Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Berkelland

Gedragscode bestuurlijke integriteit voor burgemeester en wethouders Berkelland 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBerkelland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode bestuurlijke integriteit voor burgemeester en wethouders Berkelland 2023
CiteertitelGedragscode integriteit burgemeester en wethouders Berkelland 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders Berkelland 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-05-2023nieuwe regeling

18-04-2023

gmb-2023-228939

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode bestuurlijke integriteit voor burgemeester en wethouders Berkelland 2023

Inleiding

In Nederland worden met enige regelmaat bedenkingen geuit over de integriteit van de politiek. Wethouders worden bevraagd over hun declaratiegedrag, raadsleden over vriendjespolitiek, leden van de Tweede Kamer en Commissarissen van de Koning over nevenfuncties en de inkomsten die zij daaruit genereren. Incidenten die politieke ambtsdragers betreffen halen de dag- en weekbladen. Opiniemakers uiten hun zorgen en oordelen.

 

Intussen kent de Nederlandse politiek een hoog niveau van integriteit. Vergeleken met hun collega's in andere landen begaan politieke ambtsdragers in Nederland weinig schendingen. Dit is het geval, ondanks dat politici aan veel verleidingen blootstaan en zich veel kansen aan hen voordoen om op die verleidingen in te gaan. Omkoping (corruptie) hebben we zo goed als uitgebannen.

 

Doel van deze gedragscode

Deze code wil duidelijkheid geven over wat de wet vraagt van de burgemeester en de wethouders. De gedragscode heeft als doel de collegeleden weerbaarder te maken in de huidige politieke context. Dit doet de code in eerste instantie door in heldere taal duidelijkheid te geven over wat de wet van hen verlangt, zodat collegeleden beschermd zijn tegen onnodige misstappen. De code biedt daarmee basis voor het onderlinge gesprek over integriteit. Integriteit krijgt uiteindelijk pas betekenis door handelen. De gedragscode biedt bovendien een basis om op zorgvuldige wijze op te kunnen treden tegen (mogelijke) schendingen. Het stelt namelijk de voorwaarden vast waaraan het handelen van collegeleden en politieke ambtsdragers minimaal moet voldoen.

 

Deze gedragscode

Op drie plekken is deze code strenger dan de wet:

 

  • deze code verplicht collegeleden ertoe niet alleen belangenverstrengeling en corruptie te voorkomen, maar ook de schijn daarvan tegen te gaan;

  • deze code hanteert een ‘nee, tenzij’-beleid voor het aannemen van geschenken;

  • deze code onderstreept het belang van onderlinge omgangsvormen, mede met het oog op de kwaliteit van en het vertrouwen in het lokaal bestuur.

In de bijlagen vindt u specifieke verwijzingen naar alle relevante wetsartikelen. Deze code is in lijn gebracht met de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur. Deze wet is op 1 januari 2023 van kracht geworden. De wet heeft de volgende gevolgen voor gemeenteraad, burgemeester en wethouders:

  • nieuwe wethouders moeten een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) overleggen.

  • de geheimhoudingsprocedure is op een aantal punten veranderd.

  • raadsleden, burgemeester en wethouders moeten nevenfuncties terstond en ook elektronisch openbaar maken.

  • onverenigbare functies en de stemonthouding zijn duidelijker geregeld.

  • de Commissaris van de Koning heeft een prominentere positie bij integriteitskwesties in een gemeente.

Bestuursorganen

Het gemeentebestuur bestaat uit raad, college en burgemeester. Dit zijn de drie bestuursorganen. In de raad ligt het accent op het maken van politieke keuzes, het college is belast met het dagelijks bestuur. De burgemeester is voorzitter van beide en heeft daarnaast een aantal eigen taken. Voor elk van de drie bestuursorganen vraagt de wet een door de raad vast te stellen gedragscode. Voor Berkelland zijn in het verleden twee aparte codes opgesteld, die vanuit eenzelfde perspectief zijn geschreven. De voorliggende gedragscode is bestemd voor burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland.

 

Een complete code in heldere taal is van grote betekenis voor zowel zorgvuldige naleving van de regels als de handhaving ervan. De code heeft, met andere woorden, zowel een preventieve als een repressieve functie.

