Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heemskerk

Verordening op de raadscommissies gemeente Heemskerk 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeemskerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissies gemeente Heemskerk 2023
CiteertitelVerordening op de raadscommissies Heemskerk 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de raadscommissies gemeente Heemskerk 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 82 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-06-202301-04-2023nieuwe regeling

25-05-2023

gmb-2023-279195

D/2023/543316

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de raadscommissies gemeente Heemskerk 2023

Wettelijke grondslag:

Gemeentewet, artikel 82

 

1 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Burgercommissielid: commissielid niet zijnde raadslid;

  • b.

    Commissiegriffier: commissiegriffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • c.

    Commissielid: een raadslid of burgercommissielid;

  • d.

    Commissievergadering: vergadering van een raadscommissie;

  • e.

    Commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • f.

    Griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • g.

    Presidium: de voorzitter van de raad en de fractievoorzitters;

  • h.

    Toehoorders: personen die op de publieke tribune plaatsnemen;

  • i.

    Wet: Gemeentewet.

2 Hoofdstuk 2. Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2. Instelling

  • 1.

    Er zijn maximaal drie raadscommissies.

  • 2.

    De benaming van de commissies en de daarin ondergebrachte portefeuille- en/of beleidsonderdelen is een bevoegdheid van het presidium.

Artikel 3. Taken

  • 1.

    Een raadscommissie:

    • a.

      Brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

    • b.

      Kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a;

    • c.

      Voert een opiniërend debat onderling;

    • d.

      Voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen bedoeld onder a;

  • 2.

    Indien een onderwerp meerdere commissies aangaat wordt dit behandeld in de commissie die het meeste belang heeft bij het onderwerp, tenzij het presidium beslist dat het onderwerp in een gezamenlijke vergadering van de commissies zal worden behandeld.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1.

    Aan een raadscommissie neemt (nemen) tenminste één en maximaal vier commissieleden per politieke partij deel, naar evenredigheid van het aantal zetels in de raad.

  • 2.

    Hierbij geldt de volgende verdeelsleutel:

    • a.

      Eén, twee, drie of vier fractieleden: maximaal twee commissieleden;

    • b.

      Vijf of meer fractieleden: maximaal vier commissieleden.

  • 3.

    Alle raadsleden zijn lid van de raadscommissies.

  • 4.

    Per vergadering dient er tenminste één raadslid per fractie deel te nemen aan de commissie, behalve bij de uitzondering genoemd onder artikel 5, derde lid.

  • 5.

    De fracties bepalen zelf welke commissieleden zij toewijzen aan de desbetreffende commissies, waarbij fracties het recht hebben om indien nodig per vergadering van samenstelling te wisselen.

  • 6.

    Het lidmaatschap van een (burger) commissielid eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

Artikel 5. Burgercommissieleden in commissies

  • 1.

    Ook burgercommissieleden kunnen door de raad worden benoemd als commissielid, waarbij de volgende verdeelsleutel geldt:

    • a.

      Fracties met één, twee of drie zetels: maximaal drie burgercommissieleden;

    • b.

      Fracties met vier of meer zetels: maximaal twee burgercommissieleden.

  • 2.

    Per commissievergadering mag per politieke partij maximaal één burgercommissielid deelnemen.

  • 3.

    Bij fracties bestaande uit twee of minder raadsleden is het in geval van verhindering door ziekte of andere dringende omstandigheden van de raadsleden toegestaan om maximaal twee burgercommissieleden aan de commissie te laten deelnemen.

  • 4.

    De burgercommissieleden dienen tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een partij.

  • 5.

    Een fractie heeft het recht om twee maal per raadsperiode een lid van de partij die niet op de kandidatenlijst heeft gestaan voor te dragen als burgercommissielid.

  • 6.

    Een burgercommissielid geeft schriftelijk via de voorzitter van de raad te kennen dat hij instemt met zijn aanwijzing als burgercommissielid.

  • 7.

    Het burgercommissielid treedt op als woordvoerder namens de desbetreffende fractie nadat het burgercommissielid als zodanig door de raad is benoemd en beëdigd.

  • 8.

    Alle burgercommissieleden worden door de gemeenteraad benoemd als lid en plaatsvervangend lid van alle raadscommissies.

  • 9.

    De artikelen 10, 11, 12, 13, 15 en 28 van de wet zijn overeenkomstig van toepassing op burgercommissieleden, met dien verstande dat in artikel 15 lid twee van de wet voor ‘gedeputeerde staten’ ‘de raad’ moet worden gelezen.

  • 10.

    Het lidmaatschap van de commissie van een burgercommissielid eindigt:

    • a.

      Als de fractie waarvan het burgercommissielid geacht wordt deel uit te maken, ophoudt een zelfstandige fractie te zijn;

    • b.

      Als het burgercommissielid op eigen verzoek ontslag neemt;

    • c.

      Door overlijden van het burgercommissielid;

    • d.

      De raad de benoeming intrekt;

    • e.

      De fractie de aanwijzing als burgercommissielid schriftelijk intrekt;

    • f.

