Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heemskerk

Onderwijsachterstandenbeleid gemeente Heemskerk 2023-2026

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeemskerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingOnderwijsachterstandenbeleid gemeente Heemskerk 2023-2026
CiteertitelOnderwijsachterstandenbeleid gemeente Heemskerk 2023-2026
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-06-2023nieuwe regeling

13-12-2022

gmb-2023-279496

D/2022/499277

Tekst van de regeling

Intitulé

Onderwijsachterstandenbeleid gemeente Heemskerk 2023-2026

Voorwoord

 

Kansen voor ieder kind

 

Het klinkt zo logisch, ieder kind moet de beste kansen krijgen om zichzelf te ontwikkelen. Maar heel vroeg in het leven van een kind blijken de kansen niet voor iedereen gelijk te zijn. Die eerste jaren zijn juist zo belangrijk voor een goede ontwikkeling, van peuter en kleuter naar scholier en zo het verdere leven in. Voor het ene kind zijn er helaas veel meer hobbels dan voor het andere. Dit plan is vooral gericht op het belang van taalontwikkeling: zowel op de kinderopvang, scholen én de thuissituatie.

 

In een ideale wereld zou een beleidsplan Onderwijsachterstanden niet nodig zijn. Maar het is wel nodig, zelfs heel hard nodig.

 

Vanuit de gedachte dat ieder kind het beste verdient is daarom gewerkt aan dit onderwijs-achterstandenbeleid. En dat is niet vanachter een bureau gedaan. Daar is door heel veel mensen samen aan gewerkt, met partners in het veld maar ook met elkaar in de IJmond. En dat is bijzonder. Het is goed dat we in de regio ook op dit gebied de samenwerking zoeken. We hebben daarin namelijk nogal wat uitdagingen, denk aan het personeelstekorten en de gevolgen van corona. Het is daarom goed dat de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Velsen elkaar gevonden hebben om samen het OAB vorm te geven.

 

In de IJmond gaan we hard aan het werk om de kansen voor ieder kind zo groot mogelijk te maken.

 

Wethouder Piet Burgering

 

1 Inleiding

Het Onderwijsachterstandenbeleid in Nederland

Nederland voert sinds de jaren zeventig beleid om de onderwijskansen voor kinderen uit achterstandsmilieus te vergroten. Scholen en gemeenten ontvangen financiële middelen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) om onderwijsachterstanden te bestrijden en te voorkomen. Het Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) van de nationale overheid is gericht op de doelgroep van 2- tot 12-jarigen en focust zich op:

  • de ontwikkeling van kinderen bij wie al een onderwijsachterstand geconstateerd is;

  • de ontwikkeling van kinderen die vermoedelijk een onderwijsachterstand op zullen lopen als er niet tijdig ingegrepen wordt.

Een effectieve aanpak

Een effectieve aanpak moet voorkomen dat een achterstand op jonge leeftijd resulteert in achterstand gedurende het hele leven. Uit veel onderzoeken blijkt dat de kansen in het leven van kinderen aanzienlijk verhogen als zij beter presteren in het onderwijs. Optimale onderwijskansen voor deze kinderen vragen om een goed onderwijsachterstandenbeleid, met gerichte effectieve interventies en betrokken professionals die samenwerken. Het gaat dan allereerst om een start op jonge leeftijd met voorschoolse educatie voor de peuters en vroegschoolse educatie voor de kleuters (VVE). Daarna gaat het om het volhouden van gerichte interventies tot het einde van de basisschool.

 

De OAB-periode

Het Onderwijsachterstandenbeleid is door het rijk verdeeld in periodes van meestal 4 jaar. Dit jaar loopt de huidige periode 2019-2022 af en gaat de nieuwe periode 2023-2026 in. Voor de OAB-periode van 2023-2026 heeft de gemeente Heemskerk met de samenwerkingspartners een nieuw beleidsplan en uitvoeringsplan Onderwijsachterstandenbeleid geformuleerd.

 

Gemeenschappelijk OAB-uitvoeringsplan

Naast het gemeentelijke plan is een gemeenschappelijk OAB-uitvoeringsplan opgesteld met de gemeentes Beverwijk en Velsen. Zo kunnen we op dit beleidsterrein meer samenhang aanbrengen, kennis en expertise delen en op onderdelen harmoniseren. De drie gemeentes hebben immers (deels) te maken met dezelfde uitvoeringspartners en werken ook op andere beleidsterreinen samen. Het doel is om zo de uitvoering van het OAB-beleid effectiever en efficiënter te laten verlopen.

 

Het proces naar een nieuw beleidsplan

Met de samenwerkingspartners van de gemeente Heemskerk zijn de doelstellingen van de afgelopen OAB periode van 2019-2022 geëvalueerd. Voor de gemeenschappelijke onderwerpen is een evaluatie bijeenkomst georganiseerd voor de drie IJmond gemeentes en alle samenwerkingspartners. Op basis van deze evaluaties is een nieuw beleidsplan en uitvoeringsplan Onderwijsachterstandenbeleid 2023-2026 tot stand gekomen voor de gemeente Heemskerk en het gemeenschappelijk OAB-uitvoeringsplan met de gemeentes Beverwijk en Velsen.

 

De hoofdpunten uit het OAB-beleidsplan 2023-2026

In de afgelopen periode hebben onvoorziene omstandigheden, zoals corona en de oorlog in Oekraïne de uitvoering van het OAB-plan beïnvloed. Door corona werden OAB-activiteiten op een andere manier en/of later uitgevoerd. Er was minder en anders contact met de ouders.

 

Kinderen konden niet altijd naar de kinderopvang en school en kregen een andere vorm van onderwijs. Hierdoor zijn vertragingen op de verschillende ontwikkelingsdomeinen ontstaan en zijn de verschillen tussen de kinderen groter geworden. De gevolgen van de oorlog in Oekraïne zien we in een toename van het aantal nieuwkomers binnen de gemeente, die een plaats en goede begeleiding moeten krijgen in de Internationale Taalklassen, het onderwijs en de kinderopvang.

 

Wat dichterbij spelen vooral de personeelstekorten en de huisvestingsproblematiek van de kinderopvang en het onderwijs. Hierdoor ontstonden er wachtlijsten en werden de ambities op het gewenste bereik en non-bereik niet gehaald.

 

Toch is een groot deel van de doelen uit de vorige periode behaald. Maar er is ruimte voor verbetering, voor verdieping en borging. Een aantal doelen vraagt bovendien een langere en aangepaste inzet. Wij nemen dan ook een deel van de doelen in geactualiseerde vorm mee naar de periode van 2023-2026 en werken dit gemeentelijk en IJmond-breed uit.

