Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voerendaal

Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Voerendaal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoerendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Voerendaal
CiteertitelUitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Voerendaal
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpOpenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 173 van de Wegenverkeerswet 1994
  2. artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-06-2023nieuwe regeling

25-04-2023

gmb-2023-277385

Zaaknr. 367867

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Voerendaal

 

1. Inleiding

 

Op 9 februari 2023 heeft de gemeenteraad de Wegsleepverordening gemeente Voerendaal 2023 (hierna: wegsleepverordening) vastgesteld. Deze verordening is vastgesteld om uitvoering te kunnen geven aan de wegsleepregeling uit de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) en het Besluit wegslepen van voertuigen.

 

In de Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen worden de praktische zaken geregeld voor uitvoering van de wegsleepverordening. Eerst worden de bevoegdheden (paragraaf 2) en de procedures voor het aantreffen, wegslepen, bewaren en teruggeven van voertuigen beschreven (paragrafen 3–6). Vervolgens wordt in paragraaf 7 beschreven hoe wordt omgegaan met voertuigen die niet worden afgehaald. In paragraaf 8 worden de kosten beschreven. Tot slot wordt in paragraaf 9 de samenhang met de ‘Wet Mulder’ beschreven en wordt in paragraaf 10 aangegeven welke gegevens in het bewaringsregister opgenomen dienen te worden.

 

Bergen van een voertuig na een aanrijding of diefstal

Bij een aanrijding of diefstal is er sprake van het bergen van een voertuig. Het bergen van een voertuig valt niet onder de werking van de wegsleepverordening en de uitvoeringsregeling. Het bergen van voertuigen wordt verzorgd door de verzekeraarhulpdienst. Ook het veiligstellen van een voertuig na inbraak (verbroken ruit e.d.) wordt veelal door de verzekeraarhulpdienst uitgevoerd. Bij twijfel voert de politie overleg met de gemeente; de politie heeft bij een aanrijding of diefstal een leidende rol.

 

2. Bevoegdheid wegslepen

 

Op basis van artikel 170, eerste lid van de WVW 1994 is de bevoegdheid tot het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen een vorm van bestuursdwang. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang.

 

Voor de uitvoering van de wegsleepregeling wordt deze bevoegdheid als volgt gemandateerd:

 

  • Het college wijst de opsporingsambtenaren van de Politie Eenheid Limburg, team Brunssum-Landgraaf, alsmede de buitengewoon opsporingsambtenaren die in dienst zijn van de gemeente Voerendaal dan wel personen die zijn beëdigd op grond van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, aan als ambtenaren die belast zijn met het in de daarvoor in aanmerking komende gevallen toepassing geven aan de wegsleepbevoegdheid.

  • De verwijdering en overbrenging van een voertuig geschiedt door Logicx Valkenburg - Berging & Transport, gevestigd op De Valkenberg 8, 6301 PM te Valkenburg, hierna aangeduid als het wegsleepbedrijf.

 

De opsporingsambtenaren van de Politie Eenheid Limburg, team Brunssum-Landgraaf en de buitengewoon opsporingsambtenaren van de gemeente worden hierna aangeduid als de bevoegde functionaris. Indien een opsporingsambtenaar van de politie belast is met de wegsleepbevoegdheid, wordt de opdracht tot wegslepen gegeven door, of na overleg met de dienstdoende officier van dienst politie.

 

3. Aantreffen van een foutgeparkeerd voertuig

 

De wegsleepprocedure start met het aantreffen van een foutgeparkeerd voertuig (overtreding). Onder ‘voertuig’ wordt verstaan: motorvoertuigen, fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, trams en wagens (in artikel 1 RVV 1990).

