Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Groningen

Nadere regels subsidie Tijd voor Toekomst gemeente Midden-Groningen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Groningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels subsidie Tijd voor Toekomst gemeente Midden-Groningen 2023
CiteertitelNadere regels subsidie Tijd voor Toekomst gemeente Midden-Groningen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-06-202331-07-2025nieuwe regeling

20-06-2023

gmb-2023-277027

1225910

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels subsidie Tijd voor Toekomst gemeente Midden-Groningen 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019;

besluit vast te stellen de Nadere regels subsidie Tijd voor Toekomst gemeente Midden-Groningen 2023.

 

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: de Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019;

  • b.

    basisschool: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

  • d.

    duurzame gebruiksgoederen: gebruiksgoederen die tijdens het verbruik niet onmiddellijk verloren gaan en voor meerdere activiteiten kunnen worden ingezet;

  • e.

    kansengelijkheid: het beginsel dat iedereen met dezelfde talenten evenveel kans moet hebben op ontwikkeling hiervan onafhankelijk van sekse, maatschappelijke status, sociale achtergrond en afkomst;

  • f.

    kindcentrum: een voorziening voor kinderen van 0 tot 13 jaar waarbinnen minimaal twee basisscholen en een voorziening voor kinderopvang zijn gevestigd en die daarnaast eventueel andere voorzieningen biedt waar deze kinderen kunnen leren, spelen en zich ontwikkelen;

  • g.

    schooljaar: het tijdvak van 1 augustus tot en met 31 juli daaraanvolgend;

  • h.

    kind-ouder-ondersteuner: op kindcentra aanwezige medewerkers van de gemeente Midden-Groningen die laagdrempelige ondersteuning op sociaal-emotioneel gebied bieden aan kinderen en hun ouders;

  • i.

    schoolweging: een onderwijsresultatenmodel van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De peildatum is 1 oktober 2021;

  • j.

    verrijkte schooldag: lestijd binnen of buiten de reguliere lesuren van bij voorkeur 2 uur per week per leerling met als doel het verbeteren van:

    • a.

      de fysieke gezondheid van de leerling;

    • b.

      de mentale gezondheid van de leerling;

    • c.

      de executieve functies van de leerling;

    • d.

      de basisvaardigheden van de leerling, en/of:

    • e.

      de zelfbewustwording van de leerling, alsmede het verbeteren van de bewustwording van de leerling voor zijn omgeving en de ander.

 

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 3. Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor de verrijkte schooldag waarbij minimaal twee doelen als genoemd in artikel 1, aanhef en onderdeel j worden nagestreefd. De activiteiten leveren een bijdrage aan het vergroten van kansengelijkheid voor kinderen.

  • 2.

    Subsidiabele activiteiten als bedoeld in het eerste lid worden gecategoriseerd in:

    • a.

      activiteiten die primair zijn gericht op verrijking van de schooldag;

    • b.

      activiteiten die primair gericht zijn op vergroten van de samenwerking tussen school, zorg/welzijn en gezin/wijk;

    • c.

      inzet van een schoolcoördinator voor het uitvoeren van de activiteiten zoals vermeld in onderdelen a en b.

 

Artikel 4. Doelgroep

  • 1.

    Uitsluitend basisscholen komen in aanmerking voor een subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 3. Als de aanvraag betrekking heeft op een samenwerking met partners in een kindcentrum die geen basisschool zijn, is het toegestaan dat de subsidie gedeeltelijk ten bate van deze samenwerkingspartners wordt ingezet. De basisschool die de subsidie aanvraagt blijft penvoerder en is verantwoordelijk voor de juiste besteding van de subsidie.

  • 2.

    Het college hanteert de onderstaande volgorde waarin basisscholen in aanmerking komen voor een subsidie:

    • a.

      basisscholen die hebben deelgenomen aan de pilotfase 2021-2023 komen als eerste in aanmerking voor een subsidie;

    • b.

      basisscholen met een schoolweging van 31,00 of hoger die deel uitmaken van hetzelfde kindcentrum als de basisscholen als genoemd in onderdeel a en/of basisscholen met een schoolweging van 31,00 of hoger waar een kind-ouder-ondersteuner actief is komen vervolgens in aanmerking voor een subsidie. De schoolweging wordt buiten beschouwing gelaten bij speciale scholen voor basisonderwijs;

    • c.

      ten slotte komen overige basisscholen met een schoolweging van 31,00 of hoger in aanmerking voor een subsidie. De schoolweging wordt buiten beschouwing gelaten bij speciale scholen voor basisonderwijs.

