Organisatie | Noordenveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie |
Citeertitel | Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2023 | nieuwe regeling | 19-06-2023 |
Ouders kunnen voor kinderopvang gebruik maken van de reguliere kinderopvangtoeslag van de belastingdienst. Er zijn echter gezinnen of alleenstaande ouders, die als gevolg van sociaal medische redenen, niet (kunnen) werken/ re-integreren maar ook niet zelf voor hun kinderen kunnen zorgen. Zij hebben - als zij hun kinderen naar de kinderopvang brengen - geen of een beperkt recht op de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst.
De SMI regeling biedt ouders een financiële tegemoetkoming om een tijdelijke oplossing voor kinderopvang mogelijk te maken.
De kinderopvang dient plaats te vinden in een in een Landelijk Register Kinderopvang (LRK) geregistreerd kindercentrum of in een LRK geregistreerde voorziening voor gastouderopvang.
Deze regeling is bedoeld voor ouders die vanwege ernstige lichamelijke, psychische of sociale problemen tijdelijk zelf niet in staat zijn om voor hun kinderen te zorgen en begeleiding of hulp nodig hebben. Dit, om te voorkomen dat de ontwikkeling van het kind vanwege de thuissituatie een achterstand dreigt op te lopen. Kinderopvang kan in die situaties kinderen een veilig tweede milieu bieden en bijdragen aan een positieve ontwikkeling van het kind.
Bij structurele problemen is er een andere vorm van begeleiding en hulp noodzakelijk.
Artikel 1 Doel van de regeling
Deze regeling heeft als doel te voorzien in een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociale en/of medische indicatie.
Artikel 3 Vaststellen noodzaak kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie
Er is sprake van een sociaal medische indicatie in een situatie waarbij een ouder/verzorger door sociale en/of medische omstandigheden tijdelijk niet (goed) voor het kind kan zorgen en dit een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van het kind in de weg staat. De oorzaak hiervoor kan zowel in het kind als in de ouder/verzorger gelegen zijn. De ouder kan een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangen als kinderopvang een functie kan vervullen bij het opheffen of verminderen van genoemde omstandigheden en daarom noodzakelijk is voor het bevorderen van een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van het kind.
Deze regeling is van toepassing op een ouder(s)/verzorger(s) en/of het kind, woonachtig in de gemeente Noordenveld en aldaar ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP):
Deze regeling is van toepassing op een ouder van een kind, vanaf 0 jaar tot het moment waarop het basisonderwijs voor dit kind eindigt, die:
niet zelf in de kinderopvang kan voorzien en geen beroep kan doen op een andere passende voorliggende voorziening. De geldigheid van een sociaal medische indicatie is nooit langer dan 12 maanden. Deze regeling is namelijk bedoeld om de ouder tijdelijk financieel te ondersteunen in de noodzakelijke kosten van kinderopvang.
Artikel 7 Aanspraak op een tegemoetkoming
Wanneer aan de voorwaarden in deze beleidsregels wordt voldaan, bestaat aanspraak op een tegemoetkoming alleen wanneer:
Artikel 8 Hoogte en duur van de tegemoetkoming
De hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan de kinderopvangtoeslag die bij de Belastingdienst zou kunnen worden ontvangen indien daar recht op zou bestaan. De rekenregels van de Belastingdienst worden toegepast, waarbij rekening wordt gehouden met het maximale uurtarief voor kinderopvang dat jaarlijks door de Belastingdienst wordt vastgesteld.
De gemeente Noordenveld acht het wenselijk regels vast te stellen om een tegemoetkoming te kunnen geven in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie.
Omdat de groep die op sociaal medische redenen kinderopvang nodig heeft toch vaak een kwetsbare groep is, wil het college met deze beleidsregels de lacune in de Wet kinderopvang opvullen.
De gemeente heeft de beleidsvrijheid om ervoor te kiezen in deze kosten tegemoet te willen komen. De regels hieromtrent zijn nu vastgelegd in deze beleidsregels.