Wegsleepwaardige situatie

Een bevoegde functionaris beoordeelt allereerst of het aangetroffen foutgeparkeerde voertuig een wegsleepwaardige situatie is. Daarvoor gelden drie criteria op grond van artikel 170, eerste lid van de

WVW 1994:

 

  • 1.

    de veiligheid op de weg wordt in gevaar gebracht en/of;

  • 2.

    de vrijheid van het verkeer wordt belemmerd en/of;

  • 3.

    er wordt geparkeerd op één van de wegen of weggedeelten, die zijn aangewezen in artikel 2 van de gemeentelijke wegsleepverordening.

 

Er kan tegelijkertijd sprake zijn van meerdere criteria. Het aanwezig zijn van één of meerdere criteria is voldoende om de wegsleepverordening te kunnen toepassen. Dit betekent niet automatisch dat overgegaan kan worden tot het wegslepen van een voertuig. De bevoegde functionaris dient zeer zorgvuldig om te gaan met deze bevoegdheid. Hij of zij dient in ieder afzonderlijk geval te beoordelen of wegslepen van het betreffende voertuig absoluut noodzakelijk is of dat verbaliserend optreden op grond van de Wet Mulder een meer geschikte maatregel is.

 

Waarnemingstijd

Om een overtreding nadrukkelijk te kunnen vaststellen kan een waarnemingstijd nodig zijn.

 

  • Verbod stil te staan

  • Voor het constateren van een gedraging in strijd met een verbod om stil te staan is geen waarnemingstijd nodig.

  • Parkeerverboden

  • Voor constatering van een gedraging in strijd met een parkeerverbod wordt een waarnemingstijd van tien minuten gehanteerd.

  • Parkeren op laad- en loshavens

  • Bij laad- en loshavens wordt een onafgebroken waarnemingstijd van tien minuten gehanteerd. Wanneer in deze periode geen laad- en losactiviteiten plaatsvinden, kan geconstateerd worden dat er sprake is van parkeren.

4. Procedure wegslepen

 

Indien er sprake is van een wegsleepwaardige situatie en wegslepen van het voertuig absoluut noodzakelijk wordt geacht, wordt de wegsleepprocedure in gang gezet. Deze procedure wordt hierna beschreven.

 

Gevaarlijke stoffen

Indien een voertuig met zichtbaar aanwezige gevaarlijke stoffen wordt aangetroffen (aanduiding met rechthoekig oranje bord), wordt er pas weggesleept na overleg met de Rijksdienst voor het Wegverkeer.

 

Procedure

  • A.

    De bevoegde functionaris schakelt bij een wegsleepwaardige, noodzakelijke situatie telefonisch het wegsleepbedrijf in en noteert het tijdstip waarop de oproep is gedaan.

  • B.

    De bevoegde functionaris maakt foto’s van de situatie en wacht in de nabijheid van het voertuig tot de komst van het wegsleepbedrijf. Op de foto’s moet de overtreding zo veel mogelijk zichtbaar zijn alsmede de dag- en uuraanduiding

  • C.

    Indien de eigenaar of (kenteken)houder van het voertuig zich meldt en bereid is het voertuig te verplaatsen, dan is er sprake van een onvolledige berging.

  • D.

    Na de komst van het wegsleepbedrijf maakt het personeel van het wegsleepbedrijf foto’s van de situatie. Op de foto’s moet de overtreding zo veel mogelijk zichtbaar zijn alsmede de dag- en uuraanduiding. De foto’s worden in het bewaringsregister (zie paragraaf 10) opgenomen.

  • E.

    De bevoegde functionaris vult het formulier ‘Besluit inzake toepassing bestuursdwang’ ter plaatse volledig in.

  • In dit besluit dient te worden vermeld:

  • de geconstateerde overtreding;

  • dat het voertuig is weggesleept en in bewaring is genomen;

  • de bewaarplaats waar het voertuig afgehaald kan worden en de openingstijden van de bewaarplaats;

  • dat degene die het voertuig afhaalt aan dient te tonen dat hij eigenaar/(kenteken)houder van het voertuig of diens gemachtigde is en dat hij de kosten, verbonden aan het wegslepen en bewaren van het voertuig, verschuldigd is;

  • de overige voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het voertuig terug te krijgen.