 

Deze gedragscode heeft een aantal basale kenmerken. De gedragscode:

  • ontlast de morele oordeelsvorming van individuen;

  • stelt de norm;

  • definieert specifieke handelingen als schendingen;

  • maakt zorgvuldig optreden tegen schendingen mogelijk.

Afspraken over hoe te handelen in geval van een vermoeden van een schending van de regels uit deze gedragscode zijn vastgelegd in het Uitvoeringsprotocol Integriteit Berkelland 2023.

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1.1  

Deze gedragscode geldt voor de burgemeester en de wethouders van de gemeente Berkelland.

Artikel 1.2  

Deze gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.

 

Paragraaf 2. Regels rond (schijn van) belangenverstrengeling

 

Artikel 2.1.1  

  • 1.

    De burgemeester maakt bij aanvaarding van het ambt zijn (neven)functies openbaar. Hij levert de gemeentesecretaris deze informatie aan, die de informatie openbaar maakt bij aanvang van het ambt. Als tijdens de vervulling van het ambt een nieuwe (neven)functie aanvaard wordt of de omstandigheden met betrekking tot een bestaande (neven)functie wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft terstond door de burgemeester aangeleverd bij de gemeentesecretaris.

  • 2.

    De informatie betreft in ieder geval:

    • a.

      de omschrijving van de (neven)functie;

    • b.

      de organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht;

    • c.

      of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het ambt;

    • d.

      of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is en

    • e.

      indien bezoldigd wat de inkomsten daaruit zijn.

  • 3.

    De gemeentesecretaris legt hiervoor een overzicht aan en beheert dit overzicht. Het overzicht is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 4.

    De burgemeester die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de beraadslaging en besluitvorming over een voorstel waar de aanbieder bij betrokken is.

Artikel 2.1.2  

  • 1.

    De wethouder maakt voorafgaand aan zijn benoeming door de raad zijn (neven)functies openbaar. Hij levert de gemeentesecretaris deze informatie aan, die openbaar gemaakt wordt bij aanvang van het wethouderschap. Als tijdens het wethouderschap een nieuwe (neven)functie aanvaard wordt of de omstandigheden met betrekking tot bestaande (neven)functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft terstond door de wethouder aangeleverd bij de gemeentesecretaris.

  • 2.

    De informatie betreft in ieder geval:

    • a.

      de omschrijving van de (neven)functie;

    • b.

      de organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht;

    • c.

      of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het ambt;

    • d.

      of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is en

    • e.

      indien bezoldigd - voor zover deze openbaar gemaakt moet worden - wat de inkomsten daaruit zijn.

  • 3.

    De gemeentesecretaris legt hiervoor een overzicht aan en beheert dit overzicht. Het overzicht is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 4.

    De wethouder die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de beraadslaging en besluitvorming over een voorstel waar de aanbieder bij betrokken is.

Artikel 2.2  

De burgemeester en de wethouder handelen in de uitoefening van hun ambt niet zodanig, dat zij vooruitlopen op een functie na aftreden.

Artikel 2.3  

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten de oud-burgemeester en een ex-wethouder gedurende een jaar na aftreden uit te sluiten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de gemeente.

  • 2.

    De uitsluiting geldt niet bij aanvaarding van een dienstbetrekking bij de gemeente waar hij burgemeester onderscheidenlijk wethouder was. Voor werving, selectie en indiensttreding bij de gemeente zijn de voor het ambtelijk personeel geldende regels ter zake van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.4  

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de oud-burgemeester en een ex-wethouder niet eerder dan een jaar na aftreden voordragen als kandidaat voor benoeming tot commissaris dan wel bestuurslid van een verbonden partij.

  • 2.

    Onder verbonden partij wordt verstaan hetgeen hieronder wordt verstaan in artikel 1.1 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

 

Paragraaf 3. Informatie

 

Artikel 3.1  

De burgemeester respectievelijk de wethouder zorgt ervoor, dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt, veilig wordt bewaard.

Artikel 3.2  

De burgemeester respectievelijk de wethouder maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen (nog) niet openbare informatie.

 

Paragraaf 4. Geschenken, faciliteiten, excursies, evenementen en andere uitnodigingen

 

Artikel 4.1  

  • 1.