 

De doelen en ambities voor 2023-2026 zijn:

  • Een verhoging van de toeleiding en het bereik van de doelgroeppeuters voorschoolse educatie (VE);

  • Verhoging van de kwaliteit in de voorschoolse educatie met daarbij aandacht voor peuters met een zorgbehoefte;

  • De doorgaande lijn versterken en de overgang voor- naar vroegschool vastleggen in een kwaliteitskader;

  • Verhogen van de kwaliteit van de vroegschoolse educatie met daarbij de resultaatafspraken;

  • Kunnen aanbieden van voldoende plekken op Internationale Taalklassen, waar kinderen met een internationale achtergrond (niet Nederlands sprekend) zich voorbereiden op succesvol instromen in het basisonderwijs;

  • Samenwerken met ouders intensiveren.

2 Leeswijzer

In de volgende hoofdstukken werkt de gemeente Heemskerk het Onderwijs-achterstandenplan 2023-2026 uit.

Hoofdstuk 3 beschrijft de huidige situatie over het Onderwijsachterstanden-beleid (OAB) in Heemskerk. Het is beschreven vanuit het huidige OAB-plan 2019-2022 en gaat over de samenwerkingspartners en de onderdelen die gefinancierd worden vanuit OAB. Ook komen de relevante kengetallen aan bod, zoals het OAB-budget, de indicering en het bereik.

In hoofdstuk 4 is het Beleidsplan 2023-2026 beschreven. Dit is gebaseerd op de evaluatie van het OAB-plan 2019–2022. Hierin zijn het OAB, de inzet op de voorschoolse educatie, de vroegschoolse educatie, de overige OAB-projecten, de monitoring en de begroting uitgewerkt.

In hoofdstuk 5 is de uitvoeringsagenda opgesteld, op basis van het nieuwe beleidsplan.

Hoofdstuk 6 bevat een bijlage met achtergrondinformatie over de wet- en regelgeving van het OAB.

3 Huidige situatie in Heemskerk

Vanuit het huidige OAB-plan 2019-2022 wordt in dit hoofdstuk een overzicht gegeven van de samenwerkingspartners, de onderdelen van het OAB en de relevante kengetallen, zoals het OAB-budget, de indicering en het bereik.

3.1 Algemene informatie

Wie zijn betrokken bij het Onderwijsachterstandenbeleid en welke onderdelen worden gefinancierd?

 

Samenwerkingspartners

De samenwerkingspartners voor het OAB in de gemeente Heemskerk zijn vanuit het onderwijs: Stichting Fedra, IJmare en Stichting Tabijn.

Vanuit de kinderopvang zijn dit Stichting Welschap Kinderopvang, Stichting Tabijn en Stichting Peuteropvang d’Evelaer. Het gaat in Heemskerk om 14 VE-locaties en 11 basisscholen. S(B)O scholen vallen hier niet onder, omdat zij bij een ander beleidsterrein horen.

De andere samenwerkingspartners zijn Stichting Participatie Anderstaligen (SPA) IJmond, Jeugdgezondheidszorg Kennemerland (JGZ), MEE & de Weering, Bibliotheek IJmond, 1801 jeugd- en onderwijsadvies en MET Heemskerk.

 

Aanbieders VE-peuteropvang

Vanuit de wettelijke verplichtingen wordt een groot deel van het beschikbare OAB-budget besteed aan het realiseren van voldoende VE-plaatsen voor de VE-doelgroeppeuters.

In 2022 is de VE-peuteropvang in Heemskerk uitgevoerd door Stichting Welschap Kinderopvang, Stichting Tabijn en Stichting Peuteropvang d’Evelaer. Om de toegankelijkheid voor VE-doelgroeppeuters te vergroten, wordt het derde en vierde dagdeel VE-aanbod volledig door de gemeente bekostigd.

 

Partner voor de toeleiding

De Jeugdgezondheidszorg Kennemerland (JGZ) geeft de VE-indicaties af en bereikt bijna alle kinderen in Heemskerk. De JGZ stimuleert en motiveert ouders in de gesprekken op de consultatiebureaus om hier gebruik van te maken. Of dit ook daadwerkelijk gebeurd, is een keuze van de ouders.

 

Scholen met vroegschoolse educatie

Daarnaast subsidieert de gemeente een aantal activiteiten in de kleutergroepen, de vroegschoolse educatie. Er wordt incidenteel extra ingezet op ouderbetrokkenheid en aanvullende activiteiten in het basisonderwijs.

 

Internationale taalklassen

Ook draagt de gemeente financieel bij aan de Internationale Taalklas de Fakkel voor 6-12 jarigen. In deze klassen krijgen kinderen die de Nederlandse taal nog onvoldoende beheersen intensief taalonderwijs, waarna zij makkelijker kunnen instromen in het reguliere basisonderwijs.

 

Ander aanbod gericht op het vergroten van onderwijskansen

Er is een structureel aanvullend aanbod in Heemskerk om taalachterstanden zo veel mogelijk te voorkomen dan wel in te lopen. Dit betreft de volgende activiteiten: BoekStart, Heemskerk leest voor, Heemskerk leest mee, Taal op School (SPA) en peuter-ouderochtenden. Ook wordt de preventieve logopedische screening voor alle 5-jarigen gefinancierd.

3.2 Kengetallen

Op welke gegevens is het beleid van de gemeente Heemskerk gebaseerd? In dit hoofdstuk zijn de volgende kengetallen weergegeven:

  • het OAB-budget;

  • gegevens over het aantal kinderen;

  • welke kinderen zijn een doelgroepkind binnen het OAB;

  • waar zijn deze kinderen te vinden;

  • hoeveel kinderen zijn geïndiceerd;

  • hoeveel kinderen worden daadwerkelijk bereikt.

Budget OAB

Gemeenten ontvangen jaarlijks een specifieke uitkering van het Rijk om onderwijsachterstanden bij kinderen in een vroegtijdig stadium te bestrijden dan wel de onderwijskansen te vergroten. Het OAB-budget dat de gemeente Heemskerk van het Rijk ontvangt, is de laatste jaren gestegen:

2021: € 1.547.796

2022: € 1.566.385

2023: € 1.670.499

 

De verdeling van de middelen over de gemeentes wordt jaarlijks bepaald op basis van de door het CBS ontwikkelde indicator. Dit gebeurt met de gegevens van 2 jaar terug, waardoor het bedrag fluctueert.

 

Met de toename van het budget zijn er de afgelopen jaren ook nieuwe wettelijke eisen bijgekomen, gericht op kwaliteitsverbetering van de voorschoolse educatie (VE). Bijvoorbeeld: het aantal uur VE-aanbod steeg van 600 naar 960 uur voor doelgroeppeuters tussen 2,5 tot 4 jaar. Ook is het in de voorschoolse educatie verplicht om een pedagogisch beleidsmedewerker VE voor 10 uur per jaar per doelgroeppeuter te hebben.

