepsplan is te vinden in bijlage 1. Een jeugdige en zijn ouder kunnen ook ondersteuning vragen voor het opstellen van een familiegroepsplan.

Wanneer een jeugdige en zijn ouder meer tijd nodig heeft voor een familiegroepsplan kan deze gedurende het opvolgende onderzoek ook nog gemaakt worden. Dit moet klaar zijn voordat de vraagverheldering is afgerond.

Artikel 3.3 Vraagverheldering

De vraagverheldering bestaat uit één of meer gesprekken met de jeugdige en ouder. Het onderzoek naar de hulpvraag vindt bij voorkeur bij het gezin thuis plaats, tenzij een huisbezoek de veiligheid van de medewerker in gevaar brengt. Dan zal het gesprek op een andere locatie plaatsvinden.

 

Wanneer een jeugdige al jeugdhulp ontvangt kan de betrokken instelling gevraagd worden om een begeleidings-behandelingsplan. Vanuit de Jeugdwet dient de gemeente bij het bepalen van de benodigde jeugdhulp af te stemmen met andere betrokken of te betrekken organisaties. Betrokken partijen kunnen bijvoorbeeld zijn; om de huisarts, onderwijs of leerplicht. In overleg met en met toestemming van de jeugdige en ouders wordt bij deze organisaties relevante informatie opgevraagd of vindt afstemming plaats. De gemeente maakt hiervoor onder andere gebruik van Verwijs Index Risico Jongeren (VIR) zoals bedoeld in artikel 7.1 van de Jeugdwet.

 

Bij de vraagverheldering wordt in ieder geval:

  • a.

    het hele gezin betrokken; iedere belanghebbende wordt gesproken zodat er een goed en volledig beeld vervormd kan worden van het gezinssysteem (in ieder geval alle gezinsleden ongeacht de leeftijd);

  • b.

    de hulpvragen van alle gezinsleden vastgesteld;

  • c.

    de sterke punten en zorgpunten op alle leefgebieden in kaart gebracht;

  • d.

    het netwerk van het gezin uitgebreid onderzocht (hier zijn middelen voor beschikbaar zoals ecogram, sociogram, levenslijn, drieluik);

  • e.

    eerdere of andere hulpverlening en de effecten daarvan onderzocht;

  • f.

    mogelijke risico’s op huiselijk geweld of kindermishandeling in kaart gebracht en als aan de orde besproken met de betrokkenen;

  • g.

    er wordt ook gekeken naar de gebruikelijke hulp die redelijkerwijs verwacht kan worden van ouders;

  • h.

    wanneer er een familiegroepsplan is opgesteld wordt deze ook meegenomen bij de vraagverheldering.

Artikel 3.4 Het plan en het zorgplan

  • 1.

    Het plan is de analyse van de gegevens en het bestaat uit:

    • a.

      het familiegroepsplan, als dat is opgesteld door jeugdige en ouder;

    • b.

      de vraagverheldering, zoals beschreven in artikel 3.3;

    • c.

      wanneer de aanvraag leidt tot de toekenning van een voorziening wordt het plan opgesteld dat antwoord geeft op de volgende vragen:

      • 1.

        bekende gezinssamenstelling;

      • 2.

        wat is er aan de hand?;

      • 3.

        wat moet er gebeuren? Met een wie, een wat, begin- en einddatum;

      • 4.

        bekende betrokken ketenpartners;

      • 5.

        betrokken sociaal netwerk;

      • 6.

        evaluatieplan.

  • 2.

    Het plan wordt ondertekend door de ouder en de jeugdige bij 16 jaar en ouder. Dit dient als de aanvraag voor jeugdhulp. Het plan wordt doorgestuurd als aanmelding bij de jeugdhulpaanbieder.

  • 3.

    De jeugdhulpaanbieder stelt, naar aanleiding van het plan, een zorgplan samen met de jeugdige en ouder op. In het zorgplan wordt vastgelegd welke activiteiten worden ondernomen om het resultaat te bereiken. Ook wordt beschreven wie, wat met elke frequentie doet om tot doelrealisatie te komen. Het zorgplan van de jeugdhulpaanbieder is gedetailleerder dan het plan vanuit de gemeente.