  • 3.

    Basisscholen met een schoolweging van minder dan 31,00 en niet zijnde een speciale school voor basisonderwijs komen niet in aanmerking voor een subsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid. Deze basisscholen kunnen wel samen met samenwerkingspartners in aanmerking komen voor een subsidie als bedoeld in artikel 6, tweede lid. Ook kunnen deze basisscholen penvoerder zijn als bedoeld in het eerste lid.

 

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    De volgende kosten zijn niet subsidiabel:

    • a.

      door de gemeente Midden-Groningen opgelegde belastingen of leges;

    • b.

      reguliere ureninzet van leerkrachten of ondersteunend personeel.

  • 3.

    Duurzame gebruiksgoederen worden enkel gesubsidieerd als de aanvrager aannemelijk maakt dat hij deze voor toekomstige activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdelen a en/of b zal gebruiken en de kosten naar het oordeel van het college als redelijk worden beoordeeld.

 

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie bedraagt per schooljaar maximaal per basisschool:

    • a.

      voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdelen a en b:

      • i.

        € 35.000 voor scholen met maximaal 74 leerlingen;

      • ii.

        € 50.000 voor scholen met minimaal 75 en maximaal 150 leerlingen;

      • iii.

        € 65.000 voor scholen met minimaal 151 en maximaal 225 leerlingen;

      • iv.

        € 85.000 voor scholen met minimaal 226 leerlingen;

    • b.

      voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdelen a en b voor speciale scholen voor basisonderwijs ongeacht het aantal leerlingen in afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel a € 65.000;

    • c.

      € 12.600,- voor ureninzet als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdeel c.

  • 2.

    Als de aanvraag voor subsidie wordt ingediend namens minimaal drie samenwerkingspartners binnen een kindcentrum, waarvan minimaal twee samenwerkingspartners basisscholen zijn en minimaal één samenwerkingspartner een organisatie voor kinderopvang, wordt de maximale subsidie als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a of b, verhoogd met:

    • a.

      € 6.000 als het totaal aantal leerlingen voor alle samenwerkingspartners bij elkaar opgeteld maximaal 199 is;

    • b.

      € 8.000 als het totaal aantal leerlingen voor alle samenwerkingspartners bij elkaar opgeteld minimaal 200 en maximaal 300 is;

    • c.

      € 10.000 als het totaal aantal leerlingen voor alle samenwerkingspartners bij elkaar opgeteld minimaal 301 is.

  • 3.

    De subsidie bedraagt maximaal het tekort op de begroting voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

  • 4.

    Indien de aanvrager in het schooljaar waar de aanvraag betrekking op heeft ook een aanvraag bij het Jeugdeducatiefonds indient, dan wordt er een bedrag van € 4.500 verminderd op het activiteitenbudget van het desbetreffende schooljaar als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel a.

  • 5.

    Indien de aanvrager in het schooljaar waar de aanvraag betrekking op heeft middelen ontvangt uit de koplopersregeling Rijke Schooldag/School en Omgeving van het Ministerie van OCW, worden deze middelen in mindering gebracht op het activiteitenbudget van het desbetreffende schooljaar als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel a, tenzij de aanvrager aantoont dat hij aanvullende activiteiten heeft uitgevoerd of zal uitvoeren met deze middelen.

  • 6.

    De bedragen als bedoeld in het eerste, tweede, vierde en vijfde lid gelden voor een geheel schooljaar. Als de aanvraag betrekking heeft op een deel van het schooljaar, wordt de subsidie berekend op basis van de maanden die in het schooljaar resteren.

  • 7.

    In afwijking van het zesde lid wordt de subsidie als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel c geacht te worden verleend voor een geheel schooljaar, ongeacht of de aanvraag betrekking heeft op een geheel of gedeeltelijk schooljaar.

 

Artikel 7. Berekening van uren, uniforme kostenbegrippen

  • 1.