  • F.

    Het origineel wordt door de bevoegde functionaris meegenomen ten behoeve van de administratieve afhandeling. Een scan van deze doorslag wordt zo spoedig mogelijk aan de politie c.q. de gemeente gestuurd. De eerste en de tweede doorslag wordt door het personeel van het wegsleepbedrijf meegenomen. De eerste doorslag wordt opgenomen in het bewaringsregister. De tweede doorslag is bestemd voor de eigenaar/(kenteken)houder van het voertuig of de gemachtigde van de eigenaar/(kenteken)houder.

  • G.

    De bevoegde functionaris vult alvorens de wegsleepwerkzaamheden te starten ter plaatse het ‘Proces-verbaal van meevoeren en opslaan’ in. De bevoegde functionaris en het personeel van het wegsleepbedrijf controleren gezamenlijk het voertuig op beschadigingen. De bevindingen worden ingevuld op het proces-verbaal.

  • H.

    De bevoegde functionaris vermeldt op het proces-verbaal of sprake is van een volledige of een onvolledige berging (zie ook paragraaf 8). Het proces-verbaal van meevoeren en opslaan wordt ondertekend door een medewerker van het wegsleepbedrijf (namens de directeur van dit bedrijf) en de bevoegde functionaris.

  • I.

    Ingeval er van een motorvoertuig contactsleutels aanwezig zijn, worden deze door de bevoegde functionaris overgedragen aan het wegsleepbedrijf.

  • J.

    Nadat het ‘Proces-verbaal van meevoeren en opslaan’ volledig is ingevuld en ondertekend en het voertuig aan het wegsleepvoertuig is gekoppeld, wordt het voertuig overgebracht naar de bewaarplaats.

  • K.

    Na aankomst op de bewaarplaats controleert het personeel van het wegsleepbedrijf het voertuig op beschadigingen. De bevindingen worden ingevuld op het proces-verbaal van meevoeren en opslaan. Het proces-verbaal van meevoeren en opslaan wordt opgenomen in het bewaringsregister.

 

Schade noteren

In verband met de schadevergoedingsplicht van de gemeente op grond van artikel 172, lid 8 WVW 1994 moet het weg te slepen voertuig zorgvuldig worden gecontroleerd op reeds aanwezige schade door de bevoegde functionaris en het wegsleepbedrijf. De schade wordt genoteerd in het proces-verbaal van meevoeren en opslaan. Ook schade, die wordt veroorzaakt tijdens het bevestigen in het juk of tijdens het overbrengen moet door het wegsleepbedrijf worden genoteerd.

 

Verplaatsen

Het komt voor dat voertuigen alleen maar verplaatst worden. Verplaatsing is alleen mogelijk als voorbereidingshandeling voor het wegslepen, en is niet toegestaan als zelfstandige maatregel

 

Bezwaar- en beroepsmogelijkheid

Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang, in dit geval het toepassen van de wegsleepregeling, wordt op schrift gesteld door de bevoegde functionaris. Hiervoor wordt het hierboven genoemde formulier ‘Besluit inzake toepassing bestuursdwang’ gebruikt. Deze schriftelijke beslissing is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Tegen een besluit kan een belanghebbende bezwaar indienen op grond van artikel 7:1 van de Awb.

 

Voorlopige maatregel of buitengebruikstelling Wet Mulder

Voor het in bewaring stellen van het voertuig bij een voorlopige maatregel of buitengebruikstelling op grond van de Wet Mulder gelden aparte regelingen met betrekking tot de administratieve afhandeling.

 

5. Bewaren van voertuigen

 

Aanvang van het bewaren

Het is belangrijk te weten wanneer er een aanvang is gemaakt met het bewaren van een voertuig. Aan het bewaren van een voertuig zijn vaak (verhaalbare) bewaarkosten verbonden. Het tijdstip van bewaren gaat in op het moment dat het voertuig op de plaats van bewaring is losgekoppeld.