    De burgemeester respectievelijk de wethouder accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten tenzij:

    • a.

      het weigeren, teruggeven of terugsturen indruist tegen de gangbare fatsoensnormen, de gever zou kwetsen of bijzonder in verlegenheid zou brengen;

    • b.

      het weigeren, teruggeven of terugsturen om praktische redenen onwerkbaar is;

    • c.

      het gaat om een incidentele, kleine attentie (zoals een bloemetje of fles wijn) met een maximumbedrag van € 50,- waarbij de schijn van beïnvloeding minimaal is.

  • 2.

    Geschenken die de burgemeester respectievelijk de wethouder uit hoofde van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50,- vertegenwoordigen, dient hij of te wel terug te zenden aan de aanbieder of te wel te melden en in te leveren bij de gemeentesecretaris, waarmee ze eigendom van de gemeente worden.

  • 3.

    De gemeentesecretaris legt een register aan van geschenken met een geschatte waarde van meer dan € 50,-. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven.

  • 4.

    Geschenken worden door de burgemeester respectievelijk de wethouder niet op het huisadres ontvangen. Als dit toch gebeurt, wordt dit gemeld bij de gemeentesecretaris.

Artikel 4.2  

  • 1.

    De burgemeester respectievelijk de wethouder accepteert geen lunches, diners, recepties en andere uitnodigingen die door anderen betaald of georganiseerd worden, tenzij dat behoort tot de uitoefening van de functie en de aanwezigheid beschouwd kan worden als functioneel.

  • 2.

    Bij twijfel legt de burgemeester respectievelijk de wethouder de uitnodiging ter bespreking voor aan het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 4.3  

  • 1.

    Invitaties voor excursies, evenementen en buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan de gemeente legt de burgemeester respectievelijk de wethouder vooraf ter bespreking voor aan het college van burgemeester en wethouders. Dit met uitzondering van reizen in het kader van de Euregio, naar Europese instellingen en naar naburige grensgemeenten.

  • 2.

    De burgemeester onderscheidenlijk de wethouder neemt geen uitnodigingen voor excursies en evenementen aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

  • 3.

    De in het eerste lid genoemde informatie is openbaar.

 

Paragraaf 5. Gebruik van voorzieningen van de gemeente

 

Artikel 5.1  

  • 1.

    Het bestuursorgaan richt de financiële en administratieve organisatie van door de gemeente aan de burgemeester of wethouder beschikbaar te stellen voorzieningen zodanig in, dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven en hanteert heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.

  • 2.

    De burgemeester respectievelijk de wethouder verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de in het kader van het eerste lid vastgelegde regels en procedures.

Artikel 5.2  

De burgemeester respectievelijk een wethouder declareert geen kosten, die al op andere wijze worden vergoed.

Artikel 5.3  

Gebruik door de burgemeester respectievelijk de wethouder van voorzieningen en eigendommen van de gemeente ten eigen bate of ten bate van derden is niet toegestaan, tenzij hierover andere afspraken zijn gemaakt of hierop andere gemeentelijke regelingen van toepassing zijn.

 

Paragraaf 6. Reizen buitenland

 

Artikel 6.1  

  • 1.

    De burgemeester respectievelijk de wethouder meldt het voornemen tot een buitenlandse dienstreis of een uitnodiging daartoe aan het college van burgemeester en wethouders. Hij verschaft daarbij informatie over het doel en de duur van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap dat meereist, de geraamde kosten en de wijze waarop van het reisverslag wordt gedaan.

  • 2.

    De burgemeester onderscheidenlijk de wethouder meldt daarbij ook als hij voornemens is om de buitenlandse reis voor privédoeleinden te verlengen of om zijn partner te laten meereizen. De extra kosten van de verlenging komen daarbij volledig voor eigen rekening.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders betrekken alle aspecten in de besluitvorming en informeren de gemeenteraad zo spoedig mogelijk over het genomen besluit.

Artikel 6.2  

De burgemeester respectievelijk een wethouder legt verantwoording af over afgelegde buitenlandse dienstreizen.

Artikel 6.3  

Voor de toepassing van de artikelen 6.1 en 6.2 wordt onder buitenlandse dienstreis niet verstaan een dienstreis naar een Europese instelling of een dienstreis naar een buurgemeente in het buitenland.

 

Paragraaf 7. Regels rond de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens en na afloop van vergaderingen

 

Artikel 7.1  

Collegeleden gaan respectvol met elkaar en met ambtenaren om, zijn open en eerlijk en bevorderen het debat op basis van feiten.

