Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijkerk

Subsidieregeling peuteropvang voor- en vroegschoolse educatie 2023 gemeente Nijkerk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijkerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling peuteropvang voor- en vroegschoolse educatie 2023 gemeente Nijkerk
CiteertitelSubsidieregeling peuteropvang voor- en vroegschoolse educatie gemeente Nijkerk 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling heeft een geldigheidsduur van 1 jaar.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene subsidieverordening gemeente Nijkerk
  2. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-06-202301-01-2023nieuwe regeling

06-06-2023

gmb-2023-275922

1489163

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling peuteropvang voor- en vroegschoolse educatie 2023 gemeente Nijkerk

De burgemeester en wethouders van de gemeente van Nijkerk;

 

gelet op: de Algemene subsidieverordening gemeente Nijkerk en Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat het noodzakelijk en wettelijk is om regels te stellen voor de kwaliteit van en de tegemoetkoming in de kosten van VVE-peuteropvang;

 

teneinde te bereiken dat peuters gelijke ontwikkelkansen geboden krijgen door het verbeteren van de kwaliteit, het bereik en de toegankelijkheid van VVE-peuteropvang in de gemeente;

 

b e s l u i t :

vast te stellende subsidieregeling peuteropvang voor- en vroegschoolse educatie gemeente Nijkerk 2023.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definitie

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    aanvrager: houder die een aanvraag indient voor een van de subsidies uit deze regeling;

  • -

    ASV: de algemene subsidieverordening Gemeente Nijkerk;

  • -

    wet: Wet kinderopvang;

  • -

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie;

  • -

    VVE-peuteropvang: kortdurende opvang (maximaal 6 uur aaneengesloten) met voorschoolse educatie ter voorbereiding op het basisonderwijs voor peuters van 2 jaar tot de eerste dag dat zij de basisschool bezoeken. Deze peuteropvang wordt geboden op locaties die in het LRK geregistreerd staan als VVE locatie;

  • -

    VVE-indicatie: indicatie afgegeven door het consultatiebureau op basis van de Nijkerkse VVE doelgroepdefinitie, zoals vastgelegd in het in “februari 2014 vastgestelde document “Resultaatafspraken Voor- en Vroegschoolse Educatie;

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk;

  • -

    doelgroepkinderen: kinderen in de leeftijd van 2 jaar tot en met de eerste dag dat zij de basisschool bezoeken, die woonachtig zijn in de gemeente Nijkerk met een (dreigende) achterstand op het gebied van taal, rekenen, sociaal-emotionele en/of motorische ontwikkeling dat een indicatie heeft vanuit het consultatiebureau voor het volgen van VVE;

  • -

    houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

  • -

    geregistreerd kindercentrum: een in het landelijk register kinderopvang ingeschreven kindercentrum als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid;

  • -

    kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;

  • -

    kinderopvangtoeslag: Een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, in de kosten van kinderopvang;

  • -

    kinderopvangtoeslagtabel: de inkomensafhankelijke tabel van de Belastingdienst die de hoogte van de kinderopvangtoeslag bepaalt op basis van de hoogte van het (gezamenlijke) toetsingsinkomen;

  • -

    landelijk register kinderopvang: het landelijk register, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet; - ouder: ouder in de zin van de wet;

  • -

    ouderbetrokkenheid: activiteiten van ouders gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van het kind;

  • -

    ouderbijdrage: een inkomensafhankelijke bijdrage die ouders voor de afgenomen uren betalen;

  • -

    horizontale groep: een heterogene groep peuters in de leeftijd van 2 tot 4 jaar; - pedagogisch beleidsmedewerker: de persoon die werkzaam is bij een kindercentrum, bezoldigd is en belast is met de totstandkoming en implementatie van pedagogische beleidsvoornemens of het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden;

  • -

    peuterplek: plek voor een peuter van 2 tot 4 jaar in een kindercentrum;

  • -

    toezichthouder: de toezichthouder als bedoeld in artikel 1.61 van de wet;

  • -

    erkend VVE-programma: VVE programma opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut;

  • -

    inkomensverklaring: (voorheen IB60-verklaring) een officiële verklaring van de Belastingdienst met de inkomensgegevens (geregistreerd inkomen) van de ouder over een bepaald belastingjaar;

  • -

    monitoring: de gesubsidieerde activiteiten worden bijgehouden en geëvalueerd met behulp van de Peutermonitor. De ontvanger van subsidie voor VVE peuteropvang levert inhoudelijke en cijfermatige bijdrage aan de monitoring door de gemeente, de Inspectie van het Onderwijs en de organisaties die in opdracht van de gemeente Nijkerk op treden.