Het beleid dient er vervolgens op gericht te zijn de bewaartijd van voertuigen op de aangewezen bewaarplaats te beperken.

 

Plaats van het bewaren

Het bewaren geschiedt op de daarvoor bestemde plaats. Deze plaats is door de gemeenteraad in de wegsleepverordening aangewezen: het terrein Logicx Valkenburg - Berging & Transport, gevestigd op De Valkenberg 8, 6301 PM te Valkenburg.

 

Procedure

Het wegsleepbedrijf draagt er zorg voor dat het ‘Proces-verbaal van meevoeren en opslaan’ volledig wordt ingevuld en dat het voertuig op de juiste wijze wordt ingeschreven in het bewaringsregister (zie paragraaf 10). In het bewaringsregister wordt tevens vermeld onder welke voorwaarde(n) het betreffende voertuig mag worden teruggegeven (zie paragraaf 6).

Het voertuig is nu overgedragen aan het wegsleepbedrijf. Een weggesleept voertuig dat met onjuiste of onvolledige informatie in het bewaringsregister is ingeschreven, blijft de verantwoordelijkheid van het wegsleepbedrijf.

 

6. Teruggave van voertuigen

 

Indien in het bewaringsregister géén voorwaarden tot teruggave zijn vermeld, zal het voertuig zo spoedig mogelijk worden teruggegeven aan de eigenaar/(kenteken)houder van het voertuig of gemachtigde van de eigenaar/(kenteken)houder.

 

Betaling kosten

Het voertuig mag in ieder geval pas worden teruggegeven indien alle kosten van de overbrenging en bewaring zijn betaald. Een betalingsregeling is niet mogelijk. De betaling van de kosten kan niet geschorst worden omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden geen kosten verschuldigd zijn. Een voertuig dat op grond van de wegsleepregeling is weggesleept en in bewaring is gesteld, moet worden teruggegeven indien de kosten zijn betaald.

 

Voorwaarden tot teruggave

Buiten het betalen van de kosten kunnen er andere voorwaarden zijn waaraan voldaan moet zijn, voordat een voertuig kan worden teruggegeven. Een in beslag genomen voertuig kan pas worden teruggegeven na toestemming van de Officier van Justitie. De opsporingsambtenaar die het onderzoek doet, zal dit laten aantekenen in het bewaringsregister.

 

Aan wie teruggeven?

Teruggave van een voertuig kan slechts aan degene die aantoont dat hij/zij of eigenaar, (kenteken)houder of gemachtigde van de eigenaar of (kenteken)houder (huren, lenen, leasen of pand) van het voertuig is. De wijze van legitimatie c.q. machtiging dient in het bewaringsregister vermeld te worden (art. 170, lid 5 WVW 1994).

 

Procedure teruggave

  • 1.

    De eigenaar/(kenteken)houder of gemachtigde gaat naar de bewaarplaats en toont daar de kentekenpapieren en een geldig rijbewijs. De eigenaar/(kenteken)houder of gemachtigde hoeft niet de bestuurder te zijn. Bij een aantal feiten kan het belangrijk zijn dat bekend wordt wie de bestuurder was.

  • 2.

    de eigenaar/(kenteken)houder of gemachtigde ontvangt de beschikking toepassen bestuursdwang.

  • 3.

    De eigenaar/(kenteken)houder of gemachtigde moet eerst de totale kosten aan het wegsleepbedrijf voldoen alvorens het voertuig wordt teruggegeven. Hiervoor ontvangt de eigenaar/(kenteken)houder of gemachtigde van het wegsleepbedrijf een kwitantie (origineel van de rekening).

  • 4.

    Als nog andere voorwaarden zijn gesteld, moet ook aan die voorwaarden zijn voldaan alvorens het voertuig wordt teruggegeven.