Artikel 7.2  

Collegeleden houden zich tijdens vergaderingen en bijeenkomsten aan het reglement van orde. Aanwijzingen van de voorzitter volgen zij op.

Artikel 7.3  

Collegeleden onthouden zich in het openbaar, dus ook in commissie-, raadsvergaderingen en raadsinformatiebijeenkomsten van negatieve uitlatingen over gemeenteambtenaren. Ook in de media en op sociale media vallen zij elkaar niet persoonlijk aan.

Artikel 7.4  

Collegeleden bejegenen elkaar, raadsleden en ambtenaren op correcte wijze in woord, gebaar en geschrift. Grensoverschrijdend gedrag tolereren we niet. Dit zijn omgangsvormen die door de persoon die het ondergaat als gedwongen en /of ongewenst worden ervaren. Gedrag waardoor iemand zich bedreigt, beledigd, gekwetst of onveilig voelt.

Artikel 7.5  

Collegeleden twijfelen niet in het openbaar- in de raad, de media of op sociale media- aan elkaars integriteit.

Artikel 7.6  

Bij onenigheid in de onderlinge omgang of de gang van zaken tijdens vergaderingen gaan collegeleden, mogelijk onder begeleiding, het gesprek met elkaar aan.

 

Paragraaf 8. Uitvoering gedragscode

 

Artikel 8.1  

De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van deze gedragscode. In geval van leemten en onduidelijkheden in deze gedragscode voorziet hij daarin.

Artikel 8.2  

  • 1.

    De gemeenteraad bespreekt in zijn vergadering of die van het presidium regelmatig het onderwerp integriteit in het algemeen en van deze gedragscode in het bijzonder.

  • 2.

    Als een collegelid twijfelt aan een eigen handeling of die van een andere politieke ambtsdrager volgt het collegelid de processtappen zoals vastgelegd in het Uitvoeringsprotocol Integriteit over de handhaving van de integriteit van het gemeentebestuur Berkelland.

Paragraaf 9. Inwerkingtreding en citeertitel

 

Artikel 9.1  

Deze gedragscode treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 9.2  

Bij inwerkingtreding van deze Gedragscode wordt de Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders Berkelland 2016 ingetrokken.

Artikel 9.3  

Deze gedragscode kan worden aangehaald als Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders Berkelland 2023.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 18-04-2023

de griffier,

de voorzitter,

Toelichting gedragscode integriteit burgemeester en wethouders Berkelland 2023

Deze toelichting maakt integraal onderdeel uit van de Gedragscode burgemeester en wethouders gemeente Berkelland 2023.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikelen 2.1.1 en 2.1.2

 

Uit de van toepassing zijnde wettelijke kaders blijkt, dat er enkele verschillen zijn ten aanzien van de openbaarmaking van (inkomsten uit) nevenfuncties tussen de burgemeester enerzijds en de wethouders anderzijds.

 

Vervulling nevenfuncties: voor collegeleden is bepaald dat zij geen nevenfuncties hebben die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van hun ambt. Voor burgemeesters is daaraan toegevoegd dat zij evenmin nevenfuncties hebben die ongewenst zijn met het oog op de handhaving van hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin. Collegeleden melden het voornemen tot aanvaarding van de nevenfunctie aan de volksvertegenwoordiging.

 

Openbaarmaking inkomsten nevenfuncties: fulltime collegeleden maken hun inkomsten uit nevenfuncties openbaar; de opgave van neveninkomsten wordt ter inzage gelegd op het gemeentehuis, uiterlijk 1 april na het jaar waarin de inkomsten zijn genoten (artikelen 41b en 67 Gemeentewet).

 

Artikelen 2.3 en 2.4

 

In deze artikelen is de zogenaamde ‘draaideurconstructie’ geregeld. Dit is een (meestal) verboden juridische constructie die wordt gebruikt om men in dienst te houden, terwijl de ontslagbescherming beperkt wordt. Het wordt gezien als een gevaar voor het integer functioneren van de overheid.

 

In artikel 2.3 is de mogelijke uitsluiting van betaalde werkzaamheden ten behoeve van de gemeente gedurende 1 jaar na aftreden geregeld en in artikel 2.4 de mogelijke uitsluiting van benoeming als commissaris of bestuurslid van een verbonden partij, ofwel, samengevat, van een organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Hiermee wordt mogelijke vriendjespolitiek voorkomen en het risico op verstrengeling van persoonlijke en functionele belangen vermeden.