Karakter van de tegemoetkoming
De tegemoetkoming is een subsidie in de zin van artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), te weten: een aanspraak op financiële middelen door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op een bepaalde activiteit van de aanvrager.
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie van gemeente Noordenveld ligt bij het team Administratie en Ondersteuning. Deze beleidsregels regelen de vaststelling van de tegemoetkoming aan ouder(s)/verzorger(s) die behoren tot de groep personen als bedoeld in artikel 4 en waarvoor de Wet kinderopvang geen vergoeding kent.
De omvang van de aanspraak van ouder(s)/verzorger(s) op de tegemoetkoming van de gemeente Noordenveld wordt aan beperkingen gebonden. De wens van de ouder(s)/verzorger(s) is hier dus uitdrukkelijk niet bepalend.
De tegemoetkoming kan ingaan op de datum dat de feitelijke opvang startte, mits tijdig aangevraagd. Onder tijdig wordt een redelijke termijn verstaan waarbinnen de aanvraag moet zijn gedaan, doch uiterlijk binnen drie maanden na aanvang van de feitelijke kinderopvang.
De tegemoetkoming wordt alleen betaald als er ook feitelijk kinderopvang plaatsvindt en pas nadat dit is aangetoond.
De tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang is een vangnetregeling en geeft inwoners de mogelijkheid om tijdelijk financiële ondersteuning te krijgen in de kosten van kinderopvang als zij door bepaalde medische of sociale omstandigheden tijdelijk hulp moeten hebben in het verzorgen van hun kinderen en niet in aanmerking komen voor de reguliere kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst.
De ouder(s)/verzorger(s) kunnen niet werken door (psychische) ziekte of andere sociale factoren door een crisis in het gezin.
Het uiteindelijke streven is om het gezin weer in de positie te krijgen dat de ouder(s)/verzorger(s) weer meedoen aan het arbeidsproces en/of er weer een opvoedingssituatie in het gezin komt die de tegemoetkoming op grond van een sociaal/medische indicatie overbodig maakt.
In verband daarmee is de verplichting opgenomen dat gedurende de periode waarover de tegemoetkoming wordt verstrekt er gewerkt wordt aan het opheffen van de situatie waardoor deze tegemoetkoming noodzakelijk wordt geacht.
Kinderopvang via deze beleidsregels kan voor ouder(s)/verzorger(s) een tijdelijke oplossing bieden om ze te ontlasten en de ontwikkeling van het kind/de kinderen niet te schaden.
Een ouder(s)/verzorger(s) kan een vergoeding voor de kosten van kinderopvang aanvragen als vast staat dat het om sociaal en/of medische redenen noodzakelijk is. De sociaal medische redenen kunnen zowel bij de ouder(s)/verzorger(s) als bij het kind aanwezig zijn.
Voor het vaststellen van de noodzakelijkheid van de kinderopvang op grond van sociaal medische redenen, de indicatie, kan advies worden gevraagd van een adviesorgaan.
Als de noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie is vastgesteld, kan de aanvraag in behandeling worden genomen. In de beleidsregels is een inlichtingenplicht opgenomen, zodat kan worden verplicht alle voor de aanvraag noodzakelijke informatie te verstrekken.
Aanspraak op een tegemoetkoming bestaat alleen wanneer aan alle voorwaarden in deze beleidsregels wordt voldaan, waaronder dat de kinderopvang plaats vindt bij een LRK geregistreerde instantie. De tegemoetkoming wordt pas uitbetaald nadat is aangetoond dat de kinderopvang daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
Hoogte en duur van de tegemoetkoming
Voor de vaststelling van de hoogte van de tegemoetkoming wordt aangesloten bij de regels voor de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst.
Op deze wijze krijgen inwoners hetzelfde bedrag aan tegemoetkoming als inwoners die wel recht hebben op de kinderopvangtoeslag.