  • 5.

    In het bijzijn van de eigenaar/(kenteken)houder of gemachtigde wordt het voertuig op eventuele schade gecontroleerd welke tijdens het verwijderen, overbrengen of bewaren veroorzaakt zou kunnen zijn.

  • 6.

    De kopie van de kwitantie (rekening) wordt in het bewaringsregister opgenomen, waarna van de betaling tevens aantekening wordt gemaakt in het bewaringsregister.

 

7. Niet afgehaalde voertuigen

 

Wordt een voertuig niet binnen 48 uur na inbewaringstelling afgehaald, dan laat het wegsleepbedrijf de bevoegde functionaris van de gemeente Voerendaal een onderzoek instellen naar de eigenaar/(kenteken)houder van het voertuig.

 

Zodra de eigenaar/(kenteken)houder van het voertuig bekend is, en de bevoegde functionaris van de gemeente Voerendaal de teruggave niet onmiddellijk kan regelen, stuurt de bevoegde functionaris van de gemeente Voerendaal namens burgemeester en wethouders binnen 7 dagen na inbewaringstelling en per aangetekend schrijven het besluit toepassing bestuursdwang aan de eigenaar/(kenteken)houder.

 

Indien blijkt dat ter zake van het voertuig aangifte van vermissing is gedaan, wordt het besluit toepassing bestuursdwang verzonden aan degene die deze aangifte heeft gedaan.

 

Na een bewaartijd van 7 dagen kan het voertuig, in opdracht van het wegsleepbedrijf, worden overgebracht naar een andere bewaarplaats. De kosten van dit transport vallen onder de kosten van bewaring. De rechthebbende wordt conform artikel 5.30 Awb over deze verplaatsing geïnformeerd. Afgifte van een voertuig, geplaatst op een andere bewaarplaats, geschiedt na overleg met het wegsleepbedrijf.

 

Verkoop, overdracht om niet of vernietiging

 

Het wegsleepbedrijf is bevoegd, ingeval:

 

  • een voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald, of;

  • de kosten van het wegslepen en bewaren van het voertuig, vermeerderd met de geraamde kosten voor verkoop, overdracht om niet of vernietiging waaronder ook de kosten van taxatie van het voertuig, onevenredig hoog worden in verhouding met de waarde van het voertuig (artikel 5:30 van de Awb);

  • het voertuig te verkopen, om niet in eigendom over te dragen of te vernietigen. Dit kan alleen plaatsvinden vanaf 14 dagen na de bekendmaking van het Besluit toepassing bestuursdwang (artikel 172, tweede lid van de WVW 1994).

 

Het wegsleepbedrijf heeft hiervoor instemming nodig van de teamcoördinator van het cluster Veiligheid, Toezicht en Handhaving. Het wegsleepbedrijf draagt namens burgemeester en wethouders zorg voor de verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van het voertuig en is bevoegd daarvoor alle handelingen, inclusief het inschakelen van een taxateur, te verrichten.

 

Een in bewaring gesteld voertuig mag pas worden verkocht, overgedragen om niet of vernietigd nadat een beëdigd taxateur ingevolge artikel 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen een rapport betreffende de waarde heeft opgemaakt.

 

  • 1.

    Na 14 dagen kan de waarde van het voertuig worden bepaald door een beëdigd taxateur en afgezet tegen de op dat moment verschuldigde kosten, vermeerderd met de voor de verkoop geraamde kosten.

  • 2.

    Pas op het moment dat die kosten hoger worden dan de waarde van het voertuig, kan het voertuig worden verkocht. Ter uitvoering hiervan worden tenminste 3 handelaren in tweedehands voertuigen uitgenodigd om op het te verkopen voertuig bij inschrijving een bod uit te brengen, waarna de verkoop plaats heeft aan de meest biedende;

  • 3.