      Als het burgercommissielid niet meer voldoet aan de vereisten bedoeld in de artikelen 10 tot en met 13 van de wet;

    • g.

      Als het burgercommissielid een benoeming tot lid van de raad aanneemt;

    • h.

      Als de commissies ophouden te bestaan.

Artikel 6. Commissievoorzitter

  • 1.

    De commissievoorzitters worden door de raad uit zijn midden, op voordracht van het presidium, benoemd. Er worden maximaal acht (plaatsvervangend) commissievoorzitters benoemd.

  • 2.

    De commissievoorzitters leiden de door het presidium aan hen toegewezen commissies en raadsinformatiebijeenkomsten.

  • 3.

    Een voorzitter neemt niet deel aan de discussie en heeft geen stemrecht.

  • 4.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      Het leiden van de vergadering;

    • b.

      Het handhaven van de orde;

    • c.

      Het doen naleven van dit reglement;

    • d.

      Hetgeen dit reglement hem verder opdraagt.

  • 5.

    Hij verleent het woord, geeft een samenvatting van conclusies en formuleert het advies.

  • 6.

    Het voorzitterschap eindigt als:

    • a.

      De voorzitter ophoudt lid te zijn van de raad;

    • b.

      De voorzitter ontslag neemt als voorzitter van de commissie. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling aan de raad in of zoveel eerder als zijn opvolger is benoemd;

    • c.

      De raad de voorzitter ontslaat en/of een andere voorzitter benoemt;

    • d.

      De commissie ophoudt te bestaan.

Artikel 7. Griffier en commissiegriffier

  • 1.

    De griffier van de raad wijst ter ondersteuning van iedere commissievergadering een medewerker van de griffie aan als commissiegriffier.

  • 2.

    In iedere vergadering is een commissiegriffier aanwezig.

  • 3.

    De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

  • 4.

    Een commissiegriffier en/of de griffier kan (kunnen) op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

3 Hoofdstuk 3. Vergaderen

3.1 Paragraaf 1. Voorbereiden

Artikel 8. Oproep en agenda

  • 1.

    Het presidium stelt de voorlopige agenda’s van de commissievergaderingen en de programma’s van de raadsinformatiebijeenkomsten vast.

  • 2.

    Een raadscommissie vergadert zo dikwijls het presidium het nodig oordeelt.

  • 3.

    De commissiegriffier zendt uit naam van de commissievoorzitter ten minste zeven dagen voor een vergadering de commissieleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken.

  • 4.

    In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering, wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden.

  • 5.

    Informatie van de raadscommissie of aan de raadscommissie verstrekte informatie waaromtrent op grond van hoofdstuk Va van de wet geheimhouding is opgelegd, blijft in afwijking van het derde en vierde lid onder berusting van de griffier.

  • 6.

    De agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

  • 7.

    Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslagingen voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. Het presidium bepaalt in welke vergadering het onderwerp of het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 9. Beschikbaar stellen van stukken

  • 1.

    Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep digitaal beschikbaar gesteld via de website van de gemeente.

  • 2.

    Informatie van de raadscommissie of aan de raadscommissie verstrekte informatie waaromtrent op grond van hoofdstuk Va van de wet geheimhouding is opgelegd, blijft in afwijking van het eerste onder berusting van de griffier.

Artikel 10. Openbare kennisgeving

De openbare aankondiging van de vergaderingen vindt plaats in een huis-aan-huisblad en op de internetsite van de gemeente met de vermelding van de agendapunten die behandeld worden. In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.

Artikel 11. Vergadering

  • 1.

    De raadscommissies vergaderen in het openbaar tenzij de raadscommissie anders beslist en behoudens het bepaalde in het tweede lid.

  • 2.

    De voorzitter van een raadscommissie kan besluiten dat voor een bepaald agendapunt een besloten vergadering wordt gehouden, indien naar zijn/haar oordeel de belangen van één of meer daarbij betrokkenen of zeer wezenlijke gemeentebelangen door openbare behandeling zouden kunnen worden geschaad.

Artikel 12. Raadsinformatiebijeenkomst

  • 1.

    Er kunnen openbare raadsinformatiebijeenkomsten worden georganiseerd. De raadsinformatiebijeenkomst is bedoeld als instrument om:

    • a.

      Raadsleden en commissieleden de mogelijkheid te bieden om die informatie te verkrijgen welke noodzakelijk is om het debat in de raadscommissies te kunnen voeren en een politiek standpunt te kunnen bepalen;

    • b.

      Inwoners, organisaties en belanghebbenden de ruimte te bieden mee te praten over actuele thema’s ter voorbereiding op de bespreking in de commissievergadering en besluitvorming van de raad.

  • 2.

    Het presidium is bevoegd te bepalen wanneer en op welke wijze inwoners, organisaties en belanghebbenden deelnemen aan de raadsinformatiebijeenkomst.

  • 3.

    Het bijwonen van een raadsinformatiebijeenkomst komt niet in aanmerking voor een vergoeding zoals bedoeld in artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

     

3.2 Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 13. Presentielijst

  • 1.