 

Het begrip ‘verbonden partij’ is ontleend aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Daarin staat dat een verbonden partij een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie is, waarin de provincie of gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Een financieel belang wordt gedefinieerd als een aan de betrokken organisatie ter beschikking gesteld bedrag, dat niet verhaalbaar is indien die organisatie failliet gaat, onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat, indien die organisatie haar verplichtingen niet nakomt. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: zeggenschap hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.

 

Aanvaarding van een dienstbetrekking bij de voormalige gemeente is niet uitgesloten. Dat kan van belang zijn in het kader van de re-integratie van de voormalige collegeleden en ter voorkoming van uitkeringslasten voor de gemeente. Uiteraard dienen daarbij de regels van werving en selectie en aanstelling te gelden, die er voor iedereen zijn, die bij de gemeente solliciteert. De draaideurconstructie geldt natuurlijk niet bij aanvaarding van het raadslidmaatschap.

 

Het bepaalde in artikel 2.2. (vooruitlopen op een nieuwe functie na aftreden) geldt uiteraard evenzeer voor een functie bij de voormalige gemeente.

 

Artikel 3.1

 

Het is belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan beveiliging van de computer, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van USB-sticks met vertrouwelijke/geheime informatie.

 

Burgemeester en wethouders zijn verplicht alle inlichtingen te geven die de volksvertegenwoordiging nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Het betreft zowel een actieve als een passieve informatieplicht. Ook als individuele volksvertegenwoordigers informatie vragen zal die informatie aan de volksvertegenwoordiging moeten worden verstrekt. De informatie kan alleen worden geweigerd als die in strijd is met het openbaar belang (artikelen 169 en 180 Gemeentewet). Het Reglement van Orde voor de gemeenteraad bevat bepalingen die betrekking hebben op informatieverstrekking en de omgang met informatie.

 

Artikel 4.1

 

In de gedragscode is uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van de bestuurder kan worden beïnvloed. Dit is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties. Is daarvan geen sprake dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van € 50 of minder) door de bestuurder worden aanvaard. Bij voorkeur echter nooit op het huisadres. Duurdere geschenken worden niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd of worden eigendom van de gemeente, die voor een goede bestemming voor het geschenk zorgt.

 

Artikel 4.2

 

Het in de toelichting op artikel 4.1 gestelde geldt ook als het gaat om werkbezoeken.

 

Artikel 4.3

 

Het gaat hier om excursies en evenementen die betrokkene als burgemeester onderscheidenlijk als wethouder aanvaardt. Excursies en evenementen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier dus niet onder.

Bij de artikelen 4.2 en 4.3 dienen eveneens als afwegingskader de motieven van de uitnodigende partij beoordeeld te worden. Het kan en mag er niet om gaan de onafhankelijke positie van bestuurders te beïnvloeden.

 

Artikel 5.1

 

Aan bestuurders worden rechtspositionele voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen geboden, die een goed functioneren van de bestuurders mogelijk maken.

 

Artikelen 5.2

 

Uitgangspunten hier zijn eigen verantwoordelijkheid, transparantie en bereidheid om verantwoording af te leggen.

Geen andere inkomsten: Een bestuurder geniet geen andere vergoedingen ten laste van de gemeente dan die bij of krachtens wet toegestaan zijn (artikelen 44 en 66 Gemeentewet).

 

Artikel 5.3

 

Stelregel is dat privégebruik van gemeentelijke voorzieningen niet is toegestaan. De gemeente Berkelland heeft een bruikleenovereenkomst, die privégebruik van bedrijfsmiddelen reguleert, zoals privégebruik van een mobiele telefoon of tablet.

 

Artikel 6.1

 

De beoordeling van de noodzaak van de buitenlandse dienstreis ligt uiteindelijk bij het college.

 

Artikel 6.3

 

De bepalingen van de artikelen 6.1 en 6.2 gelden niet voor dienstreis naar een Europese instelling of een dienstreis naar een buurgemeente in het buitenland. Voor dergelijke (buitenlandse) reizen vormen deze bepalingen wel een belangrijk richtsnoer.