    Bij gebrek aan belangstelling bij de handelaren om het voertuig te kopen, wordt het voertuig ter vernietiging aangeboden aan een officieel erkende autosloper, aan wie het voertuig in eigendom wordt overgedragen tegen betaling van het bedrag dat overeenkomt met de door de taxateur geschatte sloopwaarde van het voertuig;

  • 4.

    Bij gebrek aan belangstelling bij de autosloper om het voertuig te kopen, wordt het voertuig om niet aangeboden aan een andere officieel erkende autosloper.

 

Van deze procedure wordt een verslag opgemaakt door het wegsleepbedrijf. Het verslag wordt opgenomen in het bewaringsregister en bevat tenminste:

 

  • de naam en het adres van de taxateur die een rapport van de geschatte waarde van het voertuig heeft opgemaakt;

  • de hoogte van de taxatiewaarde;

  • de namen en adressen van degenen die werden uitgenodigd in te schrijven;

  • de namen en adressen van degenen die op de inschrijving hebben gereageerd;

  • een beschrijving van de aard van die reacties, waaronder de hoogte van de biedingen;

  • naam en adres van degene aan wie het voertuig om niet is aangeboden;

  • naam en adres van degene aan wie het voertuig ter vernietiging is aangeboden, alsmede de hoogte van de eventueel hiervoor ontvangen tegenprestatie.

 

Het vrijwaringsbewijs van het voertuig wordt door het wegsleepbedrijf overgedragen aan de gemeente.

 

Betaling kosten bij een voertuig met een lage taxatiewaarde

Indien de totale kosten van het wegslepen, bewaren en de verkoop, overdracht om niet of vernietiging de getaxeerde verkoopwaarde c.q. sloopwaarde van het betreffende voertuig overtreffen, vergoedt de gemeente het verschil tussen de opbrengst van het voertuig en de genoemde totale kosten aan het wegsleepbedrijf.

 

8. Kosten

 

De kosten voor het wegslepen en bewaren van voertuigen is gekoppeld aan de drie fasen van wegslepen:

 

FASE I: onvolledige berging

Een wegsleepvoertuig is besteld. Er is sprake van een onvolledige berging indien de eigenaar of (kenteken)houder van het voertuig ter plaatse komt, voordat het wegsleepvoertuig ter plaatse is en de eigenaar of (kenteken)houder het voertuig wil verplaatsen. Hiervan is ook sprake indien het wegsleepvoertuig is gearriveerd, maar de eigenaar of (kenteken)houder meldt zich voordat een aanvang is gemaakt met het vastkoppelen van het voertuig aan het wegsleepvoertuig.

In deze gevallen is de eigenaar of (kenteken)houder de voorrijkosten voor het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats verschuldigd, zoals vastgesteld in artikel 4 van de wegsleepverordening.

De bevoegde functionaris dient de persoonsgegevens van de eigenaar of (kenteken)houder vast te stellen.

 

FASE II: volledige berging

Het wegsleepvoertuig is ter plaatse en er is een aanvang gemaakt met het vastkoppelen van het voertuig aan het wegsleepvoertuig. Dit is bijvoorbeeld het geval vanaf het moment dat de eerste kabel aan het voertuig is bevestigd, het voertuig zich op de lepel van de takelwagen bevindt en/of is vastgesjord. Vanaf dat moment is er sprake van een volledige berging.

Indien de eigenaar of (kenteken)houder van het voertuig zich bij het voertuig meldt en bereid is het voertuig te verplaatsen, kan het voertuig worden losgekoppeld en ter beschikking worden gesteld van de eigenaar of (kenteken)houder. Dit kan tot het moment dat het wegsleepvoertuig wegrijdt met het weg te slepen voertuig.

Bij volledige berging is de eigenaar of (kenteken)houder de voorrijkosten en de kosten voor het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats verschuldigd zoals vastgesteld in artikel 4 van de wegsleepverordening.