 

Naar verwachting voert het Rijk geen wijzigingen door in deze OAB-periode. Wel zal er vanaf 2025 een nieuwe bekostiging van de kinderopvang komen, die ook gevolgen zal hebben voor de budgetten en de bekostigingsregelingen van de gemeentes. Welke gevolgen dat zijn is nu nog niet duidelijk.

 

Aantal kinderen met een risico op onderwijsachterstanden

Hoeveel kinderen hebben een risico op onderwijsachterstanden? En hoe zijn die verdeeld over de gemeente?

 

De gegevens van het CBS 2020 voor Heemskerk zijn als volgt:

  • Van de 3495 kinderen van 2,5 tot 12 jaar vallen 600 kinderen = 17% binnen de doelgroep.

  • Van de 545 peuters vallen 95 peuters = 17% binnen de doelgroep.

  • Van de 2950 basisschoolleerlingen vallen 505 leerlingen = 17% binnen de doelgroep.

De grootste concentraties doelgroeppeuters zijn hier te vinden:

  • Poelenburg en Oosterzij 47%

  • Hofland Oosterwijk Zuidbroek 41%

Indicering

De JGZ Kennemerland verzorgt sinds 2017 de VVE Toeleidingsmonitor. Hierin zijn gegevens per kwartaal te zien over onder andere de aantallen doelgroeppeuters/niet-doelgroeppeuters, het non-bereik en bereik, het gebruik van het VE-aanbod van 16 uur per week en achtergrondinformatie.

 

Aantal peuters (2,5 – 4 jaar)

Op de peildatum van 1 juli 2022 is het volgende te zien:

 

Aantal peuters in zorg bij JGZ 2,5 – 4 jaar:

537

Aantal peuters / doelgroep VE:

204 (38 %)

Aantal peuters geen doelgroep VE:

333

= 62 % Van het totaal aantal peuters heeft 38% een VE-indicatie gekregen.

Bereik

Onder het VE-bereik van een gemeente wordt verstaan: een binnen de gemeente geplaatst geïndiceerd VE-kind, dat volledig bereikt wordt wanneer er 960 uur voorschoolse educatie in de leeftijd tussen 2,5 - 4 jaar wordt aangeboden en daarvan gebruik wordt gemaakt.

 

Er zijn 114 peuters geplaatst op een VE-plaats. Dat is 56% van het aantal VE-geïndiceerde peuters. Maar: niet alle peuters maken gebruik van het VE-aanbod van 16 uur per week. Van deze 114 VE-peuters nemen 96 VE-peuters het VE-aanbod van 16 uur per week af. Dat is 47,1% van het aantal VE-geïndiceerde peuters.

5 VE-geïndiceerde peuters maken gebruik van een VE-plaats in een buurgemeente, 5 VE- geïndiceerde peuters maken gebruik van de kinderopvang zonder VE-plaats, 3 VE-geïndiceerde peuters maken gebruik van de peuteropvang zonder VE-plaats. Er is op 1 juli 2022 een wachtlijst voor 5 VE- peuters.

4 Beleidsplan 2023-2026

Wat gaat het onderwijsachterstandenbeleid van de gemeente Heemskerk precies inhouden? In dit hoofdstuk wordt op basis van een terugblik op het OAB-plan van 2019-2022, het Onderwijsachterstandenbeleid van 2023-2026, de inzet op de voorschoolse educatie, de vroegschoolse educatie, samenwerking met ouders, de monitoring en de begroting puntsgewijs uitgewerkt.

4.1 Het Onderwijsachterstandenbeleid 2023-2026

De terugblik op 2019-2022

De voornemens van de gemeente zijn vastgelegd in de Uitvoeringsnotitie Onderwijsachterstandenbeleid van de gemeente Heemskerk 2019-2022 en het aanvullende en geactualiseerde Plan van Aanpak 2021-2022, passend binnen het Beleidsplan Sociaal Domein 2020-2023 van de gemeente.

 

Het doel van het OAB in de gemeente:

 

De gemeente Heemskerk zet in op de brede ontwikkeling van de peuter en een zo groot mogelijk bereik van peuters. Daarbij richt de gemeente zich niet alleen op de voorschool, maar ook op een goede doorgaande lijn van de voorschoolse voorziening naar de basisschool. Dat betekent dat er wordt ingezet op het signaleren van kinderen met een (dreigende) onderwijs-achterstand en het toeleiden naar de voor- en vroegschoolse educatie (VVE)

Doelen Plan van Aanpak 2021-2022

In het Plan van Aanpak 2021-2022 zijn de volgende doelen benoemd:

 

  • 1.

    Het bereik van VVE-peuters in de voorschoolse educatie verhogen. Per 1 januari 2023 ontvangt 70% van de VVE-peuters tussen de 2,5 - 4 jaar 960 uur voorschoolse educatie.

  • 2.

    In het eerste kwartaal 2021 actualiseert de gemeente de Nadere Regels, waarin de verplichte afname van de Cito-toetsen rekenen en taal komt te vervallen.

  • 3.

    Per 1 januari 2023 wordt op alle kinderopvanglocaties gewerkt met een digitaal kindvolgsysteem.

  • 4.

    Vanaf 1 januari 2022 voldoen alle kinderopvangorganisaties aan de verplichte inzet van de hbo-beleidsmedewerker.

  • 5.

    Per 1 januari 2023 worden alle VVE-kinderen conform het stroomschema uit bijlage 2 overgedragen van de kinderopvang naar het basisonderwijs.

  • 6.

    Per 1 augustus 2021 is er een kwaliteitskader voor de warme overdracht.

  • 7.

    In 2020 en 2021 bieden alle scholen met een achterstandsscore in de vroegschoolse periode extra VVE-aanbod, aanvullend op het reguliere onderwijsaanbod.

  • 8.

    Per 1 januari 2023 biedt 80% van de opvanglocaties en scholen met een achterstandsscore ouderbetrokkenheid aan, dat gericht is op de (taal)stimulering van VVE-kinderen in de thuissituatie.

Hoe verliep de uitvoering?

De afgelopen periode werd het dagelijks leven en dus ook de kinderopvang en de scholen bepaald door corona en de diverse coronamaatregelen. De achterstanden lijken door corona toegenomen te zijn. De verschillen tussen de groepen kinderen zijn ook groter geworden. In coronatijd mochten er geen ouders in de school en kinderopvang komen, waardoor de contacten minimaal waren. De kleuters kregen thuisonderwijs. Niet ieder kind kreeg hierdoor een passend onderwijsaanbod. Na corona komen er meer kinderen met gedragsproblemen in de VE-groepen. Dat verzwaart het werken in de voor- en vroegschoolse educatie.