Buitenlandse reizen die worden gemaakt ten behoeve van de politieke partij zijn geen ‘dienstreizen’ en vallen dus niet onder de artikelen 6.1 en 6.2 en komen niet ten laste van de gemeente.

 

Artikel 7.1

 

De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan en als zodanig verantwoordelijk voor de inhoud van de gedragscode, voor een eenduidige interpretatie daarvan en voor wijziging/aanvulling daarvan bij onduidelijkheden of leemten.

 

Artikel 7.2

 

De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad om voor zichzelf en voor de bestuurders een gedragscode vast te stellen.

 

Aanvullend op de wettelijke regels die gelden voor politieke ambtsdragers, bevat de gedragscode een aantal materiële normen, waaraan de collegeleden zich committeren. De burgemeester krijgt de wettelijke taak om de bestuurlijke integriteit van zijn gemeente te bevorderen. Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille ‘integriteit’ duidelijk belegd. De wettelijke bepalingen bieden de ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen gedacht moet worden aan het optreden bij incidenten.

 

Belangrijk onderdeel is ook de preventie: ervoor te zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de bestuurlijke gremia een plek krijgen en daarbij afspraken te maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit, zowel met de volksvertegenwoordiging als binnen het bestuur. De burgemeester hoeft hier niet alleen voor te staan. Ook de griffier kan hier in relatie tot de gemeenteraad een belangrijke rol spelen.

 

Goed denkbaar is ook dat de gemeenteraad met de burgemeester nadere afspraken maakt over de werkwijze die wordt gevolgd in het geval dat zich een incident of een vermoeden van een integriteitsschending voordoet. Dat geeft houvast en rust op het moment dat er gehandeld dient te worden.

 

Al deze processuele en procedurele afspraken kunnen onderdeel uitmaken van de gedragscode. De onderwerpen vermeld in artikel 6.2 zijn niet uitputtend.

 

Toelichting onkostenvergoedingen burgemeester en wethouders Berkelland 2023

Naast vergoedingen voor nader aangeduide kosten zoals reis- en verblijfskosten, hebben de collegeleden aanspraak op een vaste (forfaitaire) onkostenvergoeding.

 

De maandelijkse onkostenvergoeding is door de invoering van de werkkostenregeling een maandelijks netto vergoeding geworden. De gemeente is verplicht de onkostenvergoeding over te maken op een door de bestuurder aan te geven bankrekeningnummer. De hoogte van de vergoeding is onafhankelijk van de grootte van de gemeente. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bepaalt jaarlijks per 1 januari de onkostenvergoeding. Elk jaar wordt de onkostenvergoeding aangepast aan de consumentenprijsindex (CPI). Gemeenten worden hierover medio december per circulaire geïnformeerd.

 

In algemene zin is het volgende van belang:

  • De ambtstoelage/onkostenvergoeding is geen inkomen/geen salaris, maar een vergoeding voor onkosten die je maakt voor de uitoefening van het ambt.

  • Privé-uitgaven moeten vanzelfsprekend uit het privé-inkomen betaald worden.

  • Alle overige kosten worden betaald uit de ambtstoelage/onkostenvergoeding.

    Uitzonderingen

    • o

      reis- en verblijfkosten dienstreizen

    • o

      kosten die vallen onder de bedrijfsvoering van de gemeente (zoals opleidingen en cursussen).

    • o

      voorzieningen die van gemeentewege verstrekt worden (zoals o.a. mobiele telefoon, laptop, IPad)

  • Eigen middelen en publieke middelen moeten zoveel mogelijk gescheiden gehouden worden. Collegeleden moeten zaken zoveel mogelijk laten regelen door de gemeentelijke organisatie en direct laten betalen door de gemeente. Ook kunnen collegeleden vragen om rechtstreeks een factuur naar de gemeente te sturen (als de kosten voor rekening van de gemeente moeten komen). Collegeleden moeten dus zo weinig mogelijk uit eigen middelen voorfinancieren/voorschieten.

  • Te declareren kosten moeten altijd functioneel zijn voor het politieke ambt en moeten het belang van de gemeente dienen

  • Bij declaraties moeten altijd bewijsstukken (bonnetjes) bijgevoegd worden.

  • Als er geen duidelijk belang voor de gemeente is, dan blijven de kosten voor eigen rekening

  • Kosten die uit hoofde van een nevenfunctie worden gemaakt, worden vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend.