Artikel 3.5 Verkorte procedure

In het geval dat bij de melding al beschikt wordt over voldoende informatie om een afgewogen besluit te nemen over het toekennen van individuele voorzieningen vindt verkort onderzoek plaats. Er vindt in ieder geval een telefonisch gesprek plaats met de jeugdige en ouders.

Artikel 3.6 Keuze voor de zorgaanbieder

Om te bepalen welke gecontracteerde zorgaanbieder de ondersteuning gaat bieden, worden in ieder geval de volgende criteria gehanteerd:

 

  • a.

    de wens van de jeugdige, de ouder en zijn netwerk;

  • b.

    de specifieke zorgbehoefte van de jeugdige en ouder;

  • c.

    nabijheid van de zorgaanbieder;

  • d.

    wachttijden en beschikbaarheid bij de zorgaanbieder;

  • e.

    het best passend bij de hulpvraag.

Een overzicht van gecontracteerde zorgaanbieders is openbaar en te vinden via zorgkeuzenissewaard.nl.

 

Jeugdige en ouder kunnen een keuze maken uit de gecontacteerde aanbieders en deze voorleggen.

Samen met de jeugdige en ouder wordt er besloten welke zorgaanbieder het best passende aanbod heeft. Wanneer het best passende aanbod niet tijdig, naar wens en behoefte van jeugdige en ouder beschikbaar wordt er onderzocht bij welke aanbieder een alternatief wordt geboden. Daarbij wordt ook de mogelijkheid meegenomen dat er tijdelijk hulp wordt geboden ter overbrugging tot de best passende hulp beschikbaar is.

 

Als een huisarts, medisch specialist of jeugdarts verwijst naar een andere aanbieder of verlener van jeugdhulp dan een onder verantwoordelijkheid van het college werkzame jeugdhulpaanbieder, dan kan het college alleen besluiten een individuele voorziening te verstrekken aan een jeugdige of een ouder als uit onderzoek blijkt dat deze niet kan worden verleend door een jeugdhulpaanbieder.

 

Voor regionaal ingekochte jeugdhulp geldt een budgetplafond voor aanbieders. Wanneer dit plafond is bereikt kan in uitzonderingsgevallen, mits de gevraagde jeugdhulp wel beschikbaar is, de jeugdhulp toch ingezet worden. Daarbij dient er aangetoond te worden dat er geen adequaat alternatief tijdig beschikbaar is, ook geen adequate overbruggingszorg.

Artikel 3.7 Persoonsgeboden budget

Jeugdige en ouders kunnen ook aangeven de zorg te willen ontvangen doormiddel van een persoonsgebonden budget (PGB). De hiervoor opgestelde regels zijn te vinden in de Verordening en Nadere regels jeugdhulp Nissewaard.

Artikel 3.8 Beschikking

De totale beoordeling van de zorgbehoefte leidt tot een besluit. De ouder ontvangt het besluit in de vorm van een beschikking na het vaststellen van het plan.

 

In de beschikking tot verstrekking van een individuele voorziening wordt in ieder geval gemotiveerd aangegeven of deze als voorziening in natura of als pgb wordt verstrekt.

Bij het verstrekken van een individuele voorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

  • a.

    welke de te verstrekken voorziening is;

  • b.

    wat de ingangsdatum en duur van de verstrekking is;

  • c.

    wat het resultaat van de voorziening is;

  • d.

    welke andere voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn.

Bij het verstrekken van een individuele voorziening in de vorm van een pgb is in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

  • a.

    voor welk resultaat het pgb kan worden aangewend;

  • b.

    welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;

  • c.

    wat de hoogte van het pgb is en hoe hiertoe is gekomen;

  • d.

    wat de duur is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld;

  • e.

    de wijze van toezicht en verantwoording van de besteding van het pgb.

Indien van toepassing maken het plan en het zorgplan (natura) een vast onderdeel uit van een beschikking voor een individuele voorziening. Als het zorgplan gereedkomt na de beschikking dan wordt deze na ondertekening door de ouder alsnog toegevoegd aan het besluit.

Hoofdstuk 4 Kwaliteit

Artikel 4.1 Kwaliteitseisen pgb-aanbieders en zorgverleners

Voor zowel professionele als informele pgb-aanbieders, gelden de volgende voorwaarden.

