Algemeen bevoegdhedenbesluit 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie	Nijkerk
Organisatietype	Gemeente
Officiële naam regeling	Algemeen bevoegdhedenbesluit 2023
Citeertitel	Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie gemeente Nijkerk
Vastgesteld door	college van burgemeester en wethouders
Onderwerp	bestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Algemene bevoegdhedenbesluit 2018.

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding	Terugwerkende kracht tot en met	Datum uitwerkingtreding	Betreft	Datum ondertekening Bron bekendmaking	Kenmerk voorstel
27-06-2023			nieuwe regeling	07-06-2023 gmb-2023-277801	14222773

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemeen bevoegdhedenbesluit 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

-
mede gelet op de artikelen 160 en 171 van de Gemeentewet en Titel 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

-
in te trekken het Bevoegdhedenbesluit 2018;
-
vast te stellen het Algemeen bevoegdhedenbesluit 2023.

Artikel 1. Begripsbepalingen

a.
AGN: de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Nijkerk bestaande uit de Cao Gemeenten en de lokale arbeidsregeling/het personeelshandboek van de gemeente Nijkerk;
b.
besluit: een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;
c.
budget: de financiële middelen die de gemeenteraad beschikbaar heeft gesteld ten behoeve van de organisatie voor de realisering van de taken, programma’s en producten of voor de realisering van andere doelstellingen, resultaatafspraken en/of prestatieafspraken;
d.
burgemeester: de burgemeester van de gemeente Nijkerk;
e.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk;
f.
concernmanager: een lid van de directie dat leiding geeft aan een of meer taakvelden en naar de directie toe eindverantwoordelijk is daarvoor;
g.
directie: de gemeentesecretaris en de concernmanagers gezamenlijk;
h.
gemeente: de gemeente Nijkerk;
i.
gemeentesecretaris: de functionaris, als genoemd in de Gemeentewet (secretaris), het hoofd van de ambtelijke organisatie;
j.
gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Nijkerk;
k.
machtiging: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;
l.
medewerker: een persoon die een arbeidsovereenkomst heeft met de gemeente, een persoon die is ingehuurd om werkzaamheden voor de gemeente te verrichten of een andere persoon die is aangewezen om werkzaamheden voor de gemeente te verrichten;
m.
mandaat: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan besluiten te nemen;
n.
organisatie: de ambtelijke organisatie van de gemeente Nijkerk, met uitzondering van de griffie;
o.
portefeuillehouder: het lid van het college dat bestuurlijk verantwoordelijk is voor een onderwerp;
p.
samenwerkingsverband: een gemeenschappelijke regeling of een andere verbonden partij waaraan de gemeente Nijkerk deelneemt;
q.
taakveld: iedere clustering van organisatie-eenheden binnen de organisatie, waarvan aan het hoofd een concernmanager staat;
r.
team: een, al dan niet binnen een taakveld vallende, organisatorische eenheid binnen de organisatie, waarvan aan het hoofd een teamleider of teamhoofd staat;
s.
teamleider: een medewerker die, in dienst of in opdracht van de gemeente Nijkerk, belast is met het geven van dagelijkse, functionele en hiërarchische leiding aan een of meer teams;
t.
teamhoofd: een medewerker die, in opdracht van de gemeente Nijkerk, belast is met het geven van dagelijkse, functionele en hiërarchische leiding aan een of meer teams;
u.
verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft;
v.
volmacht: het vertegenwoordigen van de gemeente bij het in privaatrechtelijke zin aangaan en/of verrichten van een rechtshandeling namens de rechtspersoon gemeente.

Artikel 2. Algemene bepalingen

2.1
Voor de toepassing van deze regeling en de daarop berustende bepalingen worden met het verlenen van mandaat gelijkgesteld de verlening van volmacht en machtiging.
2.2
De mandaatgever kan aan een gemandateerde instructies geven over de wijze waarop de bevoegdheden, zowel in het algemeen als in een specifiek geval, moeten worden uitgeoefend. De portefeuillehouder treedt hierbij op namens het college voor zover het gaat om een door het college verleend mandaat.
2.3
De mandaatgever behoudt het recht om gemandateerde bevoegdheden zelf uit te oefenen en verleende mandaten in te trekken.
2.4
De gemandateerde kan alleen gebruikmaken van zijn mandaat voor het aangaan van financiële verplichtingen voor zover daarin is voorzien in de begroting.