Artikel 2 Doel

Deze subsidieregeling is van toepassing op subsidies voor het uitvoeren van VVEpeuteropvang in Nijkerk. Het doel van deze subsidieregeling is het faciliteren van deelname van alle kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar aan peuteropvang met voorschoolse educatie, door het subsidiëren van het gebruik van een kwalitatief hoogwaardig aanbod.

 

Deze regeling betreft het jaar 2023.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Het college kan aan de houder van een VVE geregistreerd kindercentrum subsidie verlenen voor de uitvoering van VVE peuteropvang. Het betreft een kindgebonden financiering. De volgende activiteiten zijn subsidiabel:

  • 1.

    Het aanbieden van VVE-peuteropvang aan kinderen zonder VVE-indicatie (reguliere peuters):

    • a.

      Een maximaal aantal van 320 uur per kalenderjaar, verdeeld over minimaal 2 dagdelen per week;

    • b.

      aan elke Nijkerkse peuter die door ouders wordt aangemeld;

  • 2.

    Het aanbieden van VVE-peuteropvang aan kinderen met een VVE-indicatie:

    • a.

      Een maximaal aantal van 640 uur per kalenderjaar, verdeeld over minimaal 3 dagdelen per week;

    • b.

      aan elke Nijkerkse peuter met een VVE-indicatie die door ouders wordt aangemeld.

  • 3.

    De inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker ten behoeve van de verhoging van de kwaliteit van voorschoolse educatie en betreft de totstandkoming en implementatie van beleidsvoornemens met betrekking tot voorschoolse educatie en coaching van beroepskrachten voorschoolse educatie.

    • a.

      De subsidie pedagogisch beleidsmedewerker in de VE bedraagt 10 uur per doelgroeppeuter per locatie in de leeftijd van 2 tot 4 jaar tegen een door het college vastgesteld uurtarief (teldatum 1 januari 2023).

    • b.

      Het door het college vastgesteld uurtarief bedraagt voor 2023 € 44,15.

Artikel 4 Subsidiecriteria

De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet aan de volgende criteria:

  • 1.

    Het kindercentrum voldoet aan de wettelijke eisen, vastgelegd in de Wet Kinderopvang;

  • 2.

    Het kindercentrum voldoet aan de voorschriften gesteld bij of krachtens het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • 3.

    Het kindercentrum staat als VVE-gecertificeerd in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • 4.

    Er wordt gebruik gemaakt van een erkend VVE-programma opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut..

Artikel 5 Verplichtingen

De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet bij de uitvoering aan de volgende verplichtingen:

  • 1.

    De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet bij de uitvoering aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      alle voorschriften voor de basiskwaliteit van kindercentra, gesteld bij of krachtens de wet;

    • b.

      het aanbieden van VVE-peuteropvang in een eigen horizontale groep, niet gemengd met de reguliere dagopvang kinderopvang;

    • c.

      de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker;

    • d.

      overdracht naar de basisschool aan de hand van een kindvolgsysteem;

    • e.

      samenwerkingsafspraken met basisscholen: per jaar wordt tenminste één bijeenkomst georganiseerd op coördinatieniveau, met als doel de samenwerkingsafspraken te evalueren. Deze samenwerkingsafspraken hebben tenminste betrekking op de doorgaande leerlijn (begeleiding en zorg), ouderbetrokkenheid en de (warme) overdracht;

    • f.

      alle VVE-voorschoolse voorzieningen en basisscholen hebben een instrument/kindvolgsysteem waarmee ze de brede ontwikkeling van peuters kunnen volgen. Dit kindvolgsysteem voldoet aan de eisen die hieraan worden gesteld door de Inspectie van het Onderwijs;

    • g.

      bij kinderen waarbij sprake is van zorg over de ontwikkeling of het gedrag, wordt contact opgenomen met de contactpersoon van het gebiedsteam.

    • h.

      er wordt voldaan aan de afspraken die zijn vastgelegd in het convenant tussen de schoolbesturen voor het primair onderwijs, de peuteropvang organisaties, jeugdgezondheidszorg en de gemeente Nijkerk, onder de titel “Resultaatafspraken Voor- en Vroegschoolse Educatie” (februari 2014).

Hoofdstuk 2 Hoogte subsidiebedrag en ouderbijdrage

Artikel 6 Doelgroep

  • 1.