  • 1.

    De jeugdhulpaanbieder biedt hulp die veilig, doeltreffend en oudergericht wordt verleend;

  • 2.

    De zorgverlener/-aanbieder werkt actief en integraal samen met andere zorgverleners/-aanbieders in het belang van de ouder;

  • 3.

    De zorgverlener/-aanbieder werkt aantoonbaar aan de doelen van het ondersteunings- en pgb plan

  • 4.

    De zorgverlener/-aanbieder is bij de gemeente niet bekend vanwege ondeskundige zorg, het handelen in strijd met relevante wetgeving of beleidsregels, misleiding of fraude.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Intrekking oude beleidsregels

De Beleidsregels Jeugdwet 2020 gemeente Nissewaard worden ingetrokken.

Artikel 5.2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2023.

Artikel 5.3 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels jeugdhulp Nissewaard 2023.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard op 20 juni 2023.

De gemeentesecretaris,

mr. M.L.M. Weerts

De burgemeester,

mr. F. van Oosten

Bijlage 1. Familiegroepsplan

 

Belangrijk

  • 1.

    Dit plan is strikt vertrouwelijk.

  • 2.

    Gegevens uit dit plan mogen niet aan derden worden verstrekt of worden ingezien zonder uitdrukkelijke toestemming van ouder(s) en jeugdige. Alleen geregistreerde deskundigen, die aanwezig zijn bij het gesprek ter beoordeling van de (her)indicatie jeugdhulp mogen dit verslag voor deze (her)indicatie gebruiken.

  • 3.

    In verband met de bescherming van persoonsgegevens dient dit verslag zorgvuldig te worden bewaard. Medische gegevens mogen niet worden ingezien/opgeslagen door niet bevoegde personen.

Persoonlijke gegevens

 

Datum:

Ingevuld door:

Mede-invuller:

 

Gegevens jeugdige

 

Naam jeugdige:

Geboortedatum jeugdige:

 

Gegevens vertegenwoordiger(s)

 

Naam:

Adres:

Telefoon:

E-mail:

 

Wie maken deel uit van het gezin?

 

Naam gezinslid:

Geboortedatum gezinslid:

Relatie tot jeugdige:

 

Naam gezinslid:

Geboortedatum gezinslid:

Relatie tot jeugdige:

 

Naam gezinslid:

Geboortedatum gezinslid:

Relatie tot jeugdige:

 

Naam gezinslid:

Geboortedatum gezinslid:

Relatie tot jeugdige:

 

Naam gezinslid:

Geboortedatum gezinslid:

Relatie tot jeugdige:

 

Vraag 1. Wie ben ik?

Geef een omschrijving van uw kind, van het gezin, en van de beperkingen.

Vraag 2. Wat wil ik in mijn leven?

Hoe wilt u dat het leven van uw kind er uit ziet, nu en in de toekomst?

 

Vraag 3. Wat kan ik zelf oplossen?

Wat kunt u zelf doen om de hulpvraag van uw kind op te lossen?

 

Vraag 4. Waarbij heb ik zorg of ondersteuning nodig en wanneer?

Omschrijf welke hulp u en/of uw kind nodig heeft, en wanneer u en/of uw kind deze ondersteuning nodig heeft.

 

Waarbij heb ik zorg of ondersteuning nodig?

Gemiddeld aantal uren per dag of per week

 

 

 

 

 

 

 

Vraag 5. Wat is nodig op het gebied van onderwijs?

Geef aan wat nodig is voor onderwijs, indien dit van toepassing is.

 

Vraag 6. Wat verwacht ik van de ondersteuning?

Geef een omschrijving van de hulp zoals die volgens u het beste bij uw kind of het gezin past.

 

Vraag 7. Welke doelen wil ik behalen met deze zorg of ondersteuning?

Omschrijf wat u wilt bereiken met de hulp die u aanvraagt, en of u kunt inschatten wanneer dit bereikt zal zijn.

 

Vraag 8. Waarom wil ik zorg of ondersteuning inkopen met een persoonsgebonden budget?

Beschrijf bij deze vraag waarom u kiest voor een persoonsgebonden budget, en waarom Zorg in natura niet passend is.