Artikel 3. College en burgemeester

3.1
Het college en de burgemeester verlenen mandaat voor hun bevoegdheden aan de gemeentesecretaris, behalve:
- a.
  bevoegdheden waarvoor rechtens geen mandaat kan worden verleend of waarvan de aard en strekking zich tegen het verlenen van mandaat verzetten;
- b.
  bevoegdheden die zijn genoemd in bijlage 1, onder a.
3.2
Het college verleent mandaat voor de bevoegdheden zoals genoemd in bijlage 1, onder b, aan de portefeuillehouder.

Artikel 4. Gemeentesecretaris

4.1
Bij verhindering of ontstentenis van de gemeentesecretaris wordt hij vervangen door de loco-secretaris, tenzij bij collegebesluit anders is bepaald.
4.2
Aan de gemeentesecretaris blijven voorbehouden:
- a.
  de bevoegdheden die bij of krachtens de wet aan de gemeentesecretaris zijn toegekend;
- b.
  het aanwijzen van ambtenaren met een bijzondere functie, zoals beschreven in bijlage 2;;
- c.
  de overige bevoegdheden zoals genoemd in bijlage 2, met dien verstande dat de gemeentesecretaris voor de bevoegdheden in bijlage 2 onder personeel ondermandaat mag verlenen aan een of meer concernmanagers.
4.3
De in bijlage 2 opgenomen financiële beperkingen zijn niet van toepassing op door het college aangewezen projecten, met inachtneming van de door het college per project vastgestelde kaderstelling en bevoegdhedenverdeling.
4.4
De gemeentesecretaris kan voor de hem ingevolge artikel 3 toekomende bevoegdheden ondermandaat verlenen aan:
- a.
  de medewerkers;
- b.
  eventuele andere functionarissen met een specifieke opdracht binnen de organisatie;
- c.
  directeuren van aan de gemeente verbonden partijen, ieder voor zijn eigen taakveld, en contractpartijen van de gemeente waaraan gemeentelijke taken zijn uitbesteed.

Artikel 5. Budgethouders

5.1
De gemeentesecretaris is binnen de organisatie eindverantwoordelijk voor de budgetten, hetgeen onder meer inhoudt dat de gemeentesecretaris naar het college toe verantwoordelijk is:
- a.
  voor de realisering van de aan de budget gekoppelde taken, programma’s, producten, doelstellingen, resultaatafspraken en/of prestatieafspraken, en
- b.
  voor het laten beheren, bewaken, verantwoorden, besteden en administreren van de betreffende budgetten.
5.3
De gemeentesecretaris kan conform de van toepassing verklaarde budgethoudersregeling ten behoeve van de budgethouders en medewerkers, regels, voorwaarden, werkwijzen en instructies geven en/of vaststellen met betrekking tot de wijze waarop de budgetten worden beheerd, bewaakt, uitgeoefend, verantwoord en geadministreerd.

Artikel 6. Vervangingsregeling

6.1
De gemeentesecretaris zorgt voor een vervangingsregeling voor (gemandateerde) concernmanagers.

Artikel 7. Slotbepaling

7.1
Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze regeling wordt het Algemene bevoegdhedenbesluit 2018 ingetrokken.
7.2
Deze regeling wordt bekendgemaakt in het Gemeenteblad en treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.
7.3
Deze regeling wordt aangehaald als: Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie gemeente Nijkerk.