    De hoogte van het uurtarief van een schoolcoördinator als bedoeld in artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdeel c is gemaximeerd op € 70 (inclusief btw indien van toepassing).

  • 2.

    Als sprake is van de situatie als bedoeld in artikel 6, zesde lid wordt de subsidie berekend op basis van de resterende maanden in het schooljaar. Het schooljaar bestaat uit tien maanden, exclusief vakanties. Voor de maand augustus is geen subsidie mogelijk, de maanden mei en december worden beschouwd als driekwart maand, de maand juli wordt beschouwd als een halve maand.

 

Artikel 8. Wijze van verdeling

  • 1.

    De basisscholen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, aanhef en onderdelen a en/of b komen als eerste in aanmerking voor een subsidie. Aanvragen van deze basisscholen worden volledig gehonoreerd.

  • 2.

    De basisscholen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, aanhef en onderdeel c komen in aanmerking voor een subsidie nadat de basisscholen als bedoeld in het eerste lid in staat zijn gesteld een aanvraag in te dienen.

  • 3.

    Als na melding als bedoeld in artikel 9, zevende lid aannemelijk is dat het subsidieplafond wordt bereikt, vindt bij loting rangschikking plaats tussen de basisscholen als bedoeld in het tweede lid. De loting vindt plaats in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers. De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de meldingen van hoog naar laag worden gerangschikt in volgorde van trekking. Als de basisscholen als bedoeld in het tweede lid vervolgens een aanvraag indienen en het geheel van de subsidiabele kosten van aanvragen van deze basisscholen hoger is dan het subsidieplafond, worden aanvragen gehonoreerd op volgorde van rangschikking van hoog naar laag tot het subsidieplafond wordt bereikt.

  • 4.

    De aanvraag waarmee het subsidieplafond wordt bereikt, wordt gehonoreerd tot aan het plafond, tenzij de aanvrager aangeeft dat hij met de verleende subsidie de activiteiten als bedoeld in artikel 3 niet kan uitvoeren. In dat geval wordt deze aanvraag niet gehonoreerd.

 

Artikel 9. Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag geschiedt met een voor Tijd voor Toekomst vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Als sprake is van samenwerking van verschillende partijen binnen een kindcentrum dient één van de aan de samenwerking deelnemende basisscholen de aanvraag in. Deze basisschool blijft gedurende het proces van verlening en vaststelling van de subsidie penvoerder.

  • 3.

    Een aanvraag kan uitsluitend per schooljaar en uitsluitend voor de schooljaren 2023-2024 en 2024-2025 worden ingediend.

  • 4.

    Artikel 6, tweede lid, aanhef en onderdelen d en e en artikel 6, derde lid van de ASV zijn niet van toepassing op deze regeling.

  • 5.

    Een aanvraag bevat een begroting met specificatie van kosten en andere inkomsten voor de activiteiten en uren die zijn omschreven in artikel 3.

  • 6.

    Naast hetgeen genoemd in artikel 6 van de ASV en het derde lid van dit artikel wordt de aanvraag voorzien van:

    • a.

      de hoogte van het te vragen subsidiebedrag;

    • b.

      een plan met een realistische begroting en waaruit het doel en de noodzaak blijkt van de activiteit in relatie tot het doel van deze nadere regels zoals verwoord in artikel 3, eerste lid;

    • c.

      een akkoord op medewerking aan evaluatie, effectmeting en kennisdeling.

  • 7.

    Basisscholen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, aanhef en onderdeel c melden uiterlijk 1 oktober 2023 bij het college dat zij voornemens zijn een aanvraag voor een subsidie in te dienen.

  • 8.

    Uitsluitend scholen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, aanhef onderdeel c die een melding hebben gedaan als bedoeld in het zevende lid, komen in aanmerking voor een subsidie.

 

Artikel 10. Aanvraagtermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 7, derde lid van de ASV wordt een aanvraag om subsidie voor activiteiten in schooljaar 2023-2024 uiterlijk ingediend op:

    • a.

      1 oktober 2023 door basisscholen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, aanhef en onderdelen a en/of b;

    • b.

      1 januari 2024 door basisscholen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, aanhef en onderdeel c.