Het laatste jaar komt er een stroom met nieuwkomers op gang, vooral vanuit de Oekraïne, maar ook in het kader van gezinsherenigingen. Bovendien had het werkveld te maken met stevige personeelstekorten en een gebrek aan geschikte huisvesting, waardoor uitbreiding van VE of zelfs het behouden van VE-groepen niet lukte.

De doelen voor 2023-2026

Dit alles heeft dan ook gevolgen voor de uitvoering van het OAB van de gemeente. Niet alle activiteiten konden volgens plan worden uitgevoerd. De gemeente Heemskerk neemt de volgende doelen mee naar deze periode:

  • Het bereik van VE-peuters in de voorschoolse educatie verhogen. Per 1 januari 2023 ontvangt 70% van de VE-peuters tussen de 2,5-4 jaar 960 uur voorschoolse educatie;

  • Per 1 augustus 2021 is er een kwaliteitskader voor de warme overdracht.

De overige doelen zijn wel gehaald, maar worden met het oog op verdieping en borging meegenomen:

  • Het werken van de kinderopvang met een digitaal kindvolgsysteem;

  • De overdracht van de VE-peuters van voor- naar vroegschools volgens het stroomschema extra VVE aanbod op alle scholen met een achterstandsscore in de vroegschoolse periode, aanvullend op het reguliere onderwijsaanbod;

  • Per 1 januari 2023 biedt 80% van de opvanglocaties en scholen met een achterstandsscore ouderbetrokkenheid aan, dat gericht is op de (taal)stimulering van VVE-kinderen in de thuissituatie.

Dit wordt in dit plan verder uitgewerkt en aangevuld met de doelen die voortkomen uit de evaluatie.

 

IJmondiale aanpak

Naast dat de uitwerking op gemeentelijke niveau plaatsvindt, wordt er binnen de IJmond samengewerkt om deze doelen te realiseren. Voor de indeling van werkgroepen gaan we uit van de drie belangrijke condities voor een goede start op de basisschool:

  • de aansluiting tussen thuis en school;

  • de aansluiting tussen de voorschoolse voorziening en het basisonderwijs;

  • de aansluiting van het basisonderwijs bij de ontwikkelingsbehoeften van jonge kinderen.

Daarnaast heeft de gemeente te maken met de wettelijke taken op het gebied van de voorschoolse educatie, toeleiding en bereik.

 

Dit leidt tot de vorming van de volgende werkgroepen:

 

  • Voorschoolse educatie, toeleiding en bereik

  • Doorgaande lijn voorschoolse voorziening en basisschool

  • Vroegschoolse educatie - OAB basisonderwijs

  • Samenwerken met ouders

Deze opzet wordt met de OAB-partners uitgewerkt.

Wij gaan in de volgende hoofdstukken dieper in op de doelen en de specifieke ambities. Wij werken dit uit in de volgende aspecten:

  • Voorschoolse educatie

  • Vroegschoolse educatie/ontwikkelingskansen in de basisschool

  • Samenwerken met ouders

  • Monitoring en evaluatie

4.2 Voorschoolse educatie

In dit hoofdstuk worden de hoofdpunten bij de VE uitgewerkt. Het gaat om de doelgroepdefinitie, de indicering, toeleiding en bereik, aanbod en uitvoering, peuters met een zorgbehoefte en de overgang van voor- naar vroegschool.

 

Doelgroepdefinitie

Volgens de wet moet de gemeente samen met het onderwijs en de kinderopvang jaarlijks vaststellen welke kinderen in aanmerking komen voor voorschoolse educatie (WPO artikel 167 artikel 1). Dit wordt verwoord in een doelgroepdefinitie waarmee wordt bepaald welke kinderen in aanmerking komen voor een verrijkt (taal)aanbod.

 

Aangepaste definitie

De huidige doelgroepdefinitie wordt IJmond-breed aangepast, gezien de IJmondiale samenwerking en de plaatsing van de VE kinderen in de buurgemeentes. De nieuwe doelgroepdefinitie is:

 

  • Een kind tussen de 2,5 en 4 jaar wordt als VVE-doelgroepkind aangemerkt indien het voldoet aan één of meer van de volgende criteria:

  • Wanneer beide ouders/verzorgers of één van beide ouders/verzorgers laagopgeleid zijn/is. Onder laagopgeleid wordt verstaan: ouders zonder diploma of een diploma lager dan vmbo gl/t.

  • Wanneer het kind een risico op een taalachterstand van het Nederlands heeft en VVE-aanbod passend is om dit risico te verkleinen. Dit beoordeelt de JGZ-professional op basis van eigen expertise of op basis van een indicatieverzoek van een externe professional, bijvoorbeeld een pedagogisch medewerker. Bij de beoordeling worden in ieder geval de volgende omgevingsfactoren meegenomen:

    • o

      De sociale omgeving van het kind;

    • o

      De taal die de primaire opvoeder spreekt met het kind;

    • o

      Schuldenproblematiek.

  • Wanneer het kind een geconstateerde ontwikkelingsachterstand heeft die een belemmering is voor de Nederlandse taalontwikkeling van het kind en VVE-aanbod passend aanbod zou kunnen zijn om de ontwikkelingsachterstand te verminderen. Dit beoordeelt de JGZ- professional op basis van eigen expertise of op basis van een indicatieverzoek van een externe professional, bijvoorbeeld een pedagogisch medewerker.

  • De doelgroepdefinitie wordt gemonitord en jaarlijks geëvalueerd met de gemeente, JGZ en de werkgroep voorschoolse educatie, toeleiding en bereik.

Indicering

Het CBS geeft aan dat 17% van de peuters een risico op onderwijsachterstand zou hebben. De indicering is door de bredere gemeentelijke doelgroepdefinitie met 38% in de praktijk duidelijk hoger. De indicering zou daarom ook niet geïntensiveerd hoeven worden.

 

Toeleiding en bereik

Bij de toeleiding en bereik signaleert de gemeente een aantal verbeterpunten. Zoals al beschreven, wordt van het aantal geïndiceerde VE-peuters bijna 56% daadwerkelijk geplaatst in de gemeente, ongeacht het aantal uren VE-aanbod. Met plaatsing in de buurtgemeentes is dit 58%. Er zitten nog een aantal kinderen in het aanmeldproces of staan op de wachtlijst. Er is dan een verschil van ruim 35% tussen indicering en plaatsing.

 

Non-bereik

Als peuters met een VE-indicatie uiteindelijk niet op een VE-plaats terecht komen, wordt dit in de Toeleidingsmonitor als “non-bereik” bijgehouden. Voor Heemskerk is dit dus ruim 35%. Afgezet tegen de vorige periodes is er een stijgende lijn te zien.