Vastgesteld op 7 juni 2023,

Burgemeester en wethouders van Nijkerk,

de secretaris,

De heer J. de Jager

de burgemeester,

mr. drs. G.D. Renkema

Bijlage 1: Zaken die blijven voorbehouden aan (leden van) het college en de burgemeester

a.
Bevoegdheden waarvoor het college en de burgemeester géén mandaat verlenen

Algemeen

1.
Het voeren van correspondentie gericht tot:
- a.
  de gemeenteraad;
- b.
  de koning en andere leden van het Koninklijk Huis;
- c.
  de raad van ministers van het koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;
- d.
  de voorzitter van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamer gevormde commissie;
- e.
  de vicepresident van de Raad van State;
- f.
  de president van de Algemene Rekenkamer;
- g.
  de gemeentelijke rekenkamercommissie;
- h.
  de bestuursorganen van de provincie, tenzij het uitvoeringstechnische zaken betreft;
- i.
  de bestuursorganen van gemeenschappelijke regelingen, tenzij het uitvoeringstechnische zaken betreft.
2.
Het doen van voorstellen aan de gemeenteraad, het informeren van de gemeenteraad en het beantwoorden van schriftelijke vragen van leden van de gemeenteraad.

Publiekrecht

1.
Het vaststellen van beleidsregels.
2.
Het besluit om namens de gemeente bezwaarschriften in te dienen bij een ander bestuursorgaan en in beroep of hoger beroep te gaan bij de bestuursrechter, inclusief het vragen van een voorlopige voorziening bij de voorzieningenrechter.
3.
Het nemen van besluiten over verzoeken om planschade bij het afwijken van het deskundigenadvies.
4.
Het kwijtschelden en buiten invordering stellen van vorderingen met een financieel belang van meer dan € 10.000.

Privaatrecht

1.
Het besluit tot het aangaan van overeenkomsten indien:
- a.
  op grond van de Gemeentewet het college de gemeenteraad vooraf over de overeenkomst moet informeren, omdat de gemeenteraad daarom heeft verzocht;
- b.
  op grond van de Gemeentewet de gemeenteraad in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;
- c.
  de gemeenteraad ter zake om informatie heeft gevraagd.
3.
Het beslissen tot het afwijken van het gemeentelijke inkoopbeleid.
4.
Het starten van civiele procedures in eerste aanleg namens de gemeente, alsmede het instellen van hoger beroep en cassatie.
5.
Het besluit tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen.
6.
Het kwijtschelden en buiten invordering stellen van vorderingen met een financieel belang van meer dan € 10.000.
7.
Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van erfstellingen/legaten/schenkingen.
8.
Het aanvragen van surseance van betaling en faillissement.
9.
Het afgeven van borgstellingen.

Specifieke bevoegdheden burgemeester

1.
Het opleggen, verlengen en intrekken van een huisverbod.
2.
Het nemen van een crisismaatregel op grond van de Wet verplichte GGZ.
3.
Het toestemming geven voor het begraven op kosten van de gemeente.
4.
Het toestemming geven voor het opgraven van lijken.
5.
Het vragen van het oordeel van de kinderrechter over de ondertoezichtstelling van een minderjarige.
6.
Voordrachten voor koninklijke onderscheidingen en gemeentelijke eretekenen en -titels.

Personeel en organisatie

1.
Het vaststellen van regels voor de ambtelijke organisatie.
2.
Alle rechtspositionele beslissingen, privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen die geen beslissing of een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn ten aanzien van de gemeentesecretaris.
3.
Beslissingen die in een eerder stadium zijn gemandateerd aan externe instanties, zoals ABP en UWV.
4.
Beslissingen over personele geschillen in afwijking van het advies van de geschillencommissie.
5.
Reorganisatiebesluiten met zodanig ingrijpende gevolgen dat een sociaal plan nodig is.
6.
Besluiten tot privatisering of publiekrechtelijke taakoverheveling.
7.
Het afdoen van klachten met betrekking tot ongewenst gedrag voor zover deze zijn gericht tegen politieke ambtsdragers.
b.
Zaken waarvoor het college mandaat verleent aan het collegelid met het betreffende onderwerp in zijn portefeuille
- 1.
  Zaken met betrekking tot de wijze waarop de gemandateerde bevoegdheden, zowel in het algemeen als in een specifiek geval, worden uitgeoefend, als bedoeld in artikel 10:6 Algemene wet bestuursrecht, te weten:
  - a.
    De mandaatgever kan de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. En de gemandateerde verschaft de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid.