  • 2.

    In afwijking van artikel 7, derde lid van de ASV wordt een aanvraag om subsidie voor activiteiten in schooljaar 2024-2025 uiterlijk op 1 juni 2024 ingediend.

  • 3.

    Aanvragen die buiten de aanvraagtermijn worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

  • 4.

    Een aanvraag voor schooljaar 2023-2024 die is ingediend door een basisschool als bedoeld in artikel 4, tweede lid, aanhef en onderdelen a en/of b, wordt geacht betrekking te hebben op het gehele schooljaar 2023-2024.

  • 5.

    Een aanvraag voor schooljaar 2023-2024 die is ingediend door een basisschool als bedoeld in artikel 4, tweede lid, aanhef en onderdeel c, wordt geacht betrekking te hebben op het deel van het schooljaar vanaf 1 februari 2024.

 

Artikel 11. Beslistermijn

  • 1.

    Het college besluit conform artikel 8, tweede lid van de ASV op aanvragen door basisscholen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, aanhef en onderdelen a en/of b.

  • 2.

    In afwijking van artikel 8, tweede lid van de ASV worden aanvragen door basisscholen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, aanhef en onderdeel c verzameld tot het verstrijken van de indieningstermijn. Na het verstrijken van de indieningstermijn beslist het college binnen 8 weken vanaf de datum waarop de indieningstermijn verstreken is.

  • 3.

    Het college kan eenmalig besluiten tot verlenging van de termijn als bedoeld in het eerste en tweede lid met maximaal 4 weken.

  • 4.

    Indien de aanvraag niet compleet is, krijgt de aanvrager een hersteltermijn van twee weken om de aanvraag compleet te maken. Indien de aanvrager dit nalaat, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 5.

    Als de volledige aanvraag voor schooljaar 2023-2024 door basisscholen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, aanhef en onderdelen a en/of b uiterlijk 1 juli 2023 is ingediend, spant het college zich in om uiterlijk 17 juli 2023 een besluit te nemen.

 

Artikel 12. Aanvullende weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 9, derde lid, aanhef en onderdeel f van de ASV kan subsidieverlening worden geweigerd als:

  • a.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met het algemeen belang of belang van openbare orde, volksgezondheid, veiligheid en milieuhygiëne;

  • b.

    de kosten naar het oordeel van het college niet in verhouding staan met de activiteit;

  • c.

    voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3 reeds een subsidie is verstrekt door de gemeente Midden-Groningen.

 

Artikel 13. Verplichtingen

De verplichtingen als benoemd in artikel 11 van de ASV zijn van overeenkomstige toepassing. Daarnaast is er de verplichting – zie aanvraagformulier – om deel te nemen aan evaluatie, effectmeting en kennisdeling.

 

Artikel 14. Verantwoording en subsidievaststelling

De verplichtingen als benoemd in artikelen 13, 14 en 15 van de ASV zijn van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de verplichting als bedoeld in artikel 15, tweede lid, aanhef en onderdeel d van de ASV.

 

Artikel 15. Bevoorschotting en betaling in gedeelten

  • 1.

    De aanvrager voor schooljaar 2023-2024 ontvangt 100% van de subsidie als voorschot binnen 2 weken nadat de subsidie is verleend.

  • 2.

    De aanvrager voor schooljaar 2024-2025 ontvangt 50% van de subsidie als voorschot voor 1 september 2024 en 50% van de subsidie als voorschot voor 15 januari 2025.

 

Artikel 16. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels subsidie Tijd voor Toekomst gemeente Midden-Groningen 2023.

  • 2.

    Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking en per die datum worden de Nadere regels subsidie pilot Tijd voor Toekomst Midden-Groningen 2021-2023 ingetrokken.

  • 3.

    De Nadere regels subsidie pilot Tijd voor Toekomst Midden-Groningen 2021-2023 blijven van toepassing op subsidies die op basis van deze nadere regels zijn verstrekt.

  • 4.

    Deze nadere regels vervallen op 31 juli 2025, met dien verstande dat ze van toepassing blijven op subsidies die op basis van deze nadere regels zijn verstrekt.

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 20 juni 2023.

Burgemeester

Gemeentesecretaris