    Voor deze subsidieregeling worden de volgende doelgroepen gehanteerd:

    • a.

      peuters zonder VVE indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan en waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • b.

      peuters zonder VVE indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan en waarvan de ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • c.

      peuters met VVE-indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan, waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • d.

      peuters met VVE-indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan waarvan de ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag.

  • 2.

    De doelgroepen zoals benoemd onder artikel 6 lid 1 ontvangen niet zelf de subsidie, de subsidie wordt uitgekeerd aan de houder die zij hebben uitgekozen voor hun kind en die voldoet aan de gemeentelijke eisen.

Artikel 7 Hoogte subsidiebedrag naar peuterplek

  • 1.

    Het college subsidieert de VVE-peuteropvang tot een maximum van € 10,25 met aftrek van de geldende ouderbijdrage.

  • 2.

    Het college subsidieert per uur per bezette peuterplek. Voor de in artikel 6 genoemde doelgroepen gelden de volgende maximale subsidiebedragen voor de houder:

    • a.

      voor de in artikel 6 lid 1 sub a genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 320 uur * € 10,25 per uur minus de geldende ouderbijdrage (tot € 8,97 per uur);

    • b.

      voor de in artikel 6 lid 1 sub b genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 320 uur * €10,25 per uur minus de geldende ouderbijdrage (tot € 8,97 per uur);

    • c.

      voor de in artikel 6 lid 1 sub c genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 320 uur * €10,25 per uur minus de geldende ouderbijdrage (tot € 8,97 per uur), plus een extra 320 uur * €10,25 per jaar. Hierover wordt geen ouderbijdrage gevraagd;

    • d.

      voor de in artikel 6 lid 1 sub d genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 320 uur * € 10,25 per uur minus de geldende ouderbijdrage (tot € 8,97 per uur), plus een extra 320 * € 10,25 uur per jaar. Hierover wordt geen ouderbijdrage gevraagd.

  • 3.

    Het uurtarief genoemd in lid 1 en het aantal uren per week genoemd in lid 2 kan jaarlijks opnieuw worden bijgesteld door het college.

Artikel 8 Ouderbijdrage

  • 1.

    Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage voor de VVE-peuteropvang:

    • a.

      Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en zonder VVE-indicatie betalen voor VVE- peuteropvang voor maximaal 8 uren per week (320 uur per jaar) een inkomensafhankelijke bijdrage tot het fiscaal maximum;

    • b.

      Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en met een kind met een VVEindicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 8 uren per week (320 uur per jaar) een inkomensafhankelijke bijdrage tot het fiscaal maximum. Voor overige uren voorschoolse educatie, tot totaal van maximaal 8 uur extra per week (320 uur per jaar), wordt in overeenstemming met gemeentelijk beleid geen ouderbijdrage in rekening gebracht;

    • c.

      Ouders met recht op kinderopvangtoeslag en met een kind met een VVEindicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 8 uren per week (320 uur per jaar) een inkomensafhankelijke bijdrage aan de aanbieder. Voor overige uren voorschoolse educatie, tot totaal het van maximaal 8 uur extra per week (320 uur per jaar), wordt in overeenstemming met gemeentelijk beleid geen ouderbijdrage in rekening gebracht;

    • d.

      Ouders met recht op kinderopvangtoeslag en zonder VVE-indicatie betalen voor VVE- peuteropvang voor maximaal 8 uren (320 uur per jaar) per week een inkomensafhankelijke ouderbijdrage aan de aanbieder.

  • 2.

    De gemeente werkt met de ouderbijdrage tabel van de belastingdienst, voor de door de houders vast te stellen ouderbijdrage voor ouder die geen recht hebben op kinderopvang toeslag. Het inkomen wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen over het voorgaande kalenderjaar. Dit inkomen wordt bepaald aan de hand van de door ouders te overleggen Inkomensverklaring of andere bewijslast, zodat de aanbieder de ouderbijdrage kan vaststellen. Bij een wijziging in het inkomen dienen ouders dit op tijd kenbaar te maken aan de kinderopvangorganisatie waar de peuter peuteropvang geniet.

Hoofdstuk 3 Procedure voor het indienen van aanvraag en beslistermijn

Artikel 9 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een houder die een kindercentrum heeft gevestigd in Nijkerk, waar een kind woonachtig in Nijkerk gebruik van maakt.

Artikel 10 Aanvraag voorschoolse voorzieningen

  • 1.

    Houders kunnen een aanvraag voor subsidie voor VVE peuteropvang indienen middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Aanvragen kunnen tot en met 1 december 2022 ingediend worden.

  • 3.