Bijlage 2 bij Algemeen Bevoegdhedenbesluit gemeente Nijkerk 2023

Zaken die zijn voorbehouden aan de gemeentesecretaris

Algemeen

1.
Het inhuren van extern personeel waarbij het financieel belang de drempelbedragen van ‘Europees aanbesteden’ overstijgt.
2.
Het nemen van een besluit waarbij het financieel belang voor de gemeente € 250.000 of meer bedraagt.
3.
Het sluiten van overeenkomsten, niet zijnde het inhuren van extern personeel, voor zover het financieel belang € 250.000 of meer bedraagt.
4.
Het nemen van besluiten over het opnemen van geldleningen op de kapitaalmarkt met een looptijd van een jaar of langer, van meer dan € 5.000.000 per lening, en voor kleinere leningen indien daardoor het totaal van de binnen een periode van drie maanden op te nemen geldleningen de € 5.000.000 bedrag overschrijden.
5.
Schriftelijk weigeren van toegang tot het stadhuis.

Personeel

1.
Het aangaan of wijzigen van een arbeidsovereenkomst met medewerkers die een rol vervullen ten behoeve van het functioneren van een of meerdere teams.
2.
Het aanwijzen van medewerkers in functies met wettelijk geattribueerde bevoegdheden, zoals toezichthouder, heffings- en invorderingsambtenaar, leerplichtambtenaar, (buitengewoon) ambtenaar burgerlijke stand.
3.
Het toepassen van de hardheidsclausule bij ziekte zoals bedoeld in artikel 7.1 lid 7 Cao Gemeenten.
4.
Het indienen van een verzoek bij het UWV tot het verkrijgen van toestemming de arbeidsovereenkomst te mogen opzeggen en het bij verkregen toestemming opzeggen van de arbeidsovereenkomst, op een van de gronden als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub a of b BW (artikel 7:671a BW).
5.
Het indienen van een verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij de rechtbank, op een of meer van de gronden als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub c tot en met i BW dan wel op grond van artikel 7:686 BW (artikel 7:671b BW).
6.
Het met onmiddellijke ingang opzeggen van een arbeidsovereenkomst om een dringende reden (artikel 7:677 lid 1 BW).
7.
Het overeenkomen van een vaststellingsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 7:670b BW.
8.
Verlengen van de re-integratiefase of het Van-werk- naar-werk-traject, en andere beslissingen ter uitvoering van hoofdstuk 9 en 10 Cao Gemeenten (voorzieningen bij werkloosheid) waarbij een afweging moet worden gemaakt.
9.
Het opleggen van de volgende ordemaatregelen:
- a.
  het ontzeggen van de toegang tot de kantoren, werkplaatsen of andere arbeidsterreinen, dan wel het verblijf aldaar;
- b.
  het opleggen van een schorsing, als bedoeld in artikel 11.4 Cao Gemeenten.
10.
Het nemen van beslissingen ten aanzien van nevenwerkzaamheden en financiële belangen van ambtenaren.
11.
Het opdragen van andere werkzaamheden onder andere in tijden van calamiteiten.
12.
Het uitvoeren van de Klokkenluidersregeling dan wel de Regeling Melding Vermoeden Misstand.
13.
Treffen van sancties op grond van artikel 11.4 Cao Gemeenten.
14.
Beslissingen op het gebied van organisatiewijziging, voor zover niet voorbehouden aan het college.
15.
In geval van organisatiewijzigingen: beslissingen ten aanzien van plaatsing dan wel boventallige verklaring op grond van hoofdstuk 9 Cao Gemeenten.
16.
Beslissingen inzake functiewaardering (hoofdstuk 3 Cao Gemeenten en 3.1.1 AGN).
17.
Het afdoen van klachten op het gebied van ongewenst gedrag.
18.
Het toepassen van hardheidsclausules van alle door het college vastgestelde (uitvoerings)regelingen, inclusief het AGN.