De bevoegde functionaris dient de persoonsgegevens van de eigenaar of (kenteken)houder vast te stellen.

 

FASE III: inbewaringstelling

Het wegsleepvoertuig rijdt weg en het voertuig wordt overgebracht naar de bewaarplaats en in bewaring gesteld. De eigenaar of (kenteken)houder van het voertuig of de gemachtigde van de eigenaar of (kenteken)houder dient zijn voertuig af te halen bij de bewaarplaats.

Teruggave vindt alleen plaats aan de eigenaar/(kenteken)houder of gemachtigde na betaling van alle kosten. Deze kosten bestaan uit de kosten van een volledige berging plus de kosten van het bewaren van een voertuig, zoals vastgesteld in artikel 4 van de wegsleepverordening. In een aantal gevallen zal voor teruggave aan een aantal aanvullende voorwaarden moeten worden voldaan.

 

Overige gevallen

Ingeval een voertuig in beslag wordt genomen en daartoe wordt weggesleept, zijn de kosten geheel voor de politie.

In een aantal gevallen zijn geen kosten verschuldigd. Denk hierbij aan tijdelijke bewaring in het kader van hulpverlening, bij inbeslagneming en in het kader van onder toezichtstelling.

 

Geen kosten verschuldigd

Er dient zeer zorgvuldig met de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen omgegaan te worden. Artikel 172, derde lid van de WVW 1994 bepaalt dat burgemeester en wethouders het bedrag van de kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, terugbetalen, indien:

 

  • a.

    niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan;

  • b.

    de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, van dien aard waren dat de kosten redelijkerwijs niet verschuldigd zijn, of

  • c.

    aannemelijk is dat het voertuig tegen de wil van de rechthebbende is gebruikt en hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

De eventueel opgelegde boetes op grond van de Wet Mulder vallen niet onder de voornoemde terug te betalen kosten.

 

Het genoemde onder a, b of c dient rechthebbende aan te tonen door een afschrift van een vonnis of rechterlijke uitspraak. Een dergelijk afschrift wordt door de griffie van de rechtbank waar de zaak is behandeld ter beschikking gesteld.

 

In het onder a genoemde geval dient het college op basis van artikel 172, zevende lid van de WVW 1994 tevens een redelijke schadeloosstelling te betalen aan degene die het voertuig heeft afgehaald. Indien het voertuig ten tijde van de overtreding in gebruik was bij een ander dan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald, treedt die ander voor de toepassing van deze schadeloosstelling in plaats van de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald.

 

9. Samenhang met Wet Mulder

 

Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en kan worden weggesleept, bestaan er twee manieren om hiermee om te gaan:

 

  • 1.

    er wordt een beschikking gemaakt op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet Mulder);

  • 2.

    er wordt uitvoering gegeven aan de last onder bestuursdwang (het laten wegslepen en bewaren van het voertuig) door het college van burgemeester en wethouders.

Het opmaken van een proces-verbaal op grond van de Wet Mulder, voordat tot het wegslepen kan worden overgegaan, is niet vereist. In voorkomende gevallen kan ervoor worden gekozen om dit samen te laten gaan. In dit kader is het volgende van belang.

 

In de memorie van toelichting behorende bij de Wijziging van de Wegenverkeerswet staat dat van het instellen van een strafvervolging, dan wel het opleggen van een sanctie ingevolge de Wet Mulder kan worden afgezien, omdat de overtreder ten gevolge van het wegslepen van het voertuig al genoeg ‘gestraft’ is. De aanhalingstekens worden hier bewust gebruikt, omdat er in feite geen sprake is van een strafmaatregel. Met het wegslepen wordt beoogd een einde te maken aan een verboden gedraging. De overtreder wordt bij toepassing van deze bestuursdwang evenwel met kosten geconfronteerd en kan dit als een straf ervaren. Om deze reden wordt in de regel afgezien van een strafrechtelijk of administratiefrechtelijk vervolg.