    De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen burgercommissieleden de presentielijst, die aan het einde van elke vergadering door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening wordt vastgesteld.

Artikel 14. Opening vergadering en quorum

  • 1.

    Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

  • 2.

    Als op grond van het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3.

    Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden vertegenwoordig is.

Artikel 15. Verslag

  • 1.

    De commissiegriffier draagt zorg voor digitale verslagen en de lijsten van conclusies en toezeggingen van vergaderingen.

  • 2.

    De lijsten van conclusies en toezeggingen bevat in ieder geval:

    • a.

      De namen van de commissievoorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders en de woordvoerders, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      Een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      Een samenvatting van het advies aan de raad of van de zienswijze aan het college van burgemeester en wethouders;

    • d.

      De toezeggingen.

  • 3.

    Digitale verslagen en lijsten van conclusies en toezeggingen worden zo spoedig mogelijk via de internetsite van de gemeente toegankelijk gemaakt.

Artikel 16. Advies; geen stemmingen

  • 1.

    Wanneer de commissievoorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel onvoldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Indien een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de commissieleden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

  • 3.

    In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van stemmingen over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

  • 4.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 5.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond. Bij het staken van de stemmen is het ordevoorstel verworpen.

Artikel 17. Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 18. Deelname aan beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 19. Spreekrecht inwoners en belanghebbenden

  • 1.

    Inwoners en belanghebbenden kunnen in een vergadering het woord voeren over alle tot het werkterrein van de raadscommissie behorend onderwerpen.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      Een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      Over benoeming, keuze, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      Een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Een organisatie wordt door maximaal twee sprekers vertegenwoordigd.

  • 4.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de vergadering aan de commissiegriffier onder vermelding van zijn/haar naam, telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wenst te voeren.

  • 5.

    De commissievoorzitter bepaalt wanneer de spreker het woord kan voeren.

  • 6.

    De commissievoorzitter staat de deelnemers aan de vergadering toe aan sprekers korte, verhelderende vragen te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 7.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. In totaal kan per agendapunt gedurende maximaal 30 minuten worden ingesproken. Indien zich meer dan zes sprekers aandienen, wordt de spreektijd evenredig over hen verdeeld.

  • 8.

    De commissievoorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de inspreker.

Artikel 20. Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    De commissievoorzitter handhaaft de orde in de vergadering.

  • 2.

    Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

  • 3.

    Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 4.

    Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen.

  • Artikel 26 van de wet is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 21. Beraadslaging

  • 1.

    Beraadslaging over elk aan de orde gesteld onderwerp vindt plaats in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist. Elke termijn eindigt nadat de voorzitter het onderwerp afsluit. Niemand voert in dezelfde termijn tweemaal het woord.

  • 2.

    In de eerste termijn wordt er per fractie een woordvoerder aangewezen die namens de fractie het woord voert. Interrupties in de eerste termijn worden niet toegestaan.

  • 3.

    Het stellen van een aanvullende vraag over een in behandeling zijnde onderwerp, zonder dat daarbij een toelichting wordt gegeven, wordt niet als het voeren van het woord in enige termijn aangemerkt.

     

3.3 Paragraaf 3. Besloten vergadering

Artikel 22. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op een besloten vergadering is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 23. Verslag besloten vergadering

  • 1.

    De concept lijst van conclusies en toezeggingen van besloten raadscommissievergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de griffie.

  • 2.

    De lijsten van conclusies en toezeggingen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding op de lijst van conclusies en toezeggingen.

  • 3.

    De vastgestelde lijsten van conclusies en toezeggingen worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 24. Instelling geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 89 of omtrent de inhoud van de informatie en het verhandelde geheimhouding kan worden opgeheven. De voorzitter doet in voorkomende gevallen aan het eind van de vergadering een voorstel als volgt: “Behalve voor de […] informatie die voor deze besloten vergadering al geheim was, stel ik u voor de geheimhouding op wat in deze vergadering is behandeld, op te heffen”.

Artikel 25. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd

 

3.4 Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 26. Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring, of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De commissievoorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren te doen vertrekken.

  • 4.

    Het presidium is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 27. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar zijn/haar aanwijzingen.

4 Hoofdstuk 4. Slotbepaling

Artikel 28. Uitleg verordening

  • 1.

    In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

  • 2.

    Het presidium kan met betrekking tot een andere vergaderwijze afwijken van het bepaalde in deze verordening met als doel te experimenteren voor een periode van maximaal van één jaar.

Artikel 29. Slotbepalingen

  • 1.

    De verordening treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 april 2023, daags na bekendmaking van de verordening.

  • 2.

    De verordening op de raadscommissies gemeente Heemskerk 2022 wordt gelijktijdig met de bekendmaking ingetrokken.

  • 3.

    De verordening wordt aangehaald als ‘de verordening op de raadscommissies Heemskerk 2023’.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Heemskerk in zijn openbare vergadering van 25 mei 2023.

De raad voornoemd,

de griffier,

W.J. Vrolijk- Gevaert

de voorzitter,

A.H.J.J. Luijten