  • Het gaat om publieke middelen: soberheid is en blijft de norm (je moet je altijd afvragen of de uitgave in hoogte en soort ook in de openbaarheid gemotiveerd kan worden).

Declareren

 

Niet

Wel

Representatie

 

Verjaardagsgebak

 

Attenties en cadeaus voor naaste ondersteunende medewerkers

 

Persoonlijke relatiegeschenken

 

Kleding (huur, aanschaf, reiniging)

 

Ontvangsten zakelijke relaties thuis

 

Uitgaven voor persoonlijke verzorging

 

Fooien (in Nederland, in het buitenland gegeven fooien zijn wel declarabel)

 

Kosten die gemaakt worden voor de partner

Representatie

 

Etentjes met zakelijke relaties zo mogelijk laten regelen door de gemeentelijke organisatie, zodat de rekening rechtstreeks naar de gemeente gaat.

 

Overigens: werklunches en –diners, functionele borrels die worden georganiseerd door en voor de gemeente behoren tot de bedrijfsvoering.

Vakliteratuur (abonnementen voor), losbladige uitgaven, naslagwerken die op het thuisadres ontvangen worden.

 

Abonnementen kranten en tijdschriften die thuis ontvangen wordt

Alle vakliteratuur kan via de gemeente geregeld worden.

Contributies, lidmaatschappen

(zoals lidmaatschap vakbond, belangenvereniging, e.d.)

Uitzondering: lidmaatschap landelijke beroepsvereniging met professionaliseringsoogmerk (NGB, wethoudersvereniging)

Telefoonkosten thuis

De mobiele telefoon: er wordt door de gemeente een mobiele telefoon beschikbaar gesteld.

 

Internetverbinding: Wethouders die op 31-12-2018 ook wethouder waren krijgen een vaste vergoeding van € 10,-- per maand (gelijk aan raads- en commissieleden die toen zitting hadden). Nieuwe wethouders (na 31-12-2018) mogen geen vergoeding meer ontvangen.

 

Computer: collegeleden krijgen net als raadsleden een I-pad in bruikleen.

Kantoorbenodigheden (thuis)

Het gebruik van kantoorbenodigdheden op het gemeentehuis komt vanzelfsprekend ten laste van de bedrijfsvoering.

Zakelijke giften

Zakelijke giften die de collegeleden louter als zodanig doet, en die men als privépersoon niet zou hebben gedaan, aan inzamelingsacties, collectes e.d.

(in de regel voor plaatselijke en/of regionale doeleinden).

 

Bijdrage aan fractiekosten

Giften aan politieke partijen worden geacht betaald te worden uit het eigen inkomen.

Representatieve ontvangsten aan huis

Cursus, congres, seminar of symposium: altijd via de gemeente regelen. Deelname kan alleen als de cursus door of namens de gemeente wordt verzorgd of wanneer de deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt.

 

Voorbeeld: VNG-congres

Reiskosten

  • Parkeerboetes, naheffingen parkeergeld

Reiskosten

  • Alle zakelijke reiskosten ad € 0,21 per kilometer, inclusief noodzakelijke en redelijkerwijs werkelijk gemaakte verblijfkosten. Bij gebruik openbaar vervoer of taxi: daadwerkelijke kosten

  • Parkeerkosten, veer- en tolgelden

  • De reiskosten woon-werkverkeer worden ad € 0,21 per kilometer vergoed via team HR. Als men vaker dan 1 keer per dag naar het gemeentehuis moet (bijvoorbeeld vanwege een raads- of commissievergadering) dan het tweede bezoek aan het gemeentehuis als een dienstreis gedeclareerd worden.

Buitenlandse dienstreizen: vooraf toestemming college nodig (behalve voor bezoeken aan Europese instellingen). Voor de Euregio kunnen we stellen dat we deelnemer zijn en dat de dienstreizen naar Duitsland dan inherent zijn aan het deelnemen aan de Euregio.

 

Bij twijfel over wel of niet declareren van kosten geldt: absolute duidelijkheid is niet altijd te geven. In situaties waar sprake is van een grijs gebied zal de bestuurder extra alert moeten zijn, extra zorgvuldig moeten (laten) nagaan of een en ander past binnen de regels en hierover open communiceren.