 

Het besluit om wel of geen sanctie ingevolge de Wet Mulder op te leggen, valt onder de discretionaire bevoegdheid van de bevoegde functionaris. Bij ernstige overtredingen van artikel 5 van de WVW 1994 wordt altijd een proces-verbaal opgemaakt. In dergelijke gevallen moet in het proces-verbaal de melding van de inbewaringstelling (en wegslepen) worden vermeld. In sommige gevallen dient ten spoedigste het proces-verbaal te worden opgemaakt.

 

10. Bewaringsregister

 

Conform artikel 170, vierde lid, van de WVW 1994 dragen burgemeester en wethouders er zorg voor dat in een daartoe aangelegd register aantekening wordt gehouden van de gevallen waarin de bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaring stellen van een op een weg staand voertuig wordt uitgeoefend. Het bewaringsregister wordt namens het college van burgemeester en wethouders beheerd door het wegsleepbedrijf en bevindt zich in de kantoorruimte op de feitelijke bewaarplaats.

 

Het Besluit wegslepen van voertuigen benoemt de gegevens die in dit bewaringsregister moeten worden opgenomen. Een verkorte weergave hiervan is hieronder opgenomen (gegevens waarachter PV staat dienen opgenomen te worden in het proces-verbaal):

 

  • de plaats van waar, de datum en tijdstip van verwijdering (PV);

  • de omstandigheden die de verwijdering noodzakelijk maakten (PV);

  • een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van het voertuig, zoals kleur, kenteken, merk, type van het voertuig, beschrijving van de staat van het voertuig, eventueel aanwezige losse voorwerpen in het voertuig (PV);

  • naam van degene aan wie het kenteken is opgegeven of naam van de eigenaar of houder van het voertuig, voor zover bekend, indien op of aan het voertuig geen kenteken is bevestigd;

  • datum en tijdstip van inbewaringstelling;

  • bij afhalen van het voertuig:

    • datum en tijdstip van afhalen;

    • naam en adres van degene die het voertuig heeft afgehaald en gegevens waaruit blijkt dat diegene gerechtigd was tot het afhalen;

    • het bedrag dat als kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang is betaald;

  • indien het voertuig niet binnen 48 uur is afgehaald:

    • de datum van bekendmaking van het ‘Besluit inzake toepassing bestuursdwang’;

    • ofwel naam en adres van degene aan wie het besluit is bekendgemaakt en wijze van bekendmaking;

    • ofwel wijze van bekendmaking;

  • bij verkoop van het voertuig:

    • datum en tijdstip van de verkoop;

    • de opbrengst;

    • naam en adres van de koper;

    • indien de verkoop een batig saldo heeft opgeleverd: het batige saldo, naam en adres van degene aan wie het batige saldo is uitgekeerd en gegevens waaruit blijkt dat diegene gerechtigd was tot inontvangstneming van het batig saldo;

  • bij eigendomsoverdracht om niet van het voertuig:

  • naam en adres van degene aan wie het voertuig is overgedragen;

  • bij vernietiging van het voertuig:

    • de waarde van het voertuig zoals vastgesteld in een door een beëdigd taxateur opgemaakt rapport;

  • bij terugbetaling van (een gedeelte van) de kosten door de gemeente:

    • de datum waarop is terugbetaald;

    • het bedrag van de terugbetaling;

    • de grond voor terugbetaling;

    • naam en adres van degene aan wie is terugbetaald.

De gegevens moeten 5 jaar na de laatste dag van het kalenderjaar, waarin het voertuig is teruggegeven, verkocht, om niet overgedragen of vernietigd, in het bewaringsregister opgenomen blijven. Burgemeester en wethouders verlenen desgevraagd aan belanghebbenden inlichtingen uit het register.

Vastgesteld op 25 april 2023 te Voerendaal,

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN VOERENDAAL,

de secretaris, de burgemeester,

C.J.H.M. Janssen W. Houben