    Bij deze aanvraag voegen zij voor VVE-peuteropvang het format inhoudelijk jaarplan toe. In dit inhoudelijk jaarplan wordt beschreven hoe in het subsidie(aanvraag)jaar wordt gewerkt/gewerkt gaat worden aan de subsidiedoelen.

  • 4.

    In de aanvraag geeft de houder het verwachte aantal peuters aan.

  • 5.

    Bij toekenning wordt 75% van de subsidieaanvraag bevoorschot. Tussentijds en bij de eindafrekening kan dit tot een maximum van 100% aangevuld worden.

Artikel 11 beslistermijn aanvraag

  • 1.

    Volledige aanvragen worden vóór 31 januari van het volgend jaar beschikt.

  • 2.

    Indien aanvragen niet volledig zijn worden krijgen houders tijd om de aanvraag volledig aan te leveren. Hierdoor kan de beslistermijn opgeschort worden.

Artikel 12 Weigerings- en intrekkingsgronden

In aanvulling op artikel 9 van de ASV 2014 en artikel 4:48 Awb kan het college weigeren subsidie te verlenen dan wel besluiten om de subsidie in te trekken, indien de aanvrager niet voldoet aan de subsidiecriteria, artikel 4, van deze regeling.

Hoofdstuk 4 Verantwoording en vaststelling subsidie

Artikel 13 Verantwoording peuteropvang

  • 1.

    Door middel van de Peutermonitor verantwoordt de subsidieontvanger per kwartaal de inzet van subsidie.

  • 2.

    Daarnaast is voor VVE-peuteropvang een evaluatie van het inhoudelijk jaarplan onderdeel van de verantwoording.

  • 3.

    De gemeente Nijkerk behoudt zich het recht voor om steekproeven af te nemen.

Artikel 14 Vaststelling van het subsidiebedrag

  • 1.

    De ontvanger van een subsidie dient vóór 1 mei van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot subsidievaststelling in, voorzien van onder meer de volgende stukken.

    • a.

      de jaarrekening voorzien van een samenstellingsverklaring;

    • b.

      de aantallen definitief ge-upload in de Peutermonitor van het aantal daadwerkelijk bezette peuterplekken (VVE en reguliere plekken).

    • c.

      een inhoudelijke verantwoording van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend.

    De vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van:

    • het werkelijke aantal bezette peuterplekken

    • het werkelijk gehanteerde tarief

    • de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen.

    • het werkelijke aantal doelgroepkinderen per 1 januari 2023

    De verantwoording kan een terugvordering tot gevolg hebben als houder minder bezette peuterplekken heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd. Het aantal uur waarvoor subsidie wordt toegekend is gemaximeerd op de aantallen genoemd in artikel 7;

  • 2.

    Daarnaast beschikt de subsidieontvanger over de volgende bewijsstukken in zijn eigen administratie:

    • a.

      van alle peuters die een VVE peuterplaats bezetten indicatieformulieren van het consultatiebureau;

    • b.

      van ouders die aangeven geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag een ondertekende ouderverklaring en een inkomens verklaring van de Belastingdienst, of andere bewijslast waarop de ouderbijdrage is vastgesteld.

  • 3.

    Het college kan formulieren vaststellen voor het indienen van de verantwoordingsgegevens.

  • 4.

    Het college kan nadere gegevens opvragen om de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie conform de opgelegde verplichtingen te controleren.

Artikel 15 Toetsing van de verantwoording

Voor het eind van het kalenderjaar waarin de aanvraag tot subsidievaststelling is ingediend, stelt het college de subsidie vast.

Artikel 16 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling wordt na vaststelling door het college bekendgemaakt in het Elektronische Gemeenteblad.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023 en heeft een geldigheidsduur van 1 jaar.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling peuteropvang voor- en vroegschoolse educatie gemeente Nijkerk 2023’.

Artikel 17 Overgangsbepaling

  • 1.

    De definitieve beschikking voor subsidieaanvragen VVE ingediend voor het jaar 2022, op basis van de ‘Subsidieregeling voor- en vroegschoolse educatie 2021- 2022’ worden, na een volledige verantwoording ontvangen vóór 1 mei 2023, beschikt op basis van artikel 13 van de vervallen ‘Subsidieregeling voor-en vroegschoolse educatie 2021-2022’.

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling peuteropvang voor- en vroegschoolse educatie gemeente Nijkerk 2023.

Aldus besloten in de collegevergadering van 6 juni 2023,

Burgemeester en wethouders van Nijkerk,

De secretaris,

De heer drs. J.G. de Jager

de burgemeester,

de heer mr. drs. G.D. Renkema