 

Wat zijn de mogelijke oorzaken van het non-bereik? Zoekend naar oorzaken, worden onder andere de volgende punten genoemd:

  • tussen de indicering vanaf de leeftijd van 11 maanden en de plaatsing op de leeftijd van 2,5 jaar kan ruim 1,5 jaar zitten;

  • het aanvragen van de KinderOpvangToeslag (KOT);

  • de wetswijziging waarin het aantal uur VE is verhoogd;

  • de terughoudende opstelling van de ouders tijdens en direct na corona;

  • het tekort aan VE-plaatsen vanwege wachtlijsten.

Er is nog een extra oorzaak. Stichting Welschap Kinderopvang nam het besluit om vanwege personeelstekorten per 01-01-2022 een aantal VE-groepen als niet-VE-groep aan te wijzen. Geplaatste kinderen op deze nu niet-VE-groepen zijn in de monitor als non-bereik aangemerkt. Dit vertroebelt de score. De peuters krijgen een VE-aanbod, alleen voldoet dit aanbod niet aan de wettelijke eisen. De VE-aanbieders zetten volop in op werving en opleiding van de professionals, zodat op termijn weer op meer plekken VE kan worden aangeboden, mits er voldoende huisvestingsmogelijkheden zijn.

 

Het is nog niet bekend waar het grootste non-bereik binnen Heemskerk zich bevindt. Met alle betrokken partijen zal er een analyse van het non-bereik per wijk worden gemaakt. Op basis daarvan kunnen gerichte acties ingezet worden.

 

IJmond-breed plan

De andere IJmondgemeentes kampen ook met een te hoog non-bereik. Om het non-bereik te verlagen, wordt in 2023 IJmond-breed een plan uitgewerkt. De focus ligt op:

  • contact houden met de ouders tijdens het wachten op een VE-plaats;

  • het uitbreiden van de VE plaatsen;

  • een gerichte aanpak per wijk/gebied.

Gerichte aanpak

Voor de kernen waar het non-bereik het hoogste is, komt een gerichte aanpak op basis van een analyse. Die bestaat uit meerdere acties:

  • Aangepast communicatiemateriaal, zoals meertalige folders, minder taal en meer beeld en het gebruik van een spraakfunctie;

  • Persoonlijk contact, bijvoorbeeld door maatjescontact, de inzet van ambassadeurs, ouder- kind speelgroepen en huisbezoeken;

  • Leesactiviteiten kunnen worden ingezet om de periode tussen indicering en plaatsing te overbruggen;

  • Het versterken van samenwerking, afstemming en verbinding met secundaire toeleiders, ook met de voorzieningen voor kinderen van 0-2 jaar.

  •  

  • Heemskerk heeft de ambitie om in deze OAB-periode het non-bereik te verlagen van 35% naar 20%.

Wachtlijsten

Ook de wachtlijst van de VE-plaatsen is een aandachtspunt. Alle IJmondgemeentes hebben hier mee te maken. Ook dit wordt IJmond-breed aangepakt. Er wordt in 2023 gewerkt aan een plan om ook daadwerkelijk meer VE-plaatsen te bieden in de gemeentes. Het gaat zowel om huisvesting als om de personele bezetting. Dit wordt belegd bij de werkgroep Voorschoolse educatie, toeleiding en bereik.

 

Werkelijke afname

Het laatste punt is het aantal kinderen dat 16 uur per week VE-aanbod volgt. Van de geïndiceerde VE-peuters neemt ruim 47% het VE-aanbod van 16 uur per week af. Dit wordt in de Toeleidingsmonitor opgenomen onder “bereik”. De resterende VE-peuters nemen minder uren af, omdat er te weinig VE-plaatsen zijn en/of de ouders geen 16 uur willen afnemen.

Met de kinderopvangaanbieders in Heemskerk zal besproken worden hoe dit percentage verhoogd kan worden. Het doel was dat 70% van de geïndiceerde VVE-peuters tussen de 2,5-4 jaar 960 uur voorschoolse educatie ontvangt per 1 januari 2023. Dit doel is niet behaald.

 

  • Met de kinderopvangaanbieders in Heemskerk zal besproken worden hoe het bereik in deze OAB-periode verhoogd kan worden van 47% naar 60%.

Aanbod en uitvoering

VE wordt aangeboden door kinderopvangorganisaties die voldoen aan de wettelijke eisen om VE aan te mogen bieden aan door de JGZ geïndiceerde VE doelgroeppeuters in de leeftijd van 2,5 – 4 jaar. Het inhoudelijke aanbod en de uitvoering van de voorschoolse educatie zal niet worden gewijzigd op het gebied van startleeftijd, aantal uren en aantal dagdelen.

 

Wat verandert er wel? Vanaf 2023 is het niet meer verplicht om gebruik te maken van een VVE programma uit de databank Effectieve Jeugdinterventies. Het mag natuurlijk wel. Dit komt door het verdwijnen van een aantal VVE-programma’s uit de databank en doordat dat het onderwijs vaak een andere methode kiest dan de kinderopvang.

 

VE-aanbieders zijn wel gehouden aan de wettelijke verplichtingen. Daarin staat dat voor de voorschoolse educatie een programma (of aanbod) wordt gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. De pedagogisch medewerkers moeten volgens de wettelijke eisen opgeleid zijn en blijven. De uitvoering moet voldoen aan de landelijke kwaliteitseisen, zoals het opleidingsplan, pedagogisch beleidsplan, de opleidingseisen voor professionals op een VE-groep en de beroepskracht/ kind-ratio. De toezichthouder ziet toe op een juiste uitvoering en kwaliteit hiervan.

 

Peuters met een zorgbehoefte

De VE-aanbieders geven aan dat er sinds corona bij de VE-groepen een grotere deelname van peuters met een zorgbehoefte is. Deze kinderen hebben wellicht een andere of aanvullende ondersteuningsbehoefte. Het is dan ook de vraag of VE de oplossing voor hun ondersteuningsvraag is.

 

Er worden in de IJmondgemeentes verschillende pilots op dit gebied uitgevoerd, met als doel het onderzoeken van de ondersteuningsbehoeften en passende antwoorden hierop. De pilots zijn daarnaast bedoeld om te kijken naar de 50-50 verdeling van doelgroeppeuters en niet- doelgroeppeuters in de VE-groepen. De onderzoeksvraag is of er meer VE-peuters geplaatst kunnen worden in de groepen dan voorheen. In Heemskerk loopt een pilot waarin er tijdelijk locatie-assistenten en een extra professional worden ingezet op de groep. Deze pilot en de pilots in de andere gemeentes worden voortgezet in 2023. Naar aanleiding van de evaluaties wordt beoordeeld wat er IJmond-breed aan ondersteuning kan worden geboden vanuit het OAB en wat aanvullend vanuit Jeugd (passende kinderopvang).