Bij de rekenregels die de Belastingdienst hanteert wordt de eigen bijdrage voor de opvang hoger naarmate het inkomen stijgt.
Het college is van mening dat dit reëel is en van een inwoner van de gemeente Noordenveld mag worden verwacht dat deze in eerste aanleg zelf financiële verantwoordelijkheid draagt voor de kinderopvang voor zover het inkomen en vermogen dit toelaten
De duur van de tegemoetkoming wordt maximaal op twaalf maanden gesteld. Daarna kan middels een herindicatie nog één keer een aanvraag worden ingediend en worden verlengd met twaalf maanden. In dat geval kan weer een medisch advies worden opgevraagd om de noodzaak van de opvang te kunnen bepalen. Het is de verantwoordelijkheid van de ouder(s)/verzorgers(s) om tijdig een (nieuwe) aanvraag in te dienen in verband met het al dan niet opvragen van een nieuw medisch advies.
Door de regels van de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst te hanteren, wordt een maximale uurprijs gehanteerd voor de tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang. Deze maximale uurprijs wordt jaarlijks vastgesteld door de Belastingdienst. Als de ouder(s)/verzorgers(s) kiezen voor een opvangvorm waar de kosten boven deze uurprijs liggen, dan komt het meerdere voor rekening van de ouder(s)/verzorgers(s).
Ook is er een beperking aangebracht op het aantal te vergoeden dagen kinderopvang per week. De gemeente vergoedt maximaal 26 uren per week per kind. Deze uren mogen over meerdere werkdagen verspreid worden, maar bieden ouder(s)/verzorgers(s) in ieder geval de mogelijkheid om 2,5 dagen kinderopvang af te nemen. Dit komt overeen met een halve werkweek. Als ouder(s)/verzorgers(s) kiezen voor meer dagen opvang, dan komt het meerdere voor rekening van de ouder(s)/verzorgers(s).
Als er sprake is van een passende voorliggende voorziening, is een tegemoetkoming niet mogelijk. Het college weigert de tegemoetkoming als er sprake is van een voorliggende voorziening.
Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend:
Als de (vergoeding van de) opvang vanuit de Wet kinderopvang kan worden ingezet, gaat dit boven dit beleid. Hiervoor gelden andere criteria en spelregels. Mensen die een traject of uitkering hebben bij de gemeente of bij het UWV kunnen zich beroepen op een vergoeding vanuit de Wet kinderopvang.
Als een beroep op de AWBZ wil slagen, dan moet er sprake zijn van een aandoening of handicap die valt binnen één of meerdere van de volgende grondslagen:
• Somatisch aandoening/beperking;
• Psychogeriatrische aandoening/beperking;
ABWZ-zorg wordt aangevraagd bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).
Verder kan voor zorg/opvang een beroep gedaan worden op bijvoorbeeld Jeugdzorg (jongeren met psychiatrische problematiek). Andere opvang/zorgvormen zijn te verkrijgen middels een PGB (zorg in natura zoals revalidatie en therapieën), bij een medisch kinderdagverblijf, kinderopvang plus of peuterspeelzaal. De eigen bijdrage die ouder(s)/verzorger(s) dienen te betalen bij de peuterspeelzaal komt niet voor vergoeding in aanmerking op basis van dit beleid.
Mensen met lichte beperkingen die gezinsondersteuning/gespecialiseerde gezinsverzorging nodig hebben vallen qua financiering onder de WMO. Dit geldt ook voor mensen met psychosociale klachten. Gespecialiseerde gezinsverzorging kan een voorliggende voorziening zijn als de indicatie gebaseerd is op basis van de situatie van de ouder(s)/verzorger(s).
d. Een andere adequate voorziening.
Vanuit het aanvullende pakket bij de zorgverzekeraar kan een vergoeding worden gegeven voor kinderopvang bij ziekenhuisopname.