 

Overgang voor- naar vroegschool

Voor een goede start op de basisschool is het belangrijk dat er een goede aansluiting is tussen de voorschoolse voorziening en het basisonderwijs. Dit gaat concreet om de overdracht, de zorg en de pedagogisch-didactische aanpak. Het stroomschema doorgaande lijn van de gemeente is in 2022 bij een aantal locaties ingevoerd, met positieve ervaringen. Het wordt in deze periode ook op de andere locaties doorgevoerd en geborgd.

 

Versterken van de doorgaande lijn

Naast de overdracht is het de ambitie om de doorgaande lijn tussen kinderopvang en school ook inhoudelijk te versterken. In de evaluatie werd opgemerkt dat het werken in een IKC/Kindcentrum de doorgaande lijn en de samenwerking bevordert, zoals het samenwerken aan thema’s. Het is helpend dat de gemeentelijke IKC-kaders, waarbij de schoolbesturen en de kinderopvang betrokken zijn geweest, zijn vastgesteld door de gemeenteraad.

 

Doorgaande lijn voorschoolse voorziening en basisschool

De werkgroep om een kwaliteitskader voor de warme overdracht op te stellen is niet van start gegaan. Dit kwam door corona en door wisselingen binnen de kinderopvang en het onderwijs. De kwaliteitscriteria zouden samen worden opgesteld.

Binnen de andere IJmondgemeentes speelt dezelfde vraag. Er wordt in 2023 een gemeenschappelijk kwaliteitskader VVE IJmond over de overgang tussen kinderopvang en basisschool uitgewerkt door de werkgroep Doorgaande lijn – voorschoolse voorziening en basisschool. Hierin wordt meegenomen wat er aan netwerken op elkaar kan worden aangesloten en verbonden. Ook wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn voor de doorgaande lijn in zorg binnen de IJmondgemeentes.

4.3 Vroegschoolse educatie / Onderwijskansen in de basisschool

In het kader van WPO artikel 165 mogen gemeenten ook (mede)financier zijn van OAB-activiteiten in scholen, zoals schakelklassen/Taalklassen en zomerscholen. De aansluiting van het basisonderwijs bij de ontwikkelingsbehoeften van jonge kinderen is een van de drie belangrijke voorwaarden voor een goede start in de basisschool.

 

Aanbod en uitvoering

In de gemeente wordt structureel OAB-middelen ingezet voor: Heemskerk leest mee, Taal op school, de Internationale Taalklas de Fakkel en preventieve screening logopedie voor de 5-jarigen om de taalachterstanden zo veel mogelijk te voorkomen dan wel in te lopen. Daarnaast is er in de afgelopen jaren incidenteel extra ingezet op ouderbetrokkenheid en aanvullende activiteiten in het basisonderwijs.

 

Doorontwikkeling onderwijskansen in de basisschool

Het doel uit de periode 2019-2022 is gehaald: “ alle scholen met een achterstandsscore in 2020 en 2021 bieden extra VVE-aanbod in de vroegschoolse periode, aanvullend op het reguliere onderwijsaanbod”. Er zijn diverse activiteiten uitgevoerd door de verschillende scholen. Een volgende stap is het verdiepen en borgen hiervan. Mits het financieel haalbaar is, wordt dit in de komende periode voortgezet.

 

De gemeente ziet een school als een OAB-school als de school de afgelopen 3 jaar een schoolgewicht heeft van gemiddeld 30 of hoger.

 

Ook in de andere IJmondgemeentes wordt door de afzonderlijke scholen veel ondernomen in de vroegschoolse educatie. Om deze kennis te delen en verder te ontwikkelen, wordt dit IJmondiaal belegd in de werkgroep Vroegschoolse Educatie – OAB in het onderwijs.

 

Resultaatafspraken

Deze werkgroep gaat ook aan de slag met de Resultaatafspraken vroegschoolse educatie. Het is een wettelijke verplichting voor de gemeente en schoolbesturen om afspraken te maken over de resultaatafspraken eind groep 2 (voor de doelgroepkinderen VVE WPO artikel 167 lid 1b).

Dit wordt het komend schooljaar uitgewerkt, zodat er in 2024 afspraken zijn welke ambities en verwachtingen er zijn voor de doelgroepkinderen eind groep 2.

 

Zomerscholen

In 2021 en 2022 is er met succes een zomerschool in Velsen geweest. Het onderwijs heeft de wens geuit om IJmond-breed zomerscholen te organiseren. Het voornemen is om in iedere gemeente een zomerschool aan te bieden, voor zover qua omvang mogelijk. De werkgroep Vroegschoolse educatie – OAB neemt de verdere uitwerking mee, zoals organisatie en de inhoudelijke invulling van het programma.

 

Logopedische screening

De logopedische screening van de 5-jarigen wordt ook in Beverwijk en Velsen ingezet. In deze OAB-periode wordt de aanpak preventieve screening IJmond- breed geharmoniseerd.

 

Inzet van expertise Internationale Taalklassen

De Internationale Taalklas de Fakkel is bedoeld voor de basisschoolleerlingen vanaf groep 3. De komende periode wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn om de expertise van de Fakkel structureler in te zetten bij de kleuterklassen. Immers, kleuters worden in de reguliere scholen geplaatst en niet in de Taalklas. Het zou wenselijk zijn voor kleuters die pas vanaf 4 jaar of nog later in Nederland komen en geen voorschool hebben genoten, dat er meer geboden wordt dan alleen het vroegschoolse programma. De instroom van deze kleuters is o.a. door de oorlog in de Oekraïne groter geworden, waardoor de vraag naar extra ondersteuning ook toeneemt en urgenter wordt. De komende periode wordt door de stuurgroep ITK de Fakkel bekeken welke mogelijkheden er zijn om de expertise van de Fakkel structureler in te zetten bij de kleuterklassen.

4.4 Samenwerken met ouders

Dit is een overkoepelend en belangrijk OAB-thema. In de evaluaties is dit als een van de speerpunten benoemd. Immers, een belangrijke voorwaarde voor een goede start in het onderwijs is de aansluiting tussen thuis en kinderopvang of school. Het samenwerken met ouders binnen het OAB is gericht op het versterken van het educatieve partnerschap. Ook in het kader van de toeleiding zijn ouderactiviteiten een belangrijk aandachtspunt.

 

Taalstimulering thuis

Jonge kinderen leren thuis de meeste taal. Daarom is aandacht voor de taalomgeving thuis belangrijk. Het aanbieden van een rijke taalomgeving valt vooral voor de niet-Nederlandstalige en laaggeletterde ouders niet mee.

De afspraak uit de vorige periode is behaald: “op 01-01-2023 bieden 80% van de kinderopvang en basisscholen met een OAB-score ouderbetrokkenheid aan, gericht op de taalstimulering thuis”. Er zijn diverse activiteiten ingezet. Bijvoorbeeld: verteltassen in de kinderopvang en op school, samenwerking met de bibliotheek, samenwerking met SPA, (peuter)- ouderbijeenkomsten, VVE Thuis en (voor)leesprojecten van MET.

Het is een goed begin en het wordt in deze periode verder uitgewerkt, afgestemd en geborgd.

 

Inventarisatie initiatieven

Daarnaast zijn er binnen de IJmondgemeentes veel verschillende initiatieven op het gebied van samenwerken met ouders. Welke zijn dit, wat zijn de opbrengsten, waar is aansluiting en verbinding, wat kan geïntegreerd en gecoördineerd worden? Er wordt een grote noodzaak gezien om dit te inventariseren. Het voorstel is om dit IJmond-breed op te pakken en uit te werken met de werkgroep Samenwerken met ouders.

4.5 Monitoring en evaluatie

Doen we de goede dingen en doen we die dingen goed?

Is er inzicht in de uitvoering en vooral in de opbrengsten van de beleidskeuzes?

Het doel van monitoring is om de opbrengsten van de genomen maatregelen, zowel kwantitatief als kwalitatief, in beeld te krijgen. Het is van belang voor een degelijke beleidsevaluatie, om verantwoording te kunnen geven over de gemaakte keuzes en ingezette middelen en om gerichte volgende stappen te zetten.

 

In de Uitvoeringsagenda is de evaluatie van de actiepunten opgenomen. In het kader van het kwaliteitsbeleid worden de monitoring en evaluatie verder uitgewerkt. In 2023 wordt door de IJmondgemeentes onderzocht hoe dit per gemeente en gemeenschappelijk op de overkoepelende thema’s kan worden aangepakt.

4.6 Begroting

Budgetten verdelen is keuzes maken. De gemeente moet vanuit de wettelijke taak zorgen voor een voldoende en gespreid VE-aanbod voor de geïndiceerde doelgroeppeuters. Daarna kan gekozen worden uit een aantal activiteiten, passend binnen de wettelijke kaders van het OAB en afhankelijk van het beschikbare budget. Dit wordt in 2023 verder uitgewerkt. Lopende OAB- activiteiten kunnen worden voortgezet. Het voorlopige OAB budget voor 2023 is € 1.670.499.

5 Uitvoeringsagenda

Deze uitvoeringsagenda bevat een korte samenvatting van de genoemde actiepunten uit het beleidsplan. Nu wordt 2023 ingevuld. Op basis van de voortgang in 2023 krijgt de uitvoeringsagenda voor de jaren daaropvolgend vorm.

5.1 Samenwerking en overleg

De overlegstructuur, besluitvorming en de verantwoordelijkheden zien er als volgt uit.

 

Binnen de gemeente Heemskerk

  • LEA - REA

  • Tijdelijke themawerkgroepen voortkomend uit de IJmondiale werkgroepen

Binnen de IJmondgemeentes

  • REA

  • Ambtelijk OAB overleg

  • Werkgroepen:

    • o

      voorschoolse educatie, toeleiding en bereik

    • o

      doorgaande lijn voorschoolse voorziening en basisschool

    • o

      vroegschoolse educatie - OAB basisonderwijs

    • o

      samenwerken met ouders

De werkgroepen komen een aantal keren per jaar bijeen. Eén keer per jaar is dat OAB-breed. Daarnaast zal het OAB ook jaarlijks bestuurlijk besproken worden.

5.2 Uitvoeringsagenda

* vanuit de wettelijke verplichtingen, verwerkt in het waarderingskader VVE gemeentelijk niveau 2022 van Inspectie van het Onderwijs.

 

Wat?

Wie?

2023

2024

Onderzoek harmoniseren financieringswijze VE

Gemeente in samenwerking met VE- aanbieders

X

x

Subsidieregeling VE- aanbod herzien*

Gemeente in samenwerking met VE- aanbieders

Eind van het jaar

Evalueren van de doelgroepdefinitie, de toeleiding, het bereik, de doorgaande lijn en de resultaten vroegschoolse

educatie*

Gemeente, JGZ en VE- aanbieders en onderwijs: voorbereid in de werkgroepen, verzameld door de gemeente en ingebracht in de REA

Eind van het jaar

x

Plan van aanpak maken Optimaliseren toeleiding en bereik en uitbreiding VE- plaatsen IJmond-breed*

Werkgroep Voorschoolse educatie, toeleiding en bereik

x

x

Evaluatie 3 pilots Peuters met een zorgvraag

Gemeentes en VE- aanbieders

Eind van het jaar

Gemeenschappelijk Kwaliteitskader doorgaande lijn*

Werkgroep Doorgaande lijn voorschoolse voorziening en basisschool

x

Plan van aanpak OAB in de vroegschoolse educatie IJmond- breed

Werkgroep Vroegschoolse educatie - OAB basisonderwijs

x

Formuleren resultaatafspraken*

Werkgroep Vroegschoolse educatie - OAB basisonderwijs

x

Plan van aanpak Zomerscholen

Werkgroep Vroegschoolse educatie - OAB basisonderwijs

x

Pva Samenwerken met ouders*

Gemeente en werkgroep

x

Uitwisseling van de werkgroepen IJmond voor het werkveld

OAB-breed

1 x per jaar

Doorontwikkeling ITK de Fakkel

Stuurgroep ITK de Fakkel

x

x

Acties uitvoeringsagenda

evalueren en voor komend jaar bepalen*

OAB-breed

Harmoniseren preventieve logopedische screening 5-jarigen

Werkgroep Vroegschoolse educatie - OAB basisonderwijs

Uitwerken monitoring en evaluatie OAB

Gemeentes

6 Bijlage

6.1Achtergronden Wettelijk kader

 

WPO 165-168

Het onderwijsachterstandenbeleid (OAB) wordt gekaderd door de eisen uit de wet op het Primair Onderwijs (WPO, artikelen 165 - 168), (aanpassingen op) de wet Kinderopvang (WKO) en Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB). Gemeenten in Nederland zijn wettelijk verantwoordelijk voor het organiseren van voldoende en een gespreid aanbod aan voorschoolse educatie.

 

De CBS indicatoren

Sinds 2019 worden in plaats van de gewichtenregeling in het onderwijs, landelijk de CBS indicatoren gebruikt om het risico op onderwijsachterstanden weer te geven, voor de gemeenten worden de volgende indicatoren ingezet:

  • Opleidingsniveau van de moeder en de vader

  • Het land van herkomst van de ouders

  • De verblijfsduur van de moeder in Nederland

  • Of gezinnen gebruik maken van schuldsanering

Het CBS gebruikt hiervoor de data van 2 jaar geleden. Alle ruim 1 miljoen 2,5-12-jarige kinderen zijn hierbij ingeschat op dit risico. Het CBS laat in een dashboard vervolgens per gemeente zien hoe hoog de percentages zijn en waar deze kinderen met een risico op onderwijsachterstanden wonen. Zo wordt inzichtelijk hoeveel kinderen binnen de gemeente en waar in de gemeente in aanmerking zouden kunnen komen voor voorschoolse en vroegschoolse educatie. Jaarlijks wordt dit bijgewerkt naar aanleiding van de data van 2 jaar daarvoor.

Op basis van de gegevens van het CBS ontvangt de gemeente van het R ijk jaarlijks het geoormerkte OAB budget.

 

Voorschoolse Educatie (VE) en Vroegschoolse Educatie

Voorschoolse educatie (VE) wordt hierbij als volgt gedefinieerd:

Kinderen vanaf 2,5 jaar met een (risico op een) onderwijsachterstand door omgevingskenmerken kunnen voorschoolse educatie volgen. Peuters zijn dan spelenderwijs bezig met taal, voorbereidend rekenen, motoriek en sociaal-emotionele vaardigheden. Door voorschoolse educatie op de kinderopvang kunnen deze kinderen een betere start maken op de basisschool.

 

Vroegschoolse educatie is bedoeld voor kleuters met een ontwikkelingsachterstand. Om zo goed mogelijk in te stromen in groep 3 krijgen zij extra hulp en ondersteuning. Samen vormt dit de voor- en vroegschoolse educatie of wel VVE. De school is verantwoordelijk voor een passend aanbod vroegschoolse educatie.

 

Om de voor- en vroegschool goed op elkaar aan te laten sluiten zijn de kinderopvang, het onderwijs en de gemeente gezamenlijk aan zet. In overleg met schoolbesturen en kinderopvangpartners maken gemeenten afspraken over deelname, aanbod, segregatie en resultaten. Daarnaast kunnen gemeenten het onderwijs (financieel) ondersteunen om onderwijs-achterstanden in de schoolse periode te verminderen. Het tegengaan van (taal)achterstanden vraagt dus samenwerking van meerdere partijen die betrokken zijn bij kinderen met een (risico op) (taal)achterstand.

 

Financiering OAB

De financiering van het onderwijsachterstandenbeleid loopt langs twee wegen: de gemeenten ontvangen een geoormerkt budget en de schoolbesturen ontvangen een niet geoormerkt budget. Dit budget wordt sinds 2019 vastgesteld op basis van een nieuwe verdeelsystematiek. De gemeente ontvang het OAB budget in de vorm van een specifieke uitkering (SPUK) met bestedingsafspraken:

 

  • De gemeente heeft de wettelijke plicht om voorschoolse educatie (VE) te organiseren voor doelgroeppeuters van 2,5 tot 4 jaar.

  • Het aanbod is gericht op (ouders van) kinderen met (risico op) een taal/ - ontwikkelingsachterstand, als gevolg van omgevingsfactoren.

Er moet een duidelijke link zijn met minimaal één van de artikelen in de WPO (artikel 165, 166 of 167). Het mag bijvoorbeeld ook worden ingezet voor schakelklassen, zomerscholen, toeleiding van doelgroepkinderen VE.

 

6.2Toezicht op de gemeente

De gemeente valt onder het toezicht van Inspectie van het Onderwijs. Per januari 2023 wordt het nieuwe toezichtkader Interbestuurlijk Toezicht (IBT) ingevoerd. Het doel is om samenhang te brengen tussen de taak van het toezicht en handhaving op de kinderopvang en de taak rondom Onderwijsachterstandenbeleid.

 

Het waarderingskader vve gemeentelijk niveau 2022 bestaat uit de volgende onderdelen

  • 1.

    Gemeentelijk vve-beleid

    • 1.1.

      Definitie doelgroepkind

    • 1.2.

      Bereik

    • 1.3.

      Toeleiding

    • 1.4.

      Doorgaande lijn

    • 1.5.

      Resultaten

    • 1.6.

      VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau

  • 2.

    Vve-beleidscontext

    • 2.1.

      Integraal VVE-programma

    • 2.2.

      Ouders

    • 2.3.

      Externe zorg

    • 2.4.

      Interne kwaliteitszorg voor- en vroegscholen

    • 2.5.

      Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau

  • 3.

    Vve-condities

    • 3.1.

      De gemeente heeft geregeld dat de GGD de basiskwaliteit van de voorscholen beoordeelt

    • 3.2.

      Er is een gemeentelijk vve-subsidiekader

Vanuit het waarderingskader moet de gemeente jaarlijks afspraken maken over de doelgroepdefinitie, de toeleiding, het bereik, de doorgaande lijn en de resultaten vroegschoolse educatie.

 

Minstens eenmaal per jaar moet er met de betrokken partijen binnen de gemeente overleg gevoerd worden over

  • het voorkomen van segregatie

  • het bevorderen van integratie

  • het bestrijden van onderwijsachterstanden

  • de afstemming over inschrijvings- en toelatingsprocedures en het uit het overleg voortvloeiende voorstel van het bevoegd gezag van in de gemeente gevestigde scholen om tot een evenwichtige verdeling van leerlingen met een onderwijsachterstand over de scholen te komen.

Dit overleg is gericht op het maken van afspraken die zoveel mogelijk het karakter hebben van meetbare doelen. Dit wordt belegd in de LEA of REA.

 

Actualiteiten

Mogelijk zal de invoering van een andere bekostiging van de kinderopvang, nu geraamd in 2025, gevolgen hebben voor de budgetten van de gemeentes en de vorm van bekostiging van de reguliere peuteropvang regulier en voorschoolse educatie. Wat de gevolgen kunnen zijn, is nu nog niet te overzien.

Dit geldt ook voor de invoering van het programma School en omgeving (Rijke Schooldag) vanaf 2025.

 

Documenten

  • Wet Kinderopvang

  • Wet op Primair Onderwijs (artikelen 165-167) Algemene wet bestuursrecht

  • Wet Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzalen 2018

  • Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid Beleidsplan Sociaal Domein 2020-2023

  • Uitvoeringsnotitie Onderwijsachterstandenbeleid van de gemeente Heemskerk 2019-2022 en het aanvullende en actualiserende Plan van Aanpak 2021-2022